ZIERIKZEESCHE
COURANT.
jDingsdag
NIE UWS TlJDlNGEK
den 30. October.
.u
N\ 87.
A*. 1832.
DÜITSCHLAND.
pRXNKföRT den 11. October. Men leest in een del1 dtiitscbe bla
den het navolgend berigl uit Weenen van 16. October: «Het kei
ierlijke hof bevindt zich bij voortduring op Scbönnbriinn. De
aartshertog, onder Koning Van Italië, bewoont, benevens zijn gezin
de hertogin van Jtngoulcmè en hare nicht, mademoiselle de Ilosny
vertrekken in den Burg. De hertogin is van de zijde der keizerlijke
familie met even veel hartelijkheid als plegtigheid Ontvangen. Zij
neemt een gestreng incognito in acht doch begeeft zich menigwerf
naar Schönnbrünn om met den Keizer den middagmaaltijd te ne
men, en heeft zich nog in geenen schouwburg vertoond.
»Men houdt zich verzekerd dat de Keizer van Oostenrijk aan
eiken niaatregel van bedwang tegen den Koning der Nederlanden
zijne toestemming heeft geweigerden daarin eenstemming denkt
toet de beide andere noordsche mogendheden.
"De kapitein Reindl> die zich heeft schuldig gemaakt aan een
aanslag tegen liet leven van Z. M. den Koning van Hongarije, heeft
zijn vonnis bekomen. Het bestaat in eenen dwang arbeid gedurende
twintig jaren in de vesting Mongatz.
Uit Spiers wordt van den zo. hel navolgende geschreven «Een
der hessisclie bladen levert een ovel-zigt van de landverhuizingen
in de provinciën van Starkenbur en Opper-FIessen (zonder Rijn-
Hessen.) Daaruit blijkt, dat 704 gezinnen en 45 ongehuwde per
sonen in het eerste vierendeeljaars van 1832 zijn vertrokken 'tweii,
haar den maatstaf van 5 zielen voor ieder gezin een geheel uit
maakt van 3355 personen. I11 het tweede vierendeeljaars zijn slechts
15o gezinnen, dat is, j5o personen, vertrokken; in het dcrdenog
minder, denkelijk ter zake van het ongunstige jaargetijde, daar de
zucht, om te emigreren anderszins nog geheel niet is uitgedoofd.
Uit dit een en ander volgt, dat in minder dan g maanden 45oo
personeu de beide genoemde hessiscbe provinciën hebben verlaten,
en eene gelijke evenredigheid voor Rijn-Hessen aannemende, kan men
het 'er voor houden, dat bet aantal landverhuizers 6000 dat is,
een ten honderd van de bevolking, beeft bedragen.
"Indien men daarbij voegt de emigranten van Rijn Beijeren welke
een aantal van 8000 personen kunnen beloopen welk aantal in
bet voorjaar wel verdubbeld zal zijn voorts die van Baden en
Wurtenbergblijkt bet, dat bet zuid westelijk Diiitscbland 3o,ooo
Inwoners heeft verloren, en in bef voorjaar nog 20,000 zal verlie
zen, omdat de zucht tot emigratie thans is doorgedrongen in ooi-
den en gemeenten, waar dezelve tot nog toe niet is waargenomen."
Den 23. Een onzer meest geachte bladen deelt een bijzonderen
brief uit Berlijn van 10. October mede, waarin men zijne verwon
dering te kennen geeft, dat de fransche dagbladen en diplomaten
bet doen voorkomen als of bet fransche gouvernement slechts in
overeenstemming met Engeland zich gemigtigd waande, om de Bel
gische aangelegenheden met bet zwaard te beslechten, en als of bet-
zelve daartoe de toestemming van lord Palmerston hadde ontvangen,
terwijl daarentegen de personen welke aan de'eiigelscbe ambassade
verbonden waren, te Berlijn verzekerden, dat men te Londen 'er
verre van af was om op eene dergelijke wijze de co ■fi reritie te wil
len verstoren, en bet iondensche kabinet veeleer jdegtig geprotes
teerd had tegen eenen stap, welke den vrede zeer ligt zouile kun
nen in gevaar brengen. Nen meende derhalve te Berlijn dat of
de zoo hoog geroemde naauwe verceniging tusschén Engeland én Frank
rijk bedrog was, of dat het fransche ministerie om den tuin wérd
geleid door aansporing tot hel bezigen van dwangmaatregelen tegen
Holland welke gewis zonder de medewerking van Engeland vruch
teloos zouden blijven en alzoo zouden strekken, om aan de vij
anden der fransche regering welke noch de rnagt noch den Wil had,
om hare.oorlogzuchtige rol vol te houden een geducht wapen in
de band te geven. Voorliet Overige vreesde men te Berlijn dat,
ofschoon de Iondensche conferentie weder aan het onderhandelen
was, eene minnelijke schikking der belgiscbe aangelegenheden uit
hoofde van de tegenstrijdige belangen en denUationalen' baat der
beide volken, kwalijk zouden kunnen worden tot stand gebragt.
Te minder hield men eene daartoe véreischte,ëendragtelijkc zameii-
werking der onderscheidene mogendheden voor waarschijnlijk in
dien liet zich bevestigde, dat, gelijk verzekerd werd, het engel -
sche kabinet aan de pruissische regering bedenkingen bad ingeleverd
tegen de jongste besluiten der duitscbe bonds vei gadcringwelke
bedenkinren echter van de band waren gewezen.
Hamburg, den a3. October. Een bijzondere brief uit Berlijn van
den ig. October, behelst bet volgende:
"Tot nog toe is van'regeringswege niets bepaald nopens liet mo-
biel maken van armèe-corpsen doclidat dit en nog meer kan ge
sollieden in geval de bepaalde verklaringen van Pruissen van den
kant van Frankrijk mogten worden van de hand gewezen bewijzen
de gegeiene bevelen om de oorlogsreserve vooreerst niet af te dan
ken. Zeker is het ook, dat de recrutering voor verscheidene ar
mèe-corpsen, in plaats van in bet voorjaar, gelijk gewoonlijk ge
schiedt, reeds nu plaats beeft, en dit is alles wat bij de iurigting
van ons krijgswezen uoodig zoude kunnen zijuom in drie weken
64 regimenten infanterie tegen elk geval van oorlog gereed te hou-
den. Met de ruiterij j en nog meer met de artillerie, zoude het
echter niet zoo gemakkelijk gaan ofschoon de remont-paardeo io
aile districten reeds zijn aangewezen."
F R A N K R IJ K.
Par io fatt 'c-ik October. De minister Guizot heeft den Koning
voorgedragen de Uitgave van 's rijks wege van een maandwerk, tea
behoeve en ter verbetering var. het lager onderwijs en beroept
zich in de eerste plaats op het voorbeeld van Holland, alwaar de
uitgave van een dergelijk maandwerk krachtig heeft medegewerkt t
ten einde de openbare scholen tot den hoogen trap van bloei te
brengen waarin die zich thans bevinden.
Den 24. Volgens een berigt uit Londen van den 21. dezer, het
welk een der avondbladen mededeeltzoude bet britscbe ministerie
m weerwil van de toebereidselen tot eene demonstratie ter zee
geenszins ernstig gezind wezen om den vrede met Holland te bre
ken. Inzonderheid verzetteden de engelsche kooplieden zich met
kracht tegen dergelijke maatregelen dezelve hadden zulks op eene
zeer nadrukkelijke wijze aan lord Palmerston te kennen gegeven
en daarbij niet alleen de dwangmiddelen tegen Holland als eene
daad van landsverraad voorgedragen maar zich ook hevig beklaagd
over de inschikkelijkheid welke het britsclie ministerie aan Frank
rijk betoonde.
Dezelfde Iondensche berigtgever meldt, dat men aan Pruissen heeft
voorgesteldom België gezamenlijk door eene pruissisclie en fran
sche armee te doen bezettendoch dat de gezant v. Billow dat
voorstel met verontwaardiging heeft afgeslagen en ernstig heeft
aangedrongen op het stelsel van non interventie hetwelk in der
tijd door Frankrijk zelfs is ingeroepen geworden. Te Londen hield
men zich overtuigd, dat de pruissische troepen terstond ten gunste
van Holland tusschenbeide zouden komen indien de Franscheu de
belgiscbe grenzen overtrokken. Z. M de Koning van Engeland had
aan den minister Grey op eene duidelijke wijze doen ziendat
hoogst dezelve bet gebruik van dwangmiddelen tegen Holland niet
slechts als onregtvaardig en schandelijkmaar ook als heilloos voor
de britsche belangen aanmerkte.
NEDERLANDEN.
Haarlem, den 25. October. Het arresteren van den heer Pescatore
heeft in Luxemburg een diepen indruk gemaakt. De pruissische
generaal Dumoulin heeft eenen zeer dreigenden brief aan den belgi-
scben generaal de Tabor geschreven waarin bij aanvoert dat de
genoemde persoon op het gebied der vesting is gearresteerd. Van
de zijde van het belgisch bewind wordt het tegendeel beweerd.
Beeds heeft de districts commissaris d' Hu art een besluit genomen,
waarbij hij bepaalt dat «le heer Pescatore zal worden gevangen ge
houden als eene represaille voor bet gevangen liouden van den
heer Thorn. De belgiscbe Moniteur heeft verkondigddat men
nadere inlichtingen zal inwinnen, nopens de wijze, op welke de
gevangenneming heeft plaats gehad, maar verzekert tevens, dat de
heer Pescatore niet zal worden uitgeleverd dan tegen uitwisseling
van den heer Thorn. Men schijnt echter niet zeer op de standvas
tigheid van het belgiscbe bewind te rekenen j immers bet fransch-
gezinde blad verklaart dat bet te hopen is, dat dit bewind al.nu
voor geene bedenking hoegenaamd zal terugtreden, en dat men z lis
den gevangene naar Namen, of 1 aar Brussel, moet doen geleiden,
om zijne talrijke vrienden de mogelijkheid te benemen hem te ver
lossen.
VGravenhage dén 25. October. Heden isdoor rene plegtige be
zending uit de beide kamers het, volgende anjwoord der staten-gene-
raai op des konings. aanspraak tot opening der zitting aan Zijne
Ma jesteit overgebrav t
Nimmer Sire naderden bij de opening hunner zittingen de
staten-geu<jraal uwen troon roet indrukken als de legen woordige. Ook
zij koesterden de niet ongegronde hoop, dat, door eene redelijke
schikking hel doel van aller wenschen aan den bezwarenden toe-
s tan «Mes Vaderlands een einde zou_zijn gemaakt, en zien zich,
dóór de outvangene mededeelingen in deze regtmatige verwachting
te leur gesteld. Grievend is bun gevoel bij het beschouwen van den
loop der onderhandelingen voorstellen aan de eeue zijde geken
merkt door gematigdheid en toegevendheideischen, aan de andere,
met de eer en bet onafhankelijk bestaan d r natie onvereenigbaar
een staat, schoon klein, met zonder roem sinds eeuwen onder die
van Europa bekend uit vermeend algemeen belang opgeofferd aan
eeneLevolking ,die zich onla ngs daarvan trouweloos en geweldig los
scheurde; deelneming slechts Lij vreemde mogendheden waar eer-
bied voor regt hulp en medewerking mogl verwacht worden dit
is het wat ons overal treft. En wanneer wij met Une Majesteit
den toestand der huitenlandscbe betrekkingen gadeslaan dan zou
bij bet duistere daarvan ligtelijk moedeloosheid kunnen geboren
worden zoo niet de eenparige overtuiging van het onregtmatige eu
onverdiende van zoodanige behandeling de natie feeds 'gewillig tot
groote opofferingen had gebragt, en zoo niet de zedelijke kracht
welke tot die opofferingen in staat stelde, in haar nog levendig bl eCf
om er meerdere te brengeii aan het behoud des Vaderlands. Die krae ht
was het, die zich steeds, iu de Jjagchelijkste oo^eublikken j iu NeJe r.