staat hun allèn het hoofd te bieden of anders den een na den onderen den nek te breken zoo als napoleon gedaan beeft. Onze jonge franschen die bet van de ouderen geboord hebben welk een heerlijk leventje zij bij hunne naburen gehad hebben zijn er dol heet op om nog eens op die manier bij vreemden te gast te gaan. Er is slechts eén wenk noodig en bij honderd duizenden vliegen zij er op aan eu zullen binnen kort alle landen van rondsom overstroomd hebben. j William. Nog een maar. Ik zou vreezen dat de volken die j eenmaal een bezoek van uwe Frauschen gehad hebben hen nu niet zoo vriendelijk zouden onthalen maar eerder voet voor voet den grond betwisten. Ën dan zoudt gij het toch met uwe honderd duizenden druk genoeg kunnen krijgen. Talleyrand. Geen nood. De schrik voor de fransche wapenen zit er nog in. Als die zich vertoonenzullen de heeren schutters en al die landstormen spoedig uit elkander stuiven. William. Ik weet niet. Zoo gemakkelijk zie ik dat nog niet in. Dit is toch ook we) anders gebleken zelf onder napoleon. Toen de volken in massa tegen hem opstonden lag hij spoedig met de Voeten in de lucht, Talleyrand. Wij kunnen vooreerst eens eene proef nemen met Holland, dat zoo stout zich beroemt op zijne heldenscharen en zijn' stijfkoppiger» Koning. William. Wat wilt gij dan met Holland begintien Talleyrand. Uet met geweld dwingen tot onderwerping. Grey. Ja, anders komt er nooit een einde aan de zaak. Dat protocolleren en schermutselen met de pen is een geziegezaag daar men bij in slaap zou vallen. Die zuijlen van nijevelt doet niets dan redeneren en zich in naam ran zijnen Koning dan op het eene, dun op het ander regt beroepen. PruissenRusland en Oostenrijk maken allerlei exception en clausulen. Dan schijnen zij het niet ons en de Belgen te' houden en dan weder met de Hol landers. Wat zij eigenlijk willen, weet niemand en weten zij mis schien zeiven niet. Neen er moet eenmaal met kracht doorgetast worden of anders zullen wij er bekaaid af komen. Talleyrand. Juist zoo, mijn vriend! Nadat de alliantie geslo ten is daar wij straks van gesproken hebben Sire! is verder ons plan dat de Franschen met een leger van 60 of 80,000 mandoor Bclgiè'n op Holland aanrukken terwijl eene vereenigde vloot van 00 schepen de hollaridsche kusten bestQke die de koopvaardijsche pen wegnemen en in onze havens opbrenge dat bij provisie de oorlogskosten kan goed maken. William Gij neemt bet tamelijk wis met uwe overmagf. Het schijnt dat Hollandhoe klein het ook is u nog al eenig ontzag door zijne houdin* heeft ingeboezemd, en geen katje is, dat men zonder handschoenen kan aantasten. Grey. Dat juist niet; maar het is alleen, om eens van onze vereenigde magt vertooning te maken. En zulk eerie demonstratie zfcl ook wel genoeg zijn om dien trotschen willem, dien men zoo den bestenden roem der Koningen moet hooien noemen met hangende pootjes bij ons te doen komen, zonder dat bet bloed behoeft te kosten. William. Dien willem, dat Koninkje van zulk een lapje lands, Zoo boven ons allen te booren roemen kan ik ook niet te best verdragen. Maar ik kan bet ook bezwaarlijk van mij verkrijgen een' zoo ouden getrouwen bond- en geloofsgenootzoo onregtvaar- dig op bet lijf te vallen, waut onregtvaardig schreeuwend onregt- Vaardig is bet toch dat zal de geheele wereld zeggen. Talleyrand. Uwe Majesteit, Sire, hecht nog te vee! aan die ouderweische vormen van regtvaardigheid. De hooge staatkunde van den tegenwoordige» tijd, is daar boven ten eenemale verbeven. Zij gaat alleen van mast uit en niet van beginselen van regt en verhouden^ Dan kan zij volkomen vrij en naar conveniêntie ban delen zoo als het groote mogendheden betaamt. Wij kunnen op die wijze het rnenschdom dat op deze nieuwe en hooge staat kunde niet beducht is, het best overrompelen. William: OverduiveJen wilt gij zeggen want bet is uit der boozen. Grey. Als wij ons door de regelen van regt en billijkheid moes ten laten binden wat kan onze overmagt ons dan helpen Dan zouden de zwakken even veel en soms meer te zeggen hebben dun de sterken; de rijken van den tweeden en derden rang, meer dan die van den eersten, Waar zou dat been? Talleyrand. Als ik mij aan die zoo hoog geroemde beginselen van regt en pligt bad wil'en storen, bad ik mij nooit onder alle rèvolntien van 1793 af tot nu toe kunnen staande houden veel milder mij als een man van gewigt, bij republikeinen bij boona parte, bij de Bourbons en nu bij de Orleans noodzakelijk kun nen maken. William. Neem mij niet kwalijk talleyrand, ik boor u ook daarom vaak een kameleon een fransche slang, een' doortrapten schurk een' ouden schelm noemen. Ja, ik weet niet Wat al mooije namen men ti geeft. Talleyrand. O! scheldwoorden zijn geen kanonkogels. Zij ko men wij niet eens aan mijn koude kleeren. Ik ben intusscheu met dat kameleon-spelen i en zoo voorts een staatsman van den hoog- sten rang, een Prins geworden terwijl ik velen,'die langs den weg van regtschaperibeid opwaarts willen klimmen ver beneden mij op den grond zie kruipen en als sommigen mij wat te nabij komen ligt ik eventjes mijnen voet op en met een enkel stootje tuimelen zij we«ier naar beneden. William. Gij bobt bet zekerlijk ver gebragt. Maar begint gij op uwen ouden dag niet voor den dood en de verantwoording in de eeuwigheid te vreezen P Talleyrand. Mijne staatkunde strekt zich zoo ver niet uit. Zij bepaf.lt zich alleen tot deze wereld. De aangelegenheden van eene andere wereld laat ik aan de bespiegelingen van wijsgeeren en gees teli ken over Daarmede bekommer ik mij niet. Grey. De belgische aangelegenheden alleen geven ons genoeg te doen. Waarom zullen wij ons dan bemoeijen met die van geheel ©nzigtbafe gewesten. WiLiUM. Er ligt mg nóg eene zwarigheid op het hartdie ik u met kan verbergen. Mijne vronwde Koningin stelt ïicb ge durig voor de Hollanders in de bres, zoo als ook velen mijner on derdanen en wel van de deftigsten en aanzien lijk stem De mishan delingen die wij Holland en Oranje aandoen bezwaren baar zoo geweldig dat zij bijkans dag noch nacht mij met rust laat. On langs beeft zij mij een' zeer benaauwden droom verhaald dien zij deswege gehad beeft. Zij droomde onder anderen dal ik met mijn geheele ministerie en talleyrand met zijns gelijken allen in de bel lagen te branden. De droom blijft mij nog gedurig bij. Zoo 'van den troon in de hel geworpen te worden, moet toch eene zeer onaangename gewaarwording zijn. Talleyrand. Uwe Majesteit beware zich dat zij" door droomen zich niet late ontrusten Grey. Als wij hier dagelijks de rijk geladen hollandsche sche pen zien opbrengen als zoo vele zegeteekenen zullen alle muize nesten wel uit bet hoofd verdwijnen, en al dat geschreeuw over geweld en onregt wel bedaren zoo als het gegaan is toen wij de deensche vloot binnen onze haven sleepten na het bombardement van Koppenhagen. Talleyrand. En als de Franschen na bet veroveren van de ci tadel in triumf terugkeeren dan zal ieder van victorie roepen. De uitslag waarnaar de tnenschen meestal oordeelen zal genoeg de middelen wettigen en bet einde kroonen. William. Nu ik kan dat alles ook zoo naauwkeurig niet uit pluizen. Gij ziet het beter door dan ik. Gaat dan uwen gang. Maakt de stukken maar gereed ik zal ze onderteekenen. In het heengaan zeide talleyrand tot grey: »Uw Koning is toch een goede ziel. Die man wil naar goeden raad luisteren en laat zich gebruiken. Wat zullen iodewijk en zijn schoonzoon (die,on der ons gezegd, bet tegenwoordig niet ruim hebben) met deze al liantie in hunne nopjes zijn Er moet iets mililairement naar buiten gedaan worden, om hen staande te houden. Beef nu Holland T GEWIGTIGE ONTDEKKING, om met haksel spoedig het herigste vuur te blussen. In de Pruissische Staatscourant leest men het volgende De heer graaf Antoon van Mug nis op Eckersdorf had de goed heid mij voor eenige dagen eene uitvinding mede te deeien welkó van te groote nuttigheid is, dan dat ik mij niet haasten zou, ze zoo spoedig mogelijk algemeen bekend te maken. Er werden in mijne-tegenwoordigheid op eenige. wakker brandende hoopen hoqfe eenige ponden droog stroo gelegd om een sterk vuur te weeg te brengen, en toen dit in den grootsten gloed was, werd er baksel op gestrooid, waarop liet vuur tot op een paar plaatsen na, da delijk uitging. Toen er echter met eenen stok in het vaurgeroerd werd, ging ook op deze plaat*:# het vuur uit een gedeelte van het aangelegde stroo alsmede een groot gedeelte van het hout ble ven onverbrand alsmede het baksel hetwelk zich vocht liet aan voelen. Deze proeven zijn sedert meermalen herhaald geworden r altijd met hetzelfde gevolg. Een stuk gloeijend ijzer, in haksel ge stoken houdt spoedig op te gloeijen. Uit brieven had de heer graaf van Mugnis nog de goedheid mij mede te deeiendat deze ontdekking onUngs toevallig door eeneu opper ambtman in Moravie is gedaan en dat de huishoudelijke maatschappij te Brunn van welke daaromtrent uitvoerige oerigten te wachten zijn, verscheidene zeer gelukkige proeven, genomen heeft, ouder welke de volgende alle opmerkzaamheid schijnt te verdienen Over eenen zak granen werd rijkelijk buskruid gestrooid over hetzelve geolied pa pier ge- legd en vervolgens van hout en stroo vuur daarboven gemaakt hetwelk ia deu grootsten gloed met baksel bestrooid en terstond zoodanig gebluscht .wefrd dat papier kruid tn granen onbescha digd bleven. Bij diize gesteldheid van zaken zou het voortaan misschien wel nuttig kunnen zijn in groote fabrijken en op alle aan brand onderhevige plaatsen in plaats van watertonnen of althans boven en behalve dezelve groote zakken met niet te grot haksel van roggestroo in voorraad te hebben om er zich tot blus sing van vuur. waar de localiteit het toelaat, van te bedienen. Feterwitz bij Jauer, in Silezie den 7. F^bruarij 18 S3. Gebbl, Koninkl. Rcgcrings Directeur. b S3 K i C tl t 1 c n. De Secretaris van de Gemeentens Duivendijke en Kerkwcroe, brengt bij deze ter kennis van alle daarbij belanghebbenden dat Burgemeester en Assessoren van die Ge- meentens uit aanmerking dat de meeste der Grond - Eigena ren in die Gemeentens buiten dezelve woonachtig zijn, en het moeijelijk is om in bet tegenwoordige jaargetijde zich naar die Gemeentens te begeven, alsmede dat de lokaliteit der Ge- m entehuizen geene geschikte gelegenheid aanbiedt tot het ter visie .legden van de kadastrale plans; dienvolgens hebben bepaald dat alle de kadastrale plans of teekeningen van de bovengemelde Gemeenteifsinet alle de bescheiden daartoe be trekkelijk te rekenen van heden tot den 6den Maart aan slaande dagelijks vari 's morgens negen tot twaalf uren ten kantore van hem Secretaris te /Ac rik zee voor ieder belangheb bende Ier visie zullen leggen, gedurende welke ti]d tevens alle opgaven wegens verkeerde opnaamstellingen der eigendommen, aldaar zullen kunnen war ten ingediend. Zierikzce, den 19. Fehruarij 1833. De Secretaris voornoemd W. van der STA' P. 0 De geannonceerde Verkoop der Smederij te Brouwers- huren en liet Weiland onder Brijdorpe aankomende de We duwe en Erven van wijlen ADR1AAN CONSTAN D S E, geen voorlgang hebben. Te Zienkzee, bij A. J)E F OSJz.} Boekdrukke/.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1833 | | pagina 2