i voorhanden strekkende tot betootmig der stoutmoedige feiten door Mariinus van dèr Hamc. s.hij den storm van 17 dezer bedre ven, waardoor elf menschen-levens zijn behouden geworden. Volgens brief van kapitein Douwe Hendriks Kramer, voerende het schip Monnikendam, van Rio-de-Janeiro naar Amsterdam in dato Delfzijl den 27 October had hij 'na eene lange doch ove rigens voorspoedige reis, den 16 dito dejboogte van Texel bereikt, doch werd dien nacht door een' hevigeojptorm beloopen waarbij het schip gedurig geheel onder water lag', door zwaar zeilen bijna alle zeilen verloren gingen en men genoodzaakt was de stengen en raas te kappen; naar de Eems afgebonden hebbende en den 20 dito bet weder iets bedaard zijnde, bad bij, voor de Eems te ver geefs om loodsen geseind en was uit dien hoofde onder liet Bor- kummerrif geankerd en tot den volgenden dag blijven liggen als wanneer hij door het toenemen van den storm genoodzaakt was het ankertouw te kappen'en naar binnen te zeilen, doch, wegens den zwaren vegen geene tonnen kunnende verkennen voor de ka belketting andermaal te ankeren; vervolgens het weder opklarende en het anker niet spoedig genoeg willende ligten had hij, om niet legen het rif te drijven, de ketting met het anker laten slippen, was de Eems binnen gezeild en nog gecne loods kunnende krijgen, den nacht van den 21 op 22 dito op de binnen reede voor het luianker blijven liggen, ails wanneer de n. w. storm zich óp nieuw verhief, en het anker daardoor niet willende houden na Ie ver geefs aan de bewoners van Borkum welke men van boord af konde onderscheiden 0111 hulp geseind te hebben bet schip des avonds op een bank achter Borkum gestrand den 23 dito waren van de lading reeds 5oo balen koffij in kleine vaartuigen gelost en daarvan 172 balen aan den wal gebragt, waarna men steeds met lossen in Iiglers voortging; hij vreesde zeer, dat het schip, hetwelk in alle naden ontzet en overigens in 't geheel zwaar geleden had niet we der af te brengen zoude zijn. Onafzienbaar zijn de gevolgen van de volmaking der stoom wagens op gewone straatwegen. Men heeft vroeger de mogelijkheid ontkend dat stoomwerktuigen zich/elven konden voortbewegen. Dit werd niettemin eindelijk op ijzer ban én mogelijk gemaakt en zulks met eene snelheid die te voren niet eens vermoed werd. Die deze snelheid enkel tegen die van het tot nog toe gebruikelijk reizen met paarden vergelijkt'kan zich, ondanks de naauwkeurigste opgaven, geen volkomen begrip van dezelve vormen. Eene vergelijking der onderscheiden volgende snelheden moge haar aanschouwelijker maken. De extra-post loopt in eene seconde 7 voet. Ligcharnen, die, b. v., van eeneu hoogen toren val len doorioopen in eene secondei5 Een kraai vliegt in eene seconde32 Een stoomwagen doorloopt in eene seconde 4° ,J Een sterke golf5o Een stormwind60 De sneïheid waarmede 2 stoomwagens elkander voor bijrijden bedraagt80 Eene vlugt wilde ganzen doorvliegt in eene seconde 120 Het geluid doorloopt in eene seconde 4 1040 De omwenteling der aarde heeft onder den axjualor eene snelheid vani4?-7 Een kanonskogel doorloopt in eene seconde 1800 Een telegvaphftch berigt370a De aarde doorloopt, op hare baan, in iedere seconde 112,000 De komeet van het jaar 1680 legde meer dan anderhalf millioen voeten in eene seconde af, of 74 mijlen, dus in eene minuut 444°» en in een uur 266,406 mijlen. Het licht heeft eene snelheid van 46,667 mijlen in eene seconde. Wij zien derhalve, dat de nijverheid der menschen, die nog immer den vogel om deszelfs vlugt en snelheid benijden moest thans met eenen last van 100 tot 100 paarden, de vlugt van den ligten vogel overtreft, en met eène snelheid voortijlt, welke door honderd paarden niet zoude kunnen worden te weeg gebragt. Van Middelburg vernemen wij, dat vóór eenige weken aan den heer J.H. Cornietje, lector in de heelkunde bij de geneeskundige provinciale school van Zeeland te dier stede, uit naam der Maatschappij tot Red dingvan Drenkelingen te Amsterdam, is uitgereikt eene gouden medaille, gelijk vóór twee jaren zilveren medailles en f 11,5o aan den loods D. D. Rewekamp en den trekkersknecht J. van llellemonlvoor het opwekken van het sluimerend leven bij menschen die, zonder eenig teeken van leven uitbel water waren opgehaald. -1- De weddingschap te Spa den 27 October gehouden tusschen den belgischen graaf Cornelisscn en een Engelscbman zekeren rid- der Hoydie aannam om in drie dagen' tijds met tien paarden, zonder rust te nemen /joo engelsche mijlen of ruim 133" uren met de laan du Marteau te Spa op en neder te rijden, af te leg gen, is door dezen laatsten verloren; hij heeft slechts omtrent 240 mijlen kunnen afleggen en scheen ziek van vermoeijenishet verliezen zijner weddingschap komt hem bovendien nog op 800 p. sterl. te staan. De brusselsche dagbladen behelzen de volgende jammerlijke geschiedenis: Den 24 Junij 1834 kwam Catliarina Jadot, oud 64 jaar, door .Gastillon, om zich naar Tarcienne te begeven. Zij keerde te Caslil- Ion in ten huize van de vyeduwe Bullotom daar koffij te laten zetten. Zij was er echter naauweliiks of de weduwe Bulloi zeide haar, dat haar zoon Bodewijk, die daar ziek lag, betooverd was, en dat Catliarina Jadot zulks gedaan had. De laatste betuigde pleg- tig er niets van te weten, maar het hielp haar niet, en het plan om haar te noodzaken, de gewaande betoovering van Bodewijk Bullot op te heffen werd dadelijk beraamd. Na verloop van eenigen tijd kwamen de weduwe BuÜQi en hare dochter Nanange en schreeuw den tegen Catliarina: verlos Bodewijk! Catliarina antwoordde: dat' kan ik niet. Nu antwoordden de weduwe Bullot en hare dochter daar gij niet kunt en wilt, zullen we u op het vuur smijten. Deze bedreiging werd inderdaad volvoerd, de beide vrouwen grepen Catliarina Jculot aanen legden haar dwars over een ontvlamde takkebós aan den haard. Terwijl deze ongelukkige aldus gemat»»; teld werdschreeuwden Nanange Bullot en hare moeder gedurig, tegen haar als ge belooft Bodewijk te verlossen -, zullen we u van bet vuur afnemen. Daar Catliarina de smarten niet langer kon uit staan moést zij wel beloven om te doen wat men van haar eischte. Men nam baar daarop vap het vuur. Zoodra zij daar stond schol den en dreigden de weduwe Bullot feu hare dochters Nanange en Maviane haar weder; kom vvouwmensch zeiden zij j doe-wat gij beloofd hebt, of wij branden u op nieuw. Catliarina Jadot verze kerde nogmaals, dat zij niets vermogtdaarop sliet men haaf weder voort naar den schoorsteen, waar de takkebossen no.g ^brandden zij werd andermaal op het vuur geworpen en ktoam er slechts door nieuyve beloften weder af. Catliarina Jadot maakte nu eenige ver tooning bij Bodewijk Bullotalsof zij hem wilde onttooveren doch daar zulks zonder dadelijk gevolg bleef, moest zij meer en meerde, geweldenarij verduren van degenen die de woning van de weduwe bullot ach ter volgen s binnenkwamen. Zekere Baussart zette haar eene iiooigaiïel op de borst en zeidedat zij Bodewijk moest onttooveren, of dat bij er baar anders aan zou rijgen. Catliarina Jadot ziende, dat, wat zij ook van haar onvermogen betuigdemen evenwel voort ging en de gaffel reeds digt aan baren hals was genaderd, stiet de zelve van zich en gaf Baachurt eenen vuistslag deze gaf haar daarop een slag weerom waardoor dfe ongelukkige Catliarina Jadot ter aarde necjerzeeg. Dit tponeei was als de voorbereiding tot eene, nieuwe strafoefening tegen. Catharina. Maria Christina Quertinstak het vuur, dat uitgegaan was, weder aan, en Frans Pier rouxdoor de Weduwe Bullot en nog anderen bijgestaan, legde haar weder op het vuur. Josephine en Maria Christina Quertin hielden haar de armen en beenen vast terwijl Frans I)ierroux haar een knie op de borst zette. Men had haar de rokken opgeligt en zij werd aldus ten minste nog tweemaal gebraden. Ouder deze martelingen slaakte Catliarina slechts zware zuchten terwijl zij hare beulen otn ontfer ming smeekte, die steeds eischten dat zij de betoovering zou doen ophouden, en haar niet eerder van den brandstapel afnamen voor dat hare beenen en dijen gebrand en bare rokken gedeeltelijk verteerd waren, en al weder tegen belofte, dat zij de gewaande betoovering zou opheffen Catharina Jadot was op nieuw bij Bodewijk Bullot werkzaam maar mei even weinig vrucht als te voren. Men gelastte haar nu te gaan zitten; zij kon de hevige smart niet uitstaan wilde tot driemaal toe opslaan, maar men liet het haar niet toe. Toen kwam men met olie, goot ze op hare wonden, en liet haar tol s namiddags drie uur met rust. Op dat uur gaf men haar vrij heid om heen te gaan, haar verbiedende om iets te zeggen van betgeen er geschied was. Zij kwam 's avonds in eenen zeer lijdenden toestand te Thy-le Chateau aan. Vrouw Hubert nam haar daar in huis en vernam uil haren mond de martelingen welke mee haar te Castiilon had doen ondergaan. Catliarina Jadot toonde hare won den welke van de enkels tot boven aan de dij gingen. Haar toe stand werd erger; zij moest acht dagen bij vrouw Hubert blijven. Toen zij heen wilde gaan, bad zij na'auwelijks eenige schreden ge daan of zij viel en bij eene hervatte poging viel zij op nieuw. De burgemeester vernam liet geval, liet haar op eene kar zetten en naar bare geboorteplaats, Gosee vervoeren; doch het gemeen tebestuur aldaar wilde haar niet aannemen en liet haar naar harè schoonzuster te Hözee brengen', waar zij opgenomen werd. Den 6 Juli} kwam er een heelmeester bij Catharina Jadot, hoorde hel verhaal van liet branded en onderzocht de wonden. Den 27 Juiij stierf Catharina. De justitie de zaak onderzocht hebbende, werden de schuldigen en medepligtigen aan dit feit voor bet hof van assises van Namen getrokken. Aan den heelmeesterdie Catharina behandeld, en de gene welke cfe lijkopening verrigt had, werd daar door den presi dent de vraag gedaan of de dood van die vrouw het gevolg was geweest der martelingen Welke zij ondergaan had. Zij verklaarden tegen hunne vroegere wijze van zien dat zij zulks niet konden be vestigen» Hetzelfde betuigden zij ten aanzien der ongeschiktheid tot arbeid gedurende meer dan twintig dagen. Hierdoor kreeg de zaak. eene geheel andere wending. Na de pleidooijen aangehoord te hebben, verklaarde de jurij zeven der beklaagden schuldig aan slagen en ver wonding maar zónder vooroverleg. Zij werden daarop door het hof veroordeeld tol de zwaarste lijfstraf, op dit misdrijf staande, namelijk twee jaren gevangenis alsmede in eene geldboete vau zes tien franken en in de kosten. Te La eken nabij Brussel is een aldaar wonende Jood door de groote meerderheid der kiezers tot burgemeester dier gemeente gekozen. Tegen deze verkiezing is een mei twee kruisen voorzien schotschrift ia het licht verschenen dat in groote hoeveelheid onder de ingezetenea van Loeken en Brussel verspreid is waarin die verkiezing eene belee1- diging tegen den koningde koningin den pastoor en alle weldenken- den genoemd wordtwaarin de kiezers melden naam van renegaten be stempeld worden en waarin de menigte op het hevigst wordt opgeruid tegen die kiezers en tegen den nieuw benoemden burgemeester. Eene tweede proef' met een' stoomwagen te Brusselis we derom mislukt. ADVERTENTIES Den ondergetekenden CORNELIS TROMP, heeft de eer zijne Stad- en Landgenooten bekend te maken, dat bij hem le bekomen zijn, alle soorten van WIJNEN, AZIJN, LI KEUREN, P 0 N S G tl Pt IJ U M enz. zoo in het groot als in het klein. Onder belofte eener prompte en -zeer civiele bediening, durft hij zich voor dien handel in de gunst van het algemeen aanbevelen. Z 1 e r. 1k. 7» g e den 3i October i834ó TROMP. Tr Zierikzee? bij A. DE VOS? Stads-Brukker; 1834Bi

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1834 | | pagina 2