N°. 39.
ZIERIKZEESCHE
Dingsdag
A°. 1838.
COURANT.
15 mei.
BESTUREN m ADMINISTRATIEF
Sttsdivtjmuij ö0ov bc &cfutttc?tj,
bekendmaking
NIEUWSTIJDINGEN.
Frankfort den 9 Mei. In de Allgertieine Augshurger Zeitung
leest men den volgenden uit Berlijn geschreven brief, die naar bet
merkteelen te oordeelen door eene zeer goede hand aan dat blad
schijnt toegezonden te zijn:
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZJERIKZEE,
lettende op art. 6 der wet op de Schutterijen van den 11 April
1827 (iStaatsblad n.° 17.) en de art, 5 en 7 van Z.r M.a besluit van
den 21 Maart 1828 Staatsblad 6).
Brengen door deze ter kennis van de belanghebbende Ingezetenen
dat de Registers ter inschrijving voor de Schutterij zullen worden
geopend op Dingsdag den i5 dezer maand Mei aanstaande en dat
mitsdien ter inschrijving worden opgeroepen alle manspersonen zon
der onderscheid die op den 1 Januarij van dit jaar hun 25e jaar
ïijn ingetreden, of in het jaar 181 3 zijn geboren alsmede de zoo-
danigen die in vroegere jaren zijn geboren nog verkeeren in de
termen van Schutterij pligtig te ziin en sedert de laatste inschrij
ving zich met ter woon binnen deze Stad hebben nedergezet, waar
onder ook begrepen zijn de vreemdelingen en de gepasporteerde
Militairen om zich ter Secretarie dezer Stad te vervoegen van
Dingsdag den i5 tot en mei Donderdag den 3i dezer maand Mei,
op eiken werkdag van morgens 10 tot 12 en des namiddags van
2 tot 5 ure, om voor de Schutterij Ie worden ingeschreven, ieder
in dat register, waartoe bij volgens zijnen ouderdom behoort,
waaromtrent de belanghebbenden voor zoo verre zij niet binnen
deze Stad zijn geboren zich van eene geboorte-acte behooren te
Voorzien afgegeven zonder zegel om te dienen voor de inschrij
ving der Schutterij ten einde de inschrijving behoorlijk zou kun-
r.en geschieden en om voor te komen dat niemand door eene ver
leerde opgave van zijnen ouderdom vervalle in de straffen bij de
wet bepaald.
Wordende al verder den opgeroepenen herinnerd dat zij ver
pligt zijn bij de inschrijving opgave te doen van hunne namen
plaats en tijd van geboorte, woonplaats tn beroep, opk dat vau
hunne ouders of zij zijn gehuwd ongehuwd of weduwenaars
liet getal der kinderen van beider sexe sedert wanneer zij iogeze
tenen der Stad zijn en welke de laatste woonplaats is geweest, en
eindelijk van de redenen die zij zouden vermeenen als vrijstelling
van de Schutterij te kunnen doen gelden naar aanleiding van art.
3 en 4 der wetwaarschuwende een ieder dat het inschrijvingsre
gister op den eersten Junij aanstaande finaal zal worden gesloten
en dat zij welke zich voor dien tijd niet hebben doen inschrijven
en daarna mogten ontdekt worden uit krachte van art. 9 der
wet en art. 6 van Zr. Ms. besluit van den 21 Maart 5828 ambts
halve zullen worden ingeschreven maar door den Schuttersraad
worden verwezen tot eene geldboete en zonder Loting worden in
gelijfd indien het zal blijken dat èr tijdens de verzuimde inschrij
ving geene rédenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien
hebben bestaan zijnde er bij de wet van den 3i December i832
nadere strafbepalingen vastgesteldten aanzien dergenen die de
inschrijving voor de Schutterij hebben nagelaten en tijdens bet
plaats gehad hebbend verzuim tót de cathegorie behoorden van de
zoodanigen die aan de werkelijke dienst bij de Mobiele Schutterijen
hadden moeten deelnemen.
En opdat niemand hieromtrent eenige onwetendheid zoude kun
nen voorwenden zal deze worden afgekondigd en in de Stads-
Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Zierïhzeeden 2 Mei i838.
Burgemeester en Wethouders voornd.
DE CRANE, vt.
Ter Ordonnantie van Dezelven
De Stads-Secretaris
W. J. P. K R O E F.
DUITSCHLAND.
Berlijn den 6 Mei. Volgens nadere lijdingen nil Petersburg
zouden H. M. de keizerin en Z. K. H. de grootvorst troonopvolger
den 8 dezer de reis herwaarts aannemen en zou Z. M. de keizer
lort daarna insgelijks vertrekken. Hunne Majesteiten zouden eenige
weken alhier vertoeven en zich vervolgens naar eene badplaats be
geven. Omtrent de reis van den grootvorst-troonopvolger wordt
verder gemeld dat Z. K. H. volgens een door den keizer goedge
keurd ontwerp, zich begeleid van zijnen voormaligen opvoeder, den
staatsraad Schukowshjiaan wien zich vorst vort Lieven zal aanslui
ten na een oponthoud van eenige weken in deze residentie (Berlijn)
en na het bezoeken van eenige andere oorden in noordelijk Duitsch-
landvan Pommeren naar Zweden zal oversteken, eenige merk
waardige gedeelten van dat rijk, bijzonder die, welke door fabrij-
ken en bergwerken uitmunten in oogenschouw zal nemen daarna
Denemarken Holland West en Zuid-Duitschland en Oostenrijk
vervolgens een gedeelte van Italië en eindelijk Engeland zal bezoeken.
In laatstgenoemd land zal de grootvorst een' geruimen tijd verblij
ven om zich met alle merkwaardige, maatschappelijke instellingen
bekend te maken. Hierop zal Z. K. H. zich ten tweedenmale naaf
de zuidelijke gedeelten van Duitschland begeven en zijne doorluch
tige ouders aldaar vóór hoogstderzelver terugreis ontmoeten. Men
^meent dat de reis vau den grootvorst vóór bet einde dezes jaars
Zal afeeloopen zijn.
Bij nader onderzoek is bet gebleken dat het meerendeel van
het zilveren servies hetwelk men zeide dat gebeel bij den brand
op den ijzeren spoorweg van Zarskoje Selo was gesmolten, is behou
den geworden. Men meent thans dat die brand niet ontstaan is
door de vonken uit den schoorsteen van bet werktuig maar door
bet rooken van cigaren door de personen die zich in den verbran
den wagen bevonden. Ten einde zich van de mogelijkheid te over
tuigen of de locomotive zonder andere oorzaken van builen zich,
zelve en den wagentrein in den brand zou kunnen steken zijn veel
vuldige proeven op hoog bevel genomen en heeft de keizer zelf
met eenige personen van zijn gevolg op den ijzeren weg met eene
snelheid heen en weder gereden waarmede Welligt geen ijzeren baan
tot dusverre in eenig ander gedeelte van Europa bereden is leg
gende Z. M. den weg tusscben Petersburg en Zarskoje Selo bedra
gende 22 wersten of drie mijlen, in 24 minuten af. Al deze proe
ven hebben de meest voldoende uitkomst opgeleverd.
Sedert den 20 April was het weder te Petersburg zeer zacht
geworden zoodat des avonds laat de thermometer van Reaumur
niel lager dan tot 10 graden viel hetgeen in dit jaargetijde aldaar
als een vreemd verschijnsel aangemerkt werd. Den 28 April ver
wachtte men dat de Newa binnen weinige dagen zon losgaan; doch
de Finlandsche golf en dereede van Kronsladt waren nog met zwaar
ijs bedekt.
Volgens bijzondere berigten uit Posen alhier ontvangen, zou
thans het regtsgeding tegen den aartsbisschop begonnen en daarin
de vicaris Rrodziszevvskibenevens vier domheeren er. drie land-
geestelijken betrokken zijn. Intusschen verdient dit berigt nog be
vestiging daar in sommige brieven beweerd wordt dat de ver
zoening met den aartsbisschop nog in stand is, en hij die zelfs
van den kansel heeft doen afkondigen. Overigens is het zeer rus
tig in Posen en houdt de landweer zich zonder tegenspraak of
morren bezig met de voorjaarsoefeningen.
Er wordt druk betreffende Belgis en Holland onderhandeld. De
drie noordsche mogendheden zijn het daaromtrent eens dat Belgie
op geene concessien meer kan aanspraak maken dat het eenvoudig
en zonder voorbehoud de 24 artikelen hebbe aan te nemen inge
val bet daartoe niet wil overgaan moet hetzelve ook van de voof-
deelen vervallen worden verklaard die vroeger aaD de Belgen zijn
verzekerd geworden. Men is voornemens om deze beschouwing op
de beslissendste wijze geldend te maken en men kan dit vrij doen
zonder vrees voor ernstigen tegenstand daar men in Londen be
gint in te zien dat men tot dusverre veel te vijandig jegens de ne-
derlandsche regering is te werk gegaan. De aanspraak des neder-
landschen ministers van buitenlandsche zaken waarin de toestand
van Holland en de handelingen der londensche conferentie met de
meeste waardigheid worden opengelegd moet hoe kwetsend ze ook
vobr sommigen zijn moge er toe bijdragen om deelneming op ta
wekken voor eene natie die met zoo veel volharding en moed alle
de wederwaardigheden verdragen heeft die haar zijn berokkend.
De publieke denkwijze in de noordsche staten Iaat zich dan ook
volkomen ten gunste van Holland uit, en koning Lf'iLlem behoeft
niet meer te duchten van miskend te worden wanneer hij verze
kert zijn laatste woord gesproken te hebben en geen haar breed
meerder aan Belgie te zullen inwilligen. Hij kan bet veilig op het
Uiterste laten aankomen, en dit zal hij, want hij heeft den magtig-
sten bondgenoot van onzen tijd, de openbare roeening, op zijne zijde.
We! is het te betreuren voor de regtschapene hollandsche natie,
dat men zich niet reeds vroeger op een zoo gunstig terrein heeft
kunnen stellen dan zou bet reeds lang middagklaar zijn bewezen,
dat niet het haagsche maar het brusselsche kabinet er op uit was
om eeneo toestand van onzekerheid te doen voortduren, die deszelfs
belangen al te goed diende. Dit is eene oude manoeuvre, die op-
geworpene regeringen steeds plegen te werk te stellen zoodra zij
zich inwendig bedreigd zien en er zich van zelf geen afleider naar
buiten voordoet. Hoe zou het met de koningin Christina reeds ge
gaan zijn zoo niet don Carlos de elementen die haar bet meest be
dreigen van haar afwendde? Is het niet de gedachte aan eene mi-
guëllistiscbe restauratie die den zwakken portugeschen troon ia
benaauwde oogenblikken voornamelijk ten steun strekt? Zou Lode-
wijk Philips zich op zijnen troon hebben kunnen bevestigen zooals
hi) het gedaan heeft als hij zich niet op eene meesterlijke wijze
van de vrees had weten te bedienendat met zijnen val de euro-
pesclie vrede een einde zou hebben
Te Alexandria beeft de pest zich op nieuw geopenbaard,