25.
ZIERIKZÉÉSCIIE
Vrijdag
A°. 1835.
C O U R A W T«
27 Maart.
Besturen en Administratiën.
Nieuwstijdingen.
BEKENDMAKING
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
In aanmerking 'nemende dat de toestand dér Visscberij binnen
deae Stad opgerigt, van zoodanigen ongelukkigen aard is, dat tot
eene ontbinding der reederij en verkoop van de voorbanden zijnde
Schepen en Goederen zal moeten worden overgegaan.
Roepen bij deze bekendmaking, krachtens resolutie genomen bij
den E. A. Raad dezer Stad alle de houders van Effecten ten laste
dezer onderneming op, om op Zalurdag den 28 Maart 1835 voor-
middags elf uren te compareren in eene der zalen van bet Raad
huis van gezegde Stad, ten einde op de alsdan te gevene opening
Van zaken gezamenlijk te besluiten zoeals te rade zijn zal.
Zierikzeeden 21 Maart i835.
Burgemeester en Wethouders voornd.
DE CRANE vt.
Ter ordonnantie van dezelven,
De Stads-Secretaris
W. J. P. K R O E F.
DU1TSCHL AND.
Berlijn, den 18 Marrt. De door ons kabinet bij dat van 'sGra-
Venhage benoemde gezant graaf von fVylich und Lottiimis uit
Napels, alwaar hij tot dus verre gezant was, alhier aangekomen.
Frankfort den 19 Maart. Bij gelegenheid van het ter aarde
hestellen des lijks van keizer Frans, is eene houten stelling, welke
op straat was opgerigt door de te groote menigte personen welke
zich daarop bevond, ingestort en hebben daarbij vijf personen het
leven verloren terwijl onderscheidene anderen zijn gekwetst.
Uit Dusseldorf wordt gemeld dat het nieuw gebouwde ne-
derlandsche stoomvaartuig Herkulêsden 18 dezer, op den Rijn,
eene proeve heeft gegeven van deszeifs verbazende kracht, heb
bende hetzelve namelijk vier zwaar beladen rijnschepen tegen den
Sterken stroom en vrij hevigen wind tamelijk snel opgehoegseerd.
Het gedenkstuk hetwelk men te Wezel sedert lang besloten
had op te rigten ter gedachtenis aan de aldaar in 1809, op bevel
van Napoleon, gefusilleerde elf pruissische officieren, is dezer dagen
te Wezel aangekomen en aan deszelfs oprigtiog wordt vlijtig gear
beid. De onthulling en plegtige inwijding van dat gedenkstuk is
bepaald op den 3i Maart.
Uit Petersburg beeft men berigten van den 7 Maart. Den
22 December heeft te Kiachta op de russische grenzen eene aard
beving plaats gehad, waardoor de gebouwen geschud hebben. Te
Kertsch heeft men eenige grafheuvels opgegraven en in een der gra
ven gevonden: i°. Eene gedekte offerschaal met "twee ooreo met
guirlanden versierdop welke de sporen van verguldsel zigtbaar
Waren. In de schaal waren beenen van dieren waarschijnlijk van
een ram. 2^. Eene groote aarde-vaas van schoonen vorm met rin
gen, canneluresen een ingelegden gesneden carneoleen' liggenden
leeuw voorstellende. 3°. Drie gouden ringen met oostersche gra
naten en twee kleine oorringen met amorbeeldjes ,enz. Men meent
op grond dat deze voorwerpen in de 2e óf 3e eeuw voor Christus
aldaar zijn begraven geworden.
- Uit Konstantinopel schrijft men van den 28 Februari] liet
navolgende: «Hier heerscht eene groote spanning: de vloot, het
leger en de verdere verdedigingsmiddelen worden in beweging ge-
bragtom zich tegen eenen overval te verzekeren. De engelsche
vloot is wederom bij Vurla aangekomen en niemand weet met
Welk een oogmerk. De Porte, verslagen over deze onverwachte ver
schijning ducht eenen onvoorzienen slag; zij beijvert zich de kas-
teelen van de Dardanellen te versterken ten einde zich te kunnen
verdedigen bijaldien de doorlogt door de zeeëngte irj gewéld mogl
beproefd Wórden'. Naar men zegt beeft zij den russischen gezant
gesmeekt, van zijne zijde mede te werken, opdat bet volkenregt
niet ongestraft mogt geschonden worden indien de britsche rege
ling het mogt onderstaan de Porte gewelddadig tot eene toegevend
heid te dwingen, welke alleen door vriendschappelijke onderhan
delingen kan verworven worden. Voorzeker zal de vertegenwoor
diger van Rusland aan dit verzoek gehoor verleenen wanneer hij
van de noodzakelijkheid daarvan zal overtuigd zijn en hij is vol
komen in staatom ten spoedigste aan den wensch der Porte te
kunnen voldoen, daar de russische oorlogschepen in de haven van
de Krim ter zijner beschikking gesteld zijn en op den eerst.en wenk
herwaarts zlulén toesnellen. Tot dus verre intusschen is er nog
niets dat het nemen van zulke uiterste maatregelen schijnt nood
wendig te maken. Men zal eerst moeten afwachten of de admi
raal Rowley, die over de britsche vloot het bevel voert, werkelijk
vijandige oogmerken tegen de Porte heeft, dan welof het nu weder
de oudeen lang bekende diplomatisch-militaire combinatiën zijn
Welke hen\ naar Yurla gebragt Rebben. Is dit laatste zoo, dan
zouden zoodanige uiterste maatregelen Zeer overijld 2ijn en nog tot
grooter misverstand leiden hetwelk vermeden moet worden en Zen
ker door den russischen gezant zal worden vermeden."
Volgens genoemde berigten, was het in Griekenland rustig, maai?
heerschte er nog weinig onderling vertrouwen tusschen de regering
en de bevolking.
De rust is in Perzie hersteldde Scliach oefent zijn bewind over
het geheele land ongestoord uit, en zijne tegenstanders hebben zich
aan hem onderworpen en om vergiffenis gesmeekt, welke zij ook
verworven hebben.
Dezer dagen heeft te Courtebert een' verschrikkelijken moorcl
plaats gehad. Eene rijke grondeigenaar heefi zijne dienstmeid, die
bij hem zwanger was, en die bij beloofd bad te zullen huwen,
met bijlslagen vermoord. Hij beeft het lijk in den stal onder de
voeten der paarden geworpen om den schijn te geven, als of bet
meisje door de paardcu ware doodgeslagen. Deze list is echter spoe
dig ontdekt, en de moordenaar gevangen genomen. Daar hij een
rijk en aanzienlijk man is heeft zijne gevangenneming in die ge-
meente eenige onrust veroorzaakt.
GK 00 T-BRITT ANNIE.
Londen, den 21 Maart. De brieven uit Jamaica tot 21 Jaüüarfj
luiden zeer gunstig omtrent de goede gezindheid der Negers, niet
slechts om den hun opgelegden arbeid te verrigten maar ook om
met hunne kinderen nuttig onderwijs te ontvangen.
In liet hoogerhuis heeft lord Aberdeen, in antwoord op eene
hem gedane vraagverzekerd datzoowel op Jamaica als in bi itsch
Guyana de oogst geen mkider gunstigen uitslag dan in het vorig
jaar beloofde en datblijkens al de ingekomen berigten bet ver
anderde stelsel omtrent de werklieden in de koloniën daarop geens
zins een ongunstigen invloed schijnt te zullen uitoefenen.
Volgens berigten uit New-York van den 27 en van Washing*
ton van den 24 der vorige maand bad de tijding van het terug-*
roepen van den franschen minister en liet aanbieden van paspoor
ten aan den amerikaanschen gezant aldaar veel sensatie veroorzaakt^
doch scheen nergens een verlangen te bestaan naar bet spoedig ne
men van maatregelen van geweld. Tot op den avond van den 2t
was door den president geene mededeeling aan het congres over
den staat der betrekkingen met Frankrijk gedaan ook had de com
missie voor buitenlandsche zaken deswege geen verslag uitgebragt
en men was algemeen van gevoelen het besluit der frönsche kaft
mers te moeten afwachten.
FRANKRIJK.
Paüijs den 18 Maart. Onze dagbladen melden, dat bet minis
terie thans krachtdadige maatregelen begint te nemen om bet
groote regtsgeding tegen de deelnemers aan de woelingen van April
i834 voort te zetten. Eergisteren moeten 120 onzer politie-soidalen
van hier zijn vertrokken, om de Lyonnezën welke in dit regtsgë*
diog betrokken zijn af te halen en tot geleide te dienen.
De cholera neemt in Marseille steeds af.
Men leest in verscheidene bladen dat tien ruime ledige di
ligences deze hoofdstad hebben verlaten om gevangenen die fn het
groote regtsgeding betrokken zijn herwaarts te voeren. Ruim 200
stadssoldaten of politiebeambten zijn thans van hier gereisd om de
bedoelde gevangenen ten geleide te strekken. Zij zijn volgens de
beriglgevers met dolken en pistolen gewapend.
Terwijl het dus zeker schijnt, dal het veel gerucht makend pro
ces doorgezet zal worden moeten de gevangenen van hunne zijde,
in verband misschien met de oppositie hun stelsel van verdediging
hebben beraamd, en schijnen zij wel allereerst geneigd, het hóf
der pairs en dus zijdelings hét bestuur in moeijelijkheden te wik
kelen. Immers leest men heden een' brief van de beschuldigden
ter zake van de woelingen van April, den i3 dezer uit de gevan
genis St. Pelagie geschreven aan den voorzitter van het hof dei?
pairs. Uit dien brief, welke in vrij onbetamelijken toon is opge
steldblijkt, dat twee der gevangenen gevraagd hadden., de heeréli
Voyer dArgenson en Blahqai tot raadslieden te mogen nemen liët-
geen hun geweigerd was, ómdat deze beeren niet op de lijst der
advókaten waren ingeschreven; Ingevolge van deze weigering ver
klaren alle beschuldigden dat zij meenendat het regl van ver
dediging ongeschonden moet gehandhaafd worden dat Zij niet ver
kiezen zich aan het stelsel dat bet hof der pairs schijnt aange
nomen te hebben te onderwerpen dat zij op hunne medebeschul
digden zoo min mogelijk advókaten tot verdedigers hebben geko
zen dat indien deze door het hof mogten afgewezen worden Zij
eenstemmig besloten hebbenvolstrekt niet voor hetzelve te ver
schijnen en indien men hen wilde dwingen den hardnekkigste»!
tegenstand te bieden.
Eene boerin der gemeente Houdain den 9 dezer tel* markt
van Bavay (dep. van het Noorden) eene koe gebragt hebbende,
verkocht die aldaar aan een persoon welke dezelve geheel en aL
niet stukken van 5 francs betaalde. De boerin, verheugd van voor
bare koe zulk een aanzienlijken prijs ontvangen te hebben zag
1 weinig naar de hoedanigheid van het geld dat zij ontving. Dan
I des anderendaags met hetzelfde geld eene betaling willende doen,
vernam zij, tot hare grootste droefheid en verwondering, dat al