UK 30. ZIERIKZEESCHÉ Aói Ï8&L C O t R A I T* 15 April. ■?^r jDingsdag BESTUREN EN ADMINISTRATIEF BEKENDMAKING. Achtervolgens artikel 3 van Zijner Majesteits besluit van den 6 Januarij i83i no. 68 Staatsblad no. i) heelt zijne excellentie de beer minister van financiën, bij resolutie van den 10 April i834 bepaald de prijzen het opgeld daaronder begrepen waarvoor de collecteurs splitters en debitanten der Koninklijke Nederlandsche Loterij de loten en gedeelten van dien, voor de vierde week der trekking van de laatste klasse der 161ste Loterij t zullen mogen uit geven te welen bij verköop: Geheele loten 64,— Halve - 32,-£- Vijfde o - i 2,8ó Tiende - 6,4° Twintigste o - 3,20 Wordende de belanghebbenden bij deze herinnerddat, bij voor noemd artikel van Zijner Majesteits besluituitdrukkelijk is vast gesteld dat de collecteurs splitters en debitanten gehouden zijt? om zich naar die prijsbepaling te regelen en dezelve gedurig ter inzage voor het publiek beschikbaar te hebben. Z ie Tikz e e den 14 April 1834. Voor den Staatsraad Gouverneur van Zeeland Burgemeester der Stad Zierikzee DE G tl A N E. NIEUWS TIJDINGEN. FRANKRIJK. Parijs, den.8 ApriJ. Het decreet van de koningin regentes van Spanje, waarbij bepaald wordt, dat tot den 3 Mëi zullen worden aangenomen aanbiedingen voor eene geïdlêéning van 200 millioenén realen, houdt ten slotte in dat bet bewind zich voorstelt, om, bij de aanslaande vereeniging der cortes, de middelen voor te dra gen ten einde het cvediet van den staat op duurzame gronden te Vestigen. Men meldt, dat, daar het genoemde decreet de eerste officiële belofte behelst van de zijde van het tegenwoordige bestuur ter bijeenroeping der gemelde vergadering, hetzelve op de pat tij der constitutionelen een 2eer gunstigen indruk heeft gemaakt. Zoo als de zaken thans staan, zal het bewind van Spanje, zonder vermeerdering zijner krijgsmagt, jaarlijks 200 millioenen realen te kort komen bijaldien bet de verschuldigde renten wil blijven be talen. Het behoeft geen betoogdat de beste wijze, om het cre- diet van den staat te herstellen moet worden gezocht in het vin den van middelenom dit te kortdoor regelmatige inkomsten te dekken; 'twelk, volgens deskundigen, iu Spanje bij uitstek moeilijk zal vallen. De koningin-regentes heeft zeer gestrenge decreten ten aartzien der geestelijken zoowel der wereldlijke als der kloosterlijke genomen. Zij -beklaagt zich over de halstarrigheid waarmede de eerstge- uoemden volharden in bunnen tegenstand tegen baar bewind en in het bevorderen van den opstand en gelastdat al de goederen der plaatselijke geestelijken welke hunne kerken verlaten en zich bij de opstandelingen voegen of dezelven begunstigen ora 't even van welken rang of staatdadelijk in beslag zullen worden geno men. Zij beklaagt zich ook, dat verscheidene kloosters in stede vtan bedehuizen te blijven de broeinesten zijn geworden van op stand eri wederspannigbeid en gelast dienvolgens dat elk kloos ter waarvan een zesde gedeelte der geestelijke bewoners tot de Garlisten is overgegaan niet allleen zal worden gesloten maar dat hetzelve, benevens al de bezittingen, daartoe bëhoorende in 't openbaar zal worden verkocht. Men wil in Madrid eene zamenspahning van Garlisten hebben ontdekt, en men beeft vier dergenen, welke daaraan zouden heb ben deelgenomen in verzekerde bewaring gesteld. Bij een dezer lieden was, zeide men, een eigenbandigen brief van D. Carlos ge vonden, betreffende bet oprigten van een iegeriugsraadwelke in Toledo moest worden gevestigd. NEDERLANDEN* 's Gravfnhage den 10 April. Omhent bet op laatstleden zondag te Brussel voorgevallene, verneemt men nog de volgende hijzonder- heden Dien morden ten 10 ureis men op nieuw bet bureau waar de Lynx gedrukt wordt binnen gestormd. De vormen en de persen werden van dat blad vernield en de letters op straat geworpen waardoor dit dagblad tot dus verre bet licht niet heeft gezien. Het huis van mevrouw de gravin de Lalaing, in de Hertogstraat (Rue ducale), werd bedreigd. Ihar zoon die sedert twee dagen van Weenen teruggekeerd was, snelde toe, deed zich kennen en zei dé: «Ik beu een patriot; ik heb uwen koning te Weenen verte genwoordigd." Dadelijk hierop verwijderde zich de menigte. Op de place des Sablons, hebben de generaals Nijpels en Vandcrmeer, vootf bet hotel van den graaf de Bethune, groot gevaar geloopen; zij had den de plaats eerst met behulp van eenige weinige gendarmes schooit geveegd doch toen de menigte gevraar werddat zij slechts door eene zwakke magt ondersteund werden omringden zij hem en wilden zij die generaals van het paard rukken. De generaal Nijpels steeg; af, en sprak zoo lang tot de menigte, tot dat er een genoegzaam getal gendarmes kwam opdagen om hetn te ontzetten. Een half uur voor dat vorst Leopold zijn paleis verliet, baddert eenige lieden reeds een' aanslag tot plundering op het hotel van den markies de Trazegnies gemaakt, doch dé generaal Gerard wist, door met een picjüet ruiterij op de menigte iu te rennen, zulks voor het oogenblik te beletten. De pogingen van vorst Leopold t door geene krachtdadige maatre gelen gevolgd wordende, schijnen het graauw voornamelijk te hebben aangespoord, om met hunne baldadigheden voort te gaan en het blijk van zorgeloosheid dat liet belgische bestuur daarmede gaf zette de- plunderaars voornamelijk aan om het hotel van den markies de Trazegnies op nieuw aan te vallen en ganscbelijk té Verwoesten. Tot een bewijs van de laauwe handelwijs der belgi sche autoriteiten bij die gelegenheid, wordt door onderscheidene bla den aangevoerd, dat dé plundering vart dit hotel geschied is in tegen woordigheid van een eskadron ruiterij en twee bataljons vöetvolk, Welke niets gedaan hebben om dit te verhinderen, maar zulks met gelaten-* heid hebben aangezien. De infanterie stond met het geweer aau dea voet, en de cavalerie was van de paarden afgestegen* Al deze ongeregeldheden duurden tot laat in den namiddag straf feloos voorttoen men eerst nan ernstige maatregelen begdn te den ken. De bezetting werd, door uit de naburige steden toegesnelde troepen, versterkt; eenige stukken kanon in het Park geplant en de uitgevaardigde proclamatiën aangeplakt deze laatste werden ech ter overal afgescheurd. Ër liep in Brussel een gerucht dat de graaf vort Artutii en dé graaf von Diedrichstcin hunne paspoorten zouden gevraagd hebben 5 verklarende niet langer in eene stad te willen vertoeven waar mert voor de Veiligheid tan niemand kon instaan. Dit gerucht is tol biertoe echter niet bevestigd. De Courrier Beige laat zich Overal deze schandelijke töoneelen op de volgende wijs uit «Het schouwspel van al deze plunder - tooneelen was walge lijk en terugstootend. Eene menigte vrouwen en kinderen volgde de plunderaars op de hielen om hun deèl aan den buit te hebbent De plunderaars hebben op verscheidene plaatsen lijsten getoond waarop aangeduid stond welke huizen zij moesten plunderen. De tamboers der burgerwacht hebben togen twee ure in don namiddag het appel geslagen doch sléchts weinige leden zijn komen opdagen de burgers verklaarden, dat, indien öok de troepen geen bevel bé. kwamen, om krachtdadigen bijstand te verleenen, alle pogingen van hunne zijde vruchteloos zouden zijn, en dat het dus onnoodig was, met het geweer in den armbloote aanschouwers te blijven.' «Moesten dan" zoo gaat de Courrier voort, «zestien huizen ge-^ I plünderd worden; moesten wij gedurende twaalf uren bet schouw spel voor oogen hebben dat de openbare magtmet het geweer inden arm de snoodste verguizing van orde en wet met onverschillige öogen bleef aanzien; en öioest de hoofdstad gedurende twaalf uren, het tooneel opleveren van ccix? stad die aan plundering prijs gege ven wasen waarin de inwoners minder bescherming en veiligheid genoten dan in eene wildernis? Indien men het onderteekenen der lijsten stilzwijgend had laten voorbijgaan, dan zou er na acht dagen niemand meer van gewaagd hebben; dan zou Europa gezegd hebben y dat Belgie sterk was, omdat hét deszeifs vijanden wist te verachten omdat dergelijke pogingen geene weerklank bij de natie vonden. Maar wat zal dat Europa nu zeggen Dat al de slagen welke de vijanden der omwenteling getroffen hebben, op diezelfde omwehté* ling zullen nederkomen. Zal Europa voortaan aan de belgische na tionaliteit gelooven zal bet vertrouwen pp onze toekomst stellen? zal het zich overtuigen, dat wij de middelen bezitten, om alleen en onafhankelijk te bestaan, daar bel die rampzalige uitkomst voor Oogen beeft, welke wij aan de zwakheid van het bestuur te danken hebben? Oumagt van binnen en onmagl van buiten; onmagt van buiten öm de reglen en de waardigheid van bet land te handhaven; onmagt van binnen, om de orde en rust te bewaren." En verder zegt de Courrier nog het navolgende: «Hel is waar, en wij komen er ook voor uit, dat wij Jn veïe opzigten verschillen in gevoelens van hen, die thans de teugels van het bewind in handen hebben nogtans ofschoon eene wreede onder vinding ons geleerd heeft aan niets meer te twijfelen zijn er be schuldigingenwelke wij aarzelen tegen hetzelve uit te spreken. Maar na hetgeen wij gezien hebben na hetgeen de geheele stad gezien heeft, zouden wij een onzer eerste pligten verzaken door het stilzwijgen Ie bezwaren door ons niet met kracht tegen de handelwijs van het ministerie le verklaren. Wij zullen hel dus zoggen omdat ons geweten ons dit overluid toeroept; wij zullen bet zeggen, om dat geheel Brussel dit met ons doet. Neen de regering heeft haren pligt niet gedaan; neen de regering heeft^niet beantwoord aan het geen de omstandigheden vorderden. Aau wien zal uien de overlui-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1834 | | pagina 1