ZEERIILZEESCIIR Vrijdag COURANT. BESTUREN EN ADMINISTRATIEN. Publicatie. REGLEMENT op het beheer en onderhoud en de Policie der BUURTWEGEN'en VOET-, PADEN in de Provincie Zeeland. No. 80. Ao. 1838. 5 October De COMMISSIE uit den Raad der Stad Zierikzce Leiast met de werkzaamheden, voortvloeiende uit de Amortisatie der gevestigde schulden ten laste dezelve Stad brengt bij deze ter kennis van de belanghebbenden, houders van Stedelijke Obligation, dat op heden Leeft plaats gehad de veertiende jaarlijksche uilloliug en dat in dezelve de navolgende Obligation zijn uitgeloot, als: 1°. N°. 13 gr. 2°. 3®. 4°. 5°. 6°. 7°. 8°. 9°. 10°. 11°. 12°. 13°. 14°. 15°. 16°. 17°. 18°. 19°. .20°. 121°. 22°. 123°. :24°. '25°. :26°. :27°. 28°. 29°. 30°. 31°. .32°. i'3°. 3 4°. 31')°. 3t 3t 3S'°- 3£i°. 40°. 41 47!°. 4.'!°. 40°. 45°. 4 6°. 272 - 33 - 36 -206 -349 - 5 - 73 - y> - 49 - 212 - 415 - 8 - 21 - 109 - 44 - 17 - '4' - 178 - 22 - 53 - 29 - 13 - 46 - 193 - 16 - 1 - 27 -407 - 14 - 116 - 41 - 9 - 26 - 411 - 69 - 214 - 23 -257 -289 - 30 -403 v 60 - 98 - 12 - 8 600, 50, - 600, - 600, - 50, - 50, - 600, - 600, - 48, - 600, - 50, - 50, - 600, - 600, 50, - 600, - 750, - 600, - 50, - 600, - 600, - 600, - 600, - 600, 50, - 600, - 600, - 600, - 50, - 600, - 50, - 600, - 600, - 1600, - 50, - 866,42j, - 50, - 50, - 50, - 50, - 600, - 50, - 50, - 50, - 600, - 300, ligt. 25 Maart 1791, rent, a 4 pc1. 12 April 1804, 5 Maart 1785, 3£ 3 Sept. 1782, 4 12 April 1804, 5 12 April 1804, 5 1 Decern b. 1783, 3 22 Septcmb. 1788, 4 "5) blanco «1 22 Septemb. 1788, 4 y> 12 April 1804, 5 12 April 1804, 5 28 Septemb. 1780, 3 y> 17 April 1794, 3 12 April 1804, 5 Maart 1785, 3f 4 Decemb. 1802, 4 Maart 1785, &- 12 April 1804, 5 13 en 16 Jan. 1749, y> 4 Maart 178§, Qi 22 Septemb. 1788, 4 y> 17 April 1794, 3 17 April 1794, 4 17 April l8Ó4, 5 22 Septemb. 1788, 4 25 Maart 1791, 4 17 April 1794, 3 12 April 1804, 5 Maart 178^, V T 12 April 1804, 5 25 Maart 1791, 4 1 Decemb. 1783, 3 8 August. 1625 2 12 April 1804, 5 20 Mei 1660, 2 12 April 1804, 3) 5 Idem 5 Idem 5 Idem 5 19 Maart 1790, 4 12 April 1804, 5 Idem 5 Idem 5 23 Maart 1792, 4 23 Decemb. 1802, 4 Wordende de houders der uilgeloote Obligation uitgenoodigd om hunne Obligatiën over te brengen ten Kantore van Jonkheer JjW. de Jonge als Lid der Commissie van Amortisatie te re- Lenen van heden tot den 3o September des volgenden joars, ten einde lap dezelve aflossing te ontvangen tegen de volgende coursen als: die van 2 pcrCent tegen 26j pcrCcnt. 3 40" 3| 461 4 53| 5 66j 83i met bijbetaling der Interessen op dezelve in dit Ioopende jaar verschenen of anders stellig te komen verklaren dat zij geene af lossing tegen den hierboven bepaalden cours begeren aan te nemen, zullende bij gebreke van dien, geene Interessen meer worden betaald. Zierikzee, den 3 October i838. De Commissie voornoemd DE CRANE, vt. Ter ordonnantie van dezelve, De Secretaris W. J. P. KR OEF. INSPECTIE mobiele schutterij. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE, roepen bij deze op al de Manschappen der Mobiele Schutterij met onbepaald verlof, om zich op de gewone loopplaats onder de Beurs te dezer Sledete vereenigen tot het bijwonen der door het De; parlement van Oorlog bepaalde Inspectiete weten voor de Landelijke Schutterij op Donderdag den 11 October aanstaandedes morgens 9 ureon voor ,de S t c d,e I ij L- c Schutterij op Dingsdag den 16 October aanstaandedes morgens 9 ure in volle wapenrusting, allen voorzien van hunne verlofpassen zak* boekjes en alle hunne militaire kleedingstukken en verder equipement. Met waarschuwing dat de afwezigen op deze Inspectie zonder wët« lige redenen en buiten voorkennis van den Burgemeester, op.yjfcnq> voorbeeldige wijze zullen worden gestraft. Zierikzee, den 1 October i838. Burgemeester en Wethouders voornd. J DE CRANE, vt. Ter ordonnantie van Dezelven De Stads-Secretaris W. I. f. IUOE F. De GEDEPUTEERDE STATEN der Provincie ZEELAND, brengen bij deze ter kennis van allen die zulks zoude mogen aan gaan dat de Provinciale Staten bij Hun Edel Groot-Achtb. reso» lutie van den 6 Julij i838 hebben gearresteerd het navolgende, door Zijne Majesteitbij besluit vau den 4 Augustus i838 a n.° 106 goedgekeurd VervolgZie onze vorige Nummers Art. 48. Alle molenaars of degenen welke het opzigt hebben over molens, staande op eenen afstand van 45 ellen of minder van de wegen en dijken zijn verpligt om wanneer zij malen voortdu rend uit te zien of er eenige paarden aankomen en bij derzelver aannadering ter bekwame distantie (op last van het Plaatselijk Bestuur, door kennelijke teekenen aan te wijzen), hunne molens stil te hou.» den tot dat voorschrevene paarden voorbij zijn. Art. 49- Ten aanzien van het uithalen of uitwijken van alle rijtui gen, vracht- en postwagens daaronder begrepen, wordt de vanouds gevolgde regel van eene algemeene toepassing gemaakt dat namelijk iedereen de helft van den weg van de linker- naar de regterhand (van de hand) moet afstaan. De voerlieden moeten wanneer dezelve elkander ontmoeten elk van de linker naar de regterzijde (van de hand) uit het spoor wij ken wanneer de gelegenheid van den weg dit toelaat. Het wordt nogtans aan Gedeputeerde Staten overgelaten om in zoodanige ge deelten der Provincie, alwaar hieromtrent eeneu anderen regel ge volgd wordt en deze zonder ongerief in stand kan worden gehou-i den, dezelve voortdurend te laten bestaan. Art. 5ö. De voerlieden zijn verpligt op de wegen steeds bij of op hunne rijtuigen te blijven in staat om dezelve te geleiden ea te voeren en dezelve niet te verlaten. Art. 5i. De geleiders van voertuigen of rijtuigen door andere ia dra.f of anderzins spoediger voortrijdende voertuigen wordende inge haald zijn, daartoe aangezocht wordende, verpligt, indien de ge legenheid van don weg zulks toelaat, ter regterzijde (van de hand) genoegzaam uit het spoor te wijken om dergelijke voertuigen ta laten voorbij rijden. Art. 52. Op de wegen mag met geene voer- of rijtuigen waarJ aan drie paarden naast elkander zonder dissel of lemoeu gespannen zijn gereden worden. Art. 53. Op de wegen, en binnen den afstand van 3 ellen 8 palmen van dezelvemogen geene mijten of schelven van bout hooikoren of strooveel min plaggen of mesthoopen of mestfaal-, ten gezet of asch uitgestort worden. Art. 54. Alle overtollige aarde gevelde of omgewaaide boomen, takken uitgeroeide wortels of stammen zullen op aanzeggen van het Plaatselijk Bestuur van de wegen moeten vervoerd worden, en in allen gevalle onverwijld zoodanig worden opgeruimd dat de passage nimmer belemmerd blijve en zullen bij nalatigheid, op last van het Plaatselijk Bestuur ten koste der eigenaren of wegplig- tigen worden geweerd. Art. 55. Bij het delven van slooten langs de wegen zal de uit dezelve geworpene specie zoo spoedig mogelijk op den kant der wegen moeten worden opgezet, en geene delving gelijktijdig aan de beide zijden van den weg mogen plaats hebben, dan met toestem ming van liet Plaatselijk Bestuur. Art. 56. Geene molens mogen langs de wegen worden gesticht of weder opgebouwd binnen den afstand van 4ö ellen. Art. 57. Geene waren mogen anders dan bij kermissen of mark ten, op de wegen, buiten den kom der gemeente, worden uitge stald met dien verstande dat in geen geval de passage voor rijj| tuigen zal mogen worden gestremd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1838 | | pagina 1