I
IS.
BESTUREN en ADMINISTRATIEN.
iUoliftcatie.
DUITSCHLASD.
A-. 1836.
1 Maart
F R A N K HIJ K.
ZÏERIKZEESCHE
,v.
Mingsdag
ik
DE STAATSRAAD GOUVERNEUR VAN DE PROVINCTE
ZÈELAWD.
Brengt bij deze ter liennisvan de belanghebbenden dat door bet
departemënt der opperhoulvesteiij voor de noordelijke provinciën,
ïiiet overleg van Hun Ed. Gr. Achtbare de Gedeputeerde Staten
der provincie, is bepaald:
i. Dat.de jagt op Ganzen en Eendvogels in de provincie, op den
isten Maart aanstaande zal gesloten zijn terwijl die op Water
snippen tot den i-sten April daaraanvolgende zal worden open
gelaten met dien verstande, dat deze laatste wat cle publieke
jagt aanbelangtalleenlijk geopend blijft op bet water, langs
de stranden en oevers van waterplassen en op lage moerassige
landen en bepaaldelijk is gesloten in en langs bosschen als
mede op bouw- en weilandentot bet gewone jagtveld be-
hoorer.de.
:2. Dat de Visscherij in de provincie, van den r5<Ln Maart aan
staande tot en met den 3isten Mei daaraanvolgende zal gesloa
ten zijn na welk tijdstip dezelve op de gewone wijze Weder
zal mogen worden uitgeoefend terwijl de visscbers van geroep,
de door hen, vóór den aanvang der sluiting, gevangen' visch,
tot op den isien April aanstaande zullen mogen verkoopen.
Dat van defce sluiting is uitgezonderd de paling-visscherij
welke echter gedurende den gesloten visch tijd niet anders dan
met Adlhorven van wisschen of teenen gevlochten en met het hruisnet
zal kunnen worden uitgeoefend; vermogende nogtans die visch-
ttiigen alleenlijk daar te worden gebezigd, alwaar het gebruik
derzelve niet volgens de policie reglementen is verboden.
Zullende een ieder, die zich eenige overtredingen tegen voorzegde
bepalingen mogt veroorloven j tol de straffen bij de wetten bepaald,
Svorden vervolgd.
En zal, ten eindé niemand hiervan eenigè onwetendheid voor-
Wende, deze worderi afgekondigd en aangeplakt, waar zulks gewoon
Ss te geschieden mitsgaders in het ptovinciaal-blad geplaatst.
Middelburgden 26^11 Februarij i836.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
VAN VREDEN BURGH.
De STAATSRAAD GOUVERNEUR van de Provincie ZEE-
LAND, brengt bij deze ter kennis der belanghebbende
Ambtenaren, dat, door Zijne Majesteit bij Besluit van
den ïi»'en Januarij II. n°. 97is gearresteerd éen Reglement op
het Algemeen Burgerlijke Pensioen-Fonds, en dat van gezegd Re
glement en van dë daarbij behoorende Besluiten Zijner Majesteit van
den ai^ten Januarij 11. n°. 96 en 97, opdeGriffien der steden op
de Bureaux van de Districts Commissarissen in deze Provincie en
ter Griffie van bet Provinciaal Gouvernement door ai.e daarbij be
trokkene uit 's Rijks kas bezoldigde Ambtenarenvisie kan worden
genomen.
Middelburg, den i6sten Februarij i836.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
VAN VREDENBURCH.
NIEUWSTIJDINGEN*
ÏrAnkfoiit den 2i5terl Februarij. Uit Oschats in Saksen meldt
tnen dat bij den geweldigen slorin van den i Februarij in die
Omstreken vele schade is aangerigt. Onder anderen werd een op den
\veg naar Leipzig staande windmolen ondersteboven geworpen en
geheel vërbrijzeld juist op dit oögenbiik bevond zich de knecht in
den molen doch gelukkig niet aan de zijde waar dezelve neder-
sloeg, zoo dat hij slechts met geringe kwetsuren uit de bouwval
len te voorschijn kroop; had hij zich aan den anderen kant bevon
den alsdan ware hij door de zwaarte van den omstortenden molen
Verpletterd geworden.
Uit Weenen schrijft men, dat op den 7<*en dezer liet ijs in
dén Donau ter hoogte dier stad is losgegaan. Men was niet zon
der vrees voor ongelukken, daar zich een deel van het ijs tegen de
bogen der groote Donaubrug had vastgezet. Te Presburg was hel
ijs nog vast. Deze winter, dus schrijft men voorts uit Weenén,
faas hier schoon niet zeer koudtoch een der onguurste. De strenge
Vorst bleef dé zuidelijker lauden voorbehouden wij hadden onop
houdelijk slorm sneeuw én regen. In het zuidelijke Tyrolwaar
lot half januarij geen sneeuw gevallen is, heeft de koude daaren
tegen veel schade aan de wijngaarden toegebragt. Van eénen anderen
kant wordt uit Lamberg geschreven, dat er in-die streken
veel sneeuw gevallen iss
C OU B A W Ti
In een gesticht ran weldadigheid te Turijn leeft op dit oogen-
blik nog eeDe i22jarige vrouw, Elisabeth Clod genaamd. Zij wertl
te Montmeillan een stadje nabij Chaiïiberry in bet jaar 1.714 uit
arme landlieden geboren, diende van haar ïS^ tot baar g6ste jaar
in mannen kleederen als voorrijder, huwde op haar 58at<* jaar eeneri
i5jarigen jongman Joseph Viset geheeten die postiljon van beroep
was en leefde met hem 14 jaren. Na zijn overlijden trad zij An
dermaal in den echt met den landman Eèrnhard Ditlieutonder
evenwel haar posti!jonsberöep te laten varen, en werd den isien.
November des vorigen jaars ten tweedenmale weduwe waarna zij,
zonder kinderen te hebben nagelaten in bovengenoemd geslicht
werd opgenomen. Zij heeft zeer digthoewel thans sneeuwwit ge
worden baar, nog slechts drie tanden, maar niet te min het volle
gebruik barer zintuigen met uitzondering van eenigzins verzwakt
gezigt zij gaat regt overeind; zij heeft nimmer hare toevlugt tot
geneesheeren behoeven te netnen terwijl hare gezonde ligcbaamsge-
steldheid haar tegen den invloed van het weder en van den ouder
dom heeft beschut.
De heer von Hohenhlum uitWéenenheeft onlangs verscheiden
duitsche residentie-plaatsen bezocht ten einde octrooi te verwerven
tot het aanleggen der door hem uitgevonden onderaardsche corres
pondentie wegen. Te Berlijn is zijn aanbod verworpen cnteCassel
is hem te kennen gegeven dat men de verwezenlijking van zijn
plan als wenschelijk aanmerkte dóch de uitvoering geheel voor zijn
rekening moest laten.
Uit Goblentz wordt het volgende geschreven «Een zeer merk
waardig wonderverschijnsel heeft zich in de omstreken dezer sta<l
vertoond: de vrouw van Jan Pieier fEelleringezeten der gemeente
Kausen in het kanton van Alters Kirchau is bevallen van eeiV
twëeling die aan de borst vcreenigd is zoo dat bét benedenderf
van het ligcliaam slechts een enkel persoon is; het heeft twee hoof
den twee halzen twee borsten en vier armen op twee beenen. Deze
schepseltjes zijn zeer welvarende.
De winter duu^t te Konstantinopel met veel gestrengheid voort j
men heeft in geen 20 jaren zoo veel van bevriezen van menscheu
gehoord als in dezen winter. Steeds wordt de strenge koude afge
wisseld door sneeuw jagt en stormen welke laatste ook gróote on
gelukken door schipbreuken veroorzaakt hebben. De pest is doop
de koude verdweneu van tijd tot tijd slechts hoort men van eukelts
gevalieu.
Pabus, den 2istea Februarij. De Gazelle des Tribunaitx deelt da
bekendtenissen.mede, welke Pépin, op den 17 de®, i8i=uen igJen,na
zijne veroordeeling aan den voorzitter der pairs gedaan heeft. Uil de.
zelve blijkt, dat, niettegenstaande zijna voortdurende volharding ia
de verklaring van zijne onschuld eti zijn zeggen, dat hij hel slagt
offer van eene helsche zameospanning was hij werkelijk aandeel •aan.
de zamenzwering gehad heeft. Zoo zeide bij weldat hij Fiesar
van het misdadige plan had willen teru ghouden doch dat toen del
betuigd had bij zijn voornemeu te blijven hij (Pépin) er vau ge
sproken had, om aan onderscheidene vrienden, waaronder Cavai-
gnac, wapenen te vragen gelijk hq het ook werkelijk aan dezen ge
daan had. Dit alles zou echter alleen geschied zijn om een grooter1
ongeluk te voorkomen, daar Fieschi van plan was geweest, tot eene
caserne van veteranen door te dringen aldaar alles om het leven-,
te brengen en zich aldus van de wapenen dier manschappen meeste^,
te maken. Fieschi daaromtrent ondervraagd zijnde, ontkende dit laatsft
niet. Pépin ondervraagd aangaande het san onderscheidene republikei-
hen geleende geld herhaalde hij hetgeen hij vroeger gezegd had, dat dit
alleen uit menschlievendheid was. Ook bekende hij nu, dat hij aan
Fieschi geld geleend had en wel 200 a 000 franken, doch dit was ge
schied op voorspraak van een' vriend van wien Fieschi hem ecra
brief had laten zien en door wien hij in staat zou gesteld worden
hem (Pépin) spoedig het geleende terug te geven. Bij deze gele
genheid merkte Pépin wederom aan dat hij zich geene regtstreek-
sche verwijtingen te doen had; dat hij nooit kwaad gedaan had,
dat hij Fieschi altijd de onderneming had afgeraden, doch dat, voor zoo
verre hij in de zamenzwering mogt gewikkeld zijn geworden, hij daarfos
alleen door vrees gekomen was. «Het is de dolk van Fieschi'1 zeide bij, die
mijn' ondergang bewerkt heelt door den schrik, welken hij mij inboe
zemde." Ook wegens de bekende ontmoeting ven Fieschi, Pépin en Morey
onder de brug van Austeriitz, wilde hij zijne onschuld aan den
dag leggen. Hij verklaarde dan dat hij bij herhaling uit aan-
merking van de menigte slagtoffers die door den aanslag zoildefn
Omkomen denzelver. had afgeraden. Bij eene confroutalie met Fie
schi., ontkende deze dit nietdoch hij voegde er hij dat op zijne
aanmerking, dat rnert alsdan ja of neen beslissen, het werktuig
zoo verre het gereed was, vernielen, of geweerloopen koopen moest,
was tot dit laatste door hem en Pépin en Morey besloten en Mo
rey had hem ook des anderen daags het geld gebragt. Bij dezo
gelegenheid bekende Pépin mede dat hij het model van het hel
sche machine in hout gezien doch hetzelve vernield had.
In het laatste verhoor heeft de voorzitter itn Pépin nóg onderU
scheidene vragen gedaan omtrent CavaigtW.c en. andere personen
ïyelke aan den eansla$ deel moeten geb.biaen of daarvan geweten