3V°. 88. ZIERIEZ1ESCHE Vrijdag NIEUWSTIJDINGEN. A°. 1831. COURANT. den 4 November. J GROOT-BR1TTANNIEN. Lonben den 27 cctober- Eergisteren dingsdag ontving men bier het berigtdat Holland bet tractaat door de conferentie voorgesteld niet aangenomen had. Men verhaalde dat de engel- sche ambassadeur sir Charles Bagotbij eene officïele nota aan liet hollandsch gouvernement gevraagd had welke maatregelen het meende tp nemén bij het eindigen van den wapenstilstand die den 25sten verstreken zou zijn, en daarop ten antwoord had gekre gen dat de regering geene verklaring omtrent hare voornemens te dien opzigte kon geven. Hierop had de ambassadeur verzekerd dat zoo de hollandsche regering mogt goedvinden de vijandelijkhe den op den 25 te hernieuwen Groot Brittanje dadelijk tusschen beide zou treden welke Verzekering met dé meest mogelijke be daarheid was ontvangen. Toen dit berigt aan de conferentie medegedeeld was moet door lord Palmerston besloten zijn dadelijk maatregelen te nemen om de voorstellen der conferentie klem bij te zetten en door middel van de telegraaph order te zenden aan de vloot van admiraal sir B. Codiington van naar de Schelde te zeilen en zich gereed te hou den om naar gelang van zaken te handelen. Ten gevolge daarvan is die vloot, uitgenomen de twee grootste schepen woensdag, ten getale van veertien zeilen, van Portsmouth naaf Duins gezeild. Ondertusschen schijnt hetdat de vloot niet van daar naar de Schelde onder zeil zal gaan vóór nadere orders, en heden namid dag verzekerde men dat er tijding van Holland was ontvangen dat de koning verklaard had de vijandelijkheden niet dadelijk na den 2$sten te zullen hervatten maar zich tegen een aanval voor te be reiden. Den 28. Men heeft hier de dagorder van den prins van Oranje ontvangen. Men gelooftdat de koning der Nederlanden zijn be sluit niet kenbaar maken zal alvorens antwoord gekregen te hebben op de depêches die hij naar Londen gezonden heeft en er zatur- dag aangekomen zijn. Die depêches zouden- vooral betrekking heb ben op de bepalingen der Conferentie omtrent de vrije vaart op de hollandsche rivieren naar den Rijn. Men zegt dat de koning der Nederlanden hierover een eigenliandigen brief aan den koning Van Engeland heeft geschreven. FR A NKRIJK. Parijs, den 24 October. Sedert bet bekend worden van liet door de londensche conferentie overeengekomen vredesverdrag voor Hol land en Belgie, leest men in onze ministeriële dagbladen menig betoog, waarin dit verdrag als een waarborg voor het behoudt des algemeenen vredes afgeschilderden aan do pogingen der staats lieden, die hetzelve tot stand gebragt hebben de grootste lof toe gezwaaid wordt. De liberale oppositie, daarentegen, voert over dit traktaat de allerhevigste taal; beweert, dat hetzelve hoogstens een middel van uitkomst is voor het oogenblik; dat het vernede rend en uiterst nadeelig voor Belgie, en dus ook voor Frankrijk isen voorspeltdat een algemeene krijg met dit traktaat slechts verschoven is, onder ongunstiger voorteekenen voor Frankrijk. Men vindt nieuwe voorbeelden van' deze zoo uiteenloopende mee rlingen in het Journal des Débats eu den Courrier Frangais van beden Het eerste blad zégt, onder anderen het volgende: Wij bewerendat het belgisch vraagpunt in het belang van den vrede is opgelost, ofschoon wij nog niet weten, of, hetzij, Hol land hetzij Belgie, tot de voorstellen der conferentie van Londen is toegetredenwij beweren ditomdat wij het traktaat voor ons hebben omdat het op billijke grondslagen berust omdat het slechts belangen kwetstdie het onvermijdelijk kwetsten moest, om dat het ultimatum van het vredelievend Europa is, dat de laatste vönk van algemeenen krijg, welke nog op zijnen bodem glinsterde, uitdoofteindelijkomdat, gelijk wij reeds vroeger gezegd hebben n-oeh aan Holland noch aan Belgie iets anders was overgelaten dan een oorlog van beginselen té ontstekentoen de zaak der be ginselen tusschen de verschillende europesche kabinetten eene drei gende houding aannam, maar dat, nu de vrede tusschen de be ginselen gesloten is bet noch aan Holland noch aan Belgie staat de wereld te wapen te doen loopen voor de omsluitingen van hun grondgebiedof voor de vaart op hunne stroomen. «Dit zal men te 'sGravenhage begrijpen, alwaar men zal zien., dat de conferentie op denzelfden toon spreekt aan de bij, het wce- ner verdrag ten troon gebragte stamhuizen, als aan die, welke door de volkskeuze zijn verbeven; dit zal men te Brussel begrij pen, alwaarmen zich zal herinneren dat Belgie zijn aanwezen ver schuldigd is aan de bescherming van Frankrijkdat bet door Frank rijk voortleeft; dat bet tweemalen door deszelfs bedreigingen, i'n vervolgens door zijne legers gered is, en dat dus Belgie zonder schroom de bepalingen kan aannemen welke Frankrijk aan het zelve voorlegt. «Uit baren aard aan de overwegingen van eene wetgevende ver gadering onderworpen, zullen de bepalingen van het verdrag vele. harlstogtelijke redevoeringen tegen deszelfs aanneming uitlokken Ten slotte, echter, zullen zij aangenomen worden; zij zulleri dit omdat zij het kunnen omdat zij het moeten dewijl Europa be sloten heeft ze te doen aannemen omdat lord Grey noodig heeft rustig een nieuw verkiezingsstelsel in Engeland tot stand té bren gen eu omdat hij niet van de parlemehtshervorming wil af geleid worden door de gevoeligheden van koning Willemen Frank rijk behoefte gevoelt, om kalm en gelukkig deszelfs instellingen te ontwikkelen zonder door de tegenstribbelingeu der Belgen te wor den gestoord." De Courrier F rangais laat zich daarentegen in dezer voege uitj: «Er zijn ouder ons lieden, die gelooven, dat de Belgen vrij wel bedeeld Zijn, want, zeggen zij, indien Belgie geene sterke grenzen aan de zijde van Holland moge hebbenzal hetin geval van oor log, op Frankrijk, deszelfs natuurlijken bondgenoot, steunen: dit is even als Holland, indien het Maastricht niet bezat, bij eenen aanval zich op Pruissenden natuurlijken bondgenoot van dezen staat zou kunnen steunen. Maar hier valt niet te redeneren ge weld beveelt; de Belgen zullen alles aannemen dit is ook het een ige" wat van hun te doen staatom aan degenendie hen te willen vernietigen alle voorwendsel hiertoe te benemen. Hun minis ter (de heer de Meulenaere) beeft bet bun gezegdzij moeten beproe ven of het met deze bepalingen mogelijk zij, als eene Onafhanke lijke natiele kunnen bestaan. Het is dus eene proefneming, een uitsteleene losse brug over den afgrond geworpen Waarschijn lijk zal dit Europa tot de lente brengen. Maar' moet bet niet be vreemden, dat wij, de bondgenoten van Belgie, door gemeenschap van belangen en toestand aan deszelf lot verbonden datgene met toejuiching en loftuigingter beurze en in de kamer ontvangen wat do Belgen zelve met de stille verslagenheid der wanhoop ondergaan? Zij zien verder dan eene (oogenblikkelijke) rijzing of daling ter beur ze. In dien gij de overwinning, welke Frankrijk op de conferen tie behaald heeften de weldaden van onze buitenlandsche staat kunde naar waarde wilt schatten leest dan de rede van den belgi- schen minister. Hij schroomt geenszinsde oorzaak van deze nati onale ramp aan te wijzen Polen is gevallen en reeds kaast des zelfs ondergang op Belgie terug. De verdere gevolgen van deze ge- Volgen van deze gebeurtenis zullen zich niet minder, laten wachten de zes volgende maanden zullen het bewijzen." Den 26. Gisteren heeft dé kamer de beraadslagingen geëindigd overeen voorstel van den generaal Lamartjuehetwelk strekte om, bij wijze van voorzorgvan nu af aaneen korps van 3oo,oo» man nationale garde mobiel te maken. Hij beeft de vergadering gewezen op het voorbeeld van Pruissen en Oostenrijk met betrek- kii(g tot de aldaar bestaande landweer en op Spanje ten aan zien der provinciale militie en somalenes. Hem is voorgekomen dat bet duurzaam béhouct van een staat op eene reserve beru.st en dat met den voorgedragen maatregel die reserve zoude worden tot stand gebragt. De minister Périer heeft de voordragt bestredenen gemeend dat bij den tegenWoordigen vredelievenden stand van zaken, die zelfs de hoop deed geboren wordeudat men aan de zoo zeer ge- wenschte ontwapening zoude kunnen gaan denkenhet zeer onge raden zoude zijn zulk een kostbaren en tevens oorlogszuchtigen maatregel te nemen. Hij heeft voor het overige de vergadering be rigt, dat de rollen voor de dienst der nationale garde en der re serve een bedrag opleveren van 6,319,345 personen, waaronder niet minder dan i,256,83i ongehuwde mans, yan 20 tot 35 ja ren; hij heeft begrepen dat men slechts drie maanden tijds noodig had om uit deze massa eene reserve bijeen te roepen en des noods te veld te brengen, en dat men te geruster de toekomst koude afwachten daar men den geheelen winte.i voor zich had. De generaal Lamarcjue heeft de meening van den minister bestre den vooral wat den tijd betreft welke het vormen! van eene réser ve behoeft, en beeft gemeend dat, bijaldien Frankrijk eene gröo- tere legermagt had bezeten het zicli meer had kunnen doen gel den', en nimmer zonde hebben moeten gedoogeudat Polen teil eene male was bezweken. De maarschalk Soultminister van oorlogheeft te kennen ge geven dat, daar hij eerlang de Hgting van j831 zal voordragen, bet leger van' den staat tct 5oa,ooo man: zal aangroeijendat de voorloopige werkzaamheden voor het mobiliseren van de natio nale garde hebben plaats gehad, eh dat dus de oproeping gevoe gelijk kan worden uitgesteld. De maarschalk Clauzel heeft den minister geantwoord, en in 't algemeen de noodzakelijkheid van eene reserve doen gelden. Naar zijn oordcel bezit Frankrijk thans 4a" battaillons; de mogendhe den meer dan 1000; Frankrijk 3oo eskadrons de mogendheden meer dan i5oo. Hij wilde wel toestaan, dat de Franschen braaf zouden vechten, maar meende, dat zij op dergelijk eene overmagt geene voordeelen zouden kunnen behalen. De heer Thiers heeft de vredelievenden bedoelingen der mogend' heden doen opmerken en gemeend dat dezelve door hetgeen na den val van Warschau, nopens Belgie, liad plaats gehad, genoeg zaam waren gebleken. Hij heeft zelfs geoordeeld, dat de mogend heden' zich bij uitstek toegeeflijk ten aanzien van Frankrijk hadden

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1831 | | pagina 1