w
yh
X
■?-- -
T
- -
r—
v Tuvléï' Andè'ëéfthier uil blijkl 'dat zij •,- 'vóói* dé komst der
V^öépéïi-, uil éigene fee wègio'gve 1 dVéïrscfeun s i'nge rt hadden aangelegd;
<oift rich tegén 'dé aanvallen dér opstandelingen tè verdedigen. Iiei
SveVtig gèzag is te Hüls\ wéUer geheel hersteld. Yan Sas van Gent
tol aan ter Neuzen-zijn velé- 'versterkingen opgeworpen.
I/ilnssehèn wordt door genoemden generaal onder dagteekening
van den 17, gemeld, dat aè Belgen altijd nog vijandelijke oogmer
ken omtrent Staats-Ylaandefèn hebben. Zeer vele bewegingen wer
dén onder lién aan die zijde bespeurd, terwijl men zelfs dien mor
gen tiissclien 9 en 10 ure te Ylissingen kanonschoten had ge
boord, in de rigling van Biervliet. Een brief van den luitenant-
kolönel Ledel, 's namiddags ten 5 ure te Middelburg, bij den gene
raal Desloinïre ontvangen, hield in, dat die hoofdofficier vernomen
had, dat de muitelingen Biervliet hadden -aangevallen en hij lui-
fcénant-kólonël niet geloofdedat zij zich zouden sloren aan het
geen ;v&n den kant der mogendheden werd bekend gemaakt. Hij.
had van dién aanval nog geen stellig berigt, maar was op zijne
h-oede. De. generaal Destombe zóu ten gevolge van dien zich den
t-8 weder vroegtijdig naar Staa.ts-Vlaandereu begeven.
- De geestdrift is 1 in Zeeland niet minder dan in de overige
gfewesteft van het oude Nederland. Twee compagnien zeer goed
geoefende Walchersche boeren van den eersten ban zijn op hun
Verlangen naar Staais-Ylaanderen overgezet, om hetzelve te hel
pen verdedigen. De mobiele schutterijen dier provincie volbren
gen met ijver naren pligt. De Middel burgsche cn Zierikzeesche
schutters bevinden zich thans ia het eiland van Zuidbevelandwaar
tij langs de vlaamsche kusten bij de boereu zijn gekantonneerd.
Ook aan giften ontbreekt het in die proviueie niet zoo als de op
ga ven in de Staatp-courant bewijzen. Onlangs is ook door den beer.
district commissaris jonkheer./?'". A. de Jonge, wit naam van èenige
Ingezetenen der.slad Zierikzee, verzonden 120 paren wollen wan
ten, voor het mobiele leger ol voor het garnizoen Ie Breda; 100
paren aan den vice-admiraal Goblusvoor de marine en 86 paren
aan de kompagnie mobiele Zierikzeesche schutterijthans te Krui
dingen-
PROTOCOL der conférenüën van de ministers der
vijf verbonden piosendheden ie Londen vér
een igdvan den 9 januari'j 183 i
Tegenwoordig de gevolmagtigden van Oostenrijk Frankrijk
óroot-Brittaunien Pruissen en Rusland.
De gevolmagtigden der vijf verbonden hoven- zijn bijeengekomen,
ten einde te onderzoeken de reclamatien welke het hof van Lot-
den van den kant van het provisioneel gouvernement van Belgie
ontvangen heeft tegen de verlenging der maatregelen, welke bij
voortduring de vaart op de Schelde belemmeren, als ook van den
kant van Z. M. den koning der Nederlandentegen de doof de bel
gische troepen gepleegde vijandelijkheden;
Overwegendedat het protocol no. 1 van den 4 november
i83o medebrengt, dat de vijandelijkheden van weerskanten zullen
ophouden;
Dat het provisionele gouvernement van Belgie zich, bij het, ate
bijlage onder letters B ,1 aan het protocol no. 2 gevolgd document,
verbonden heeft tot het nemen der noodige maatregelen opdat
alle vijandelijkheden van den kant van Belgie, tegen Bolland, zou
den o.houden
Daarenboven overwegende dat Z. M. de koning der Nederlan
den bij het document, onder letter A, bij het protocol uo. 3,
van den 17 november t83o, overgelegd, verklaard heelt, dat hij
het hierboven'-.vermeld voorstel (dat van het volkomen ophouden
der vijandelijkheden van weerskanten), naar luid van het prolokol
n.o. 1 der conferentie, aannam;
Dat liet protocol nó. 2, van den 17 november, medebrengt,
dat,, »daar de wapenschorsing van weerskanten overeengekomen was
zulks eene verbindtenis jegens de vijf mogendheden daarstelt, en
men van weerskanten het regt zal behouden om vrijelijk zoo
ter zee als te land gemeenschap te houden met de landen plaat
sen en puntenwelke de respective troepen bezetten buiten de
grenzen, welÖe Belgie, vóór het tractaat van Parijs, van den 3o
mei 181 4j van de Veveenigde Nederlaudsche provinciën scheidde;"
Ifpsgelijks overwegende dat de mogendheden .bij het protocol
no. 3, van den 17 november, »de verbindtenis tot eene wa
penschorsing beschouwd hebben als eene jegens hen zelveti aange
gane verpligtingvoor welker uitvoering zij voortaan zelve gehou-
deu zijn te waken f'
Dat, bij bet volgende protocol no. 3, van den 3o november,
de gevolroagligde van Z. M. den koning der Nederlanden de vijf
veveenigde mogendheden de volle toetreding van den koning, zijn
meester, tot hunne protocollen van den 17 november i83o heeft
te kennen gegeven;
Dat het, van dat oogenblik af, verstaan cn begrepen was, dat
de vijandelijkheden wegens welker ophouden gehandeld was, ge
heel en al, zoo te land en ter zee, zouden opbonden en in geen
geval hervat zouden worden aangezien de wapenschorsing bij de
reeds aangehaalde protocollen van den 17 november, onbepaald
verklaard was en bet ophouden der vijandelijkheden bij de proto
collen no. 4 vaI1 den 3o november, en no. 3, van den 10 decem
ber i83oonder den onmiddelijken waarborg van de vijf mogend
heden was geplaatst;
Dat de aard en waarde dezer verhindtenissen reeds den 6 de
cember aan het provisionele gouvernement van Belgie verklaard
en uitgelegd waren, door middel eener nota van lord Ponsonby en
den heer Bressonten gevolge van welke het povisionele gouver
nement van Belgie verklaard heeft, dal het 'col het protocol van den
7 november toetrad
Ten laatste overwegende, dat er, op het goed vertrouwen de
zer toetreding eene gemeenschappelijke demarche der vijf mogend
heden bij Z. M. den koning der Nederlanden heeft plaats gehad,
met oogmerk, om de volkomen intrekking der maatregelen te ver
werven welke als nog de vaart op de Schelde belemmeren
Zoo zijn deze gevolmagtigden eenstemmig van oordeel geweest
dat de pligt der vijf mogendheden was, om de hand aan dc op'
regie spoedige ëh 'volle uitvoering ie hóuden der verbindletiissc»
wélke zij verklaard hebben jegens zich zei ven te hebben aangegaan.
Dien ten gèv'olgë hebben de gevolmagtigden besloten, den gevol
magtigden van Z. M. den, koning der Nederlanden te kennen te
geven, dat dë vijf mogendheden, het volkomen staken dei* vijan
delijkheden ónder hunnen waarborg hebbende genomen zij niet
kunnen toelaten dat Z. M. bij eenigen maatregel zou volharden
welke eenig vijandelijk kenmerk voert, en dat, daar dit kenmerk
mede bespeurd wordt in de maatregelen welke de vaart op de
Schelde belemmeren, de vijf mogendheden zicte. yot pligt gevoelen,
om, voor de leatste maal, de intrekking daarvan, te vordereii.
De gevolmagtigden hebben aangemerkt dat deze intrekking vol
komen moest wezen en derhalve de vrije vaart op de Schelde her
steld moest worden zónder andere tol- of onderzoekings-regteti dan
die, welke, in 1814 5 vóór de vereeuiging van Belgie èn' "Holland
ten vooi'deele der neutrale schepen én die welke in de bëlgische
havens te huis behoorengelegd was, aangezien Z. M. den koning
der Nederlanden, hij monde, van zijnen gevolmagbgdenverklaard
heeft, dat de in de bëlgische havens \e huis behoorende schepen piet
beleedigd of aangedaan waren of zouden worden, zooM^ng dë
Belgen, de schepen, en de eigendommen der noordelijke provin
ciën des rijks niet zouden beleedigen of aandoen.
Overtuigd, dat de koning, in hoogstdeszelfs braafheid eh wijs
heid, niet aarzelen zaltot al de punten hunner vraag toe te
treden vinden zich de, gevolmagtigden niettemin gedwongen bij
deze te verklaren dat de verwerping dezer vraag, door. de vijf
mogendheden als eene vijandelijke daad tegen hen zou beschouwd
worden en datzoo op den 20 januarij die maatregelen, welke
de vaart Op de Schelde belemmeren overeenkomstig de beloften
van Z. M. zéïven niet mogten zijn ingetrokken de vijf mogend
heden zich voorbehouden, zoodanige besluiten te nemenwelke zij
voor de spoedige uitvoering hunner verhindtenissen noodzakelijk
zouden Oordeelën.
De gevolmagligdenonderrigt geworden zijnde, dat er eene
hervatting der vijandelijkheden voornamelijk in de ommestreken
van Maastricht, heeft plaats gehad, dat eenige bewegingen onder
de belgische troepen het oogmerk om die vesting te berennen aan
kondigde en dat hunne troepen de stellingen verlaten hebben
welke zij móesten blijven bezetten tot de bepaling der definitieve
linie van wapenstilstand krachtens de hier nevensgaande verkla
ring van het provisioneel gouvernement van Belgie, van den 21 no
vember ï83o, gemaakt, hebben door eene regt matige reciprociteit
gedreven besloten hunne commissarissen in Belgie te magtigen
om het provisionéel gouvernement te verwittigen dat de vijande
lijkheden waarvan hier boven melding is gemaakt, binnen den
korts mogelijken lijd gestaakt moesten worden en dat de belgische
troepen, naar luid der hier boven vermelde verklaring, dadelijk
moesten terugtrekken in de stellingen, welke zij den 21 november
bezet ledèn.
De commissarissen zullen daarbij voegendatindien de troe
pen op den 20 januarij, niet in gezegde stellingen zouden zijn
teruggekeerd de vijf mogendheden de verwerping hunner vorde
ring te dien aanzien als eene vijandelijke daad jegens dezelve be
schouwen en zich voorbehouden zullen; om alle zoodanige maat
regelen te nemen, als zij raadzaam zullen oordeelenom de ten
dien einde door hen aangegane verhindtenissen te doen eerbiedigen
en uitvoeren.
De gevolmagtigden herhalen overigens hij het tegenwoordig pro
tocol de plegfige verklaring, dat het volle en wederzijds staken,
der vijandelijkheden onder den onmiddelijken waarborg der vijf
mogendheden geplaatst is, dat zij de vernieuwing er van in geen
geval zullen dulden en het onveranderlijk besluit hebben genomen
om de vervulling te verwerven van de besluiten welke hun door
regtvaardigbeid en door weldaad van den algemeeuen vrede voor
Europa te bewaren, wordt ingegeven.
(get) v Esterhazij.
Weissfnberg.
Tallei jr and.
Palmerston'.
Bulow-
Lieven.
M'astüclievvltcl'li.
Yoov copie conform,
(gei.) Pdnsoneïj.
Bresson.
BEURSPRIJS DEB RECFWSSEN.
Amsterdam den 21 Januarij. h 'CL
22 7/- 4 '>t>
A-B-V ERTENTIEN.
Do PROVINCIALE GENEESKUNDIGE COtóMISSIE
van Zeeland, ontwarende, dat eenige Medicina-Doctoren en Heel
meester ten Platten Lande nalatig zijnbij de behandeling der
KINDERZIEKTE, biervan 'binnen 24 uren aan Geneeskundige
Commissie van bun Ressort behoorlijk kennis te geven; wil dezul
ken bij deze hebben aangemaand, om aan deze hunne verpligting
stiptelijk te voldoen, ten einde voornoemde Provinciale Commissie
in slaat zoude zijn die maatregelen te kunnen daarstellen als
welke meest g schikt zijn om de verdere verspreiding dier ziekte
zoo veel mogelijk tegen te gaan.
MinDF.i.BURGden i"j Januarij i83't.
De Provinciale Geneeslatndige Commissie voorn.
Uit naam derzelve,
J. R. de VA SS IJ, President.
Js. de MAN, Jz. Secretaris.
TE ZIERIKZEE, bq A. DE VOS, JZ., Boekdrukker.