ZIEMIiZEESCHE
1V«. 88.
IPingsdag
COURANT.
3 November.
Nieuwstijdingen.
A°. I83&
DUITSCHLAND.
Frankfort, den aksten October. Hoe ver men in Zwitserland ge
deeltelijk nog van eenen geregelden loop van zaken verwijderd is,
mogen de twee volgende voorvallen aantoonen. TeBomlescbg, in
Ciraauwbunderland zond onlangs een grondeigenaar en lid van den
gemeenteraad, vvien het ooft steden verdroot, aan den pastoor een
papier, om van den kansel af te lezen, toe, waarbij bij allen
die hem nog verder ooft ontstelen zouden voor vogelvrij ver
klaarde. De pastoor van zijnen kant maakte ook geene de minste
zwarigheid om het stuk af te lezen. Te Höngg bij Zurich was
de militie opontboden. Daar de officieren niet tijdig genoeg ver
schenen, lazen de gemeenen denamen af,en legden hun gezamenlijk
straf op. Alleen de commandeur kwam vrij. Eenigen der gemee
nen werden, wegens deze eigendunkelijke handelwijze met geldboe
ten en de schuldigsten met een dag arrest gestraft. Maar aan den
anderen kant tverd weder aan den commandeurwegens zijn te laat
komen, eene geldboete opgelegd.
Te Brunswijk had onlangs een jongman uit den middelstand
in eene onbezonnen rede zich tegen den hertog vergrepen. De zaak
werd ruchtbaar, en de justitie bemoeide er zich mede. De gevoe
lens der regtsgeleerden waren verdeeld sommigen spraken van eene
gevangenisstraf van drie maanden, anderen van eene gevangenisstraf
van zoo vele jaren. Middelerwijl verzocht de beangstigde vader van
den jongman om audiëntie bij den hertog. Deze liet hem terstond
toe, en de bevende grijsaard wilde juist zijn verzoek aan den her
tog uilstameren toen de edele jonge vorst hem vriendelijk bij de
hand vatteen tot hem zeide «Genoeg, oude man ik weet wal gij
begeert. Jonge lieden spreken «veel en denken er dikwijls weinig
bij. Ga naar huis en zeg uwen «zoon, dat hij voortaan voorzigiiger is;
wij willen aan de zaak niet «meer denkeu/' JVlet vreugdetranen
in de oogen verliet de getrooste vader den edelmoedigen vorsten
de gansche stad deelde in zijne blijdschap."
Uit Koristantinopel schrijft men dat aldaar de pestgevallen
bijzonder in de wijk der Franken en Joden, wederom talrijker wor
den. De herigteu uit Scutari, tot den 5<ten waren gunstig er heerschte
eene gcwenschte rust. Iutusschen hadden vele personen voorna-
tnelijk christen kooplieden, de wijk naar de ooslenrijksche staten
genomen.
Uit Weenen schrijft men, dat de baron de St. Silvain, die
don Carlos bij het doortrekken van Frankrijk naar Spanje vergezeld
beeft zich den 2osten nog in die hoofdstad bevond maar meende
tevens met zekerheid te weten dat de pogingen welke de agent van
dien prins, Paezde laCadetia, bij de te Töplitz vereenigde Vorsten
zou hebben aangewend, om de regten van zijnen meester te doen
erkennen vruchteloos gebleven waren.
Lieden, die meenen wel onderrigt te zijn, wachten eerlang een
staatsstuk in het licht te zien komen dat de algemeene beginselen
moet behelzen, welke in de zamenkomst te Töplitz erkend en aan
genomen zijn f zonder in zulke bijzonderheden te treden omtrent
welke men heter gekeurd moet hebben den loop der gebeurtenisvsen
af te wachten, dan zich aan het gevaar bloot te stellen van den
europeschen vrede te verstoren, door te veel op eenmaal te willen
beslissen. Er zouden ook nota's aan de westelijke mogendheden Zijn
uitgevaardigd die denzelfden vredelievenden geest ademen terwijl
de vorsten zich eindelijk zouden hebben bezig gehouden met het
lot der uit Frankrijk verdreven konings familie, wier iukomsten tot
nog toe zeer beperkt zijn geweest.
Te Alexandrie kende men den aksten Augustus nadere bijzonder
heden omtrent de nederlaag, door de egyptenaars in Hedschas ge
leden waarbij Ibrahimde neef namelijk van den onderkoning, en
de sheriff van Mecca ter naauwernood aan de handen der Arabieren
ontkomen zijn. Het verlies der egyptische troepen in Hedschas wordt
op 11,000 man begroot, terwijl het overschot, naau weiijks .5,000
man sterk, zich door de vlugt op egyplisch grondgebied had moeten
redden.
FRANKRIJK.
Parus den a5sten October. Sinds eenige dagen heeft ieder den
tnond vol van eene jagtpartij, welke op het buitengoed Grandvaux,
toebehoorende aan den heer Vigiergegeven is, waar de ministers
ThiersPersil en vele andere aanzienlijke personen, tot de hooge
regering behoorende zouden tegenwoordig zijn geweest, en waarbij
de gasten zich aan allerlei buitensporigheden zouden hebben over
gegeven ja zelfs zich zoodanig zouden hebben vergeten, dat zij eene
Vertooning van den moorddadigen aanslag van Fieschi zouden gege
ven hebben. Het een en ander heeft ruime stof verleend aan de
bladen van de oppositie der verschillende partijen die daaruit
aanleiding genomen hebben om de ministers en derzelver vrienden
deerlijk te havenen. Van den anderen kant, hebben sommige dier
gasten in de ministeriële dagbladen doen aankondigen dat al het
geen men van die jagtpartij verhaald heeft, onwaar is; de minis
ter Persil heeft beweerd dat hij «r niet bij tegenwoordig is ge
weest en nu is de heer Vigkr zelf opgetreden met de verklaring,
dat hij alle artikels waarin de bovenvermelde beschuldigingen op
nieuw worden aan het licht gebragt of herhaald voor de regtbari
ken zal vervolgen. Wat van de zaak aan is valt moeijelijk te be
slissen doch het schijnt zeker te wezen dat er op genoemde jagt
partij meer is omgegaan dan bij gewone vriendschappelijke maal
tijden.
Een der revolutionaire organen spreekt de laatste omtrent de
arnerikaansche schuld in omloop zijnde, geruchten tegen, en zegt
da', het niet waar is dat de voorzitter der Vereenigde Staten aara
het huis lioLhschild een' wisselbrief op de lransche regering loege
zonden heeft ten einde a/zoo de onmiddellijke betaling van bet
eerste gedeelte der schuld te erlangen dat het evenzeer onwaar is,
dal de zaakgelastigde van Amerika officieel aan het kabinet der Tui-
lerièn verklaard heeft dat men omtrent de rede van den voorzit
ter geene mededeelingen kon doen doch dal aan de andere zijde
stellig waar scheen dat het gevoelen in Amerika niet zeer gunstig
voor zoodanige mededeelingen scheen.
Men leest het volgende in een dagblad van Douai, le Liberal:
De volgende omstandigheden hebben na men hier verhaalt aan
leiding gegeven tot aanhouding van Pèpin, den vermoedelijken me-
depligtige van Fieschi. Een reiziger kwam te Duinkerken aan, om
er scheep te gaan de gendarme die zijn paspoort bezag vond ver
schil tusschen het signalement hetwelk er op uitgedrukt stond en
den persoon die er bezitter van was; hij verzocht hem daarom in
het bureau van policie te willen komen. De reiziger bemerkende
dat hij aangehouden zoude worden riep: «Gij hebt gelijk, geleid
mij naar de gevangenis ik ben medepligtige van Fieschi, ik was
in het huis van le Boulevart da Temple, weinige ©ogenblikken' voor
de ontploffing. Maar die mannen gedragen zich niet goed zij ge-
veu mij zoo veel geld niet om te kunnen ontvlugten ik zal u zeg
gen wat er van Pèpin geworden is die men zoo vlijtig opzoekt
hij is geen 20 mijlen van Parijs en houdt zich op in eene pacht
hoeve breng mij naar Parijs ik zal hem- doen vatten.'
Den 2istea dezer, ten 6 ure des avonds had een' koopmarj
op de Place du Louvre eene cabriolet genomen. Uit het rijtuig
stappende liet hij er een zak met so5 francs in zilveren specie
in liggen. Een half uur was omtrent verloopen toen de koetsiep
den vergelen geldzak bij den koopman weêrbragt zijn naam is Ca-
simir. Terwijl den eerlijken man zich naaf de kamer van den koop
man begaf, stal men zijne zweep uit de cabriolet.
In ITndustriè'l Alsacien leest men het navolgende: Den
dezer is te Muhlhausen een groot gebouw, tot eene gieterij bestemd,
ingestort op het oogenblik dat men er de kap opstelde. Dertien
werklieden zijn meer of min zwaar gekwetst zeven van hen zijn
naar het hospitaal gedragen. Door een ongehoord geluk is een dep
werklieden, die zich op het dak bevond, in tijds het gevaar bemer
kende van hetzelve gesprongen en in een moerassigen grond geval
len alwaar hij tot aan de knieën inzakte, zonder zich eenigzins
te bezeeren.
Den sSste*. De zaak der jagt- en schandpartij op Grandvaux schijntnog
niet ten einde te zijn. De dagbladen zijn niettegenstaande de ver
klaring van den beer Vigiermet hunne beweringen voortgegaan,
en heden heeft die heer tegen de Quotidienne eene klagle van eer-
roof ingeleverd.
De vervolging tegen de dagbladen gaat voort. De uitgever van
den Charivari is heden lot twee maanden gevangenis er. eepe geld
boete van 5ooo franken veroordeeld. Die van den Réformateur, we
gens een artikel over het leger tot twee maanden gevangenis en
eene geldboete van 400° franken. Dit laatste dagblad heelt met
heden opgehouden uit te komen. In eene nota, gerigt: aan onze
vrienden en onze vijanden, nemen de schrijvers, de heeren Raspail
en Kersaasic, afscheid van het publiek, zoo als zij zeggen, betere
tijden afwachtende.
Van wege het grieksch gouvernement is te Parijs afgekondigd
dat, van af den September, de dienst der stoombooten tus
schen Frankrijk, Griekenland en Turkije, lot de onderneming van
den heer Cochrane behoorende een aanvang genomen heeft. Deze
gemeenschap wordt onderhouden: i°. door eene stoomboot, die
om de veertien dagen van Marseille naar Malta vertrekt en welke
zich gedurende zes uren in de havens van Genua Livorno en Na
pels zal ophouden. Deze overtogt zal, hij gunstige© wind, In vijf
dagen geschieden; i°door eene van den Pyreus naar Malta ver->
trekkende stoomboot, ooi er de koopwaren en de passagiers, van
Marseille komende, in te nemen, en vervolgens naar den Pyreus
terug te keeren. Deze reis zal slechts twee of drie dagen duren.,
zoo dat de overtogt van Marseille naar den Pyreus in acht of ne
gen dagen wordt afgelegd 3°. door eene stoomboot welke regt-
streeks van den Pyreus naar Syra vertrekt; en 4°- door een vierde
stoomboot, welke de reizen van Syra naar Koristantinopel zal af
leggen de overtogt zal hoogstens in drie en een' balven dag ge
schieden. Deze gemeenschap tusschen Griekenland en de opgenoemde
plaatsen zal gedurende twaalf jaren voortduren. Het gvieksch
bewind heeft zich echter het regt voorbehouden om in dien tus«
schenlijd zoodanige andere middelen van gemeenschap mei dezelfde
plaatsen, en zelfs met andere endernemers tot stand te brengen,
als dc ondervinding noodzakelijk zal oordeelenalhoewel, ia dal