ABVEÜTENTIEItf. Gij (Je minister van oorlog) zult overwegenwat gij voor Je Turken en Spahis zult kunnen doen. De werken om het grootste gedeelte der versterkingen van Guelma te herstellen, zullen niets kosten, en aangelegd worden door de troepen welke allen vol ijver en goeden wil zijn. Guelma is op achttien postmijlen van Bona, en op twintig van Constantinehet is een nuttig steunpunt om van daar te Constantine te komen en een middel om de magt van sJchmed bey te verbreken en te ver zwakken en zich gemakkelijk van de hoofdstad meester te maken." Het Journal de Paris houdt een' brief van de betrekkingen van den generaal de Rigny in waarin dezelve kennis geven dat deze aan den minister van oorlóg gevraagd heeft dat er een naauwkeu rig onderzoek wegens zijn gehouden gedrag bewerkstelligd worde en dat dit het eenigste antwoord is hetwelk zijne familie kan ge. ven op den hatelijker» laster, die omtrent hem is uitgestrooid. Het zelfde Journal doet het ook \ooxkomen, dat de generaal zich aan geene lafhartigheid heeft schuldig gemaakt dat rondom hem ver scheidene hoofd officieren gevallen of gekwetst zijn dat zelfs een paard onder hem is doodgeschoten en dat bovendien de generaal de Rigny, tijdens den oorlog in Spanje onder bet keizerrijk, als kapitein, voldoende bewijzen van dapperheid gegeven heeft, zijnde hij een der eersten geweest die Tarragona heeft helpen bestormen, Waarvoor zijn naam ook op de dagorder vermeld is. Intusscken deelen de berigten uil Afrika thans mede dat de maarschalk Clan- seV uit Guelma aan de troepen eeue dagorder heeft uitgevaardigd -welke, zonder dat daarin tie naam van den generaal de Rigny ge roemd wordt, zeer ongunstig voor hem luidt. Daarin wenscht de maarschalk aan de troepen geluk wegens de bewijzen van moed en geduld welke zij bij de expeditie hebben doen blijken. Hij herin nert daarbij dat slechts één enkele bewijzen van zwakheid heeft gegeven, ««maar," voegt hij er bij, men is verstandig genoeg ge weest, om zich aan de onvoorzigtige en strafbare redenen, die nimmer uit zijnen mond hadden moeten komen niet te storen." wSoldaten!" aldus gaat de maarschalk voort, «in welke omstan digheden wij ons ook te zamen mogen bevindenmet u zou ik altijd met eere daaruit geraken. Ontvangt van uwen opperbevel hebber d?ze verzekering en herinnert u altijd dat gij den roem uws vaderlands, nw eigen onbevlekten naam en een' zoon van Frankrijk te verdedigen hebt gehad. Die grootsche taak is waardig lijk volvoerd. Uw gedrag gedurende deze gedenkwaardige onder neming verzekert ons de erkentelijkheid van Frankrijk, de vol doening des konings en de bewondering der geheele wereld." Uit eene nadere opgave zou thans blijken dat het leger verloren beeit 15oo man, i3 caissons, 2 kanonnen 1000 stuks gereedschap pen vcor de genie een groot aantal wapenen 5o,ooo scherpe pa- tronen en bijna al de bagaadje is op de bivouac plaats gebleven. Het ongelukkigste is echter dat al de gekwetsten zijn moeten ach tergelaten geworden en al zoo aan de wreedheid der Bedouïnen ten slagtoffer gebleven zijn. Bijzondere brieven uit Bona houden in, dat door de officiers., die Constantine genaderd zijn opgemerkt is, dat, blijkens het stelsel van versterking, bedienen der artillerie, enz. men vooronderstellen moest dat aldaar de engelsche genie tegenwoordig was. Ook de vuurwapenen der Arabieren zouden van engdlsch maaksel zijn. Men zegt thansdat cr vooreerst geen voornemen bestaat eene tweede expeditie naar Constantine te ondernemen 5 dat wel troepen naar Afrika doch niet met dat doel, gezonden zullen worden, en dat, zoo men tot eene nieuwe expeditie niogt overgaan zulks niet eerder dan tegen de maand Mei 20U geschieden De beruchte Conscil is den 9^" dezerdoor de regtbank van Bern veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf, vervol0ens tot uitbanning uit het kanton voor vier jaren, en tot de kosten van het reg'tsgedin. Eerstgenoemde straf is echter, door dat hij reeds vooraf 2,00 langen tijd gezeten heeft verstreken. De Monit^ur van gisteren bevestigde dat de minister van oorlog eerien brief van den marécbal-de camp de Rigny ontvangen heeft waarbij deze hoofd officier verzoekt dat zijn bi) de expeditie van Constantine gehouden gedrag door eene bijzondere commissie zou worden onderzocht. Men verzekert, dat reeds een onzer admiraals, Massieu de Clerval, op bevel van den minister van marine, naar TouJon zou vertrokken zijn ten einde drie schepen in gereedheid te doen brengen welke bestemd zijn om versterkingen naar Afrika over te brengen. Ook verneemt men dat er last gezonden is aan den generaal Castellanedie in de Oostelijke Pyreneën bevel voert de jste regementeri infanterie en iigte troepen te Port Vendre ir» te schepen zij zullen zich onmiddelijk naar Bona moeten begeven. De lieer de Rance adjudant van den maarschalk Clauselis in de hooid stad aangekomen. De berigten omirent den generaal Trézel zijn geruststellende. De kogel is den hals door en door gegaan doch heeft geene gevaarlijke wonde veroorzaakt, hetgeen men bijna won derdadig k^an noemen. Met onbegrijpelijke moeite naar Bona vervoerd, wordt hij reeds veel beter. Men schrijft thans uit Afrika dat da delijk na bet vertrek der expeditie van voor Constantine, de lucht opgeklaard is en de zon zoo sterk als in de maand Augustus begon te schijnen. Men erkent algemeen dat, ware zulks het geval niet ge weest, geen enkel man van de expeditie zou teruggekeerd zijn. Men 2egtdat bij de ongelukkige expeditie ook de sterkedrank eeue rol „.speeld heeft. Het 62^ regiment had zich, men weet niet hoe, j. randewijn weten te verschaffen. Deze drank, onmatig gebruikt, en op eene ledige maag komende, had zulke droevige gevolgen, dattoen het regiment aangevallen werd, het buiten staat was zich te verdedigen en geheel in de pau werd gehakt. Onder de aanzienlijke personen, die gesneuveld zijn, noemt men ook nog den heer Bronla\ adjudant vaa den maarschalk Clausel. Deze laatste is te Algiers teruggekeerd hij moet zèer neerslagtig zijn. Hij is voornemens binnen kort le Parijs te komen, ten einde zich voor de kamers te verantwoorden. Men denkt, dat hij tegen het einde der maand in'de hoofdstad zal zijn. Beeds zou hij tot den «.yeilogt, gelijk met den hertog de Nemours, besloten, doch nader ingezien hebben dat bij de aankomst der expeditie troepen zijne tegenwoordigheid <e Algiers onmisbaar was. •Den bisten, Jfa langdurige beraadslagingen iszegt jaco in den raad der ministers besloten den maarschalk Clauztl terug f© roe pen die echter niet voor tusschec den 15^ett en den &osteu Janua- rij te Parijs zal kunnen zijn daar bij zich te Toulon aau dequarao- aine zal moeten onderwerpen. Velen denken dat de ministers bun best zullen doen om te zor gen dat de togt naar Constantine geen onderwerp van discussien in de wetgevende kamers worde en tot dat einde zullen aankondi gen dat het gouvernement versche troepen derwaarts zal zendenen zich door deu maarschalk rekening doen geven van de oorzaken welke de expeditie hebben doen mislukken. Nogtans gelooft mea niet dat zij in dit oogmerk zullen slagen, te meer daar de maar schalk zelf lid der kamer van gedeputeerden is. en er als zoodanig genoodzaakt kar. worden rekenschap van zijn gehouden gedrag ea de door hem ontvangen ministeriële bevelen te geven. De hertog van Nétnours is den i4de% aan boord der sfootnbooê le Spynxter reede van Töuion gekomen, en zou, na drie dagen quarantaine, aan wal stappen, om overwijld de reis naar Parijs voort te zetten. Hij moet in de hoop verkeeren van in het aanstaand voorjaar aan het hoofd van dertig duizend man, op nieuw tegea Constantine op te rukken en heeft daarom bij zijne terugkomst te Algiers verzocht de eerbewijzingen met welke men hem aldaac wilde ontvangen uit te stellen tot hij de nu ondergane beleedi- ging zal hebben gewroken. Al de schepen langs de afrikaansche kust waren geprest om troepen van Bona naar Algiers over te'brengen. In de eerste dier provinciën zullen denkelijk twee regementen blijven. Als eene bijzonderheid tot den aftogt van Constantine betrekke lijk wordt medegedeeld dat de vijf en zeventigjarige hertog de Caraman, dre de expeditie vrijwillig had medegemaakt in weer wil zijner hooge jaren en der snerpende koude waaraan hij was blootgesteld twee ongelukkige gekwetsten op zijn paard heeft ge tild en hen te voet daar nevens gaande, tot in het legerkamp bij Guelma begeleid waar hij hen niet heeft verlaten alvorens hij verzekerd was dat hun niets zou ontbreken. Groole lof wordt toegezwaaid aan het heldhaftig gedrag door den bataillons chef van het mte regiment Iigte troepen clen heer Changarnier betoond, die zijne soldaten naauwelijks twee honderd en vijftig in getal, in gesloten gelederen, temidden van ontelbare vijanden onder een levendig geweervuurheeft heengevoerdet* hen daardoor in staat gesteld den ierugtogt van bet leger fe dekken. Naar men verhaalt verlangt de hertog van Orleans den togt naar Constantine in het volgend jaar mede te maken doch zou hij nieS met hel opperbevel belast worden. Uit Montaganem is berigf dat de aldaar bevel voerende bey ge noodzaakt geweest is die landstreek te verlaten om naar Oran tea rug te keeren en de voor Bona bestemde troepen af te zenden. Zulks had verhinderd dat drie duizend arabische ruiters die op hef punt waren de dieast van Abd el-Kader met die der Franschen iü verwisselen bun plan hadden kunr.en ten uitvoer brengen. Hoe breed ook sommigen mogen opgeven van de goede verstand houding welke thans tusscheu de fransche en engelsche gou^errïè- menten heerseht meenen anderen telkens nieuwe beginselen vaci scheuring tusschen hen op te merken. Zoo willen zij onder an deren iti den toon waarop zic<i de engelsche ministeriële dagbla den over den afloop van den togt naar Constantine uitlaten eene kwalijk verborgene vreugde ontwaren over den hoon die de fran- sche wapenen Ondergaan hebben. Tegen de vraa-g dier bladesp wat regt de Franschen hebben om zich achtervolgelijk van alle ste- drftïin het noorden van Afrika te willen meester maken, stellen de fran- sche dagbladschrijvers die over <net welk regt de Engefscheo zicb van Isle de France, de Indiën en Gibraltar hebben meester ge maakt en zicb gelijk alles schijnt aan te duiden nog in dezen oogenblik te St. Sebastiaao blijvend willen vestigen daar de am munitie welke zij derwaarts zenflen geenszins voor de troepen vaa Maria Christina, maar tot versterking dier stad blijkt bestemd te wezen. t NEDERLANDEN. 's Gravenhage den 24steu December. Men meldt uit Groningen a van den 19^11 r het navolgende «Op vrijdag, den dezer, des morgens ongeveer 7* uur voeren vaa Delfzijl met eene loodsboot Jan Obbes Pisser, schipper van Farmsum Meint Fokkes Mulder 3 schippersknecht mede vaa Farcnsum Luitjen Klein schippersknecht van Borkum en llendrih Jans Darinstervan Emde.n stuurman aan boord van een in de haven van Deffzijt liggend galjootschip gevoerd bij kapitein J. Romelingh met oogmerk om een' kruistogt naar zee te doen. Dien dag des voormiddags omstreeks 1 1 ure onder het eiland Bor kum geankerd zijnde bcgayen gemelde vier personen met eene kleine boot of noordache flit zich van bpord om eene zeer naauwegeuï, over te varen ten einde naar gemeld eiland zich te begeven. Naau- welijks in de boo.t van boord zijnde hadden zij het ongeluk, om met de Loot om te slaan en allen in de golven om te komen. De Précurseur d' shivers maakt de opmerking dat de zeven hevieste stormen welke 111 de geschiedenis bekend zijn alle in «de maand November hebben plaats gehad: die welke de Zuiderzee ge vormd heeft 26 November 1282, die welke het Biesbosch heeft doen ontstaan, 19 November 1/^21 die wel ke de hollandscbe dijken ver nield heeft 5 November i43o, voorts die van 22 November 1686, 11 November 1775 9 November 1800 en 29 November 1806. Er wonen thans te Jarestown eenige mijlen van Carlisle twee mannen (vader en zoon), wier vereenigde jaren i85 bedra gen de vader is namelijk 102 en de zoon 83 jaren. Er is bij P. F1NDS0M, fe Koukerlsein de weide gekomen een naar gedachten jarig VAARS, zijnde zwart en eenen willen buik-; die dezelve mogt vermist hebben kan die bij bovengenoemde tegen betaling der onkosten terug bekomen. Ie Zierikzw-) i»j de Wed. A, BE VOS ca 'Zoos, Stadsdrukkers,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1836 | | pagina 2