MEMIKZEËSCHË
4\ Ï83i.
O R A W Ti
Dingsdag
den 2 Augustus
ft0. til»
NIEUWSTIJDINGEN.
DUiTSCHLAND.
y Frankfort den 24 julij. Uit Konstanlinopel sclirijFt men den
jrinfj dat de sultan te Adrianopel alle harten gewonnen lieeft
d':>or de groote bezorgdheid, die nij voor-het welzijn zijner onder-
driisei. heeft geloond- Ilij heeft er alle publieke gestichten bezocht,
ouder de behoeftigen aanzienlijke sommen gelds doen uitdeelen
tti zps maal honderd duizend piasters bestemd voor het herstellen
wit de groote brug van IVJustnpha pachadie zich in een zeer boUw-
v&tfigeo staat bevond. Ook heeft hij vele exerciticn van het krijgs-
vtulk bijgewoond. Zijn vertrek van Adrianopel was tegen den 22
fv paald, en zoodra hij te Konstantinopel terug gekeerd zal zijn
lunet de fransche gezant, de generaal Guillemi/iol, zijne afscheids-
^udientie hebben en onmiddelijk de reis naar Frankrijk aannemen
Rlrti is te Konstantinopel niet zonder ongerustheid voor de pest
die er zich begint te openharen en te Smyrna sterk regeert. In die
Ia- »tste slad sterven dagelijks tusschen de vijftig eu zestig menschen
tsS. {tegenstaande omtrent veertig duizend invvOuei's van daar vertrok
ken zijn,
Oen >6. Een brief uit Jassy van den 11 dezer behelst het
Wtgende: Onze toestand heelt den hoögsten top der ellende be-
r ïkt, onze eenzame stad gelijkt n&ar een groot kerkhof. De pest,
eene'treurige toegift van de turkscb'e hëéfsth^ppijivaren wij
ou onderscheidene tijden gewoon thans heeft ons dè russische den
verl ergeren vijandde cholera mot bus aanheb ragt. De pest, zoo
dikwijls zij zich openbaarde, begon langzaam en tastte gemeenlijk
sirehfs personen liit den lageren stand aandoelmatige diëte en
zorgvuldig toezigt waren behoedmiddelen tegen have besmetting
ha-re slagtoffers hij eene bevolking van 3o,ooo zielen beliepen
als zij. het hevigst woédde, dagelijks niet meer dan 80, en had
iij deze hoogte bereiktdan daalde zij spoedig weder en verdween;
BK*ar deze nienwe plaag, vreesselijker dan de pest, heerscht nu
rwls sedert vijf weken met dezelfde hevigheid in ouze stad. Spoe
dig was het getal van hare slagtoffers dagelijks op 100 geklommen
e«ï fhans is hetzelve tiisschen de 200 en 3oo. Geen stand, geen
ouderdom geen geslacht blijft daarvan verschoond, bijna alle ge-
nrosbeeren de hoofden van bijna alle bojarenfamilieniuzonder-
t*rid de oudste, zijn door baar evenzeer als de menigte van armen
«n behoeftigen weggeraapt, en bij de hitte van het jaargetijde schijnt
bare woede nog toe te nemen.
Berlijn, den 25 julij. Naar losse geruchten zou de poolsche
armee den 18 weder naar den refter-oever van de Weiehsel zijn
gedaan, om de Russen in en bij Lublin aan te grijpen. Van den
aitderen kant verneemt men uit de omstreken vati Nieszawa dat
de overtogt der Russen over de Weiehsel sedert den 17 onafgebro
Len voortduurde en dat den 19 de grootvorst Michael met de kei
aerlijke garde aan die rivier werd gewachtom haar ook te passe
renzijne voorposten stonden dien dag te Kowal. Naast de schip
bragdie bij Nieszawa geslagen is werd ook eene pontonshrng
gelegd, die den overtogt zeer gemakkelijk zou makeu vooral voor.
een groot anilleriepavk en eene menigte wagens. Het russisch
torps, dat op den liuker-oever moet ageren, .is ten minste twintig
duizend man sterk. E)en 17 was liet russische hoofdkwartier nog
in Lipno en dien dag had tusschen die stad en Plozk een onbe
duidend voorpostengevecht plaats geliad.
Volgejis berigten van de poolsche grenzen van den 22 dezer,
had ii»en zich te Warschau met de hoop gevleid, dat het den ge
heraal Ckrzanowski zou gelukken, het korps van den russischen
generaal Rudigcr geheel te verstrooijen of gevangen le neméndeze
hoop schijnt echter naar de jongste tijdingen niet vervuld te zijn
veel meer moet hïen daaruit als zeker afleidendat de poolsche
troiepen bij de laatste gevechten slechts met een klciri vooruitgezon-
deii gedeelte van dit korps hebben te doen gehad en dat de hoofd-
inagt eéne geconcentreerde stelliug ^in het wojewodschap Lublin
iniieenjt. v
Alen gelooft echter, dat hetzelve bestemd is om bij pulawij over
de Weiehsel te gaan er» in verband, met de russisische hoofdarmee
tegen Warschau te opereren waardoor deze stad te meer ia het
itaauw 7,ou komen naarmate hei mpeijelijkèr wezen zoude, een
zoo groot aantal ingezetenen en daarenboven bet aldaar opeenge
drongen krijgsvolk behoorlijk le provianderen, vermits aldaar nu
reeds gebrek in dit opzigt schijnt te bestaan. Wanneer het zich
bovendien bevestigt, dat er zich ook gebrek aan buskruid begint te
openbaren, kan bet einde van den. oorlog in Polen wel naderbij
zijn dan men denkt. Uit bet wojewodschap Augustowovèr-
tieemt men dat den 17 en 18 dezer 20,000 man russische troepen
uit Litihauen komende, naar de hoofdarmee opgerukt zijn.
GROOT-B R ITTANNIEN.
Londenden 27 juiij. Zaterdag middag is er op het bureau van
buïteniaifdsche zaken een kabinetsraad gehouden die des morgens
belegd was en na welks afloop de ministers der vijf groote mogeud-
lieden eene conferentie hebben gehad.
Maandag namiddag is er weder eene conferentie gehouden van
de ministers tier ;vijf' groote mogendheden. Daarbij waren tegen
iWoordig Je russische, fransche en oosfenrj'iselie ambassadeurs, de
baron van Wessembergbuilengewoón gezant van Oostenrijk; de
graaf Malnscewiez, buitengewoon gezant van Rusland en de burg
graaf Palmerslon.
De aanspraak van den koning der Franscben heeft tot eene
zeer opmerkelijke woordenwisseling in bet parlement en bijzonder
in bet hoogerhuis aanleiding gegeven. Daar beeft de graaf van
Aberdeen, de voormalige minister van buitenJar.dscne zaken van
het tegenwoordig bestuur ophelderingen gevorderd over den staat
der betrekkingen tusschen Frankrijk en Portugal en over de ver
klaring, dat de belgische grensvestingen geslecht zonden worden.
Hij meende, dat de regering, door zoo oude traktaten, als tus
schen baar en Poriugal bestondenverpligt was geweest al haren
invloed té gebruiken om haren bondgenoot te behouden tegen de
rampen die hem bedreigden en eindelijk ook Engeland in moeije-
lijkheden zouden wikkelen. Hij beklaagde zich zeer, dat de minis
ters aan die verpligting niet voldaan hadden en verklaarde, dat
bet aan de natie niet onverschillig kon zijn te hooren, dat de por-
tugecsche oorlogschepen in Frankrijks magt zijn en de driekleurige
vlag voor Lissabon wappert. Wat het tweede puntbet slechten
van de vestingen of een gedeelte daarvan op de belgische grenzen,
betrof, drong hij ten sterkste aan dat de regering de redenen zou
openleggen die haar bewogen hadden om toe te staan dat de grens-
verdediging, die vijftien jaren geleden ten koste van zoo veel engelsch
geld en bloed opgerigt en daargesteld was om de Nederlanden te
beschermen eii niet om Frankrijk te bedreigen, nu vernietigd zou
worden. De eerste minister, graaf Grey, ontkende de verbin
dende kracht der traktaten met Portugal niet; doch hield staande
dat zij Engeland niet verpligten om dat land te verdedigen icgea
den aanval van een derde magtdie het door eigen wangedrag be-
leedigd beeft, en vooral niet wanneer het bestaand gouvernement
van dat land niet door het eDgelsch hof was erkend. Hij beweerde
voortsdat bet nu ongepast zijn zou openlijk te onderzoeken iu
boeverre Engeland gehouden was in den twist van Portugal met
Frankrijk tusschen beide te komen; doch beloofde ter gelegener
uur alle mogelijke inlichting te zullen geven en te toonendat bet
bestuur in deze steeds de ware belangen des lands in bet oog had
gehouden. Over de vraag omtrent de belgische grensvestingen liet
de minister zich breedvoeriger uit. Hij zeidedat elk, die de
zaken uit een staatkundig oogpunt beschouwde, erkennen moest,
dat, na de scheiding tusschen Holland en Belgie in twee afzonder
lijke éa onafhankelijke koningrijken de vestingen van Belgie niet
op den ouden voet konden onderhouden worden, en dat sommige
dier vestingen moesten worden gesloopt. Hij deelde aan het huis
den inhoud van een tot nu toe onbekend staatstuk mede te we
ten een protocol van den 17 april, door de vertegenwoordigers van
Oostenrijk, Rusland, Pruissen en Engeland geteekeudwaarbij
deze verklaard hadden dat de grensvestingen van Belgie te talrijk zijn
voor de geldmiddelen van bet nieuwe rijk eu daarenboven geen
genoegzamen waarborg voor de onafhankelijkheid daarvan opleveren
weshalve, zoodra de, onafhankelijkheid zou erkend zijn door de
staten van Europa, zij in onderhandeling zouden kompn over de
b'jzondere vestingen die het gepast zijn zou te doen slechten. Dit
besluit, die niet op aanvraag van Frankrijk was genomen, was
den 14 dezer maand ter kenüis van den prins de Talleyrand gebragt,
die biervan zijn gouvernement dadelijk berigt gezonden en bet daar
door in staat gesteld had biervan melding in 'skonings aanspraak
te maken. De minister verklaarde alweder, wanneer het daartoe
tijd zijn zou, te bewijzen, dat de politiek, die bij en zijne ambt-
genooten gevolgd hadden ten aanzien van Belgie en Frankrijkover
eenkomstig Was met de belangen van Engeland en met de waardig
heid der engelsche kroon. De hertog van Wellington nam geen
genoegen met dit aiitwoord eu begreep eenige bijzonderheden te
moeten vermelden ten öpzigte van het aauleggen dier vestingen. Na
dat bij het traktaat van 1814 '1C' koningrijk der Nederlanden was
opgerigt, werd tusschen de ministers van den koning van Engeland
en den koning der 'Nederlanden overeengekomendat op de bel-
gische grenzen eene linie van vestingen aangelegd zou worden ten
koste van Engeland ert Holland. Dit werd bij het traktaat van Pa
rijs van 1 Öi5 door Oostenrijk, Kusland en Pruissen goedgekeurd,
die daaraan ook hun aandeel betaalden, als zijnde zij van oordeel
dat geheel Europa een gemeen belang had in het beslaan van die
vestingen en dus doende zijn deze het eigendom geworden van
Engeland, Holland, Oostenrijk, Rusland en PruisseD, en kan daar
over niet dan met eenparige toestemming van deze vijf mogendhe
den beschikt worden. Hij beklaagde zich dat Holland, die partij
was in het oorspronkelijk traktaat, niet geraadpleegd was in het
protocol over de vestingen en betoogde, dat Frankrijk, die geen
penning daaraan betaald had geen regt kon vermeenen op dezo
vestingen welke nooit strekken konden om Frankrijk te bedreigen
maar alleen als middelen van verdiging tegen dal land. De hertog
keurde het gedrag der regering met betrekking tot Portugal leu
hoogste af, en meende, dat het gevolg daarvan zijn zou, dat Por
tugal, r>u het zich van zijnen oudsten bondgenoot verlaten zag.
zich in de armen van Frankrijk zou werpen. -- Lord Grey heeft
vervolgens zijn leedwezen betuigddut de staat der plaats hebbende