Ti». 35.
ZIEItlKXEESCIÏË
A°. iSMs
ÉOÜEANÏ*
2 Mei.
Schutterij.
t7rv^J Vrijdag
BESTUREN EN ADMINIS TRA TIEN.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER ea WETHOUDERS der Stad Z1ERIKZEE
Provincie ZEELHND.
Gelet hebbende op art. 7 van Zr. Ms, besluit van den 7 Septem
ber 1828, Staatsblad rio. 55) roepen bij deze op alle personen
welke als gehuwd, of als weduwenaars met kind of kinderen in
liet afgeloopen jaar uit dien hoofde in de tweede klasse van de Al
gemeene Schuttersroi gebragt zijn geworden doch sedert dien tijd
door het overlijden hunner vrouwen of kinderen de bevoegdheid
hebben verloren om in die klasse te verblijven en dus alsnu in
de eerste klasse der voor dit jaar te formeren Algemeene rolge
rangschikt moeten worden om van dusdanige verandering van om
standigheden kennis aan Hun Ed. Achtb. te geven of wel zich daar
toe ter Secretarie dezer Stad aan te melden vóór de aan te van
gen e inschrijving, des morgens van 10 tot des middags 12 uren,
en dus uiterlijk voor of op den i-4 dezer maand Mei; zullende bij
Verzuim dezer aangifte, de belanghebbende ingevalle hij dien ten
gevolge niet op de Bijzondere rol mogt zijn overgenomen, dadelijk
volgens art. 8 van Zr. Ms. voornoemd besluit bij de Schutterij wor
den ingelijfd, tegen ontslag van hem, die in zijne plaats is opge
roepen alles onverminderd de toepassing van de strafbepaling bij
art. 1 der wet van den 6 Maart x818 Staatsblad no. 12), hou
dende eene geldboete van ten minsten tien en ten hoogsten honderd
gulden of eene gevangenis van ten minste e'én en ten langste veer
tien dagen, of met boete en gevangenis te zamen.
Voorts brengen Burgemeester en Wethouders ter kennis van de
belanghebbenden dat de Schutters welke ten gevolge der plaats
gehad hebbende Loting voor de .Reserve naar aanleiding van Zr. Ms.
besluit vaii den 18 Julij 1829 (Staatsblad no. 52), in 1829 tot de
2de hoofd-afdeeling of .Reserve zijn overgegaan ten gevolge van bet
bepaalde hij de art. 26 en 86 der wet van den 11 April 1827 (Staats-
blad no. 17) tot het ontslag uit den schutterlijken dienst geregtigd
zijn op den i5 Augustus aanstaande mits dat hetzelve in de maand
Junij te voren schriftelijk aan Hun Ed. Achtb. worde aangevraagd.
Wordende de ouders, familiën en betrekkingen van met de Mo
biele Schutterij uitgetrokkene Schutters attent gemaakt op het tweede
gedeelte dezer Publicatie, ten einde de zoodanigen welke in de
termen vallen om hun ontslag te reclameren van deze gelegenheid
zouden kunnen gebruik maken.
En opdat niemand hieromtrent eenige onwetendheid zoude kun
nen voorwenden zal deze afgekondigd eu ia de„Stads-Gourant wor
den geplaatst.
Zierikzee, den 1 Mei 1834.
Burgemeester en Wethouders voornd.
DE CRANE, vi.,
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads-Secretaris
W. J. P. KRO EF.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE
Provincie Zeeland.
Gezien Art. 6 der Wet op de Schutterijen van den 11 April
1827 (Staatsblad no. 17).
Gezien art. 5 en 7 van Zijner Majesteits besluit in dato 21 Maart
1828 Staatsblad no. 6) brengen bij deze ter kennis van de be
langhebbende in- en opgezetenen.
Dat de registers ter inschrijving voor de Schutterij zullen worden
geopend op den i5 dezer maand Mei aanstaande en dat mitsdien
ter inschrijving worden opgeroepen alle manspersonen zonder on
derscheid, die hun vijf en twintigste jaar zijn ingetreden of in het
jaar 1809 zijn geboren alsmede de zoodanigen welke in vroegere
jaren zijn geboren in de termen der Schutterij verkeeren cn sedert
de laatstvorige inschrijving zich met er woon alhier hebben neder
gezetwaaronder ook begrepen zijn de gepasporteerde Militairen
en de vreemdelingen welke van buiten het rijk zijn gekomen en
fcich alhier hébben gevestigd om zich ter Secretarie dezer Stad te
Vervoegen van den vijftienden tot den een en dertigsten Mei aan
staande des morgens van tien tot des middags twaalf uren (zon
en feestdagen uitgezonderd), ten einde zich voor den schutterlijken
dienst te laten inschrijven ieder in dat register waartoe hij vol
gens zijnen ouderdom behoort waaromtrent de belanghebbende
voor zoo ver zij niet in deze slad zijn geboren zich van eene ge
boorte-acte behooren te voorzien, afgegeven op ongezegeld papier,
om te dienen voor de Schutterij ten einde de inschrijving behoor
lijk zoude kunnen geschieden eu om voor te komen dat niemand
door eene verkeerde opgave vau zijnen ouderdom vervalle in de
Straffen bij de wet bepaald.
Wordende al verder de opgeroepenen herinnerd dat zij verpligt
zijn bij liunne inschrijving opgave te doen van hunne namen, voor-
en bijnamen >An de plaats en den tijd hunner geboorte hunne
woonplaats en beroep, met aanduiding van bet wijk en nominer
het beroep hunner ouders of zij zijn gehuwd ongehuwd
of weduwenaars van het getal hunner kinderen van beide sese
sedert wanneer zij ingezetenen der Stad zijn en van waar zij alhier
zijn komen inwonen, en eindelijk van de reden die zij zóuden ver-
meenen dat hen van de schutterlijke dienst zouden vrijstellen of
daartoe onbevoegd maken r.aar aanleiding van art. 3 en 4 der w(et j
met opgave van bet art, en het onderdeel van hetzelvewaarop
zij zich beroepen.
Burgemeester en Wethouders waarschuwen de belanghebbenden,
dat de inschrijvings-registers op den eersten Junij aanstaande finaal
zullen worden gesloten en dat de zoodanigen welke zich vóór1
dien tijd niet hebben doen inschrijven en daarna ontdekt worden,
uit krachte van art. 9 der wet en art. 6 van Zijner Majesteits be
sluit van den 21 Maart 1828 alsnog ambtshalve zullen worden in
geschreven en door dén Schuttersraad worden verwezen tot eéne
geldboete en daar te boven'zonder Loting worden ingelijfd indien
bet zal blijken dat er tijdens de verzuimde inschrijving geene re
denen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien hebben
bestaan.
En opdat niemand hieromtrent eenige önwetenbeid zoude kunneil
voorwenden zal deZe afgekondigd en in de StadsCourant worden
geplaatst.
Zierikzeedén t Mei 1834.
Burgemeester en Wethouders voornd. j
DE CRANE, vt.,
Ter ordonnantie van dezelven,,
De Stads-Secretaris
W. J. P. IC R O E F.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE
Verwittigen bij deze de In- en Opgezètenen van déze Stad en het
Poort Ambacht dat ter oorzake van den aanstaanden Hemelvaarts
dagde gewone Wekelijksche Markt zoo nu als voor volgende ja-
reu altijd daags te voren op Woensdag alhier zal gehouden worden.
Zierikzeeden 3o April i834-
Burgemeester en Wethouders voornd. 3
DE CRANE, vt.,
Tér ordonnantie van dezelve
De Stads Secretaris
W. J.P. KR OEF.
NIEUWSTIJDINGEN.
DUITSCHLAND.
Frankfort, den 26 April. Een onzer dagbladen deelt het na
volgende berigt uit het pruissische van den i3 April, medé 1
«Wij weten nietin hoe verre de opgaven van dè parijsche dag
bladen omtrent de aanstaande ontbinding van de engelsch-franscfie
alliantie gegrond zijn dóch waren steeds van meenirigdat een
band welke tijdens de algemeene verwarring werd zamengeknoopt,
zoodra de orde en rust wederkeerden, zijne kracht verliezen en
losgaan zou. Het verbond (usschen Engeland en Frankrijk ont
sproot uit de Julij revolutie en de komst van de whigs tot de re
gering;- het heeft deszelfs aanzijn aan deze buitengewone gebeurte
nissen te danken en moet derhalve in vermogen afnemen naar
mate de beweegkracht der Julij-dagen vermindert, de volksmeening
eene andere rigting krijgt, en de sluijer langzamerhand wegvalt,
waardoor de klaarblijkelijke belangen der natiën door ingenomen
heid met ijdele tlieoriën bedekt worden. Dit is in wéinige woor
den de geschiedenis van de engelsch fransche al lia ut iedie vroeger
of later zal moeten erkend worden zij heeft geene nadere verkla
ring noodig vermits het in den aard der zakeri ligt dat twee
uitsluitend industriële en handeldrijvende volken niet ligt gemeen
schappelijke belangen hebben. Het kan derhalve weinig bevreem
den als men verneemtdat te Londen eindelijk anders dan te
Parijs gedacht wordt dat in de eene stad zoo wel als in de an
dere de noodzakelijkheid gevoeld wordt allereerst voor zijn eigen
welzijn te zorgen en dat zich eene zekere zelfstandigheid open
baart "die tot dus verre door verschillende omstandigheden tegen
gehouden, maar door het werkdadig leven des te sterker gevorderd
werd. De vraag is nu, of het oogenblik werkelijk daar is, waarop
men het gewone weder wil doen gelden of in Engeland en Frank
rijk reeds weder een genoegzame bezonnenheid teruggekeerd is, om
de behoeften dezer landen boven, dc bespiegelingen te stellen. Mogt
dit zoo zijn, dan zouden de Franschen en Engelschen zich geluk
kig kunnen noemen, vermits daardoor bet sprekendst bewijs zou
geleverd zijn dal een vreedzame geest bij hen wedergekeerd is,
dat zij onder bescherming der wettige orde zich aan nuttige be
drijven overgeven aan hunne in- en uitwendige betrekkingen bet
sinds jaren ontbrekende vertrouwen weder verschaffen knnnen. Wij
twijfelen echter, of het nu reeds zoodanig daaaruiedc gelegen is;
wij geloven veeleer dat er nog eenige tijd zal verloopenalvo-