NIEUWSTIJDINGEN. BESTUREN en ADMINISTKATIEN. 3«.jffjcït*r$«u ooi*? scSwftmj. Mehendmaking BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Slad ZIERIKZEE lettende op art. 6 der wet op de Schutterijen van den n April 1827 (jStaahblad n,° 17) en de art, 5 en 7 van Z.«" M.a besluip van den 21 Maart 1828 Staatsblad n.° 6). Brengen door deze ter kennis van de belanghebbende Ingezetenen dat de Registers ter inschrijving voor de Schutterij zullen worden geopend op JDingsdag den i5 dezer maand Mei aanstaande en dat mitsdien ter inschrijving worden b'pgeroepen alle manspersonen zon der onderscheid die op den 1 Januarij van dit jaar bun a'5e jaar lijn ingetreden of in bet jaar 181 3 zijn geboren alsmede de zoo- danigen die in vroegere jaren zijn geboren nog verkeeren in dé termen van Scbutlerij-pligtig te zijn en sedert de laatste inschrij ving zich met ter woon binnen deze Stad hebben nedergezet waar- Onder ook begrepen zijn de vreemdelingen en de gepasporteerde Militairen om zich ter Secretarie dezer Stad te vervoegen van Dingsdag den i5 tot en met Donderdag den 3i dezer maand Mei, Op eiken werkdag van 'smorgens 10 tot 11 en des namiddags van 1 lot 5 ure, om vöor de Schutterij te worden ingeschreven, ieder in dat register, waartoe hij volgens zijnen ouderdom behoort, "waaromtrent de belanghebbenden voor zoo verre zij niet binnen deze Stad zijn geboren zich van eene geboorte-acte behooren te voorzien afgegeven zonder zegel om te dienen voor de inschrij ving der Schutterij ten einde de inschrijving behoorlijk zou kun nen geschieden en om voor te komen dat niemand door eene ver- lieerde opgave van zijnen ouderdom, vervalle in de straffen bij de wet bepaald. Wordende al verder den opgeroepenen herinnerd dat zij ver pligt zijn bij de inschrijving opgave te doen van hunne namen plaats en tijd van geboorte, woonplaats tn beroep, ook dat van hunne ouders of zij zijn gehuwd ongehuwd of weduwenaars het getal der kinderen van beider sexe sedert wanneer zij ingeze tenen der Stad zijn en welke de laatste woonplaats is geweest, en eindelijk van de redenen die zij zouden vermeenen als vrijstelling van de Schutterij te kunnen doen gelden naar aanleiding van art. 3 en 4 der wet waarschuwende een ieder dat het inschrijvingsre gister op den eersten Junij aanstaande finaal zal worden gesloten en dat zij welke zich voor dien tijd niet hebben doen inschrijven en daarna mogten ontdekt worden uit krachte van art. 9 der \vet en art. 6 van Zr. Ms. besluit van den 21 Maart 1828 ambts halve zullen worden ingeschreven maar door den Schuttersraad worden verwezen tot eene geldboete en zonder Loting worden in gelijfd indien liet zal blijken dat er tijdens de verzuimde inschrij ving geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien hebben bestaan zijnde er bij de wet van den 3i December i832 nadere strafbepalingen vastgesteldten aanzien dergenen die de inschrijving voor de Schutterij hebben nagelaten en tijdens het plaats gehad hebbend verzuim tot de catbegorie behoorden van de zoodanigen die aan de werkelijke dienst bij de Mobiele Schutterijen hadden moeten deelnemen. En opdat niemand hieromtrent eenige onwetendheid zoude kun nen voorwenden zal deze worden afgekondigd en in de Stads- Courant geplaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Z ie rik zeeden 2 Mei i83S. Burgemeester en Wethouders voornd. DE CRANE, vt. Ter Ordonnantie van Dezelven De Stads-Secretaris W. J. P. KHOE F. DUITSCHLAND. Frankfort den 1 Mei. Sedert gisteren loopt bier bet gerucht dat de aartsbisschop van Posen en Gnesen de beer vort Dunin zijne belofte om zich aan het verlangen der pruissische regering te on derwerpen weder verbroken en verklaard zou hebben bij zijne vroegere inzigien en besluiten ten aanzien der gemengde huwelijken te zullen volharden. Hierbij wordt opgemerkt dat noch wegens de vroegere beroeping noch wegens dit veranderd besluit tot he den, toe iets van de officiële zijde is publiek gemaakt. Prins en prinses Albert van Pruissen zijn den 20 dezer door Reichenbach en den 23 door Landcek gereisd zich naar hunne heerlijkheid Seitenberg begevende. In laatstgenoemde stad beeft H. K. H. de vergunning gegeven dat de aldaar bestaande mine raal-bronnen voortaan den naam van Marianne-bronnen dragen zuilen. De aankomst der keizerin van Rusland te Berlijn, schijnt nu stel lig op den 19 dezer bepaald te wezen en gedurende haar verblijf aldaar zullen velerlei feesten waaronder ook militaire gegeven worden. Ook scheen men er thans weder meer hoop op een spoe dig bezoek des keizers te voeden, de ontvangst van wiens gevolg, uit meer dan tweehonderd personen bestaande geheel op kosten van Z. M. den koning van Pruissen geschieden zou. Z. M. de koning van Iianover werd met een luisterrijk gevolg f !,?'i de helft dezer maand in de pruissisch? residentie verwacht, Te Hanover verhaalde men dat die monarch zich in Junij ook naar Londen wil begeven om er de krooning zijuer nicht koniu- gin Victoria bij te wonen. Uit Wieslocb schrijft men van den 28 April bet volgende: In onze nabijheid beeft voor eenige dagen een droevig voorval plaats gehad. Drie knapen uit Mingolsbeim gingen te zamen vaa daar naar Kisslau en geraakten daar genoegzaam beschonken. Iti dezen staat ondernamen zij den terugweg. Feu hunner bad zoo danig de hoogte, dat bij niet meer kon op de beenen staan. Om. deze reden vervaardigden de anderen eene draagbaar van boomtak ken legden den beschonken makker op dezelve dekten een kleedt over hem been namen de draagbaar op de schouders en begaven zich teu uiterste vergenoegd over bunnen koddigen inval onder het aanheffen van een lijklied huiswaarts. Te Mingolsheim geko men bragten zij hunne vracht naar de eerste herberg welke zij zagen en zeiden tegen den hospes: «Hief hebben wij eenen doo- den, wiens laatste wil was in een wijnbuis te worden begraven." Daarop wilden zij hunne grap de kroon opzetten haalden het kleed van de draagbaar om den herbergier te laten zien in welken, toestand bun makker zich bevond. Wie beschrijft echter de ont steltenis der knapen en der omstanders toen zij zagen dat de grap ernst was geworden dat bun drinkbroer niet meer levend, maar, waarschijnlijk ten gevolge van de wijze hoe zij hem hadden gedra gen of toegedekteen lijk was. Uit Sicilië verneemt men dat bet 20 mijlen zuidwest van Palermo liggende dorp San Giuseppe voor weinige weken ten ge volge eener aardbevinggrootendeels verzonken is. Vroeger bestond aldaar slechts een Jesuilen-koIIegiehet gezonde klimaat en de vrucht baarheid des bodems beeft echter in korten tijd eene menigte vreem delingen derwaarts gelokt zoodat men bet getal der inwoners wet Oj vijfduizend telien konde. Den 18 Maart verkondigde eene sterke* trilling des bodems, eene schudding der huizen en diepe scheuren in den grond bet dreigende onvermijdelijke gevaar j de geheele be volking begaf zich tot haar geluk ijlings op de vlugt want na weinige uren tijds waren vier vijfden der gebouwen in puin geval len en door den grond verzwol-en. De kerk werd eer zij in stortte, een eind van bare plaats gerukt, zoodat men thans de spits van den klokkentoren op eene vierde mijl afstands van de plaats waar hij vroeger stond uit den grond ziet steken. De oorzaak van dit verschrikkelijk natuurverschijnsel schrijft men toé aan onderaardsche bronnen en wateren die reeds lang te voren bezorgdheid voor een dusdanig ongeluk hadden verwekt. Nog kort te voren was door eenen kundigen ingenieur aan de gemeente voor gesteld om door kunstmatige waterwerken zoodanige gebeurtenis sen te voorkomen ongelukkiglijk had zijn voorstel geen gehoor ge vonden. Koning Otto van Griekenland beeft bevolen dat de Maart voortaan een nationale feestdag tot herinnering aan het begin vaa den opstand tegen de turksche overheersching wezen zal. Reeds dit jaar is die dag te Athene plegtig en met groote geestdrift ge vierd geworden. De berigten uit Konstantinopel blijven bij voortduring oor* Iogzuchtig luiden. Van. xAdrianopel zijn vijfduizend en van Sophia duizend man naar het leger van den seraskier in Azië gemarcheerd en alle overige nog beschikbare troepen zouden zich daarbij aan-, sluiten. GROOT-BRÏTTANNÏEN. Londen den 2 Mei. Eergisteren beeft de marquis van London derry op nieuw in het hoogerhuis den wensch geuit dat bij de krooning der koningin al die ceremoniën zouden worden in acht genomen van welke deze plegtigheid vroeger vergezeld ging, naar dien bet besnoeijen daarvan volgens zijn gevoelen de engelscha regering ook in de schatting der buitenlanders Onteeren zou. Lord Melbourne beeft daarop geantwoord dat de ministers gemeend hadden die oude gebruiken le moeten achterwege laten dewijl zij niet meer met den geest der tegenwoordige tijden strookten aan zienlijke meerdere uitgaven vereischten en de jeugdige vorstin aan overtollige vermoeijenis zouden bloot stellen. Het eenig verschil tusschen bet aanstaande krooningsfeest en dat van koning William IV, zou hierin bestaan, dat thans eene pleglige processie, in rij tuigen van het nieuwe paleis naar de abtdij van Westmunster zou plaats hebben. Tevens deelde zijn lordschap voorloopig mede, ge lijk dienzelfden dag ook door lord J. Russellin het hoogerhuis, geschied is dat de krooning twee dagen uitgesteld en dus op den 28 Junij bepaald was. Geenszins overtuigd door het hem gegeven antwoord heeft lord Londonderryheden j door middel der openbare dagbladen eena oproeping aan het stedelijk bestuur en al de gezeten inwoners dezer hoofdstad gerigt waarbij hij ben vermaantom bunne pogingen mei de zijne te vereenigen ten einde de ministers nog zoo moge-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1838 | | pagina 1