ÜËBERLAHDEN,
''s'GïïAVüztüjk t den 20 October, Naar men verneemt Is thans
lïfct ptogrannh'a vastgesteld van de plegtige begrafenis van wijlen
Bi M. de koningin welke aanstaanden donderdag, 's morgens ten
tien ure sal plaats hebben. Z. M. de koning HH. KK. HH. de
prins vein Oranje t prins Frederik,prins Albert van Pruissen en
prins Alexanderzulleü bet* lijk volgën vier en twintig onder
officieren dei? schutterij zullen bestemd worden tot het dragen van
ïiefc lijk van 'skonings paleis tot over de wagenbrug. Twee wapen-1
herauten zullen tot den trein behooren. Op den dag der begrafenis,
Zullen alle de klokken der residentie luiden. De schutterij van
's Gravenhage en het gëheele garnizoen zullen de straten, waardoor
de optogt geschiedt, te beginnen aan het paleis van de overledene,
tot over de wagenbrug toe bezetten met eene rij aan weerszij
den. Te Delft zullen alle de klokken beginnen te luiden een uur
vóór da! het lijk zal aankomenen niet eerder ophouden vóór
dat dë p'egtigheid volbragt is. De schutterij en het garnizoen van
Delft zullen insgelijks in twee reijen geschaard staan beginnende
aan de nieuwe kerk «n eindigende in de haagsclie poort.
Terwijl men in een uit '5 Gravenhage aan het Amslerdamsch
Handelsblad toegezonden berigt van gisteren meentdat de door
particuliere brieven hier te lande aangebragle tijding van de schip
breuk van Z. M. stoomschip Willeen I in Oost Indieeenrgziné
overdreven zou zijn geweest en gezegd wordt dat er bij de rege
ring dien aangaande geruststellender berigten ontvangen warenleest
iiien in het 's Gravenhaagsche Dagblad van gisteren, nog verschei
dene nadere bijzonderheden di# de vorige deswege medegedeelde
berigten maar al te zeer bevestigen. Deze bijzonderheden komen
op het volgende neder. De Willem Igekom man deer d door den
luit. ter zee Lamleiliwas den 26 April jl. van Soerafcsija naar de
Molukkos vertrokken. Na volgens een brief van Batavia van den
26 Jtlntj tot den 5 Mei op de hoogte van Goenong Apie eene
voorspoedige reis gehad te hebben was dit stoomschip dien nacht
op het Koraalrif van de Luci Para-eilanden 36 mijlen bezuiden
Amboinagestrand. De geheele equipagie en al de passagiers,
waaronder z. exc. de gouverneur der moluksche eilanden, kolonel
de Siuersmet echtgenoot en vier kinderen, benevens 70 mili
tairen enz. te zamen ten getale van 1^0 zielen, hadden zich, na
alle moeite aangewend te hebben om het schip weder af te bren
gen op dit geheel kale Koraalrif geredterwijl men niets dan
ecpigweinig proviand en slechts zeer weinig water uit het wrak
bad kunnen bergen* Na eenige hutten te hebben opgezet, had men
den 7. eene sloep naar Amboina gezonden welke, niet tegen den
Wind kunnende opwerken terug gekomen was waarop men den
9. andermaal eene sloep naar Timor Delhi of waar Java bad doen
Vertrekken waarvan den 24. nog niets vernomen geworden was
als wanneer reeds e'én der schipbreukelingen, uit gebrek aan drink
water was overleden doch al de overigen zoowel militairen als
zeelieden, zich hoogst bedaard en lofwaardig gedroegen en men
alstden besloot, eene laatste poging aan te wenden om hulp te
erlangen dooi' de laatst overgebleven sloep af te zenden bemand
met den tweeden stuurman Kastden bootsman Veerman en vier
Javanen, met een schriftelijk verzoek van genoemden gouverneur,
otn twee vaartuigen met proviand en een' doctorwelke man
schappen met de meeste stoutmoedigheid deze gewaagde onderne
ming volbragtenen na eene voorspoedige reis van zes dagen,
den 3o. te Amboina aankwamen. Reeds den volgenden dag werd
de gouvernements schooner Naatilis tot hulp uitgezonden welke
echter door storm genoodzaakt was terug te keeren doch den t\.
Junij den togt hervatte, vergezeld van de nederlandsche koloniale
brik Erich. Tot den 9. Juüij had men te Amboina nog uiels aan
gaande deze beide vaartuigen vernomen men hoopte echter dat de-
zelyen genoegzaam tijdig bij het wrak zouden zijn aangekomen, uit
hoofde men op het rif. niet met grond kon verwachten, dat de
laatstgenoemde sloep in zes dagen Amboina zou kunnen bereikt
hebben, en men dien ten gevolge het voornemen om, volgens het
ïapport van genoemden tweeden stuurman bij den boogsten nood
en het uitblijven van alle hujp bet rif op een van de overblijfse
len van het wrak zamengesteld vlot te verlaten en ztch op goed
geluk te doen wegdrijven- bij de aankomst derzeiven nog niet zou
hebben ten uitvoer gebragt. Ook van Soerabaya waren dadelijk
vaartuigen tot hulp vertrokken.
Te Amsterdam is gisteren avond in de nieuwe kerk ten aan-
hoore eener talrijke uit do onderscheidene christen gezindheden sa
mengestelde menigte door den hoog eerw. hooggeleerden heer A.
des Amoirie van der Hoeven verslag uitgebragt geworden over den
staat van het bijbelgenootschap. Het bleek uit de voortreffelijke
rede van den spreker dat ia het afgeloopen maatschappelijk jaar
weder u,ooo geheeie of gedeeltelijke afdrukken der heilige schrift
waren afgeleverd, waardoor het aanlal der sedert de oprigting van
het genootschap in ons vaderland, verspreide bijbels tot 200,275
gestegen is. De afdeeling Amsterdam alleen heeft in dit laatste $aar
1439 bijbels afgegeven j zijnde dit voornamelijk een gevolg van de
bemoeijingèn van reeders en bevelhebbers van schepen waardoor
aan een aanzienlijk deel van de manschappen hunner bodems tegen
eene geringe vergoeding bijbels zijn uitgereikt. Het genootschap
tracht bij voortduring in ds koloniën Amboina Gelebes en Timor
uutt'ig te zijn maar vestigd voornamelijk zijne aandacht op de aan
zienlijke Javaansche bevolking de pogingen van den hoogleeraar
T. Boor damet de zarnenstelling van een javaansch woordenboek
en die van een sedert eenige jaren op Java ijverende zendeling
werden door den spreker zeer geroemd. Zoo erin het aantal afdee-
lingen vau het genootschap al verandering gekomen ware, dan toch
had dit geene vermindering in hetzelve veroorzaakt ook was het
genootschap dit jaar weder door eenige legaten waaronder drie
van 2000, en twee van f 1000, geruggesteund. Sq
Den 2:2. Gisteren is in de kerken der Israëliten hier ter stede
een lijkdienst gevierd, ter eere van de nagedachtenis Harer Majesteit
-de koningin in die der nederlandsche portugesche gemeente is bij
deze gelegenheid eene lijkrede in het Nederduitsch gebonden, waarin
op eene doelmatige wijs aan <de deugdcu des? vereeuwigde vorstin
herdacht werd.
In het jaarlfj&scfo algemeen Wsïag wegens het doofstommen*
instituut j tulgetragt in de tefrgaderïng van de directie dier
stichting den 24 Julij jl. te Groningen gehouden wordt ovër het
algemeen niet dan gunstig over den toestand van hetzelve gespro
ken. Het getal der op het instituut aanwezige kweekelingen bedroeg
honderd acht en zestig. Op weinige uitzonderingen na hebben deze
zich altijd wel gedragen steeds veel leerlust betoond en goede
vorderingen gemaaktzij zijn aan hét instituut zeer tevreden en ge
ven bij elke gelegenheid blijken van dankbaarheid voor de welda
den die zij mogen genieten hun gezondheids-toestand gedurende
het afgeloopen jaar mogt gunstig genoemd worden. Daar echter
de ondervinding geleerd had, dat onder diegenen welke door eenige
ongesteldheid werden aangetast zich een naat evenredigheid .groot
getal bevindt hetwelk aan borstziekten lijdt, heeft de directie, aan
de iate klasse van het koninklijk nederlandsch instituut ih overwe-
ging gegeven om eene prijsvraag uit te schrijven wegeus de oorza
ken vasa dit verschijnsel en de middelen om de hinderlijke gevolgen
daarvan ie voorkomen. Voer al wat de bereiking van het doel
der stichting betrof, wordt op het zorgvuldigst zorg gedragen, en
ïri het verslag hulde gedaan aan de edelmoedige instandhouders
van het instituut, zoo door de gewone bijdragen als door legaten,
vooral ook aan de belangstelling en de geldelijke ondersteuning
welke deze stichting van Z. M. en ook van onze thans ontslapene
geliefde Koningin mogt ondervinden. Eene bijzondere melding
wordt in het verslag gedaan van eenen der legateursden hear
Cornells van Stolk, te Rotterdam, wiens verdiensten jegens het ia-
stitu 111 zeer menigvuldig waren.
De Messager de Gand ei des Pays-Bas, kondigt onder het ru
briek: Binnenlandsche tijdingen, den dood van H. M. de Koningin»
der Nederlanden aan en plaatst dat berigt tusscben zwarte ran
den. In dé lofspraak door dat blad aan de Koningin toegezwaaid,
leest men onder anderen,- het navolgende
«De dóód van deze Vorstin is eene ramp voor het Koningrijk
der Nederlanden. Zij weigerde nimmer hare bescherming aan geeis
harer onderdanen, en de ongelukkigen vonden altijd bij haar hulp,
onderstand en troost. Bijaldien men wilde openbaar maken wat
zij altijd met de grootste zorgvuldigheid bedekte zou men verwon
derd staan Over de veelvuldigheid harer weldaden.
«De zachtheid de beschaafdheid de menschlievendheid warea
de grondtrekken van haar karakter. Nooit beminde eene moeder
vuriger hare kinderen nooit kende eene echtgenoot beter hare ver-
pligtingen en vervulde ze met meerdere naauwgezetheid. In den
tegenspoed was zij altijd onderworpen maar tevens standvastig
edel, groot, vertrouwende op den Goddelijker» bijstand.
«.tienvoudig in hare gewoonten en handelwijs, vond zij al hare
genoegens in dén kring van hare familie en het 'vertrouwen en dtó
liefde -welke tusscheu de leden van het Koninklijke Huis bestaat,
had zij voornamelijk aangekweekt en bevestigd.
Deze Yorstin bezat een met uitgebreide kennis versierd verstand^
en beoefende de schoone kunsten niet goed gevolg. Zij schilderde
fraai, maar hare zedigheid belette steeds, dat de voortbrengselen
van haar talent algemeen gezien werden.
«De Kon ingin der Nederlanden was eea dier toonbeelden van
deugd welke de laster en verguizing nimmer hebben kunnen he
reiken laten wij liever zeggen welke* zij nimmer hebben durven
aanranden. Zelfs de revoiulionnairen die snoode en lage laste
raars hebben altijd deze lieftallige Vorstin geëerbiedigd en geen
van hunne dagbladen hebben tot dus verre na hareu dood gg»
poogd hare nagedachtenis te bevlekken."
Het droevig afsterven van Nederlands Hoogstgeëerbiedigde Konin*
gin heeft, zoo als te verwachten was, stof tot menige rouwklagi
en treurzang gegeven alle deze hoe welgemeend hebben echter
niet evenveel dichterlijke verdiensten. Zeer aanbevelingswaardig is
de Uitboezeming bij het overlijden van Hare Majesteit de Koningin
der Nederlanden, door P. J. Andriessente 's Gravenhageals
proeven dcelen wij onzen lezercu daaruit de navolgend® coupletten
mede:
Daar ligt Zij néér; Je hand ia thans gesloten,
Die ruimschoots hulp aan lijdende armoö bood,
Dat oog, zoo zacht, met weemoed overgoten,
Is stijf cn strak, gebroken door den dood.
Weent, armen! weent, doet vrij uw' klagten hooren:
Uw Troosteres, uw Redster is niet meer;
Want Neérlands Kroon heeft een Robijn verloren,
En 't "Vaderland heeft gcene Moeder meer
Ja, bromt dan vrij, 6' sombre doodklokstoonen
Ons droevig h&rt stemt met uw' galmen in,
Gij ziet ons staan, als diepbedroefde Zonen,
Bij 't dierbaar bik ran JNcórlands Koningin....'
Daar doet zij wéér haar doffe klanken hooren,
•Heel Neerland kaatst die droeve toonen weer;
"Want WiLLEJrs Kroon heeft een Robijn verloren#
En Willems Volk heeft geene Moeder meer.
POLDER VAN SCHOUWEN, BURGH EN IVESTLAND.
VERKOOPING
op Rcgterliji
G O EDE REN.
Gezas;
O
van ROERENDE
J. COSTERUS, Deurwaarder bij de Centrale Directie van
de Polders SchouwenBurgh en JVestlandzal ter requisitie van
Jonkheer W. D. de JONGE, Penningmeester van genoemd® Pol
ders, op Zaturdag den 28 dezer des middags om 12 uren precies,
voor bet Gemeentehuis te Kerkwervebij executie en om contant
geld verkoopen 1 bruin PAARD, 1 D K 1 E L 1 N G-W A G E N
1 LOOPY ARKEN, 4 vocr HOOI en hetgeen meerder zal
geveild worden.
Te Zierikzeebij de Wèd. A. DE VOS en Zqon? Stadsdrukkers.