AD VER TEN TIEN. Te Eierikzee 3 bij A. IIE YOS, Jz., Stads-llrukker. vier andere, waarschijnlijk om niet te zeer beladen te zijn, laten staan de gestolen hoeveelheid bedraagt dus 2804 stuks. De man had 20 jaren lang aan de munt gewerktstond voor zeer eerlijk bekend en schijnt verleid geworden te zijn door eene gelegenheid, die hem in den gewonen loop zijner werkzaamheden ntet voorkwam. De politiebeambten zijn niet alleen door Engeland, en naar Edemburg en Dublin, maar ook naar Frankrijk én de Nederlanden, gebon den 0111 hem op te sporen, en in onze bladen wordt, nevens zijn signalement, de meening te kennen gegeven dat bij niet onontdekt kan blijven. FRANRRIJL Parijs, den 21 januarij. Nopens bet beruchte roover-opperhoofd Gasparoni, die thans te Rome gevangen zit (en van wien wij in 110. 6—7 van onze courant melding maakten)leest men in de dagbladen ■verscheidene trekken van zijn wreedaardig karakter. In de maand september 1822 vierde men in bet dorp Yilia bet huwelijk van een jong paar. Terwijl men des avonds aan het dansen was, trad Gasparoni in bet buis van de jong gehuwden, vergezeld van ver scheidene zijner makkers en vroeg of er voor ben niets te eten was. Op bet ontkennend antwoord, doorzochten zij het huis en vonden in cene andere kamer eenè gedekte tafel. Op dit gezigt veranderde de roovcr van taal: Watzeide hij, men weigert op eene bruilolt aan Gcisparoni en zijne makkers eten te geven! Het is wel! De bruid gaat met mij," en zich naar den bruidegom wen dende, zeide bij, »Zoo gij baar wilt hebben, zendt mij dan uiter lijk overmorgen boo kroonen anders zult gij haar nimmer weder zien." Alle wederstand was vruchteloos de ongelukkige vrouw werd naar bet gebergte gesleept. Des. anderen daags zond de jonge man zijn knecht met de geëischte som. De roover nam het geld, en geleide den knecht naar een bolalwaar bij hem de arme vrouw toonde, die met de banden op den rug aan een boom was gebon den. "Gij zijt gekomen zeide de bandietom de vrouw van uw meester te halen; ik zal woord houden." Op dit gezegde trok hij een dolk, en doorboorde liet hart der ongelukkige. »Keer nu naar «w meester terug - hernam hij zeg hem dat bij gelukkig met baar leeft, cu dat hij op de tweede bruiloft gastvrijer is." De ver schrikte knecht bragt bet lijk zijner meesteres naar den ongelukki- gen man die van droefheid stierf. De politic stelde toen 4°oo kroonen op zijn hoofd en beloofde genade aan die roovers welke hem zoude overleveren. Gcisparoni trok naar lerracina en ligtte aldaar een oosten rij kscli en kolonel op, waarvoor bij een groot losgeld eischte. De oostenrijksclie generaal dreigde liet dorp Cicciaria alwaar de moeder en andere bloedver wanten van den roover woonden in brand te steken zoo Lij den kolonel mishandelde: deze bedreiging bad eene goede uitwerking. De kolonel werd zonder losgeld teruggezonden. Gasparoni is dikwijls gevat, maar wist altijd te ontkomen; veel tijds door hulp van een kind, dat zeer listig en hem zeer toege daan was. Dit kind is gedood terwijl bet den roover verdedigde. In Rome wordt liet boold van dit kind, in eene ijzeren kooi, ten toon gesteld. Gasparoni beweent nog den dood van dit kind en zegt dat hij deszelfs leven ten koste van zijn eigen bloed zoude hebben willen koopen. Het ministeriele avondblad behelst thans ook liet berigtdat er, volgens brieven uit Marseille, veel gesproken wordt van een ver bond tusscbeu ïrankrijk en den pacha van Egijpte tegen Algiers. Om trent de onderhandelingen, welke met Algiers hebben plaats gehad, verneemt men bet vólgende. De secretaris van den Turksclieu am bassadeur is bij den schobt-bij-nacht de la Breionnière geweest, om den zei ven de laatste voorstellen van den deij van Algiers mede te doe len. Deze vraag niet minder dan eene scliadelooslelling van twaalf miiioen en als toegift de iransche brik de Alerte, een uitmuntend schip, hetwelk van den aanvang der blokade af, bet grootste nadeel aan de algerijnsclie marine heeft toegebragt. De heer de la Brelon- nière heelt dit voorstel dadelijk afgewezen, en daar nu.de laatste no ta's zijn uitgewisseldzal de kracht der wapenen moeten te baat ge nomen worden. De omtrek van Algiers wordt door geduchte batterijen verdedigd, en van eene expeditiè zonder landtroepen kan men zich geen goeden uitslag beloven. Eene landing aan den kant van Ofau schijnt het gemakkelijkstvermits deze haven weinig bezet is en slechts geringen weerstand kan bieden. Op de kusten van laatstgemelde stad zullen dus waarschijnlijk .wanneer de expeditie plaats heeft, de troepen ontscheept "worden.. Men verzekertdat de pacha van Egijpte 25,ooo man leveren wil gelijk mede een gedeelte der middelen van vervoer t rankrijk zou dan weinig troepen hebben bij te zetten maar daarentegen al de noodige oorlogsvaartuigen en de ontbrekende trans portschepen. De adjudant van den fransclien ambassadeur bij de Porte is met de brik Bclipse naar Alexandria vertrokken. Voor zijne alreize van loulon, heelt hij langdurige conferentien gehad met den heer Droveiti, gewezen consul-generaal hij den onder-koning van Egypte. Deze staat op cenen zeer vertrouwelijken voet met den fran sclien consul. Men zegt, dat hij plan heeft om zijnen'zoon Ibrahim van zich te verwijderen en denzelven lot onder-koning van Algiers en de geheele barbarijsche kust te doen benoemen. Er zijn een aantal "scheepstimmerlieden van Toulon naar Alexandria vertrokken om de egijptische vaartuigen spoedig te herstellen, en ook wegens deze om standigheid kan men het er voor houden, dat de medegedeelde tij dingen niet geheel ongegrond zijn. Parijs den 2 februarij. De koude houdt aan en op de Seine drij ven reeds weder ijsschotsen weshalve men niet meer twijfelt, of die rivier zal heden of morgen op nieuw vast geraken. Te Villeneuve^, aan de Rhone zijn twee jukken van de groote brug over die rivier weg gedreven en is dezelve alzoo ten deele vernield. Zoodanig is de haatwelken de inwoners der beide oevers van meergenoemden vloed in die oorden elkander sedert een onlieugelijken tijd toedragen dat sommigen derzelve bij dit onheil't welk meer op den eenen dan op den anderen oever schijnt te drukken een luid vreugdegejuich aanhieven. Door den heer Correau van Brusselis alhier éene nieuwe soort van spiegels uitgevonden, bestaande uit zeer bin gepolijst blik; hetgeen deze soort van spiegels hoven de glazen verkieslijk maakt, is de meer dan gewone grootte wrelke daaraan, en zelfs te gen een geringen prijs, gegeven kan worden.^ Die van middelbare grootte kosten niet meer dan 5o franken. Er heeft onlangs in' de gevangenis te Besancon een voorval' plaats gehad, hetwelk van zeer noodlottige gevolgen had kunnen worden. Twee gevangenen, genaamd Bouverans en Bourcjain, de eerste lot de doodstraf en de tweede tot eeuwigdurendeu dwang arbeid veroordeeld, bevonden zich buiten hunne hokken terp^ene der binnenplaatsen van de gevangenis. De aldaar tot bewaking der gevangenen geplaatste schildwacht had dc ouvoorzigtigheid te vra- gen, wie van hen heide Bouverans mogt wezen alzoo het spoe dig met dezen gedaan zoude wezen, wijl zijn beroepGn cassatie verworpen was. Bouverans wordt op deze woorden als door gram schap overmeesterd, en vliegt', door Bourcjain bijgestaan, op den schildwacht aan, we)ken zij mishandelen en hem zijn geweer ont weldigen. De hokkenbewaarder schiet toe, doch wordt insgelijks door de beide gevangénen overmeesterd, in een der bokken gewor pen /en aldaar opgesloten. Ook de cipier verschijnt, maar ziet zich oogenblikkelijk door Bouverans aangegrepen en builen staat yan tegenweer gesteld, dewijl Bourcjuin hem met éene halve schaar en schoen makers eist ettelijke wonden in de bowl toebrengtInt dat bij in zijn bloed ter neder stort. Inmiddels was de wacht on der de wapenen gekomen. De beide gevangenen altijd meester van bet geweer, wijken in een der hokken dreigende den eersten, die ben mogt willen genaken, te zullen doorschieten. Nu verscheen ook de procureur des konings met een geleide „gendarmerie en eindelijk liet Boaverans zich tot afgifte van bet geweer overreden. De cipier beeft zeven wonden, doch bij geluk niet eene gevaarlijke bekomen. Weinige dagen daarna heeft Boiivcrans zijné doodstraf ondergaan. NEDERLANDEN. 's Gravenhage den 2 februarij. Lantsleden vrijdag is door zekeren Jan 't Mannetje, in Staalduinen bij den hoek van Hollandeenen arend van eene grijsachtige kleur geschoten die eene vlugt had van nage noeg 2 el6 palmen en 3 duimen nederl. (8 voet rijnl.). Dezelve is slechts ligt gewond en kan in het leven behouden worden. Men schrijft uit Napels dat de winter aldaar zoo streng is dat de oudste lieden zich niet kunnen herinneren immer zoodanig eenen bijgewoond te hebben. Men wil, dat in vier eeuwen niet zoo veel sneeuw gevallsn is, als in dit jaar. Te Florence en te Milaan is.de koude ook zeer sterk. In Zwitzerland is dezelve ongelijk; op som mige plaatsen is de luchtgesteldheid zeer koud op ariiïere niet buiten gewoon. I11 het dal van Chamonny, aan den voet van den Mont- Blanc gletscher ligt 111 het geheel geen sneeuw, zoodat de bewoners zich niet dan met moeite van brandhout, hetwelk zij anderzins -met sleden .halen kunnen voorzien. Daarentegen is in de Allee Blance, aan de zuidzijde van den Mont-Blanc, de sneeuw, drie voet dik geval len. Op St. Bernard ligt geen sneeuwin Geneve daarentegen ligt zij meer dan een voet hoog. Men is te Napels beducht voor eene zware uitbarsting van den Ve suvius, waarvan de voorteekens zich vertoonen in ecu ouderaardsch gekraak en geluid, en in het opdrogen der bronnen. Rotterdam, den 1 februarij. De Maas levert thans weder een be langrijk schouwspel op. Daar liet ijs lielwelk de-dikte van ruim 3 palmen en 4 duimen Nederl. (i3 duimen Rijnl.) heeft, kan men, zonder bet minste gevaar, van alle wintervermaken op die riuer ge bruik maken. Men ziet dan ook voor de Boompjes eene menigte ten ten kramen, stallen enz., van allerlei sóórt, van welke velerlei vlag gen wapperen. Eene menigte schaatsenrijders, arren, baksleden en rijtuigen worden, vooral des zondags, op de rivier gezien terwijl dezelve door een groot getal voetgangers, als bet ware, overdekt is. Sedert 1823 beeft de rivier zulk een schouwspel niet opgeleverd. Men verzekert, dat, indien de vorst blijft voortduren er eerstdaags een harddraverij op de Maas zal plaats vindend Amsterdam, den 4 februarij. Gisteren namiddag is alhier in den dampkring een optisch verschijnsel waargenomen Öóder de lucht verschijnselen die met koude van ongewone strengheid verzcld gaan Lehooren ook die der straalbreking in een boog en dun zwerk. Zoo danig vertoonde zich omstreeks twee ure (3 februarij) voor de zon met drift uit bet oosten naar bet westen trekkende, in hetzelve schenen twee bijzonnen, ieder (zoo als altóós) horizontaal met de zon; hunne beide naar de zon gekeerde zijden waren oranje de horizontale kern die liet lichste was wit, en de buitenzijde blaauw-wit. Uil elke liep een verlichte staart of licht verlenginghorizontaal van liet verlichtend punt (de zon) uitloopenden, zoo dat twee kometen geleken met bet lig- cbaani naar de zou gekeerd eri met den staart daarafvvijkendede dia- nieter 73I. wel 6 malen zoo groot als die der zee-gewee^i n-,-err hun licht was flaauw maar zuiver. In het zwerk was eeif flaauwe wind kring, die boven de zon iets duidelijker was, de vorm eener wenk- braauw hebbende, doch het ongewoonste van alles,was, dat zich eeu. dergelijke boog omgekeerd vertoonde hoven den eersten doch zeer fraai rood en blaauw de regenboog in glans gelijk en den vorm hebbende van eene sikkel, zoo als men op liet boold van Bic; na a f- gebceld ziet. Dergelijk verschijnsel vertoonde zicli ook zaturdag. op den middag, en een kapitein zeide dezen ochtend, kort na het op gaan der zon eenen regenboog boven dezelve gezien te hebben. Op STADWIJK in Gooijkenslandbenoodigd eenige groote, ruim in bet vel en breed gebroekie Vaare KO EIJEN, van 36 tot 7 Kalven.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1830 | | pagina 2