Z1ERIKZEESCBE
NIEUWSTIJDINGEN.
A». 1838,
COURANT.
5 tFanuarij,
N°.
'0
Vrijdag
D U I TTC"hL AND.
Frankfort, den 3o December. De beschaving maakt in Servië
snelle vorderingen, en vorst Mitosch stelt alles in liet werk, om
Inj zijn volk de verlichting tot eene tot nog toe aldaar onbekende
hoogte te brengen. Hij laat bet charter, het burgerlijk en straf
wetboek van Frankrijk, alsmede de fransche reglementen voor het
snilitaiie wezen in bet servisch vertalen. Men Wil weten dat de
vorst besloten had die fransche wetten naar de zeden der bevol
king gewijzigd in zijn land in te voeren. Vorst MUosch had ook
bevolen dat voortaan het onderwijs in de levende talen, bijzonder
der hoogduitschefransche en engelsche een gedeelte der opvoe
ding van de jeugd moest uitmaken. Van den i Januarij zal te
Kragujevacz alle zondagen een. staat- en letterkundig weekblad io
het servisch geschreven het licht zien.
De berigten uil Konstantinopel loopen tot den 4* Sedert de
onlangs benoemde minister van buitenlandsche zaken zijne betrek
king had opgeval, hadden de onderhandelingen over een nieuw
toltarief eene groote levendigheid erlangd en spoedig verwachtte
men nu eenig resultaat. De turksche vloot was sedert hare te
rugkomst in de haven grootendeels ontwapend geworden zoodat
'®r vooreerst nii-t aan gedacht werd dezelve weder te doen uitloo-
pen. De pest had te Konstantinopel geheel opgehouden daaren
tegen had dezelve zich te Smyrna op nieuw geopenbaard. Uit
Trapezunt haH men latere berigten omtrent de. expeditie van den
schab van Perzië tegen Herat ontvangen welke geheel strijdig met
de vorige waren. Het perziscbe leger maakte snelle vorderingen
en men verwachtte te Teheran dagelijks bet berigt der geheele on
derwerping van HeratEene vreemde tusschenkomst waarvan
vroeger gesproken was zou düs geheel vervallen.
Nog leest men in een' brief, van dezel fde dagïeekeoing, bet volgende:
«De jongste tijdingen uit Egypte, loopende tot den 21 Novem
ber hangen een zonderling tooneel van den staat van zaken aldaar
op. De onderkoning, die zich thans, wegens zijne veranderde
houding tegenover Engeland en Frankrijk geen hersenschim meer
maken kan wordt in zijne aanmatigingen tegen de onderdanen
dezer mogendheden steeds stouter en zijne lieden veroorloven
zich de onbegrijpelijkste inbreuken op de onschendbaarheid der
consuls. Onder bet voorwendsel arabische vrouwen te zoeken
storten zich de sbirren van Mehcmed Ali in de huizen der Franken,
en bet is deswege reeds tot vele uitersten gekomen. De nieuwe
fransche consul Cochelet, heeft in vereei.iging niet den brilschen
consul Campboll, bereids dienaangaande dreigende nota's aan Mehe-
med Ali ingediend. Van den anderen kant houdt de onderkoning
zich bezig met nieuwe uitrustingen voor Syrië, en hij zendt zoo veel
oorlogsmaterieel derwaarts r dat liet gerucht zich in Alexandrië ver
breid beeft dat Mehemed Ali ontwerpen tegen het leger van den
Taurus in den zin had. Hier is men beter onderrigten weet, dat
al zijne pogingen zich daarhenën uitstrekken om Syrië te behouden.
Er heerschte te Alexandrië duurte van levensmiddelen, en nogtans was
op doodstraf verboden koren onder de door den onderkoning vastge
stelde prijzen teverkoopen. Vreemde schepen mogten alleen, tegen
betaling van zware tollen, granen ontladen, en op die wijs verzekert bij
zich van het monopolie in den graanhandel op eenen tijd dat zijn volk
half van honger sterft. Geheele volksstammen ontvlieden in de woestij
nen, en de groote volksligting ging daardoor zeer slecht voort."
-In den avond van 28 December heeft op den Rijn nabij Neuwied
een verschrikkelijk ongeluk plaats gehad. Toen namelijk omstreeks 6
ure eene met 18 personen, (sommigen zeggen 24 ja zelfs 40 beladen
schuit wilde overvaren, stiet dezelve tegen de schipbrug waardoor het
vaartuig omsloeg en al degenen die zich daarin bevonden, het leven
verloren. Men hoorde een hartverscheurend angstgeschreeuw. Aan
de spoedig gebodene hul p heeft men te danken dat twee kinderen be
houden bleven, die zich aan den ankerketting hadden vastgegrepen.
Volgens de officiële opgaven, bestond de bevolking van het eigen
lijke russische rijk en de daarin ingelijfde bezittingen, in het jaar i836
uit ruim 62 millioenen zielen.
GROOT-BRITTANNIEN.
Londen, den 3i December. Bij order in rade van den 11 dezer wordt,
overeenkomstig het op 27 October 11. gesloten handeis-tractaat tusscheri
Groot Brittanje en de INederlanden bepaald, dat de hollandsche sche
pen inde havens van Groot Brittanje binnenkomende of daaruit ver
trekkende met de ladingen aan boord daarvan (mits uit goederen be
staande wier in en uitvoer bij de wet veroorloofd is), voortaan aan gee
nerlei andere ofboogere regten en lasten zullen zijn onderworpen dan
die welke van britsche schepen, de genoemde havens in- of uitgaande, of
op gelijke artikelen mei britsche schepen in- of uitgevoerd, worden of
zullen worden geheven en tevens dat zoodanige artikelen met hol
landsche schepen uit genoemde havens uitgevoerd, dezelfde voorregten,
xestitutiën en vergunningen zulleu genieten welke daaraan zijn toege
staan wanneer zij met britsche schepen uitgevoerd worden.
Laatstleden donderdag is, op Davis werf, alhier, een vreesselijke
brand uitgebroken. Een groot aantal pakhuizen, welke, onder vele an
dere koopwaren, niet minder dan 5ooo vaten terpentijn, 1200 vaten talk
en een'grooten voorraad olie bevatteden, zijn, benevens drie schepen,'
welke nabij genoemde werf in den Teems lagen, geheel verbrand. Men
begroot de schade op 120,000 pond sterl. f 1,44°>00° ned.). Na de
zen brand waren de Teems en de dokken in den omtrek met eene dikke
oiiekorst bedekt.
FRANKRIJK,
Parijs, den 3o December. De geruchten eener beweging van troepen
naar de noordoostelijke grenzen hebben zich bevestigd. Ook de mini
steriële organen spreken er heden van, en melden, onder adderen, als
bijzonderheden daaromtrent, dat het observatie-corps zal zamengesteïd
zijn uit 3o,000 man; dat de algemeene staf te Metz zal worden gevestigd
dat het materieel der artillerie op honderd stukken geschut zal worden
gebragt; dat men ook van eene vrij aanzienlijke volksligting sprak, ten
einde de kaders voltallig te maken, en dat men verzekerde, dat al deze
maatregelen een crediel van 1 5 millioen noodzakelijk zouden maken.
Naar de taal dierzelfde ministeriële organen, zoude aanleidende oor
zaak van al die maatregelen in het vraagstuk van het Grünnwald gelegen
zijn; althans laten zij elk ander punt onaangeroerd. Intusscben isde wijs
waarop zij van deze zaak spreken, vrij zonderling. Het ministeriële och
tendblad, onder anderen, zegtdat de moeijeliikheden omtrent de zaak
van het Grünnwald eene gunstige wending schijnen te nemen; dat aan de
zoo als het blad zegt, billijke eischen van België gehoor schijnt gegeven
te zijn, en dat de leden der duitsche bondsvergadering deswege een'geest
van vredelievendheid hadden doen blijken, welke de hoop deed ontstaan
dat alles zich ten beste zou schikken. Ten slotte voegt gemeld blad daar
echter bij: dat, wat ook van deze gunstige gissingen zvj, het Fransch be
wind tegen elke gebeurtenis maatregelen van voorzorg heeft moeien ne
men; dat een legercorps in allerijl op de noordelijke grenzen moet ver-
eenigd worden, en dat reeds een zeker getal regementen in aantogt is.
Het vreemde en tegenstrijdige dezer redenering valt in het oog, en is
dan ook het onderwerp van alle gesprekken. Velen blijven bet er voor
houden, dat de staatkunde aan gemelde demonstratiën grootendeels
vreemd is, en dat dezelve alleen geschieden, eensdeels om aan het wan
kelende ministerie de meerderheid der kamer te doen verkrijgen, en tea
andere om, door de vrees van een' mogelijken oorlog, alle denkbeeld
eener conversie der 5 percents te doen vervallen.
Naar men intusschen verzekert, moet het nemen dier maajtregelen bij
den raad tot levendige discussiën aanleiding gegeven hebben. Een ge«
deel te van het kabinet, voornamelijk de heer Montalivetzou zich stellig
tegen dezelve verklaard hebben.
De ministeriële bladen spreken er niet van, dat de hertog van Orleans
aan het hoofd van het observatiecorps zal worden geplaatst. Men blijft
dit echter verzekeren en voegt er bijdat zulks zou plaats hebben na zijne
terugkomst uit Brussel, naar welke stad zich Z. K. H. tegen het einde
der volgende maand zal begeven.
In het armhuis van Puy bevindt zich thans eene vrouw van hon
derd en zestien jaren die een zeer goeden welstand genieten geene der
gewone gebreken van den ouderdom heeft. In het jaar 1721 geboren y
heeft zij de eerste dagen der regering van Lodewijk XF beleefd die ne
gen en vijftig jaren geduurd heeft, en de daarop volgende regeringen ge
zien, zoo als Lodewijk XFI, de nationale vergadering de wetgevende
vergadering, de nationale conventie, het schrikbewind, het directoire 9
het consulaat, het keizerrijk, de eerste restauratie, de honderd dagen
Lodewijk XFIII, Karei X, en leeft thans nog welgemoed voort onder
het bestuur van Lodewijk Philips I.
Den 3i. De ministeriële bladen, ook in het ochtendblad, leest men.
het volgende
Een courier, welke uit Berlijn op het ministerie van buitenlandsche
zaken is aangekomen, heeft een' eigenhandigen brief van den koning vatt
Pruissen aan Z. M. Lodewijk Philips overgebragt, waarin te kennen ge
geven wordt, dat hoogstdezel ve het steeds nopens de bèlgische^zaken met
Z. M. eens zal zijn, en dat hij zich op deszeifs wijsheid zal verlaten, om
het geschil met Holland ten einde te brengen.
De minister van oorlog is dadelijk bijZ.M. ontboden geworden 9
en na eene conferentie van eenige oogenbiikken, zijn couriers vertrokken,
om de in den ochtend gegeven'bevelen in te trekken."
Den 1 Januarij. Gisteren te middernacht zijn alhier al de dobbelhui
zen voor altijd gesloteu geworden. Eene buitengewone menigte men-
schen vulde de zalen, en verdrong zich omAiog tot op het laatste oogen»
blik aan hunne drift tot het spel te voldoen. In de maand december
zijn deze banken zoo druk bezocht geworden dat men de wjgst der on
derneming gedurende dien korten tijd op 1 millioen drie maal honderd
duizend francs berekent.
VERVOLG van bet VERHAAL van de geledenc schip
breuk op de Lucipara' s met het stoomschip Willem
de Ij /commandant luitenant lionoraii Lammleth.
(Zie ons vorig Nummer
De commandant Lammleth bleef gelooven dat het niet wel mo
gelijk zijn zon rpet onze sloep Amboina Boeroe of Amblasjr te
bereiken. De militairen en zeelieden vroegen mij intusschen dik
maal s of wij de sloep niet derwaarts zenden konden of ergens an
ders daarom bad ik het plan gevormd om dezelve over Bouton
naar Bonthain of Boeloecomba te doen vertrekken om l«Dgs dien
weg onzen toestand te Makasser te doen kennen. Niet. dat ik ge-