NIE U W S TIJDINGEN ÖO. ^lEEIBLZEESCHE i ^ry-y/ Bingsdag AO» HS30. CÖUKAI T. den 22 Junij. IT ALIEN. Home, <ien 2i mei. Op zaterdag in de goede week, zijn in de kei*k van den heiligen Johannes van Latranen door mgr. den kar dinaal Zurla, vicaris-generaal van Zijne Heiligheid, vier Israëliten gedoopt. De eerste Mardocheus Fe!as, van Livcrnois 2.5 jaVen üud eu heeft de namen ontvangen van Lodewijk Thomas Maria. De drie anderen in deze hoofdstad geboren zijn door hunnen Vader Ansehnas du Montdie een Gathegumeen isvrijwillig aan geboden De oudste, met name Prosper, is tien jaren oud: hij heeft de namen ontvangen van Karei Lodewijk Maria. De tweede, met name Izak is zes jaren oud: men Leeft hem de namen ge geven van Jocobus Lodewijk Maria. De derde is een meisjeStella genaamd aan welken men de namen gegeven heeft van Paula Geerlruula Jheresia Maria. De twee eerste nieuw bekeerden wer den gevormd; Eelus heeft de heilige communis ontvangen. De kardinaal vicaris rigtte aan hun een schoone en treffende vermaning. duits c ii l a 'n d. frankfort, den i5 junij. Eonigen tijd geleden heeft het groot hertogdom Baden een voorbeeld van waarlijk godsdienstige gezind heid opgeleverd, zoo schitterend, dat het algemeen verdient he kend te wórden. Door toedoen van den overleden groot-hertog Lodewijk van Baden was te Freyberg (in den Badenschen Treisam-kreits) in 1827 een aartsbisschoppelijke zetel gevestigd geworden. De regering der stad, hare dankbaarheid daarvoor te kennen willende geven besloot ter cere van den groothertog een gedenkteeken te stichten en bestemde tot dat ei ide eene aanzienlijke som. Toen er nu beslikt moest worden waarin dat gedenkteeken be staan zoude, kwamen de burgemeester, de raden, de hoofdlieden der gilden, allen Kaiholijken (zegt het duitsche tijdschrift, waaruit dit ontleend is) eenstemmig op het denkbeeld, om voor de bij- cengebragte golden ten blijke van de dankbaarheid van het katlio- lijke aartobisdomte Freyburg eene protestantsche kerk te bouwen welke aldaar zeer noodig was. Dit det.kbeeld word niet allepi door de katholijke geestelijkheid goedgekeurd maar zij wilde van deze goedkeuring ook door hare dadea doen blijken en zelve tot dat werk bijdragen. Den 25 augustus 1829 begaf bet geheele dom-kapittelmet den, door Paus L^eo XII benoemden aartsbisschop aan bet hooft, zich naar ,de plaats, waar de protestsnlsehe kerk (Lodewijks kerk ge maand), moest gebouwd worden, en daar werd de eerste steen van dien tempel door den aartsbisschop zeiven gelegd. «Zoo verkrijgt de grootherlog Lodewijk een gedenkteeken," aldus besluit het be- J'igt «gelijk'er nog nimmer een voor eenigen keizer of koning, in de katliolijks of in de protestantsche kerk, is geslicht geworden." groot-brittan ni en. londen, den 12 junij. In een engelsch dagblad las men dezer dagen, dat een Engelsc'hman den 1 junij de zonderlinge en gewaag de weddenschap had aangegaan, om, gedurende den tijd, dat de koning nog in het leven mogt blijven, ieder vierendeeluursvan des morgens ten zes ure af tot middernacht toe, een glas water te drin ken. Den 7 junij had hij de weddenschap nog niet gewonnen ge geven, cn was zijne tegenpartij nog altijd bezig, hem met eene las tige naauwgezetheid telkens het glas water tdte te dienen. Wat er sedert van geworden isblijkt nietmaar. de weddenschap wordt gezegd 4°oo 2JOlldcn sterlings te bedragen. frankrijk. parijs, den i3 junij. Van wege bet gouvernement is bet volgend uittreksel publiek gpmaakt uit een rapportdoor admiraal Ditperréden 2 junij, aan boord der Provence, in zee beneden winds van Majorka geschreven: »Be vloot, den 25 der vorige maand uit de haai van Toulon onderzeil gegaan met eene opkomende west noordweste koelte, be stond uit 75 oorlogschepen. Eene afdeeling van het convooi-, dat haar vergezelde, was 55 zeilen sterk. Zij zeilde behoorlijk ver- eenigd voort, toen zij des nachts van den 27 op den 28 overvallen werd door een sterken oost en oost zuid-oosten wind op de hoogte van Minorca en Majorca. Ik heb haar onder de lijzijde der eilan den gebragl waar zij eene veilige plaats gevonden heeft. Het was fraai weder geworden na de vloot en het convooi hereenigd en na voorzien te hebben in het vertrek uit de baai van Palrn^ van de landingsvlootwelke er binnengeloopeu was, ben ik naar de kust van Algiers gestevend. Den volgenden dag (den 29)des avonds verkende ik die kust op een zeer verren afstand. Het was fraai weder met eene oostelijke koelte, die misschien een weinig te sterk doorwoei. De vloot heeft des nachts gemanoeuvreerd zoo dat zij zich den 3o bij bet krieken van den'dag op een kleinen afstand van land bevond. Zij was Werkelijk den 3o des ochtends ten vier ure, in het noorden van kaap Gaxine opeen afstand van ten hoog,te vijf of zes mijlen; doch de kust was met nevel, de lucht betrok ken de koelte wakkerde langzamerhand aan, alles verkondigde slecht weder aan. De vloot heeft zich noordwaarts van de kust meteen oosten en oost-zuid-oosten wind verwijderd, zonder van daar, zoo ik meen gezien te zijn, uit hoofde van het duisteré weder. «De verpligting om eene zoö gvoote menigte schepen van zoo ver schillenden aard en hoedanigheid bij eikanderen in een goeden koers te houden, eu bij den wind zeilende, werd onmogelijk; ook heb ben wij ons niet op den meridiaan van Algiers kunnen houden. De reserve bestaande uit gabarres en andere vaartuigen van mindere rang, is beneden winds geraakt. Het konvooi dat ik de voorzig- tigheid had gehad verscheiden mijlen in den wind te hóuden is daarin vrij wel gebleven. Maar drie dagen sterke koelte uit het oost-zui'l-oosten lieten 011s geene hoop over om weder de algerijn- sche kust te bereiken. De eenige partij die te kiezen overbleef was om de reserve en bet konvooi in de baai van Pal ma te hereenig^n en de vloot onder de lijzijde der eilanden te houden in afwach ting van goed weder en van hel hereenigen der konvooijen. Dat, welk den 27 uit Toulon vertrokken is en zich .op de afrikaansche kust bij de vloot moest voegen is bij hot vertrek dooreen hevigen noord-oosten wind verstrooid geraakt. Ik heb verscheiden schepen daarvan vereenigd met bet konvooi dat de vloot verge zelt. Anderen zijn door de zorg van de door mij uitgezonden ligte schepen naar de baai van Palma gezeild en daar moet de algc- meene hereeniging plaats hebben. Ik hoop daarin te slagen en de vloot iii staat te stellen van op nieuwe te. ageren. Dit zal niet lang duren. Ik lieb order gesteld om de landings flottilledie ge zeild was om zich op het operatie-punt met mij te vereenigen naar Palma terug te roepen. Ik heb er geen berigt van gekregen maar het weder is niet slecht genoeg geweest om daarover in ongerust heid te zijn zij is za me 11 gesteld uit goede vaartuigen geschikt om zee te bouwen eu de koelte die er gewaaid heeft uit te staan. »>lk heb de elementen tegen gehad; ik heb slechts mcnschelijke krachten daartegen kunnen aanwenden. Ik heb in mijnen ijver en mijne verkochtheid aan de dienst des konings die krachten gevon den, welke mij behulpzaam geweest zijn om ongelukken voor te komen, maar die niet in staat geweest zijn om eene vertraging te beletten in het uitvoeren varf de ontworpen krtjgsvcrfigliügen. 1 »>De gezondheids-toestand der vloot is goed de geest cn gezind heid zijn dezelfde als bij het vertrek, dat is volmaakt." Nog heeft de admiraal aan hef ministerie van marine een rap port ingezonden van den luitenant d'Assignyomtrent de stranding der brikken de Aventure en de Sylcne Uit dit verslag blijktdat beide vaartuigen den i5 mei, des avonds, met storm en mist op de algerijnsche kust bij Kaap Ben gut zes en. dertig mijlen omtrent van Kaap Caxiue gelijktijdig ge strand zijn. Het \o!k op één man na, gelukkig aan wal geko men zijnde, hielden de officieren krijgsraad en werd hun door de bevelhebbers, de heereu d' As si'gny en Bruatvoorgesteld, of om zich te wapenen en digt hij de brikken te blijven lot dat het weder aan de oorlogschepen zou toelaten van hen te zien en te redden of om geen wederstand te bieden en zich door de BeÜbuincn naar Algiers te laten voeren. Tot dit laatste werd besloten daar het kruid nat geworden was en\de lucht en zee\weinig hoop overlie ten om de schepen dien geheel en dag te kunnen zien. Al het volk dus verzameld en eenige levensmiddelen, die door de zee op-strand geworpen waren, vergaderd hebbende, sloegen de schipbreukelin gen den weg naar Algiers i;iliet strand volgende. Dit. geschiedde des ochtends omstreeks ten vier ure en naauwelijks hadden zij een vierde mijis afgelegd toen eene bende.gewapende Bedouinen op hen aanviel. Ouder de manschap van de Sylcne bevond zich een MallhesPï, voor Oran door die brik in eene visschersboot genomen. Deze die de arabische taal sprak en lang met de ASgcrynen gevaren had, nam op zich om allen te redden, na het volk uitdrukkelijk ver maand te hebben van hem niet tegen te spreken. Hij verhaalde aan de woedende Arabieren dat zij Engelschen waren;. Drie ma len werd hem de dolk op de lieel gezet, 0a1 te beproeven van hem schrik aan te jagen en te ontdekken'uit zijne ontsteltenisof hiji.de waarheid sprakzijne standvastigheid bedroog de: Arabbieren en hoewel zij niet volkomen werden overtuigd, waren zij echter in twijfe ling geraaktdat gedeeltelijk medewerkte om de schipbreukelin gen te behouden. Onder voorgeven van beu langs een kortoren weg naar Algiers te brengen deden zij ben de bergen ingaan en na een marsch van een vierde uurs.aan een dorp gekomen dat uit een klein aantal hutten bestoud begonnen zij hen te plunde ren eerst zachtelijk maar weldra met (Je groot -te Wreedheid daar zij hen zonder hemd aan de gure noorden wind en stortregen bloot gesteld lieten. Na omtrent vier mijlen in de bergen afgelegd te hebben eu dikwerf gedwongen ge wee,t te zijn halt te maken bij welke gelegenheid hun nog liet overige gedeelte hunner Meeding tmt- roofd werd, kwamen de öngelukkigen aan ecu vrij aanzienlijk dorp) bijna 'op den meridiaan van kaap Dellys waar de Arabieren beu stil deden houden eu aan eenige hunner een weinig brood gaven. Verscheiden malen op dien moeijelijkcn togt werden zij van de eene

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1830 | | pagina 1