N<>. 30.
ZIEMKZEESCHX:
Vrijdag
COURANT.
13 April*
BESTUREN EN ABMIMSTRATIEN.
Bekendmaking
N ÏEU W STIJBIN G EN
DUITSCHLAN D.
Au.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
Onderligt gemorden dat de ware heerschende Longziektezicli
onder de Runderen van lie Erven VIS in de Gemeente Henesse
lieeft geopenbaard. Brengen zulks ter kennis van bet publiek ten
einde alle gemeenschap met de Hofstede van den Heer P. VIS,
te Renessete vermijden met uitnoodiging aan de Veehouders in
deze Stad en bet Poort ambacht, om bij het onverhoopt ontstaan
dezer ziekte ten hunnent daarvan dadelijk aan den Heer Burge
meester kennis te geven.
Zierikzeeden 9 April 1838.
Burgemeester en Wethouders voornd.,
DE CRANE, vt.
Ter ordonnantie van Dezelven,
De Stads Secretaris
W. J. P. KKOE F.
AANBESTEDING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE
lijn voornemens, onder nadere approbatie, op Woensdag den i5
dezer maanddes middags ten Raadhuizo in bet opeubaar aan
den minsteiscbenden aantebesteden
Het geheel vernieuwen der Bovetibrugbenevens het repareren der
onderste gebinten der vaste Landhoofden van de groole Ophaalbrug,
buiten de Zuid-Havenpoort der Stad Zierikzce met de levering van
alle de daartoe benoodigdc materialen arbcidsloonentransporten en
gereedschappen; overeenkomstig het bestek en de conditiën, daar
toe gearresteerd welke van heden af ter Stedelijke Secretarie voor
de gegadingden ter iezing liggen terwijl vier dagen vóór de beste
ding door den Stads Architect de noodige aanwijzing op liet werk
geschieden zal bij wien dagelijks de verlangd wordende inlichtin
gen benevens inzage van teekening en modellen te bekomen zijn.
Zierikzee, den 11 April i83S.
Burgemeester en Wethouders voornd.
DE CRANE, vt.
Ter Ordonnantie van Dezelven
De Siads-Secretaris
W. J. P. IC R O E F.
Frankfort, den 7 April. In de Allgcmeine Zeitung leest men
den volgenden brief uit het pruissische
««Reeds sedert onderscheidene maanden werd van de zijde van
Holland de wensch tot wederopvatling der onderhandelingen te ken
nen gegeven om tot eerie eindschikking met België te geraken. De
AUgemeine Zeitung heeft dit reeds toen ter tijd geroeid. Intusschen
Scheen men te Londen de conferenliën niet wederom te willen her
vatten voor en aleer men de zekerheid had dat de koning der
Nederlanden zich tot de aanneming der 24 artikelen bereid ver-
blaarde vermits bet naar de inzigten van bet londensche kabinet,
alleen onder die voorwaarde mogelijk was tot oplossing van het
hollandsch-belgisch vraagstuk te geraken. Hoe bezwaarlijk het den
Loning der Nederlanden ook vallen mogtaan deze vordering te
voldoen besloot hij desniettemin daartoe natuurlijk onder voor-
Waarde dat, wanneer eene schikking op grondslag der 24 artikelen
getroffen wierd de Belgen evenzeer naar de oorspronkelijke bepa
lingen derzelve zouden verwezen worden en naauwkeurig aan de
zelve moesten gebonden zijn. Slechts onder die voorwaarde was
het aan het kabinet van 'sGravenhage mogelijk, aan den wensch
van het engelsche kabinet te voldoen hetwelk naar men verneemt,
in dit voorbehoud niets onbillijks zag en geen' twijfel in de be
reidwilligheid der belgische regering stelde om alles aan te wen
den wat strekken kon om eene eindelijke schikking met Holland tot
stand te brengen. Men ging in dit opzigt te Londen zoo ver, om
zelfs genoegzaam voor België borg te staan. Wat zal men nu zeg
gen wanneer bet zich bevestigtdat men te Brussel slechts onder
zekere beperkingen tot de onderhandelingen toetreden wil, en zoekt
af te wijken van de aanvankelijke schikking welke de 24 artikelen
ten gevolge had P Aan wien zou de schuld moeten gegeven wor
den wanneer men zich nogmaals vergist had en de bemoeijingen
van allen verijdeld werden die zonder tijdverlies de beslissing ver
langen van een vraagstuk hetwelk maar reeds te lang de kabinet
ten bezig hield en de opmerkzaamheid der volken gaande maakte?
Is het werkelijk waar dat men zich te Brussel boven de openbare
xneening verheffen wilen in ons naar vrede en rust hakend tijd
vak eene spanning doen voortduren welke in strijd is met de be
doelingen der regeringen dan zal bet niet dgn billijk zijn wan-
ueer de mogendheden welke de conferentie te Londen uitmaken
van België even sfïpt de naleving der gemaakte beschikkingen \et*
langen als men liet jegens Holland gedaan heeft."
Uit Weenen wordt dd. 3o Maart het volgende geschreven
Tot heden heeft de slad Weenende giften van het keizerlijk
.hof mede gerekend, eene som van 3oo,ooo fl. c. m. voor de Pcslhcrs
en verdere ongelukkigen ingezameld. De jaarboeken der stad Pesth
wijzen alleen in het jaar 1775 eene dergelijke waterhoogte van 24
voet aan maar ongehoord was in de laatste jammerdagen de hoogte
van 29 voet 9 dm. Zoo even verneemt men dat de booge adel
van den keizer verlof bekomen heeft om gedurende de Aprildagen
in het park van bet kasteel Schönbrunn eenen bazar te houden
en aldaar, in de hoedanigheid van winkeliers, verscheidene voor
werpen van weeldeen behoefte, natuurlijkerwijze tot tamelijkhooge
prijzen aan het publiekzonder onderscheid van stand ten voor*
deele der Pesthers te koop te bieden.
Dagelijks ontvangt men nieuwe treurige bijzonderheden wegens
de onmetelijke verwoesting, welke door den ijsgang van den Bor.au,
ook buiten Pesth en Ofen is aangerigt. Even als boven Pesth de
stad Gran benevens verscheidene dorpen schier geheel werden
vernield, zijn ook beneden Pesth vele nabij den Donau gelegen vlek*
ken letterlijk van den grond weggeveegd van andere moeten slechts
een of twee huizen zijn staan gebleven. De ellende der overgeble
venen is hartverscheurend.
Luidens de jongste berigten uit Pesth zoude men aldaar reeds
omtrent 1000 lijken van onder de puinhoopen der ingestortte wo
ningen gehaald hebben.
Naar men uit het Holsteinsche verneemt hebben de aanhoudende
nachtvorsten het winterraapzaad die rijke bron van den landman
aldaargenoegzaam gansch vernield zoodal men zich niet mag
vleijen met het vooruitzigt op eenen goeden oogst.
Men schrijft uit Javie op de Neder Alpen, het volgende.
»Dcn 2 Maart, des morgens 4 ure, heeft een sneeuwval bet
gehucht de la Golle, behoorende aan de gemeente Blegiers bedol
ven. Drie huizen zijn vernield en 16 personen onder de sneeuw
begraven. Zoodra het ongeluk bekend was, snelden de bewoners
van Blegiers naar die plaats om de sneeuw op te ruimen eh
redden 8 personen. Doch er blijven nog meerdere slagtoffers.
Vier lijken heeft men reeds van onder de sneeuw gehaald, en het
is niet mogelijk meer onder de sneeuw te graven zonder zelve ge
vaar te loopen. De sneeuwval, welke hel gehucht heeft mede ge
voerd is aan den kant van eenen diepen afgrond blijven steken
doch dreigt elk oogenblik er in te zullen storten. Men zal 4 men-
schen welke er nog onder begraven liggen aan hun lot moeten
overlaten. Toen men ijverig aan het graven was eenige lieden
redde en andere levenloos er uit haalde vond men een groot kof
fer men opende hetzelve, en vond er in twee jonge kinderen,
die hunne redders toelachten of hunne ouders gered zijn wist men
nog niet."
Uit Napels wordtonder dagteekening van den 24 Maart
gemeld dat den vorigen avond het losbranden van bel geschut de
gelukkige bevalling der gemalin van prins Leopold van Syracuse,
van eene dochter had aangekondigd. Ook de koningin zag hare
bevalling eerlang te gemoet. De geruchten van zamenzweringea
en de vrees voor de uitbarsting van onlusten duurden voort en
werden door het geheimzinnige stilzwijgen der regering, bij de me
nigvuldige in hechtenisnemingen slechts nog vermeerderd. De af
wezigheid des konings werkte ook mede om de bezorgdheid gaande
te houdenen ofschoon de policie hare waakzaamheid verdub
belde, geloofde men toch niet, dat zij in staat zou zijn, om alle
ontwerpen te ontdekken en in den kiem te verstikken. Daarbij
kwam nog dal sedert eenigen tijd zeer vele moorden gepleegd wer
den. In de drukste gedeelten der stad, in de straat Toledo, Chiaja
en Riviera di Chiaja, waar vele vreemdelingen wonen, vond metl
eiken morgen lijken, en de ijsselijkste bijzonderheden werden dage
lijks daaromtrent verhaald; algemeen beschuldigde men nu de po
licie dat zij in plaats van zich op het ontdekken der schuldigen
aan deze misdaden toe te leggen dit geheel verzuimde en al ha
ren tijd aan het opsporen van staatkundige complotten besteedde;
een verwijt dat niet geheel ongegrond scheen.
In e^n bijzonder schrijven uit Napels wordt de oorzaak dezer
onrust en bezorgdheid toegeschreven aan geruchten dat in Modena,
Bologna en Rome vele personen in hechtenis zijn genomen en dat
de napelscbe regering dien ten gevolge mededeelingen had ontvan
gen nopens de verspreiding van het Jeugdige Italië in een groot ge
deelte van hare stalen waaraan de veelvuldige in hechtenis Bemin*
gen en de groote werkzaamheid der policie in de laatste dagen
toegeschreven werden. In de aanzienlijkste gedeelten der stad, waar
geen inbraak of diefstal te vreezen is ziet men des nachts talrijke
gendarmerieposten en alle straten worden doorkruist van twee of
driedubbele patrouilles. Ook meermalen ziet men in den nacht of
zeer vroeg in den morgen van alle kanten gesloten wagens onder
bedekking van ruiters, den weg naar de gevangenissen iuslaan. Het
in hechtenis nemen van eene schoone en door het publiek beminde
actrice die zich onvoorzigtig eemige dubbelzinnige woorden in bare
rol had laten ontvallen heeft de ligtainnige Napolitanen die zich
tot dus verre weiuig om het gebeurde bekommerden de oogen ge-