ft c 5 z s 13 Is o ra S - <U CI 8» Si -r: *o -.t'rs. 2: t-IJ o-a 5 iS 1 -) 0 Qi -- 0 ci O.N 6 a ea? :n Q» O cd aj 3 Z 5 O, ©3 z CJ p *T3 SO g «J S3 c t: T? a. CV0 ,Q tïo te BÜ - c s e g"i .0 «m T -a ÏDg i, <j 8 lü- «n 2 CC n2 .üfc^ t a. 5 o 0 "e c b 2 c c« C u OC «3 o C 0 i w o •n c CO 1 c <u o C cj bfi .8 s| 83 <13 ■c- .*o 00 ra 01 to *V3 43 «S3 SgS s c _a M3 O Q, B1 <0 00 c£35 .ÏS g «5 o X 9 N 5 co ~e: V5 •- Z<lj to c S c u se w w c f% IÏ 2 »S w-g 8 E™, s c S as S «2 5-2 w c3 nn C CO "O b T3 63 <u Q -a a aj o .-« s s w 2^ B Bd 1"° Ed c c Bs. C «2 "h 3 ÏJO -c Ce3 SB.V gj OS a «S Eil ca DC 51 -g-s »Z? at •B CO' trJ e-3 c o .2! <u o eo a "cfl «.25 T3 5 O OO T3 2 c* tft 5> 00 Sdr0® aj !k V> 2^- X 641 Cd Ld •C -a je-a a e rt o. o e CJ m OD «q aj o N s 2 w> (O T3 C C CJ V Q> Z 3 22 O -a w i_3 w a CI aj nt 5 00 S« C vJJ fc. C ej xfi -ï o 2'.: N cd o. fc3 H «0 gg e Ed b. t=ej •Sod _£g .„H c 5^ c =J M 2 M £-Cd «j :liZ «2d aj pc Sk .Ei Cft oc= e, c O c&o O aj a, <J 'S1 2 j. - Ed H H S ed S X Js ®-» S3 O M O e 2 "2 g3 CO -., a s s a ES :=i S5 O n •- J3 7 -a 2M-i S-SN O S g &g H ,t jj S Mï S ce3 MSS* SQ^a-Se: eS 1 3 •-1 S =Q0d o a ~ÏS"^ "Stn^K-S U S iu U EN 2 - C 03 03 ■a e _öfi;-a t. ^Éd -ö!V - u O BM2 CJ G - «ca Gfc, «-.^52rri»rf t s =2^= =2 S-s "P g - s -- s 03 CtC i td M vl* C2 vo O co O. «0 03 «O u u v— 3QoI to M S M wtd td a 5 CO O 4 5» S M ea .ro S-ÏO n s ed "S -Wd UJ <U b a» -r *5 w -a c J |£«-s®? ri 3 -S w S N '5 ^3» 03 cQ - to -a c/3 I o c 2 - B -- R co O .S isf E-^t; je<?S a ,.Q^ oj «J g =!<a :2s3 .eï:5 sta o.~ oi<oJsJ= ws^ic^aa. od^a =C> u g. cÏZqï fcH <U 13 a e =H, 'X SiD c O r ra r-; r^J C, to U .C gW"tfl om deze 'rseds te latig befiaan hebbssde oaevenredighiid siii den weg te nemen. De heer Fontein fersekuirdie de wet beflreden heeft, meende, dat men de voltncijing ven het kadas. eer taoest afwachtenalvorsnc zijn oordeel te vellen en dat de vonrdragt van eene algetneene heffing van twee opcenten, ten eisde de ongelijkheid uit den weg te nemen, nieuwe onevenredigheden zoude do.en geboren Worden. Heden heeft men de berandilaging vervolgd.' De beer Beelatrss heeft de vor.rdragr bedreden, pjee- tiende, dit dt verdeeling der fondsen van ontlasting Biocflt worden geregeld bij eene wet, ca dar eens af wijking daarvan «iet de grondwei ftreed. De heer Lemkcr heeft verklaart! tien uiiflag der ka- da» raie werkzaamheid te wiüen afwachten, alvorens te bef!aite«s dat es esae overbelasting Ueffiond. De heer Donker Curtius maakte w«l eenig® beden king tegen het belasten van sommige provinciën, ter ontlasting van anders, maar wilds zijne Rem aatj dit ontwerp, ais aan eene proeve, niet weigeren, in de verwachtingdat het beftunr soa sorgen voor eene billijke verdeeling. De heer Goehns sprak voor de wet, s!s billijk en regtvaariiigde heer Dijkmtister beRreed desclvt, om dat het onregtvaardig zoude zijn de provinciën, welke onzgdig waren ten behoeve van andere te belasten. De heer fTeerts stirak in gelijken zin. De heer Fokkcma verdedigde de weren «leende dat men de verdeeling der fondsen geroste'ijk aan het befiuur konde overlaten. De heer Siceama huldigde het oogtne k, maar he- flieed het middel, ais bezwaren opleverende voor aio vermogende provtneiea. De lieer dt bi tuier, eer sprak voor de wet,-en ver dedigde de juistheid van de reeds bekends kadastrale werkzaamheden. De heer van dt Poll twijfelde geenzitts san d® over belasting, en verklaarde ïich alzoo voor de wet als een billijk tnidde), om die onevenredigheid uit den weg te nemen. De heer ven /fsch van Wijk sprak in ge lijken zin. De heer Barthelemij verklaarde zich voor het tot fiand brengen van een fonds to» ontlasting, maar op een ander grondbeginsel. Hij twijfelde aan de juist heid der kad strale werkzaamhedenimmers wat Zuid- Braband beirof De heer P.ijievcld weigerde aan de vnordragr zijne toeftemaiing om deaelfie redenen, waarom hg zich te gen die op de rereguane had verklaard t)é keet BeSrengs sprak iu deu geest vso del heep Barthslemijen meende tevens, dat de verdeeling vs« een dergelijk fonds bjj eene wet behoorde te worden be paald hij keurde se gelijk het verwerpen van de wet op de perequatie zeer goed. De heer Fa/Ion einde» lijk verklaarde zich tegen eenige vermeerdering der grondlast. Z, E. de minister hreft de wet verdedigd en aange merkt, dat dezelve in allen geval flechis voor een jaar moet dienen; hij heeft de juia heid der kadasirsls werk zaamheid doen gelden, en trachten te doen gevoelen, dat de heffing der twee opcenten in de daad geeneji te groeten last kan teweegbrengen. Bij hoofdelijke omvraag js, met 45 tegen 4S Rem men, bedriten, Z. M. te verzoeken - dz voordrag! ia nadere overweging ie Beaten, sa is de wat zisoQ.vet- worpeo.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1827 | | pagina 2