ZIESI1BLZEESCHE COURANT. N°. 74. fa Vrijdag A". 1882. NI E UW S T IJ D IN G EN. den 14. September. Ï(H DüJTSCHLAtfD. Frankfort-, den 6. September. Van liet meer van Geneve \yordt den 18. Augustus bet volgende,gescli revenNegen weken lang heeft men in d^ze streken eene aanhoudende hitte, bijna zondereenigen re gen gehad. Daarmede zijn verschijnselen gepaard gegaan waarvan men zich geen voorbeeld herinnèrt. Te Genève geraakte het kerkhof op Plain-Palais hetwelk nogtans op eene tamelijk vochtige vlakte ligt in brand; het hooge gras op de graven de voor dezelve staande cy- -pressenboomen en de houten kruisen vatteden vuur zoodat wij we zenlijk brandende graven hadden. Merkwaardiger nog is hetgeen in het naburig Savoije bij het Magland voorviel. Eensklaps werd aldaar de brandklok getrokken, niet alleen in bet dorp maar in den ganschen omtrek overal in bet dalom de ingezetenen tot blössching van eenen ongebdorden brand bijeen te roepen; wantgeene buizen, geen stammen, •geen heidekruid brandden lüaarde wortelen der hoornen twee voet diép in de'aarde. Deze zonderlinge brand begon hij Seine (gemeente Arache) op de oppervlakte der aarde zag men niets, het heidekruid en de struiken bleven onbeschadigd tot op eens verscheidene boomen omvielen, eii vervolgens door het uit hunne wortelen opgaande vuur verteerd werden. Zoo is zeer veel hout, daar men hij de droogte geen genoegzaam water had eene prooi der vlammen geworden- De vrees voor dit onderaardsch vuur werd bij de ingezetenen zoo sterk, dat verscheidene dorpen geheel verlaten werden, en daar zich de arme lieden ook niet inde bosschen vertrouwden, bleven zij in weerwil der verzengde zonnestralen (gewoonlijk 4° Sr- r-) op de kale vlakte, waar ook dé bronnen begonnen op te droogen. Deze wortelbrand staat ongetwijfeld in naauw verband met de vlammen welke ten zelfden tijde op verscheidene plaatsen te Lucern uit den grond sloe gen. Eerst deregen welke wij voor eenige dagen hadden schijnt de zen wortelbrand gestuil te hebben. - Een onzer meest geachte bladen deelt een bijzonder berigt mede uit Berlijn, van 3o. Augustus, waarin op grond van eene opgave uit Petersburg gesproken wordt van eerlang te verwachten nieuwe Keizerlijke besluiten welke een helderder vooruitzigt voor de Polen zonden moeten openen. Men voegt er echter bij, dat;die besluiten in geenen deele zijn toe te schrijven aan den invloed van eene diplomatieke zending (die van den engelschen lord Durham.) «Voor het overige (dus merkt de berigtgever aan) moet men billij kerwijze onderscheiden wat in de russische maatregelen den alge- meenen toestand van Polen aangaat, of wat de bijzondere betrek king van enkele personen betreft, welke aan den jongsten opstand hebben deel genomen; ten aanzien der lantsten bespeurt men in al de gevallen waarin zulks niet door grove misdrijven of hardnekki- gen trots verhinderd wordt, ide werking van 's Keizers grootmoe digheid en genade; in de eerstgenoemde algemeene verordeningen daarentegen houdt men zich gestreng aan datgene wat de toestand des lands en de veiligheid der regering, gelijk ook de rust des rijks, als onvermijdelijk vereischen. Ook moet men bij de beoordeeling van deze aangelegenheden niet vergeten, dat vele duizende Polen in het buitenland nog iu openlijke vijandschap tegen de russische regering staan, en den oorlog gaarne weder zouden doen ontbran den." GROOT BRITTANNIE. Londen, den 4- September. Aangaande bet gevaar van oorlog waartoe, volgens bet gevoelen van vele personen, de nog hangende en lang gerekt wordende verschilpunten tusschen Hollanden België eindelijk moeten leiden, zegt de Courtier van gisteren dat, ofschoon beide de genoemde staten bij voortduring een oorlogzuchtig aanzien liouden geen derzeive echter dwaas genoeg zijn zal om de geduchte verantwoordelijkheid, van den eersten slag toe te brengen, op zich tc nemen. België toch zal zulks zekerlijk niet deen, daar hetzelve, zoo lang het zich stilhoudt, uit hoofde van deszei fs betrekkingen en verbindtenisscn sterkte noemen is; als aanvaller, daarentegen kan het zelve zoo om reden van deszelfs aardrijkskundige als staatkundige ligging, benevens om den beperkten aard van deszelfs innerlijke hulp bronnen zwak genoemd worden. Evenmin zet de staatkunde van Ilol- la nd luidens dit blad dien staat aan om den eersten aanval te doen daar zoodanig eene handelwijze de regtstreeksche en onmiddellijke tus- scbenkomst van Frankrijk, in overeenstemming met Engeland regt- vaardigen zou. De verschillen tusschen Holland cn België voegt er ter: slotte de Courrier bij zqllen derhalve den algemeene vrede van Europa allerwaarschijnlijkst niet verstoren; dit is bet groole punt en zoo lang Engeland er Frankrijk bet omtrent dit verlangen eens blijven, kan men vrij zeker aannemen dal, ofschoon men elders veel gerucbls en, bedreigingen maken mogetie tegenwoordige rust geen gevaar loopt van ernstig gestoord te zullen worden.. Te Manchester heeft liet gemeen des avonds van den 2. dezer, tus schen vijf en zes ure, bet c/w/e/Yi-hospilnal dier stad na alvorens bet grootste gedeelte der in hetzelve zich bevindende lijders naar hunne ei gene koningen vervoerd te bobhen, grootendeels vernield benevens aide bedden, tafels, draagberi ies, enz. welke in dit hospitaal aan wezig waren. De lusscbenkomst van de gewapende magt, alsmede de loffelijke bcmocijingen van ceneu roonisch-katholijkcu priester hebbeu aan dit tooneel van verwoesting een einde moeten maken. Negen rad- draaijers uit het woedend gemeen zijn hij die gelegenheid door de dra gonders in verzekering genomen. OverigeDS schijnt bet in stilte opdel ven van bet lijk van een jongetje van vier jaren hetwelk daags te vo ren aan de cholera gestorven was en welks hoofd na het overlijden, door de geneeskundigen van bet voornoemd hosj>itaal, van bet overige ligchaam afgescheiden was die in deszelfs plaatsin de doodkist eenen steen gelegd hadden de toomelooze menigte op het verkeerde denk beeld van het opzettelijk afinaken van dit jongetje gebragt, en tot deze verregaande ongeregeldheden aanleiding gegeven te hebben. Den 9. Eergisteren avond hebben de pruissischefransche en. nederlandscbe ambassadeurs, koeriers naar hunne hoven gezonden. Diengeheelen dag beeft er eene buitengewone drukte onder de leden van het corps diplomatiek gehcerscht ten gevolgezoo men zeide van depêches uit Weenen Berlijn Brussel en 's Gravenhage ontvangen. Er zijn bijeenkomsten gehouden tusschen den pruissischen ministerbaron Bulow den nederlandscben minister baron van Zuylen van Nyeveldde oostenrijksche zaakgelastigde baron von Neumann en andere ministers. Ook des avonds zijn de vreemde ge - volmogtigden weder vergaderd geweest; doch er schijnt geene confe rentie op het bureau van buitenlandsche zaken gehouden te zijn. De geruchten, die in omloop waren, kwamen niet overeen met bet geen door de ministeriële bladen dezer dagen omtrent eene miuzame schikking der zaken van Holland en België gezegd is. De broeder van den oostenrijkschen eersten minister, Prins Met iernick is bier dezer dagen aangekomen onder den naam van graaf Andreossy en moet met eene zeer belangrijke zending belast zijn. (Het is dus waarschijnlijk deze staatsman van wien de belgische bladen in de vorige week herhaaldelijk gesproken hebben en die een onderhoud met Vorst Leopold te Laken en met den heer de Meu- lenaere te Brugge moet gehad hebben.) Ons militaire dagblad United Service Journal behelst een ar tikel omtrent de middelen van verdediging welke Holland op de Schelde bezit. Dit opstel is des te opmerkelijker daar het gegeven wordt door deskundigen welke bij vroegere gelegenheden een deeL dier verdedigingsmiddelen uit eigen ondervinding hebben leeren waar- deeren. Zie bier wat het behelst«Vlissingen is de eerste forteres welke eene vlootbij bet inzeilen der rivier zou ontmoeten. In 1809, tijdens derzelver inneming door de Engelschen bad zij 80 stukken zwaar geschut, langs de voornaamste zeelinie; deze lagen allen op traverseeraffuiten en waren dienvolgens veilig voor bet vuur der sche pen gelijk volkomen bleek toen sir Richard Strachan's acht linie schepen zoo als wij gezien hebben niet den gevingsten indruk op dezelve maakten. Behalve deze hoofdlinie zijn of waren er twee onbeduidende buitenwerken, bet eene.boven het andere, beneden d'e stad, elk van welke eenige weinige stukken voerde die de rivier bestreken doch wal derzelver getal was herinneren wij ons niet. De batterijen van Gadzand aan de overzijde der rivier, liggen te ver om eene vloot die Ylissingen aantast veel te hinderen. Boven Vlissingen aan den zuidelijken uithoek van Zuid-Beveland ligt het fort Bath hetwelk den ingang van den lioofdarm der Schelde be- strijkt. Deze plaats was in 1809 niet gewapend maar is van aan merkelijke sterkte, en in 1814 van toereikend garnizoen en geschut voorzien zijnde, werd zij met voordeel verdedigd. Dit fort echter kon de schepen niet beletten op te zeilen want meteen goeden wind blijven zij te korten tijd binnen het bereik van deszelfs batterijen om door het vuur derzelve veel te lijden. Maar van den anderen kant vermogten schepen het fort niet in te nemen en deszelfs ver nieling indien zij al mogelijk ware zou geene vrucht aanbrengen aangezien bet zonder eenige waarde isuitgezonderd alleen als ver dediging der Schelde. Voorbij Bath komt men aan bet fort Lillo, dat eertijds in onze jaarboeken van zee- en krijgszaken zoo beroemd was. Dit fort alleen zou voor oorlogszaken oorlogschepen die den vasten wil hadden om de rivier op te zeilen geene volstrekte ver hindering opleveren; want de werken 'zijn niet hoog, en de stukken ofschoon zwaar en talrijk, liggen allen in schietgaten zoodat digte vlagen van schroot de kannoniers waarschijnlijk van hunne posten drijven zouden. Maar niet betrekking tot bet fort Liefkendioek dat op den tegenover liegenden oever der rivier geplaatst is is het geval geheel anders; want aldaar is.de hoofdbat.terij die er na de expeditie van 1809 aangelegd is, volgeiis bet plan van Montalambcrt gecasscmatteerd zoodat de artillerie en de artilleristen volkomen beschermd zijn zoo lang hunne steenen wallen overeind staan cu welke vloot zou zich lang genoeg kunnen ophouden', om dezelve te vernielen? De lagere batterij ligt echter gelijk met het waier, en daar de stukken en barbcUc schieten zoo zou dit werk geen zeer geduchlen weerstand kunnen bieden. Om redenen hierboven opge geven gelooven wijdat schepen wind en tij in derzelver voordeel hebbende zelfs tusschen deze beide forten zonden kunnen doorzeilen maar zeker zouden zij bet niet doen zonder zeer zware schade te lijden; eene schade, die, gevoegd bij hetgeen er iu het voorbij zei len van Bath en Vlissingen noodwendig geleden zou zijn beslissend zou wezen omtrent den uitslag van alle gevecht, hetgeen men te le veren zou hebben tegen eene plaats van zulk eene sterkte als de ci tadel van Antwerpen, ondersteund door de werken van hetVlaam- sclie hoofd, en gecommandeerd door zoo bekwaam cn zoo heldhaftig

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1832 | | pagina 1