ZIEKIIvZEEB «IE 17 R A N T. K». 32. A®. 1830. April. BESTUREN EN ADMINISTRATIEF. NIEUWSTIJDINGEN. D U I TTCTTL A N D. GROOT-B RITTANN IE N. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE, provincie Zeeland. Gelezen hebbende een Besluit van Z. Exc. den Staatsraad Gou verneur dezer Provincie van den 3®ea'dézer maand, provinciaal blad n°. 4° i begeleidende eene lijst der bevoegd erkende Hengst- bouders in déze provincie voor het jaar i836. Brengen voorschreve 'lijst voor zoó veel dit District betreft ter kennis van bet daarbij belanghebbende publiek; als volgt: NAAM. 6TANDPLAATS. aanmerkingen. C. H. de Jong, te Goes. .Jozias Klompe. Benjamin van Dijk. Laurens Laurense Quist Cornelis de Wilde Dz. Ouwerkerk, op de Hof stede van 11. Guiltam. Dreischor. Tholen, idem. St. Maartensdijk. Wordt de premie van f 25 toegekend. En zal deze in de Stads Courant worden geïosereerd. Ziërikzeë, den i6<t®r April i836. Burgemeester en Wethouders voorn'b DE CRANE, vt., Ter ordonnantie van Dezelvcn De Stads-Secretaris W. P. ROEF. PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE. Op het aanzoek van den Ontvanger der Directe Belastingen te dezer Slede. Herinneren bij deze derzelver In- en Opgezetenen aan de be staande verpügting tot eene geregelde en stipte aanzuivering van de Verschenen termijnen op derzelver aanslagen in de grondbelasting het personeel en het patentreg». ten kantore van denzelven ontvan ger, aangezien op denzelven de last is verstrekt odi zonder ooglui king ten dezen alle belastingschuldigen welke in de voldoening van elk verschenen twaalfde gedeelte achterlijk blijven tot de betaling te vervolgen. En opdat een iegelijk zich tegen de bedreigde vervolging zoude 'kunnen vrijwaren door eene getrouwe naleving der genoemde bepa lingen zal deze worden afgekondigd aangeplakt en in de Stads- Courant geplaatst. Zierikz&eden iS1™ April i836. 'Burgemeester en Wethouders voornoemd D E C R A N E, vt., Ter ordonnantie van Dezelven De Stads-Secretaris W. J. P. KROEF. Frankfort, den lïJen April. Dezer dagen is eene groote menigte menschen uit Tweebruggen en den omtrek naar het hof van assises aldaar gestroomd op het gerucht dat de vierschaar over eene on gehoorde misdaad zou gespannen worden. De zaak betrof Be/je Kettingring, welke zoo als verhaald werd door hare eigene ou ders gedurende zeven jaren iu eene morsige kooi was opgesloten geworden, waar zij op verrot stroo sliep en niets dan aardappelen en water tot voedsel ontving. Wat had zij dan toch misdaan Zij was zoo zeide men, aan het verkeeren geraakt met een jongman die knecht was in het ouderlijke huis. Dat hadden de ouders niet willen hebben en volgens sommigen zou haar vrijer voor hare oogen zijn vermoord geworden. Al die geruchten hebben aanleiding gegeven dat voor het geregt zijn getrokken Picter Adam Ketting- ring, landman te Hermenberg een grijsaard van 75 jaren en zijne vrouw Eva Kettingring, welke, schoon nog eerst 65 jaar, echter zoo zwak en gebrekkig is dat zij niet kon blijven staan maar in eenen armstoel moest gaan zitten. Beide beschuldigden hadden hunne 'kinderen en kindskinderen benevens al hunne overige bloedverwan ten bij zicb die te zamen bun alle oplettendheid bewezen. De beschuldiging welke zij te verantwoorden hadden was dat zij bünne dochter Beljc Kettingring gedurende meer dan eene maand Van de vrijheid beroofd hadden eene misdaad welke volgens art. 342 van het strafwetboek, «et altijddurenden dwangarbeid ge straft wordt, Bij het verhoor van de getuigen bleek al dadelijk dat het ver telseltje van eenen vrijer; dien men voor hare oogen den bals had afgesneden geheel en al verdicht was. Ten aanzien van het meisje Kettingring werd voorts door getuigen verklaard dat zij voor dat zij opgesloten werd reeds krankzinnig was dat men zoo voor hare eigene veiligheid als om de openbare zedelijkheid haar niet in vrijheid had kunnen laten. Daar dit een en ander gedeeltelijk werd tegengesproken liet de president van het hof het meisje Ket tingring binnenkomen. Zoodra zij verscheen zag men al dadelijk, dat zij veel ouder was, dan de sprookjes zeiden, welke omtrent haar geloopen hebben. Zij zag er bleek en lijdend uit en gifig moeijelijk wegens eene verlamming van het linkerbeen. Op de vragen van den presidentantwoordde zij woordelijk liet volgendelk heet Lisbe'h Kettingring. Ik weel niet hoe oud ik ben dat kan mijne moeder zeggen. Ik meen vier en veertig jaar oud te zijn dat bedenk ik mij daar. Ik ben te Hermenberg ge boren. Ik weet niet hoelang ik te Tweebruggen ben. Ik heb er wel schik en hen met mijn lot tevreden ik krijg goed eten eu heb mij niet te beklagen. Ik zou niet gaarne weder naar de ka mer gaan, waar ik vroeger was. Men zegt mij, dat ik er zevea jaar in geweest ben ik heb het zelf nagerekend en denk dat het wel zoo wezen kan. Mijne moeder deed mij de deur open zoo dikwijls ik het maar vroeg. In de kamer was het donkerer was geen venster in maar door de reten van de deur kon ik het dag licht zien. Aan het gerucht der dienstboden merkte ik dat de nacht voorbij was. Ik wist het zeer wel als het zondag was dan hoorde ik de kerk klok luiden ook liet men mij zondags wel uit als mijne zuster van Saalsadt kwam. Ik bad God dikwijls. Ein delijk heeft Hij mijn verhoord, en mij de deur der gevangénis ge opend, waar ik mij grootelijks verveelde- Het was er niet koud; er was een kagcbel iu den muur-, waardoor het vertrek verwarmd werd. Ik heb twee zusters en drie broedersdie ik allen evöa lief heb. Ook heb ik mijri vader en moeder zeer lief. De president baar vervolgens gevraagd hebbende, of zij bare oti- ders ook wilde zién beefde zij én scheen als. met de oogen den regler te vragen waar zij die zoeken moest. Toen men haar ein delijk de' beschuldigden wees, werd zij zeer aangedaan, strekte de armen uii en riep': «Heer! mijn moeder, schreit niet! waarom schreit gij Het' is onmogelijk het daarop gevolgd roerend tooneel te beschrij ven. Lisbetk Wierp zich in de armea van hare ouders en kuste ze vuriglijk bij herhaling. De plëitloijen a'fgelöópen zijnde werden aan de jury deze vra gen voorgesteld: zijn de beklaagden schuldig aan het berooven van L. Kettingring van hare vrijheid P Heelt die beïoo-ving langer dan een maand geduurd Hierbij moet opgemerktWorden dat, afls de berooving van de vrijheid geéne maand te boven gaat de schul dige vak in de termen van art. $4* van het strafwetboek bepa lende dwangarbeid van vijf lot twintig jaren terwijl anders die straf alttïjddui'end is. De jury gaf met zeven tegen vijf stemmen ten antwoord: Ja, de beklaagden zijn schuldig maar de gevanghouding hééft niet langer dan eene maand geduurd. Hef geregtsliof heelt zich echter na gehoudene beraadslaging, met de minderheid vereenigd en de beklaagden vrijgesproken. Deze zijn daarop in vrij béid gestéld maar tevens dadelijk voor de correctionele regtbank gedagvaard. Londen, den i3ien April. Te Jersey is Zr. Ms. kotter Quail, die met depêches naar Lissabon gezonden was masteloos en als een wrak binneiigebragthebbende in de baai van Biskayen een schrik- kelijken storm doorgestaan waarin zij baar mast verloren heeft en zestien matrozen door de zee van het dek weg geslagen werden. Ver scheiden dagen lang heeft dit vaartuig, dat bijna vol water was op de genade van wind en golven gedreven tot dat bet eindelijk door eene pakelboot ontmoet en naar Jersey gesleept werd, waar de kapitein en overgebleven manschap, die zich in een beklagelijken toestand bevonden met de grootste menschlievendheid opgenomen en van het noodige verzorgd zijn geworden. I11 eenen brief uit New York van den 7J™ Maart komt het volgende voor «Duizenden menschen en paarden worden thans gebezigd omhel puin der op den 1 fiden en yileti December afgebrande gebouwen, die eene oppervlakte van 53 engelsche morgen besloegen weg te rui men in minder dan een jaar zullen fraaijere gebouwen herrezen en alle sporen van dien grooten brand verdwenen zijn. Vele der grond- en huiseigenaars hielden zich na die schrikkelijke gebeurte nis voor geruïneerd, dewijl zij van de assurantie-kompagniën weinig vergoeding konden verwachten. Intusschen is de grond duurder betaald geworden dan vroeger de waarde derzelve met de gebouwen bedroeg. Een mijner vrienden bezat vóór den brand een aantal huizen en magazijnen in den omtrek der beurs, vve/ie hij twaalf jaren geleden voor 25b,000 doll, had gekocht; weinige dagen gele den werden degronden waar deze gebouwen vroeger stonden, openlijk verkocht cn wel vooy de som van 760,000 dollars! Hier-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1836 | | pagina 1