ZIERIKZEE8CHË COURANT; IV*. 75. Mingsdag A0. 1838, llf September. NIEUWSTIJDINGEN. ÏÏnU&shl&nb. Berlijn, den 7 September. In bet dagblad van St. Petersburg leest men het navolgende «Dagelijks hebben er belangrijke verbeteringen plaats onder de magtige bescherming, welke de nationale' handel geniet. De laatste tentoonstelling heeft de vorderingen in ons fa b rijk wezen en onze~ nijverheid naar waarde doen uitkomen Voor de uitbrei ding onzer handelsbetrekkingen ontbrak er ons echter eene soort van inrigting welke z. exc. de graaf de Canerine minister van fi nanciën in zijn helder doorzigtheeft weten daar te stellen, na melijk eene kweekschool voor de koopvaartDe naam alleen bewijst het nut dezer instelling. Men zal in het vervo'g onze koopvaar dijschepen zien zee kiezen onder bevel van jonge fiussen die alle voordeelenwelke vreemdelingeu genoten, voor hun land zullen behouden. Deze nuttige inrigting is zamengesteld uil twee en der tig jonge lieden zonen van russische kooplieden of handelaars. De wis-, aardrijkskunde, de russische, franscheengelscbe en duitscbe talen makende voorname onderwerpen hunner studiën uit. Gedurende vier jaar volgen zij de cursus onder cle leiding van hu nnen vlij'tigen hooi don der v/ijzerden heer Paul de Mn ravkffi oud officier van de keizerlijke zeemagt. Jaarlijks moeten zij gedu rende twee maanden onder zijn toezigt en bevel eenen kruistogt in de golf van Finland doen, om zich te oefenen en de manoeu vres te leeren ten einde de praktijk bij de theorie te voegen. De schoone brik "graaf Canerine, bijzonder met dit doel te L»bau ge bouwd, is in Jli 1 ij te Petersburg gekomen en den 20 van diezelfde maand beeft in tegenwoordigheid van z. exc. den geheimraad Droujinineonder wiens onmiddellijke bevelen de school geplaatst is, de inwijding van het schip plaats gehad. Verscheidene hoofd officieren waren bij deze treffende plegtigheid tegenwoordig. Ka het einde van de vier eerste jaren zullen de leerlingen gedurende vier andere op schepen geplaatst worden waarna zij evenzeer in de theorie als in de praktijk geoefend volkomen in staat zullen zijn, bet bevel over de koopvaardijschepen te voeren een bevel dat lot nu toe altijd aan vreemdelingen is toevertrouwd geweest." -Een ander russisch dagblad deelt het navolgende mede: «De staatsraad in werkelijken dienst, MoussincPouschkinecura tor van het hoogere schoolwezen in het arrondissement Kagan had in het jaar 1817 de aandacht van het ministerie voor het openbare onderwijs gevestigd op het nut dat er voor het rijk in gelegen zou zijn om de mongolsche taal te leeren zoo voor de staalkundige en handelsbetrekkingen met'de volken, die deze taal spreken, als voor de wetenschappelijke nasporingen naar den Lamaïschen gods dienst en de geschiedenis van het oostelijk, Azie bijzonder die van de middeneeuwen. Op het verzoek van den genoemden curator, had het ministerie hem de volmagl gegeven om twee jonge lieden van de hoogeschool van ICasan namelijk den kandidaat Kovalevsky en den student Popoff, naar Irkoutsk te zenden ten einde de mon golsche taal te leeren, met hetinzigt, dat zij na hunne terugkomst, de plaats van professoren in die taal aan de hoogeschool zouden kunnen bekleeden. De heer en Kovalevsky en Popoff hebben vijfja ren le^ Irkoutsk te Kialchta en ouder de Bouriaten aan gene zijde van den Baikal doorgebragt buitendien beeft eerstgenoemde het russische gezantschap naar Pekin vergezeld, en de laatste eene reis naar Ourga de hoofdstad van Mongolsch China gedaan. Bei den hebben zich met den meesten ijver toegelegd op de studie der mongolsche taal waarin zij aanmerkelijke vorderingen gtmua kl heb ben. Bij hunne terugkomst te Petersburg in dit jaar stelde de geheimraad O war offhoofd van het ministerie van onderwijs, aan de keizerlijke akademie der wetenschappen voor bun een examen te doen afleggen. De akademie belastte daarmede een van desz'elfs leden, den heer Schmidt, die eene zeer grondige kennis van de mongolsche taal bezit. Na zich van die taak gekweten te hebben beeft deze geleerde verklaard, dat het hem tot genoegen verstrekte, den verdienden lof toe te zwaaijen aan de vlijt en de vorderingen dié de heeren Kovalevsky en Popoff gemaakt hadden. Hij oordeelde die heeren volkomen instaat, de mongolsche taal te onderwijzen, indien er voor die taal aan de hoogeschool van Ka san een leerstoel zou opgerigt worden. Dit gunstig verslag aan den heer O uv ar off ingediend zijnde, heeft z. exc. door tusschenkomst van het cpmitë der ministers van Z. M. den keizer de volmagt hekomen om de heeren Kovalevsky en Popoff als adjunct-professors voor de mon golsche taal aan de hoogeschool wan Kasan te benoemen. Op déze wijze.dus, is, dank zij de verstandige bezorgdheid van den heer Ouvaroffdie aan het hoofd van het ministerie van onderwijs staat, een leerstoel voor de mongolsche taal de eerste van dien sard in Europa aan de hoogeschool van Kasan opgerigt. De druk kerij der genoemde akademie heeft van die der kunsten mongolsche hiteren gekocht, om de leerboeken te drukken." Volgens de cleenscbe bladen heeft er onlangs een misverstand tnsschen den bevelhebber van de russische gewapende stoomboot ae Hercules, en den kommandant der zweed-ehe vesting Vaxholm plaats gehad. Genoemde stoomboot namelijk het voor eenigen tijd bet anker voor die vesting vallenzonder de gewone eerescho- ten te doen waarop de kommandant van Vaxholm den kapitein der stoomboot daaraan herinnerde door bet doen schieten van een schot met los kruid. Dit schot geene uitwerking doende liet ge noemde kommandant twee kogels op de stoomboot lossenwelke digt voorbij de raderen vliegendehet gevolg hadden dat de stoom boot bleef stil leggèti eene sloep naar de vesting zond en de ge wone eerbewijzen verrigtte. Te Koppenhagen ziet thans hét licht eene zeer belangrijke ontdekkingsreis naar Groenland doof den kapitein-luitenant von Graahwaarin veel wetenswaardig voorkomt over dit weinig ge-» kende land. Frankfort den 8. September. De Allgemeine Zeitung deelt eenen brief uit Berlijn, van haren bekenden correspondent, mede ge- dagteekend den 29 Augustus. In denze'ven leest men het navol gende: «Ofschoon men reeds lang bij gerucht (want onze bladen zwij gen er van) van de aanstaande komst van keizer Nikolaas te Schwedt kennis draagt zoo heeft men toch eergisteren vernomen dat Z. M. de reis over de oostzee aangevangen heeft. Men zegtdat de graaf von Nesself ode" en graaf Orloff hem vergezellen, en hoogstdezelve denkt ook met den keizer Van Oostenrijk eene bijeenkomst te heb ben. De monarchen moeten plan hebben zeer gewiglige zaken te verhandelen te meer daar hunne conferentiën met eenen diepen sluijer overdekt, en zij door hunne beroemdste staatslieden verge zeld worden. Men ziet bier met gespannen verwachting die bijeen komsten te gemoet. De kooplieden welke elke buitengewone ge beurtenis met wantrouwen gadeslaan en daarom dikwerf de zaken anders dan het verdere publiek beoordeelen zien daar niets goeds in. Zij denken dat het tot beslissende besluiten en eindelijk tot oorlog komen zal en wel omdat men tot nog toe langs den weg der onderhandelingen zoo weinig gevorderd is. Dit is evenwel niet zoo geheel overeenkomstig de waarheid. Want wanneer heelt men. meer en gelukkiger als in de laatste jaren onderhandeld. Er zjijn nog wel verscheidene vraagstukken onopgelost gebleven zoo als het belgischedoch dit bewijst nog niet dat de diplomatie geheel zonder goed gevolg gewerkt heeft. Waar waren wij nu wanneer vroeger reeds de pen was nedergelegd om het zwaard op te vat ten Dè belgische aangelegenheden zijn nog immer een steen des aanstoots, en kunnen eer men het denkt, een gevaarlijk aanzien verkrijgen. Onze regering moet werkelijk over den loop der onder handelingen zeer te onvreden zijn. Maar het is zeer moeijelijk bij dit vraagstuk de tegen elkander inloopende belangen overeen te brengen zonder van beider zijde eenige opofferingen te doen, waar toe lot nog toe niemand overgaan wil- De nadeelen welke de on zekere staat der Nederlanden voor het verkeer der pruissische sta ten heeft, zijn groot, bijzonder in betrekking lot het vernietigen der bronnen van de belgische labrijken." Den 10. Bij de manoeuvers te-Cbarloltenburgin de maand Junij 11., werd in de nabijheid van den Koning van Pruissen de adjudant van den Kroonprins, graaf Schliefen, overreden door eenen garde du corps wiens paard plotseling aan bet bollen- ge raakte. ij dit voorval herinnerde zich de Koning een gelijk voor val hetwelk hem in i8o5 was overkomen. Z. M. werd toen op dezelfde wijze door eenen heelmeester overreden en had daarna last.gegevendat dezelve niet zou gestraft worden. De Koning sprak nu over dit voorval. ik wenschle wel te weten," zeide Hoogstdezelve, »of de man nog in le^en is." De lijfarts van Wie bel ontvangt lust, om naar dien heelmeester onderzoek te doen hij doet navorsohingen en verneemt eindelijk, dut dezelve in behoeftige omstandigheden en met een talrijk gezin nog in Acbterpommeren leeft; dut hij terstoncna het bedoelde voorval van i8o5 was ge klasseerd, en vooraf nog, op bevel van den overste des regements 80 stokslagen (naar het toenmalige gebruik) ontvangen bad. De heer van Wichel geeft van alles berigl aan den Koning. en Z. M. zendt dadelijk aan den orosn heelmeester 80 fredriks-d'or en ver leent hem een jauriijksch eensioen van 200 rijksdaalders. Parijs, den 8 September. De maarschalk Soult houdt zich druk bezig met het plan om de fransche infanterie met de zoogenaamde ffusils a percussion te wapenen. Er is eene commissie benoemd om over bet al of niet nuttige dier geweren te oordeelen. De proef nemingen door dezelve gedaan hebben tot biertoe bet beste ge volg opgeleverd zoo wat de snelheid als de zekerheid van het schot bet. eit. Gil Toulon wordt gemeld, dat de expeditie naar Bougie, op de kust van Afrika4 uit 11 oorlogsvaartuigen en 20 transportsche pen zal bestaan. Hierbij zou zich nog uit Algiers een viertal sche pen met 1000 man aan boord, voegen. Den ïo. De nederlancfeche zaakgelastigde, de heer Fahricius zou gisteren eene lange conferentie met del» russischen ambassadeur hebben gehad. Frankrijk heeft dona Maria als Koningin van Portugal erkend. Het gouvernement heeft den ridder Danphal als chargé'd'uffaires van H. M. te Parijs toegelaten en aan den heer Litrde geloofsbrieven

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1833 | | pagina 1