I ko-°s-jre.u-- O £v H) E. g. O. Sü S - re g 'B-O •o^ 5.3 Ï.S °-'g 3. g- a cr O ®- O - O -O. g- E5 3 S Qtj 5 O J® CD O CTQ n f& s*" "1 S o O O CL S Kn O -» 3 fta FT CL g'E ee Cgan2.S?g f-[ O Q» t/3 ~T~ CJ 3. V^v J^aoO Q^< :w aI sif§ "^«»=.So ïï=asg=^ g. g- l g- g O --" M W O n <re.Ogp° jj 3 B i- -n O "3 «»s p CL 7 C CL. den Sultan, die men steeds verzekert, dat wel. dra in eigen persoon te veld zal gaan, hebben begeven, om de genomene maatregelen ter zij ner kennisse te brengen. De bij het arsenaal uitgeruste vloot, bestaande uit tien oorlogsche pen, was den 7 maart naar de Dardanellen ge zeild; ook was sinds eenige dagen een groot aantal troepen naar Adrianopel vertrokken. Van her krijgstooneel waren geene nadere berigten te Konstantinopel aangekomen. Indien men geloof mag slaan aan brieven uit Corfu, zou men aldaar zeer beducht zijn voor het uitbreken van eenen oorlog tusschen de Porre en Frankrijk. De omstandigheid, dat de Grieken, onder het hoog der fransche troepen, voortgaan, vijandelijkheden in Liva- dië te plegen, zou den Sultan, reeds ten hoog ste over het bezetten van Morea onvergenoegd, zeer hebben vergramd en hebben dóen over hellen tot het verklaren vnn den oorlog aan eene Mogendheid, welke hij beschouwt als de voorname oorzaak van deu keer, die de zaken in Griekenland, sedert eenigen tijd, hebben genomen. Men wil, dat het alleen aan de be- moeijingen der engelsche agentenbepaaldelijk aan die van sir Fr. Adamste danken is, dat het tot hiertoe nog niet tot eenen oorlog ge komen is, en brengt het onlangs gehouden mondgesprek van genoemden gouverneur der Ionische eilanden met den nieuw benoemden vizier daarmede in verband. Het een en ander verdient evenwel nadere toelichting. GROOT-BRITTANNIEN. Londen, den 1 april. Eergisteren heeft de hertog van Wellington in het hoogerbuis, de cweede lezing van de bill tot emancipatie der katholijken voorge steld, en de volstrekte noodzakelijkheid van dien maatregel aangetoond, om rust in her land te houden en alle de rampen van een schrik- kelijken burger-oorlog te vermijden. Vervol gens zijn er belangrijke debatten gevoerd, wel ke tot heden namiddag ten één uur zijn uit gesteld, wanneer allerwaarschijnlijkst de twee de voorlezing zal plaats hebber.. Jonathan Martinde brandstichter 'van de Domkerk van York, is voor de assises ver schenen en door de jurij schuldig verklaard, met bijvoeging echter, dat het haar gebleken was, dat hij niec wel bij zijne zinnen was toen hij de kerk in den brand stak. Zijn vonnis is, om opgesloten te worden zoo lang de Ko ning het goed zal vinden. Ook voor den reg- ter heeft Martin vele teekenen van zinneloos heid gegeven, en breedvoerig verhaald hoe bij in den Dom gekomen was, er het vuur aangelegd en, nadat de brand toenam, het kerk gebouw verlaten had. Hij meende een goed werk verrigt te hebben en herhaalde meermalendac hij op ingeving en last dts Hemels gehandeld had.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1829 | | pagina 1