ZIËMKZEESOIE
GQ..URA
IVo. 34.
Dingsdag
BESTUREN EN ADMINIS TRATIEN.
Ao. 1830,
den 27 April
NIE UWS TIJDINGEN.
BERIGT.
De GOUVERNEUR van de Provincie Zeeland;
Gezien de voordragt van den füngerenden Inspecteur van liet Ka
daster in deze Proviucie.
Gelet op Art. 49a der metodiéke verzameling der Wetten op het
Kadaster.
Brengt bij deze ter kennisse van ieder die zulks zouden mogen
aangaandat de Kadastrale taxatie dei' Landerijen en Gebouwen
gelegen injde Gemeenten uitmakende de Kantons Heinkenszand, Sluis
en Axelop den i Mei aanstaande zal worden aangevangenen
dat de daaraan verbondene werkzaamheden zullen worden ten uit
voer gebragt
In het Kanton Heinkenszandvoor de Gemeenten Heinkenszand,
's HeerenhoekBorsselen en Driewegendoor den Schatter Pieter
Corré, vergezeld door den Controleur J. de Rosa. Voor de Ge
meenten 's Heer-Arendskerke en 's Heer Abtskerkedoor den Schat
ter Pieter Verlarcvergezeld door den Controleur C. Pilaar. -
Voor de Gemeenten Nisse, Ovezande OudelandeBaarland en El-
lewoutsdijkdoor den Schatter Jan Trimpevergezeld door den
Controleur C. Tromp.
In het Kanton Sluis: voor de Stad Sluis, alsmede voor de Ge
meenten St. Amia-ter-Muiden Aardenburg en Heille door den
Schatter Leyn Sterk, vergezeld door den Controleur J. Vlug.
Voor de Gemeenten Ecde en Sint-Kruis, door den Schatter Engel
Westveer, vergezeld door den Controleur Clotierhooke Patijn.
In het Kanton Axel (i steide en 3 de DL): voor de Stad Axel,
alsmede voor de Gemeenten Zaamslag en Boschkapelledoor den
Schatter Pieter deMuynk, vergezeld door den Controleur J. A. Mos
selman. Voor de Gemeenten Sas-vanGent, Westdorpe, Philip
pine, ZuiddorpeOverslag en Koewacht, door den Schatter Jan
Oostelijkvergezeld door den Controleur F. E. van Harrcvelt.
Voor de Gemeenten "Keuzen en Hoek, door den Schatter Jacob van
Cruyningen, vergezeld door den Controleur-Surnumerair F. C. R.
Quarles de Quarles.
Worden de Heercn Burgemeesteren van voornoemde Gemeenten
bij deze uitgenoodigd om de bovengemelde Ambtenaren, zoo veel
mogelijk, in hunne werkzaamheden behulpzaam te zijn, terwijl alle
Eigenaars Bpekhouders Huurders of Zaakgelastigden bij deze
worden verzocht, om de Massificatie hunner Landerijen of Gebou
wen bij te wonen en om aan de Ambtenaren alle die opgaven en
inlichtingen te geven, welke de evenredige aanslag dier Eigendojn-
men kunnen bevorderen.
Middelburgf den 20 April i83o.
De Gouverneur voornoemd,
VAN VREDENBURCH.
NEDERLANDEN.
Brüssel den sa april. De advocaat generaalde lieer Sprtiyt,
Beeft zijn pleidooi, in de zaak'tegen de PolierTielemans en mede-
Beschuldigden, in twee deelen gesplitst. In het eerste, heeft hij
de daadzaken en alle omstandigheden van liet proces voorgedragen
en in het tweede zich bezig gehouden met aan te toonen dat de
aangeklaagden zich wezenlijk hebben schuldig gemaakt aan een mis
drijf, waarop bij de wet de strafbepaling is gezet, die in de acte
van beschuldiging aangehaald is geworden. Hij heeft den Beschul
digde de Potter afgeschilderd als een menscli van een woelzieken
onrustigen aard opgeblazen van hoogmoed dorstende naar euro-
pesche befaamdheid en een overdreven democraat. Zijne eerste ge
schriften waren tegen de roomsch kathol ij ke godsdienst gerigten
strekten om die bespottelijk te maken hij bejaagde eerambten en
die niet. verkrijgende wierp hij zich in de armen der oppositie partij
en begon met ijverig te arbeiden aan bet uitgeven van, Buonarotti's
berucht geschrift, de zamenzwering van BaUoeuff, een werk, dat
alle grondslagenwaarop eene maatschappij berust, ondermijnt;
daarna werd hij een der schrijvers van het blad de Courrier des
Pays-Bas, waaraan toen Tielemansdie reeds op kosten van het
gouvernement zijne studiën in Duitschland voltooid en er de be
roemdste hoogescholen bezocht hadook werkte. De Potter poogde
0111 een leerstoel van. het kerkelijk regt voor dezen zijn vriend te
verkrijgen, en vermaande hem, om, indien hij hoogleeraar zijn
zou, zijne lessen zoodanig in te rigten, dat hij steeds den troon
tegen het altaar en het altaar tegen den troon zou stellen ten
einde dus doende beide omver te werpen en het volk te doen ze
gepralen. Tielemans verkreeg echter dit hoogleeraars-ambt niet cn
ook niet den post van directeur-generaal voor de kathol ijke êere-
dienstwaarnaar hij stond, doch werd als referendaris hij het
ministerie vau buifeulandsche Zaken, dp--een ruim fractement, ge
plaatst. In October 1828 werden de oppositiebladen allengs hevi
ger in de aanvallen tegen de regering. Toen werd ook de volks
massa tot petitionneren opgeruid en liet woord' grieven in de dor
pen en op het land verspreid. De Potter deed in den Courrier
des Pays-Bas twee artikels plaatsen waarin hij den algemeenen.
haat en verachting inriep over allen die zijne partij niet" volgden.
Hierover in regten betrokken werd hij. tót achttien maanden ge
vangenisstraf veroordeeld, en dit vonnis werd gevolgd door tnisda-
Uge buitensporigheden van zijne partijgangers, die liem, toen bij
naar de gevangenis terug geleid werdwilden bevrijden en de gla
zen bij den minister van justitie inwierpen. Onder de grieven
waarover men klagtig viel was ook de onbeperkte vrijheid van on-
derwijs begrepen eene vrijheiddie men wel wistdat de rege
ring niet kon toestaan zonder eene der grondzuilen onzer maat
schappelijke instellingen te ondermijnen en zonder liet koninklijk
prerogatief, bij de grondwet gewaarborgd, te schenden, maar een
der stelregels van de Polter en Tielemans was altijd, aari de rege
ring meer te vragen dan zij inwilligen kon, om uit die weigering
nieuwe stof tot tweedragt en misnoegen te putten. Die vrijheid van
onderwijs behaagde intusschen zeer de priester- of jezuïtische partij
welke hij gelegenheid van het oprigten van het Collegium Philoso-
phicum het hoofd weder opgestoken haden nu kwam de zooge
naamde Unie der Katbolijken en liberalen tot stand. De Potter
schreef uit zijne gevangenis menig artikel om den Katbolijken on
gerustheid aan te jagen en toen in October 1829 het tienjarig bud
get aan de staten generaal voorgelegd moest worden gaf hij een
nieuw oproerig geschrift in het licht, dat hij met den naam van
volksvriend teekendeen waarin hij van de schending van de reg
ten des volks, van onderdrukking en van vrijheid en gelijkheid
sprak. Nu ook werden de pogingen om het petitionneren meer al
gemeen te maken met vernieuwden ijver voortgezet. Voorts blijkt
uit de briefwisseling tusscben de Potter en Tielemanslioe zij be
proefd hebben om voor zich in de tweede kamer der sta ten-gene
raal eene meerderheid te verkrijgen welke middelen zij in ^iiefc
werk hebben gesteld om het voopstel van den baron de Secus
strekkende om aan de Potter zijne vrijheid te doen herkrijgen vóór
het einde der gevangenis-straf, tot welke hij verwezen was, te doen
doorgaaneu hoe behendig Tielemans de zwarigheden die eene
ontstane verdeeldheid onder eenige der lédenwelke dat voorstel
zouden onderteekenen daartegen had opgeworpen uit den weg
heeft weten te ruimen. Deze briefwisseling, waarin over sommige
afgevaardigden met weinig achting wordt gesproken cn eenigen on
der verbloemde benamingen worden aangeduid toont verder aan
dat Tielemansdie het bestuur over de zaïnenspanning scheen te
hebben, aan de Potter de stof zond voor de artikels, welke door
de brusselsche oppositie-papieren werden opgenomen en eindelijk
wordt daarin volgens het publiek ministeriehet bewijs gevonden
dat de beschuldigden alles beproefden 0111 het gouvernement tot een
buitengewonen maatregel of eoup-d'état te dwingen.
In het tweede gedeelte van zijn pleidooi heeft de heer advocaat-
generaal onderzocht, of de aangeklaagden zich schuldig gemaakt
hebben aan opruijing der ingezetenen tot eene zamenspauning en
alzoo vallen in de termen van art. 102 van liet wetboek van straf-
regt, en verklaard te gelooven, dit voldoende bewezen te hebben
door bet voorlezen der artikels in de dagbladen geplaatst, waarvan
bij verschillende zinsneden ophelderde en uitlegde en waarvan hij
de misdadige strekking deed opmerken. Daarna hééft hij onderzocht,
of die opruijing eene directe of regtstreeksclie genaamd kan worden.
Hij meende, dat men haar als zoodanig zou kunnen aanmerken
daar zij gerigt was aan alle vrienden der vrijheid en aan het volk zelf,
en dus uit haren aard eene onmiddclijke opzetting was; doch hij was
van oordeel, dat, zoo men haar niet als dusdanig beschouwde, de
misdaad alsdan viel in de termen van art. 90 inhoudende, dat zoo er
geene bepaalde zamenspanning-bestaatmaar een voorstel is gedaan
- en niet aangenomen om er eene aan 'te gaan ter bereiking van de mis
daad, vermeld bij art. 86, hij, die dit voorstel gedaan beeft, met
bet tuchthuis en, zoo het voorstel strekt tot eene der misdaden bij
art. «87 uitgedrukt, met uitbanning gestraft zal worden.
Art. 86 luidt aldus: De aanslag of zamenspanning tegen bet leven
of den persoon des Konings is misdaad van gekwetste majesteit. Deze
misdaad wordt als vadermoord gestraft, en brengt bovendien de ver
beurdverklaring van goederen met zich.
En art, 87 zegt: De aanslag of zamenspanning tegen het leven of
den persoon van de leden van het koninklijk geslacht; de aanslag
of zamenspanning waarvan het oogmerk zal zijn, hetzij omstootiug
of veranderiug van de hooge regering of van de orde der opvolging
tot den troon, hetzij het in de wapenen brengen der burgers of in
woners tegen het koninklijk gezag, zullen met de straffe des doods
en verbeurdverklaring van goederen gestra ft worden.
De advocaat-generaal heeft betoogd dat de zoogenaamde nationale
inschrijving of confederatie die de aangeklaagden hebben getracht
op te rigten, geheel ten doel had de regering tc veranderen; daar,
zoo zij tot stand ware gekomen, de bepaling der grondwet, dat elk
zonder onderscheid van rangen geboorte tot alle ambten en bedienin
gen benoembaar is krachteloos zou geworden zijn om dat men als
dan lot leden der staieri-genera&l en provinciale staten alleen leden