ZBEREBLZEESCHB
COURANT.
93.
ag
duitschland.
A. 1832.
den 20. November
•fyèyC Din
NIE UW STIJD IN GEN.
Frankfort den i3. November. Een brief uit Berlijn vah den 5.
November meldt het volgende
De belangen va.ri het duitsche verbond ten aanzien van Luxem
burg zullen nu ook ernstig ter sprake komen en bij de verdere
handelingen over de belgische zaak op de eersle lijn geplaatst worden,
daar nu alles zoo ver gevorderd is dat het verbond in een staalkun
dig en militair opzigt zonder zwarigheid kan optreden.
»De sommen welke de pruissische regering sedert de Julij revo
lutie en de daaruit ontsprotene belgische en poolscbe opstanden bui
tengewoon uitgegeven heeft, worden op vele millioenen begroot,
die uit de schatkist genomen zijn. Om het te kort te dekken, heeft
men gedeeltelijk nieuwe leeningen gedeeltelijk nieuwe belastingen
voorgeslagen. Doch geen van beiden zal plaats vinden maar het
bédrag langzamerhand, uit de gewone overschotten dër jaarlijksche
staats-in komsten gevonden worden waartoe, bij voortdu renden vre
de, niet vele jaren zullen noodig zijn. Doch wanneer eenmaal de on
vermijdelijkheid van eenen oorlog mogt beslist zijn zouden er bui
tendien geheel andere maatregelen dau de voorgeslagene moeten
bij de hand genomen worden.
FRANRR IJ.K.
Parijs, den 12. November. De Tribune zegt heden dat, water
ook gebeureer geen vrede zal komen, en dat de revolutie zich
niet als eén lijk zal lateu inwikkelen in het doodkleed dat de doc
trinaires gereed maken. De vreemdelingen weten dat wel zegt hij
zij nemen ons waar en zoeken ons te verdeelen maar in spijt van
hunne pogingen maken de republikeinsche gevoelens dagelijks zoo
wel te Parijs als in de departementen nieuwe vorderingen.
De Temps ziet nog niet in hoe de belgische zaak zal afloopen
maar gelooft aan eene spoedige ontknoopingomdat België niet lan
ger eene armee op de been kan houden waardoor meer dan het
dubbele van deszelfs jaarlijksche inkomsten wordt verslonden.
Het Journal Je Commerce laat zich aldus hooren
Met grooten ophef hebben de ministeriële bladen van een trak
taat tusschen Frankrijk en Engeland gesproken en als de zaak nu
wel bezien wordt is het niets meer dan eene soort van militaire ka-
pitulatie waarvan bet doel en den omvang naauwkeurig bepaald
zijn. Verder heelt men gezegd, dat de kusten en havens van Hol
land zouden geblokkeerd worden; terwijl meri intusschen niets meer
doen zal dan de hollandsche schepen het zij in de havens van
Frankrijk en Engeland, of in zee door de kruissende oorlogsvaartuigen
der beide, natiën te doen aanhouden. Nog hebben de ministeriële
bladen gezegd dat onze troepen ten gevolge der weigering van Hol
land, zeker in België zouden intrekken. Alweder eene onwaarheid.
Volgens art. 3 der overeenkomst immers moet de Koning der Bel
gen daartoe eerst eene uitnoodiging doen. Het ^de artikel toont
ons de ware beweegreden welke Engeland bij de overeenkomst van
22. October gehad beeft. De bezetting der vestingen van België is
noodig om onze bazis van operatiën te verzekeren en de veiligheid
onzer expeditionnaire armee te. waarborgen* in. 1831 was het de
eerste zaak, waarop men mét reden dacht loen de no order al mee
tegen de Hollanders oprukte: noch Engeland, noch Europa had
den daartegen 'iéts in te brengen. Doch thans hebben wij zooveel
in de vriendschap en bet vertrouwen der mogendheden gewonnen
zoo groot staan onze doctrinaire ministers in achting dat men ons
uitdrukkelijk verbiedt om een enkel man in de vestingen te bren
gen, en wel in die vestingen waarvan de slechting ons in Jrdij
1831 van den troon af stellig werd aangekondigd en die er des
niettemin nog altijd slaan. Wijders leert ons hetzelfde 4de artikel
dat men geenszins aan eene afdoening der belgisch-hollandscbe ge
schillen gedacht heeftdaar men vordertdat wijna de troepen
van Leopoldin plaats van die van Willem, op de citadel gezet te
hebben terstond België zullen verlaten, zonder ons eenigzius te ver
zekeren tegen .de noodzakelijkheid om er ten gevolge van nieuwe
aanvallen van Holland, nog eens weder te komen."
-Nopens de omstandigheden die de gevangenneming van de
hertogin van Berry vergezeld hebben verneemt men het navolgende:
«Sedert eene maand was dè militaire politie de hertogin op bet
spoor, en men wist, dat zij te Nanles eene schuilplaats had ge
zocht. Den 6. November werd men onderrigldat de. hertogin aan
het huis van mejufvrouw Duguigny het middagmaal gebruiken en
waarschijnlijk blijven zou. Alle nooclige beschikkingen waren geno
men en alle toegangen werden bewaakt. Eindelijk ontvingen de Ver
zamelde troepen hevel om op terukken. De politie commissarissen
naderden het aangeduide huis; men schelde aan en w,achtte een ge-
ruimen tijd zoodal de commissarissen reeds ongerust begonnen ie
worden toen een bediende de deur opende en de gewapende magt
en gendarmes bet buis binnendrongen.
«De eetzaal werd allereerst onderzocht. Men vond daar een zeer
goed gastmaal gereed slaan terwijl de kamer, met lelien en met
sieraden en bijschriften prijkte, waaronder de woorden JSavaruio
Lrocadero en Algiers in lo t oog vielen, lu een der andere vertrekken
vond mén eenen niet sjnipathelischen inlt geschreven brief.die ree cL
gedeeltelijk leesbaar was gemaakt, en waarin men der hertogin ont
dekte dat zij dobr een barer onderhoorigen verraden was.
«De geheele nacht ging met nasporingen voorbij, zonder dat
men iets vond en t,en de morgen was aangebroken begonnen velen
den moed te verliezen. Daar de koude zeer hevig was, had men
in verscheidene scboorsteenen vuur aangelegd en in een daai'van
werd door de gensdarmes vrij sterk gestookt. Deze was het juist,
waarachter de hertogin jonkvrouwe Stylie de Kersabiec en dehee*
ren de Menars en Gaibourg zich in een verborgen en zeer bekrom
pen vertrekje bevonden. De hitte van bet vuur en de bekrompen
heid dezer schuilplaats, maakten, dat de hertogin en hare volgin
gen uaauvvelijks konden ademhalen. Onwillekeurig maakten zij eenig
gerucht, dat men van buiten konde hooren, en na twintig uren
/.oekens, gaven de verscbolenen zeiven zich aan de gendarmes, die
zich in de kamer bevonden te kennen, dat zij zich overgaven. L,
eenen zeer lijdenden toestand kwamen zij uit hunnen jammerlvartigen
schuilhoek en wel jonkvrouwe de Kersabiec, die zich als eene dienst
maagd verkleed had het eerst, daarop volgde de hertogin de zeer
bejaarde graaf de Menars, en de heer de Guiborg welke laatste
op het punt scheen, om in flaauwte te vallen. "Het is noodeloos
uwe nasporingen verder voort te zetten zelde de hertogin tot de
haar omringende gendarmes; »ik ben hel die gij zoekt; ik ben de
hertogin van Berry. Waar is de generaal itErloup Aan de regt-
schapenheid van zulk een bejaard krijgsman als hij, wil ik mij toe
vertrouwen. Indien iemand hier schuldig is, dan ben ik het en
niet deze heeren en vrouwen die enkel op mijn bevel gehandeld
hebben." De hertogin was op dit oogenblik ten gevolge van haar
uren lang verblijf in een benaauwd morsig vertrekje, bijna onken
baar. Zij behield echter, even als jonkvrouw de Kersabiec, al
hare tegenwoordigheid van geest. Hare beide andere volgelingen wa
ren daarentegen van schrik en angst als verpletterd.
"Weldra begaven zicb de generaal dErlon, de prefect Maurice
Duval, de burgemeester van Nantes en de substituten van den pro
cureur des Kouings naar de verblijfplaats der hertogin om zich
te overtuigen, dat zij bet werkelijk was, die men gevangen bad ge
nomen. Een procesverbaal werd van al het gebeurde opgemaakt;
de regter van Instmclie ging dadelijk tot het verhoor van eeuige be
woners van bet huis over; in één woord alle regterlijke vormen
werden in acht genomen. Daarna werd de hertogin met
hare volgelingen door den generaal Dermoncourtdie haar veel ver-
trouwen scheen in te boezemen naar het kasteel geleid en bij dia
gelegenheid met allen aan haren toestand en rang verschuIdigden
eerbied behandeld. De lieden van hare partij, wel verre van de
metischelijkheid en edelmoedigheid door alle patriotten hij deze
gelegenheid geopenbaard, te erkennen kunnen hunne woede niet
verbergen over eene gebeurtenis die hun toef. geenszins onverwachts
kon voorkomen."
In andere berigten die van den kant barer aanhangers komen
wordt nog gezegd, dat zekere mevrouw Gouzaga baar verraden heeft
en dat bij de schande van zulk een verraad het verheven gedraa
van een dienstmeisje uit het buis van mejufvrouw Duguigny te Nan
tes treffend afsteekt. Men zou baar namelijk den 6. omstreeks
middernacht op een oogenblik dat de nasporingen om de herto
gin van Berry te vinden, ijverig voortgezet werden, 4<>,oao franken
geboden hebbenindien zij de baar wj-1 bekende schuilplaats der
hertogin wilde ontdekken. Zij had waardiglijk geweigerdzeggende
dat zij liever van honger wilde sterven dau in eenen door verraad
verworven overvloed leven.
Van den i3. De hertogin van Berry werd volgens de laatste1
berigten nog den 11dezer door tegenwind in den mond der
Loire opgehouden. Het bevestigd zich meer en meer, dat e'en
der personen van baar gevolg degeen is geweest, die haar verblijf
aan de politie beeft aangewezen. Deze verraderzegt men thans (laf
Ie Keulen van joodsche ouders geboren werd in liet jaar 1826 te
Ronae de kathol ij ke godsdienst omhelsde, en sedert door tusschen-
komst van een zijner betrekkingen die tot de hofhouding van den
hertog vati Bordeaux behoorde de mveder van dezen vorst wist
te naderen, en baar vertrouwen te winnen. Dit laatste moet zoo'
zeer het geval zijn geweestdat hij reeds met onderscheidene gewig-
tige zendingen belast werden nog onlangs uit Rome terugkee-
rendete Nantes zich weder bij de hertogin vervoegde. Voor eene
zeer belangrijke som heeft bij zijne weldoenster uitgeleverd, doch
het schijnt, dat bet gouvernement hem echter niet geheel vertrouwt';
daar hij reeds voor twéé dagen onder behoorlijke bedekking naaf
bier is overgebragt.
B E i, G 1 E.
Luik, den i4- November- Schoon volgens een der brusseïscfie
dagbladen onderscheideue leden van de kamer der vertegenwoordi
gers plan zouden hebben 0111 een adres aan den Koning tegen den
inlogt der Franschen voor 'e stéllen, verneemt men bier, dat zij
zeker morgen ochtend Rt'loië zullen binnen rukken."
[hui.sEL, den i 7Noven b v- Het fransch leger trekt op alle-punten
snel voorwaaits Het ze is over jVlonsDoornik, Kortrijk en
Rinche België binnenin 'rok',en. Het leger zal voor een deel den
vg. voor de citadel zijn; men veionde stelt dat de Ivelegeriugs-werkea
den zo. en 21. zullen kunueu begonnen ivordeo.