ZIERIKZEESCME
C O U A IS T.
1836»
15 •Julijo
BESTUREN en ADMINISTRATIEN.
NIEUWSTIJDINGEN.
GRQOT-BRITTANNIEN.
FRANKRIJ K.
Slf.
AwT Vr^dag
M ekendmaking
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE,
brengen bij deze ter kennis ran de gegadingden dat op Donderdag
den iisteri dezer maand, des voormiddags tien ure op het Raadhuis
aldaar in het openbaar zullen worden verkochtdb stads tiende
Vruchten over den jare en oogst van i836.
Zierikzeeden 8s'en Julij 1836.
Burgemeester en Wethouders voornd.
NELEMANS, Wethouder, L. P.
Ter ordonnantie van Dezelven
De Stads Secretaris,
W. J. P. KROEF.
üotifiv&tie.
De STAATSRAAD GOUVERNEUR van de Provincie ZEELAND,
brengt bij deze ter kennis der belanghebbenden dat door Zijne
Excellentie den Heer Opperhoutvester voor de Noordelijke provin
ciën met overleg van Hun Ed. Gr. Achtbare de Gedeputeerde Sta
ten, is bepaald: dat de Jagt op Ganzen, Eenden en Watersnippen
in die provincie zal geopend zijn op den iS^11 Julij aanstaande;
met dien verstande echter dat dezelve wat de publieke Jagt aau-
belangt, op het water langs de stranden en oevers van waterplas-
Ben en op lage moerassige landen alleen geopend wordten be
paaldelijk gesloten blijft in en langs bosscheti alsmede op bouw
en weilanden, tot het gewone Jagtveld behoorenae.
pullende de opening van de Groote Jagt nader worden bekend
gemaakt.
Middelburgden i iien Julij i836.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
VAN VREDENBURCH.
h
DUITSCHLAND.
Frankfort, den 94en Julij. Uit Berlijn wordt gemeld dat de
pruissische minister van buitenlandsche zaken de heer ncillon
die spoedig zijn' zeventigsten verjaardag zal vieren naar Dresden
is vertrokken, om zich aldaar met de markies» van Veitigneid.es,
eene hofdame van de koningin der Nederlanden in den echt te ver
binden. De bruid is 36 jaar oud. Men verzekert, dat de heer
Mncillon, bij gelegenheid van dit huwelijk tot den gravenstand zal
verheven worden.
Men schrijft uit Berlijn van den 6<ten Julij: Van onzen on-
vermoeiden landsman, den zendeling Karei Gutzlaff, zijn hier tij
dingen over eene nieuwe (de vijfde) expeditie, welke hij op de si-
nesche kusten en in het binnenland van Sina ondernomen heeft.
Zijne beschrijving gerigt aan den predikant Ruckert bestuurder van
het zendelinggenootschap alhier, in hetwelk hij gevormd werd en
van hetwelk binnen kort twee nieuwe kwcekelinge.n over Engeland
naar Sina zullen gaan is uit Macao den 9<tea Januarij dezes jaars
gedagteekend. Het volgende komt daarin voor In Mei 1835 poog
den wij op nieuw binnen de provincie Fokiau door te dringen.
fVaar wij ook kwamen werden wij door eene groote menigte nieuws
gierige Sinezen omringd die zeer grttig naar onze boeken waren.
Toen wij steeds verder en verder de rivier Min volgende eene
tij van bergen en heuvels voorbij kwamen, werden wij op eens door
kauon- en geweervuur begroet. De kogels vlogen zoo digt dat wij
er naauwelijks het leven afbragten en genoodzaakt waren terug te
leeren. (Het bleek echter bij deze expeditie op nieuw, dat de Si-
Bezen zeer gezind zijn om met vreemdelingen te verkeeren en dat
zelfs de onbeschoftheid der sinesche Mandarijnen bij het betoo-
nen van gepaste onverschrokkenheid spoedig ophoudt.) Toen de
beer Gutzlaff te Macao terug kwam vond hij zijne vrouw in volle
werkzaamheid met hare scholen. Spoedig daarop (zoo vervolgt bij)
kwam de zendeling Medhurst, met wien ik onder medewerking
van twee andere Sinologen een begin maakte met eene nieuwe
overzetting van den bijbel in het sineesch. Dit heeft mij een gerui-
men tijd bezig gehouden. Onlangs heb ik ook drie Japanezen on
der mijn opzigt bekomen en daar het zeer waarschijnlijk is dat
ik ze spoedig naar hunne haardstedeu zal vergezellen zoek ik mij
thans hunne taal eenigzins eigen te maken. Medhurst heeft mede
eene reis langs de kusten van Sina gedaanten zijue bemoeijingen
ten behoeve van het Evangelie, zijn met rijken zegen bekroond ge
worden. Doch de regering heeft er zich tegen verzet en bevelen
gegeven om het drukken zijner boeken te verhinderen. ,\Vij zjju
derhalve genoodzaakt de drukkerij naar Singapore te verleggen.
Onze amerikaansche vrienden zijn voornemens om een zendelings-
achip herwaarts te zenden, hetwelk de jaarlijksche reis langs de
ainesche kust te doen heeft.
Te Zurich schijnt men eindelijk de daders ontdekt te hebbeit
van den onlangs aldaar gepleegden moord aan den uitgeweken duit-
scben student Lessing. Te dier zake zijn ten hiinste, den 3<Lo de
zer, zekere baron en baronnesse Eyb in staat van beschuldiging
gesteld geworden.
Ten opzigte van den ontworpen spoorweg, tusschen Dussel-
dorf en Elberfeld, is thans eene beslissing van de hooge regering
ontvangen, zoo dat er du aan de uitvoering van het plan niet meer.
te twijfelen valt. .i
De stad en vesting Groswardein in Hongarije is den i Junij
en volgende dagen door eenen hevigen brand geteisterd waardoor f
naar men meldt omstreeks i5oo woningen 4 kerken en verschei
dene openbare gebouwen in deasch zijn gelegd Ook binnen deves
ting moeten alle gebouwen, met uitzondering vaneenige magazijnen
eene prooi der vlammen zijn geworden. Gedurende den brand
woedde een lievige storm.
Londen den gdeh Julij, Woensdag heeft de honing op het pa
leis van Sfc. James een Ie vee gehouden waarop Z. K. H. de prins
van Oranje en zijne beide zonen tegenwoordig waren en de eer had
den afscheid van Z. M. te nemen.
De omstreken van Londen naar den kant van het westen, zijii
woensdag door een schrikkelijk onweder, vergezeld van eene zoo
zware hagelbui overvallen dat de schade daardoor aan de fraaijg
buitengoederen aldaar aangerigt, op velé duizenden ponden sterL
begroot wordt. Verscheiden menschen zijn door den bliksem dood
geslagen.
In het hospitaal te Hull is onlangs een jongeling van i5 jareit
Overleden die het hart aan de regter- eo de lever aan de linkerzijde
des iigchaams had; ook maag en ingewanden verkeerd geplaatst;
overigens bevonden zich de levensfunctien in derzelver normalen
toestand zoodat tusschen dit verschijnsel en de ziekte waaraan hij
overleed; volstrekt geen verband aanwezig was.
Parijs, den 9de* Julij. De Constitutionnel had gemeld, dat ze
kere M.te Perpignan dadelijk na de bekendwording van den
jongsten aanslag op 's konings leven had te kennen gegeven dat
hij wel wist, wie het gedaan had, dat het zekere Alibaud was,
wiens familie te Perpignan woonde. Thans berigt hetzelfde blad
M.is den 3o«*en Junij voor het geregt geroepen ten einde om
trent Alibaud die gedurende eeniger» tijd zijn bediende was, inlich
tingen te geven, Mheeft, naar men verneemt de volgende ver
klaring gedaan In de maand Jatiuarij 11- ontving ik eenen brief
van Alibaud, waarin hij melde, dat hij zich zeiven willende van
kant helpen, zijnen dood door dien van een doorluchtig persoon
vermaard wilde maken. Ik achtte die bedreiging volstrekt niet.
Maar toen het zelfde ontwerp mij weder bij eenen brief van Mei
werd gemeld, kwam mijne positie mij bedenkelijk voor en ging ik
dus twee geachte advokaten spreken. Na de zaak rijpelijk overwo
gen te hebben beschouwden deze beeren de brieven van Alibaud
als het bedrijf van eenen zot, omdat men zoo iets afschuwelijks
willende doen daarvan aan niemand iets bij een brief zou mede-
deeler.inzonderheid zoo lang van te voren. De beide advokaten
zijn mede gehoord geworden.
Gisteren is het regtsgeding van den koningsmoorder Alibaud
voor het hof der pairs begonnen. Deszeifs verdedigers hebben vruch
teloos nog een uitstel verlangd. De teregtzetting van gisteren is
geheel aan het verhoeren der getuigen gewijd geweest. Dit verhoor
heeft geene bijzonderheden aan het licht gebragt dan diewelke
reeds door het requisitoir bekend zijn gewOrdeu.
Heden heeft de procureursgeneraalde heer Martin (du Nord)
bij het doen van den eisch legen den beschuldigde, zich beklaagd,
dat de regering van den tegenvvoordigen koning der Franschen
welke niets dan het geluk en de rust des lands beoogde, te kam
pen had met de woelingen en aanslagen van lieden die alle maat
schappelijke banden wilden vernietigen en het mensehdom aan de
grootste rampen ter prooi geven. Hij heeft gemeend te mogen ver
zekeren dat, hoewel de leerstellingen, welke Fièschi en deszelfs
medepligtigen op het denkbeeld van hunne misdaad hadden gebragt,
dezelfde leerstellingen .waren welke Alibaud tot den aanslag tegea
den koning hadden gevoerd deze laatste wandaad toch het werk
van een enkel persoon is. De procureur generaal eischte de schul
digverklaring en de straf der vadermoorders tegen den beklaagde.
De advokaat Ledru en Alibaud zelve hebben minder eene verde
diging voorgedragen dan dat de eerste aangemerkt heeft dat het
denkbeeld tot den aanslag slechts uit een krankzinnig brein is voort
gesproten en de beschuldigde getracht heeft datgene te redden
wat hij zijne eer noemde. Hij heeft namelijk betoogd dat de akte
van beschuldiging met de meest mogelijke hatelijkheid was opgesteld,
en zelfs niet vrij van laster was; hij.heeft gemeend, een en ander
ie moeten tegenspreken ten behoeve van zijne familie en de zuiver
heid van zijnen vroegeren wandel. Hij heeft zich in opgewoudene
bewoordingen uitgelaten en onder anderen gezegd: dat hij wist
te sterven en gehoopt had niet levend in de handen des geregts
te vallen 5 dat eea zamenzweerden slaagt of sneeft; dat, trouwens