ZDERIK.ZEESCRE COURANT. ar*. 84. .A-.1832. den 19. October NIEUWSTIJDINGEN. DOITSCHLAND. Frankfort, deli n. October. Volgens brieven uit Weenen van den 3. dezer, Iaat Karei X het vorstelijke kasteel te Austerlitz in Moravie opnemen om te weten of hetzelve voor zijn verblijf zoude geschikt zijn. Den dezer heeft men te Weenen de tijding door kouriers uit Parijs en Londen ontvangen dat er dwangmaatregelen tegen Hol land zouden genomen worden. Ter beurze wilde men weten dat het oostenrijksche kabinet dus verre daartoe zijne toeslemming niet had gegeven en derhalve voor de gevolgen welke die maatregelen ha zich zouden slepen zich niet aansprakelijk rekende. Men meende intusschendat die maatregelen niet zouden worden ten uitvoer ge legd, maar alleen strekten, om den Koning schrik aan te jagen. Een brief uit Rome, van den z5. September, meldt het vol gende: «Heden is bet nieuwe strafwetboek in het licht verschenen. Men hoopt, dat deze nieuwe wetten zullen medewerken om de misdaden meer en meer te beteugelen. Sedeït eenigen tijd hebben de moordenarijen weder ontzettend toegenomen zoodanigdat wan neer men alle overtuigde moordenaars de verdiende straf wilde doen ondergaan honderden huil hoofd ouder de guillotine zouden moeten verliezen. GROOT - BR I TT A N I EN. Londen-, den 9. October. Het schip de Duke of. Wellington vroe ger een oost-indiévaarder en thans in een oorlogschip, ten behoeve van don Pedro's zeemagtherschapen is zondag namiddag door eene stoomboot de rivier de Teems afgebragt waarna hetzelve on middellijk verder naar Oporto onderzeil gegaan is. Na aankomst te Oporto van den Duke of Wellington. zal dit schip hetwelk eene versterking aan donna Maria's smaldeel geven zalnaar men ver zekertvoortaan het vlagschip van den generaal Sartorias zijn. Voorts zijn in deze laatste dagen zoo uit Falmouth als uit Londen, nog -een-aantal manschappen en allerleikrijgsvoorraad naar de voor noemde portugesche.zeehaven algezonden. B E EGT E. Luik den 12. October. De zoogenaamde liberale bladen zijn zeer verbolgen over de benoemingen in de boven en regtbanken welke Z. M. Leopold J dezer dagen heelt gedaan, en waarbij de priester partij bewijs, van haren groolen invloed en vermogen heeft gegeven. De dagbladen der priesterpavlij verdedigen en regtvaardigen betgeen geschied is zoo goed zij kunnen; maar de liberalen nemen daarmede geen genoegen. Te Biussel hebben zij dit reeds voor eenige dagen, met dér daad door nachtelijke ketelmuzijk gepaard met kreten van verwenscbing van de geestelijkheid en de ministers, laten blijken. Te Luik, waar de. voornaamste tolk van de geestelijkheid, de Courrier de la Meusej zijnen zetel gevestigd heeft zijn zij gisteren in bewe ging geraakt. Het genoemde dagblad meldt daarvan het volgende: «Gisteren, bij het uitgaan van den schouwburg, verzamelde zich op het comedie-plein eene menigte menscben en begaven zich naar bet hotel van den gouverneur (nog de beer Tielemans) om hem eene se renade te geven. Het ware te wenschen, dat bet hiérbij gebleven wa re en men geene tooneelen van wanorde te betreuren bad. Na de. serenade begaf zich de menigte naar het hotel, dat de heer Raikem (de minister van justitie, die aan den Koning de benoemingen heeft voorgedragen) gedurende zijn verblijf te Luik bewoonde. Er; werd een verward geschreeuw en gefluit gehoord. Zoo beloonde men' met de ergste ondankbaarheid de Opofferingen van een der mannen die de uiéeste aanspraak op de nationale erkentelijkheid hebben. Een: voor ons katholijken nog bedroeven'der tooneel had voor bet bisschopt pelijk paleis plaats. Daar werden de smadelijkste kreten tegen de zen kerkvoogd aangeheven, gootpijpen, -welke men op weg had af gerukt, in den tuin gesmeten, de bel uit de deur getrokken, in een woord de beleedigingen ten top gevoerd. Wij zouden het tafej reel van deze nachtelijke expeditien onvoltooid latenindien wij ver zwegen, dat ook het kantoor van den Courrier de'la Meuse daarbij eene beurt heeft gehad." NEDERLANDEN. 'sGravenhage den t4. October. Eerstdaags, zal het hoofdkwsr tier van Tilburg naar 's Hertogenbosch worden overgebragt. j Te -Amsterdam is dezer dagen eene tweede ■paarden Ra derboot, tusscben de overzijde van het IT aan het Tolhuis en die stad in werking gebrngt, welk voertuig dat met goed gevolg op de rivieren in Noord Amerika gebruikt wordt voornamelijk bestemd is tot liet gemakkelijk overbrengen van. paarden en ander vee als mede van rijtuigen. Laatstleden donderdag is, in tegenwoordigheid der civile en mi litaire autoriteiten en eener groote menigte aanschouwersvan 's rijks werf te Vlissingen gelukkig en in de. beste orde van stapel gelooper. het schoone gebouwde fregat, de Rijn, geboord voor 60 stukken. Den 1 5. Heden heeft Z. M. de Koning zich vergezeld van Hoogst1 deszelfs heide Doorluchtige Zonen, en ecu zeer aanzienlijk gevolg, iri plegtigen optogt en onder het luide gejuich eene? van alle tan* ten samengevloeide menigte naar het paleis der staten-generaal he« geven en hunne gewone fitting voor dit jaar toet de volgende aan spraak geopend: Edel Mogende heeren! Gedurende de laatste uwer pas geslotene zitting deed zich moer dan eens het gegrond vooruitzigt op dat ik bij de opening uwef tegenwoordige vergadering aan u edel mög. het einde zoude mogen aankondigen van den bezwaarden toestand waarin bet dierbaar va derland sinds meer dan twee jaren ten gevolge van den belgischen opstand j verkeert. Mijne billijke verwachting heeft zich echter niet verwezenlijkt. De gematigdheid van de zijde Van Noord-Nederland aan den dag gelegd, en de opofferingen door mij zei ven aangeboden, in plaats van tot eene redelijke schikking te leiden hebben laatste lijk slechts eene vermeerdering der ons tegengestelde eischen voort- gebragt. Uwe vergadering zal zich door de mededeelingen welke mijnentwege, nopens den stand der onderhandelingen staan gedaan te worden kunnen overtuigen dat de dezerzijds daarin betoonde toegevendheid de uiterste grenzen is genaderd, welke haar, door 's lands bestaan, eer en onafhankelijkheid zijn afgebakend. Intusschen is het mij aangenaam aan u edel mogenden te kunnen betuigen dat ik van de vreemde mogendheden veelvuldige blijken ontvange van deelneming. Niet minder strekt het mij in die gesteldheid van zaken tot ge noegen aan uwe vergadering de. verzekering te geven dat onze ver- dedigings middelen overal langs de grenzen, op eeneti voldoenden voet gebragt zijn en dat de toestand der zee- en landmagt welker geoefendheid en krijgstucht, zoo wel als hare volhardende moed, deri hoogsten lof verdienen volkomen beantwoordt aan de zorgen die daaraan onafgebrokèn worden besteed. Mogten onverhoopt de belangen van het vaderland eene nog groo- tere krachtsontwikkeling vereischen dan is. daartoe het noodige, van nu af aan met vol vertrouwen op de gezindheid der natie, door mij voorbereid. De gewestelijke en plaatselijke besturen hebben de werkzaamhe den betrekkelijk de oproepingen en ligtingen voor de nationale mi litie en schutterijen wederom in dit jaar, met orde, beleid en lot beste gevolgvolbragt. De dienstpligtigen betoonen de grootste be reidwilligheid om zich aan hunne wapenbroeders aan te sluiten. Allen wedijveren niet onze vaste krijgsmagt in trouwe pligtsbetrachting. Het lot der betrekkingen van 's lands verdedigers wordt met edeU moedigheid verzekerd en de gewapende dienst daarenboven door ruime giften van de ingezetenen aangemoedigd. .Niettegenstaande de buitengewone toerustingen binnenslands, zijn Onze koloniën van de noodige schepen en troepen voorzien en is aan den handel en de visscherijen de vereischte bescbeimihg Vetdeehd. In de overzëfesche bezittingen heerscht de gewenschte inwendige rust. De minkostbare inrigtingwelke in Oost-lndië is kunnen wor den daargesteld en de meerdere uitbreiding aldaar aan den land bouw gegeven waarvan de weldadige invloed reeds merkbaar wordt ondervonden wettigen de hoop dat onze Oost Indische bezittingen voor het vervolg eene nog ruimere bron voor handel en welvaart zullen openen. Ook voor de West-Indische volkplantingen is onlangs meer ver eenvoudiging in het bestuur verordend; de daaruit voortspruitende besparing, gepaard met andere begunstigende maatregelen zal aan vankelijk ter leeniging kunnen strekken van de bezwaren die de nijverheid aldaar drukken en welker verdere opheffing zoo veel mogelijk liet onderwerp mijner bijzondeï'e aiandachl blijft uitmaken, In onzen handel en scheepvaart is veeleer eene toenemende le^ vendigheid dan teruggang bespeurd door den drang der omstan digheden in deze of geene rigling belemmerd hebben dezelve zich door het beleid onzer kooplieden en reeders in eene andere strek king weder aanmerkelijk uitgebreid. Wij bekleeden dus steeds, on. der de handeldrijvende volken de plaats die ons toekomt en die ik wensche wat ook ontrouw of geweld zouden pogen te ontnemen, aan mijne beminde onderdanen mede voor de toekomst te ver zekeren. De landbouw is door een vruchtbaar jaar gezegend geworden cn ook in vele andere bedrijven is eene mate van welvaart genoten die te midden der rampen welke het. vaderland treffen onze dank bare opmerking verdient. In alle de takken van het binnenïandsch beheer is een geregelde igangde verschillende besturen kwijten zich met orde en naauw- gezetheid van hunne pjigten. De staat onzer zee en rbierwerken is voldoende en wij hebben dienaangaande', dit jiar geene b jzondere onheilen te betreuren. Kunsten en wetenschappen bloeijen hoezeer ook de tijdsomstan digheden daarop noodwendig van invloed zijn; het onderwijs, waar aan alle standen dat gevoel van ware vrijheid en verlichting te dan ken hebben waardoor Oud Nederland zoo zeer uitmunt, handhaaft deszelfs roem. De vernielende ziekte welke bijkans geheel Europa geteisterd heeft, en waarvan wij, tot voor weinige maanden, nog genadejijk bevrijd waren gebleven, is eindelijk ook dit rijk binnengedrongen in vergelijking met andere landen levert het geheel getal van hen \yelke dooi' dezelve aangetast, en ook van lienwelke daaronder

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1832 | | pagina 1