zierikzeesche Wo. 57. BESTUREN EN ADMINISTRA TIEN. Burgemeester en wethouders der stad zierikzee. NIE U W S TIJDINGEN. Vrijdag Ao. 18S®, COURANT, den 16 Julij. PUBLICATIE. Brengen hij deze ter kennis van alle Autoriteiten Corporation Kollegiën en verdere Ingezetenen dezer Stad en territoirdat het Zijne Majesteit behaagd heeft, bij Besluit van den a3 Junij jl. no. 17, tot Kommissaris van Policie dezer Stad te benoemenden Heer Willem Borrendamme Ingezeten dezer Staddewelke op heden zijne Functiën aanvaardt. Wordende allen en een iegelijk uitgenoodigd om dezen Ambtenaar als zoodanig ie erkennen en denzelven in de uitoefening zijner dienstverrigtingea te respecteren alom waar zulks zal worden Vereischt. Zierikzee, den 11 Jul ij i83o. Burgemeester en Wethouders voornoemd K. W. de JONGE, Wethouder Lo. Ps. Ter ordonnantie van Dezelven De Stads-Secretaris W. J. P. KR OEF. 'FR'ANRR IJ K. Pak risden 9 julij. Een en twintig kanonschoten hebben aan de Parijzenaars aangekondigd, dat Algiers-in handen der Fran- sche n is. Heden ochtend heeft het ministerie deze blijde tijding met de "volgende telegrafische depêche ontvangen »De stad Algiers heeft zich. den 5 dezer, des middags ten twaalf tireop genade overgegevenen ten twee ure woei 's konings vlag van het paleis van den dey. «Alle de fro.ische schipbreukelingen die te Algiers gevangen za ten hebben bet leven behouden. «Vijftien honderd metalen stukken geschut, twaalf oorlogsche pen de tuighuizen voor de zee- en landdienst, de voorraad van wapenen en krijgsbehoeften zijn dien gedenkwaardigen dag in onze handen gevallen." Men verhaaltdat de overgave van Algiers het gevolg van een opstand is geweest, waarin de dey afgezet en volgens sommigen vermoord zou zijn. De .Arabieren van binnen 's lands zouden nog niet onderworpen zijn. Volgens de officiële rapporten twee dagen geleden omtrent de verrigtingen van het leger ontvangen waren de fransche troepen den 29 junij meester van de hoogten, die het keizers kasteel be strijken en hadden zij vijf en twintig stukken belegeringsgeschut veroverd. Den 3o waren zij begonnen met het berennen van dit kasteel. De europesche consuls bevonden zich in den wachttoren met eene fransche en turksche sauvegarde. Zij verhaalden dat in Algiers groote wanorde heerschte. De generaal de Bourmont schreef den 28 junij uit de legerplaats van Sidi Khalefdat de aanval., dien hij tegen den 26 voornemens geweest was te doen, geene plaats had gehad, om dat hij het ge raden oordeelde te wachten tot dat cenig grof en een gedeelte Yan de benoodigdheden voor de artillerie en genie tot digt achter de eerste linie zou aangekomen zijn. Van dien tusschentijd had de generaal Valazé gebruikgemaakt om den weg, dien bij tusscben Sidi Feratch en SidiKhalei aangelegd had, te volmaken, zoo dat die ook voor wagens gemakkelijk te gebruiken werd. Langs dien weg waren verscheiden verschansingen opgeworpen en met het ge schut, aan den vijand ontnomen, beplant, om de veiligheid der konvooijen te verzekeren terwijl men door het Ontschepen der paar den voor de belegerings-artillerie in staat geweest was kogels en andere behoeften van allerlei aard tot nabij Algiers te vervoeren. De generaal beklaagde zich over het onophoudelijk schermutselen met den vijaudwaardoor, na het treffen van den 24 zes h. zeven honderd man buiteu het gevecht zijn gesteld, hoewel hunne won den over het algemeen niet zeer gevaarlijk zijn als zijnde meestal veroorzaakt door snaphaankogels op een verren afstand geschoten. Eerst sedert den 27 waren" eenige manschappen door het vuur van twee vier en twintig pondersdie de vijand in zijne stelling g eb ragt had, geraakt, cn hierdoor was den hataillons overste Bornes, een zeer bekwaam officier, een arm weg geschoten. Dit had den ge neraal bewogen een einde aan dien staat van zaken te maken en den volgenden dag, den 29, den vijaud aan te grijpen. De Be- douinen waren weder in groote getale op den regterkant van de fransche linie van gemeenschap verschenen. De generaal eindigde zijn rapport met versterking te vragen, om de geleden verliezen te kunnen herstellen. Gelijktijdig, ook den 28 junij, schreef de admiraal Buperré uit de haai van SidiFeratch het volgende: »Na den storm van den 16, waarin de vloot eenige have rij ia ankers en touwen geleden hadis zij den 26 weder door een storm beloopendie haar grooter verlies en schade heeft toegebragt. Verscheiden schepen waren van de ankers geslagen en hadden hunne kabels kettingen en ankertouwen die niet sterk genoeg Wa ren gebroken. De veiligheid \an de vloot bad in gevaar kunneri gerakende stormen komen dikwerf terughoezeer men in het goede jaargetijde is, en alsdan wordt de zee verschrikkelijk. 'Ik zie thans wel in, dat het in de baai niet'te houden is. Onder- tusscben zonder de tegenwoordigheid van een gedeelte der vloot kan er geene landing van goederen plaats hebben en het leger geen toevoer van levensmiddelen bekomen. De toestand is aller- moeijelijkst. Ik vraag van Toulon om andere ankers en touwen. «Het leger is met den vijand liandgemeeu. Ik denk dat mis schien morgen de vijand aangevalleu zal worden in zijne stellingen voor bet keizers-kasteel welke bij met geschut versterkt beeft op dien aanval moet de berenning van dat fort volgen. Die position, worden door de troepen van de turksche bezetting van Algiers ver dedigd. De generaal en chef heeft mij zijne brieven nog niet ge zonden ik zal die dadelijk verzenden zoodra zij mij geworden maar ik kan niet wachten met een schip af te sturen om de nieu we kabels en ankers te bekomenwaaraan ik dringend gebrek heb. »Ik lever drie equipagien, elk uit acht kompagnien zamenge- steld voor de bezetting van de verschanste legerplaats. De mari ne doet ongehoorde opofferingen en boven hare krachten dewijl de meeste schepen die als transporten uitgerust zijn meer dan de helft hunner matrozen tot garnizoens en andere diensten leve ren. Ik heb den kapitein Hugo benoemd om het bevel te voeren over de equipagien die de bezetting uilmaken en de opperbevel hebber heeft hem ook dat over liet verschanste kamp opgedragen; die officier is dus van het bevel over het konvooi en de flottille ontheven. Den kapitein Ier zee Cuvi/licrden oudsten der vloot, die reeds over het tweede eskader het bevel voerde in afwezigheid van den cuntre-admiraal de Bosarnel, welke de divisie die onder zeil is gekommandeertheb ik belast met het algemeen toezigt over het lossen der vrachtschepen Volgens bijzondere berigten was het keizers- en het starren fort geheel ondermijnd-, en had een F ran sell man Solié genaamd die als kolonel bij den dey diende en sedert 29 jaren zijn vaderland ter oorzake van medepligtigheid aan een moord verlaten had den generaal de Bourmont hiervan naauwkeurig onderrigt na bedongen, te hebben dat de generaal bij den koning voor hem om gratie zou vragen. Den 26 is het starrenfort waarin de kruidtoren was die de forten van Algiers voorzien moest, in de lucht gesprongen, juist on het oogenblik dat een bataillon van het 28ste naderde» Geluk kig is daardoor geene schade gedaan en heeft niemand daarbij het leven verloren. Den 2,4 schijnt de vijand de legerplaats van Staoneli, waarin slechts zes a zeven honderd man gelaten was heroverd te hehben, doch dadelijk heeft zich het leger 111 beweging gesteld om aan de beys van Constantine en Oran die met vijf en dertig duizend man aanrukten het hoofd te bieden en is bet tot een gevecht gekomen dat van des ochtends ten twee ure tot des avonds ten zeven ure geduurd heeft. Het leger van de twee beys is bijna ge heel vernietigd geworden en het overschot heeft onder de wallen van Algiers de wijk genomen. 1 In het gevecht van den 24 zegt men dat de Franschen zes hon derd dooden én een groot getal gekwesten hebben bekomen. Een luitenant van de artillerie Amorosis iu handen der Algerijnen gevallen. In de gevechten van den 24 en 25 heeft het fransche leger dat 26 a 28,000 man sterk was, met 55 a 60,000 Arabieren en Tur ken moeten strijden waaronder meer dan 20,000 man geregelde? troepen waren. Hoe onstuimig ook de aanvallen c!or arabische ruiterij mogen zijn, kunnen zij niets tegen het fransche voetvolk uitrigten dat zich met eene voorbeeldige snelheid in quarré stelt en hen gerust met geveld geweer afwacht. De troepen zijn reeds zoo gewend om zich tegen die ruiters te verdedigen dat hunne aanvallen die met een schrikkelijk geschreenw gepaard gegaan niemand meer eenige vrees inboezemen. De artillerie heeft meermalen eene groote slag- ting onder die ruiterij aangerigtwelke ook reeds dikwerf door het schieten van brandraketten in wanorde is gebragh Toen bet leger landde droog elk soldaat voor vijf dagen levens middelen op den rug, die echter slechts voor drie dagen gestrekt hebben zoo spoedig waren de vèldovens opgeslagen dat reeds den derden dag lien duizend rantzoenen brood gebakken werden. Het kamp van Siddi Ferach is geheel voltooid en zoo versterkt dat het onneembaar is. De baai, waar de vloot ten anker is gekomen, noemt mm de haai van Buperréen de stelling bij Torre Cbica waar eenige honderd houten huizen opgeslagen zijn heeft men den naam van Bourmontville gegeven. Men verneemt, dat de luitenant Amedée de Bourmont, tweede

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1830 | | pagina 1