to c" a fiu c CL S L o M 'ia' 3 £*r 2 2 3 ro - m tfl ft. rt> r> os .S 3 SV ^o 73 CfQ O c g n> -1 rr 13 O i-t N 3 o C3 -o ci n> 3 rj a O. n O S o-S. 2- <5 n> ?r WOk*Ö ft (1 f5 3" 3 «TJ R* 2 a <S 3 i s r» a» SL SI 2 i a. 03 O 3 S W> 1 "-a 3 S s g tj N - 2 3 -jq O o «Tl n> TO ro -r a. S.qci' 3' Q g' Ire Ü.T3 03 -3: O 3=* 3 ai fï 3 2 n> S"* O- -• o .T OS 3- ro ,.C a" o 333-?" "S o 3 a* O >-" to' n ca 1 a- a» C1^ a n> os O Cu •***2 M T 5 cr 2? Q.CTQ a 03 3 CP fx n> -T> a: r-. -O I N tr. o *- -1 m f« a 3 E-S O £5 Q. g-TO ST ft S 2 4? "i 2 ^3 45 45 f j c 3 M p ro O t/3 r\ -X 7 2 a' 3; n> «f'-T S i O- O ro .«-ft;i rr '1 cl u, «0 N ►-1 en o. O. Sx ro n. a. £3 n b O" 1 i d 2 S 3"M 3 3 g. s-jj 3 t g-5 a T -■*■' s-S. n> n> r-> -v 2 Cü CO to <^.a - Cr tr- tr a. a 2! o- Ss •3. -V rt r- <J S! O S crq is a s-^1 re rj 2 -3 - n ~j i. 2 CTQ r °- Q- 3 3 5 L cr cr. X -1 C3 3 3 o. ex 5' S- o - J c '*5? ro S. ts a. «<e a a t £.c 0. to -*■ >a - 3 2 - re 3 -* l. -"era 3 a x 5 9 Ch sis I'a* a. to 3 S' S OS 3 £- ss a 5 p S 45 rj ft g C n> 3?-3 S- 3 fX 2 CN CN 2. 3 o =>- 2 ?5' c 3 n «5 2 •1 p O f2> CL - - Cl 3 3* ■g 2 c M 3' ro w Sag (I O X re ro o. 3 re re <1 - - H* s- 2 o re 2 tr re S o- t/i re S 5S '?S - 2. S S a- 1 ft CM ro 2. 2 "3 ro - 3 1 3 °*-»3 - S re 2. i "3 re <03 TO ft a p ra I-S-^S s 5 2! S K .ft a 2.x n otw Q. 3 n -J. a 2 iSftl a m n> 1 r» re C 3 5'IS 3'ScS E. 3 |- g S® =-° 03 n 3 EL -TO go re .-3 Q. - -• o o re rj 9S~ 0-70 o rt re 7*3 n 2 70 7o re re re c/o 3 <T Cfl EX - a a OS O °- 5 o-^ 0 o £3 o s c c 2 23 r c. 5; Sa'! S 5 o I S S re rr -J al> 3 C 0-5 22 E °- SS g re ■w s 3 C» re I - ^4 -> cr*9^ Q. - c or® I 3 =r I" re 1 K-g S 3d d 73 Q PJ- S E5 ^rH' ^3 d 2^ d rt o I—, P3> 7H 2 c? - o p) co co k 3 3 9 cJrs oa rs 3 S °^va ro a 2 7Q 2 73 •-•• Q. 3 Ci. n3- »2 J 3 S !S" 5 p sp-ï 3 3 2S5- S??»Ï=- ro~g. aoams- o 'ro c, 2 f® 1 00 ag a r#t 3 GO sa S. to re C/Ï re O 3 d CE ca po -7 ro ci-ï R- ■3 <1 2. -1 C3 Ii! 3c 3 Tq' re Q. n. o- ro C/j re* s - 3 M -- W u N - o o o 2. O- 3* o 'H -s d 2: cl Q. 3 g's-s;- B S .2* s.^5 re ca re C O- 2 .XX re 3 a 7T 3 N O OT - 2 2 Z rtVO S" o fkênM t Welkê hun rullen blijken niet ewreênkefedig de bepalingen Van dit Reglement te zijn gemaakt of anders ns gevaar van brand cp te-leveren, bijaldiende gebreken niet dadelijk worden herfield aanftonds ken nis te geven aan het hoofd van het plaatselijk fceftnur; gelijk ook aan alle timmerlieden en metselaars wordi verboden, eenige schóotfteenen of ander timmer- of metselwerk te maken, flrijdig met de bepaling van di< Reglement. 9. De ingezetenen zijn verpligf, tot bet schoon houden en doen vegen der schooifteenen en (lookplaai- sen. Tweemaal in ieder jaar, gullen daarop door hei plaatselijk beduur inspectiën worden gedaan, waar van ten tninflen acht dagen te voren aan de ingezete nen zal worden kennis gegeven, 10. De voorschrevene inspectiën en viötatien de' flookplaatsen en schoordeenen bij de ingezeienen, zul len nier mogen worden belemmerd. 1 j. Iemand welke tot de uitoefening zijns bedrijfs. vuur gebruiken moet, zal geéne Oven, eesten of an dere flookplaatsenonder welke benaming ook, mo gen daardellendan, na dat alvorens de toéffel zijner vuurplaats, door de daartoe bevoegde beambten zal 2ittt goedgekeurd, en bevonden zal zijn, dat uit der zelvEt condruciie geen gevaar voor brand te vree zen is. 12. Geene vergaarbakken voor asch of vuilniszul len mogen aangtlegd of gebruikt worden, dan op zoo danige plaa-sen en wijze, als het plaatselijk beduur 2:1 oordeelen buiten eenig gevaar te kunnen geschie denin dezelve zaleven min als np eenige andere plaatf.noch op de draten erf wégen heeien asch mo gen geworpen worden-. 13 Geen r.ngebluscli e kalk zal in eenig gebouw (iw gen worden bewaard of geborgen, dan op zoodanige plaatsen welke met speciaal consent van het plaatse lijk belïuur daartoe worden geadmitteerd. 14. Branddoffen, als: turf, kolen, hout enz., zal niemand vermogen te leggen binnen één ei afs-ands van eenige eesietr smidsen of andere vuurpladlsétr, gelijk ook niet binnen een halve el afstantls van schoor- deenpijpen. 1 5. Het is verboden vlas re reepen, te zwingelen of te hekelen bij ontdoken lichtook om in de he keihuizen of de plaatsen waar vlas voor handen is, ander licht te gebruiken dan in een befloteti lantaarn, als mede om zonder speciaal Consent van het hoofd van het plaatselijk beduur, op eenige zolders en ach terkamers of achterhuizen te hekelen. 16. Bij het lossen, laden of verwerken van ligt brandende goederen alsmede in schuren daüen ttm- mermans-winkelstimmerwervenpakhuizen, hooizol ders en andere diergelijke plaatsen, zal geen tabak mo gen worden gerookt, hetwelk ook niet zal mogen gescheiden dan mer pijpen van een dopje voorzien, op de Graten, achterwegen, dijken en erven, langs de zgamgetrokkene huizen of den ring tier gemeente loopende of tot dezelve belinoreiide 17. Niemand zal vermogen eenige gedoofde kolen, houtskolen of uitgebrande doppen en zaagsel te leggen of houden in tonnen, manden of diergelijke maar zal een ieder verpligt zijn, tor berging van dezelve te gebruiken fteenen, koperen, ijzeren of diergelijke ponen van harde (juffen, met deksels van fteenen, koper of diergeliike voorzien. 18. Ten einde onverwach'e onrvonking van uit gebrande doppen en zaagsel voor te komen, zullen alle de genen en inzonderheid de bakkers, welke dop pen of zaagsel uitbranden, niet vermogen eenige van dezelve uit te branden des nademiddags. 19. Geene pijpen van baarden of ItagcneFs, mogen door een houten beschot geleid worden dan me' vol doende voorzorg ter beoordeeling van het hoofd van het plaatselijk beftüur. 20. In gebouwen, dienende tot magazijnen of berg plaatsen van hooi, ftrooi, even zeer als van andere ligt ontvlammende doffen, 2al geen vuur mogen ge bezigd worden. si. Geen kuipers vaatwerk zal hl schooifteenen mogen worden gedroogd, indien dezelve niet ten min den de wijdte hebben van één el, De kuipers moeten, bij bet heeten van vaatwerk, bij zich hebben een ton met water en een dwiji. en mogen geene duigen, bodem (tukken of eenig ander houtwerk bij bet eindigen van bun werk laren liggen of zetter» in hunne schoojfteenen, 22. De kuipers en brouwers mogen hun vaatwerk op de ftraren of wegen niet heeten na son's onder gang en voor zon's opgang, of in fterke wind tipch op eenige andere plaatsen dan voor hunne brouwerijen 2. 25 c S 2. 3 ri> vs: rj 3 3 - -1 CO - va m e -v ^c«! -L. n, O 2 t g 2 ri O n ÏV, 2 of Wöhingêftj selfa riet voor stirêrè Wzéiiioodseij <f schuren, die zij in eigendom of huur bfikitten. 23. Wanneer bij inspectie door of van wege he1 plaat selijk beduur gedaait, bet hooi in de ftapel of schu ren, bevonden wordt door broeijing gevaar voor brani te kunnen doen vreezen, zal hetzelve, op daartoe ge geven last, dadelijk moeten worden uitgehaald en ge spreid. 24. Binnen den gebouwden ring der Gemeente, zullen geene vuurwerken afgelioken en zonder speciaal consent van het hoofd van het plaatselijk beftdur geen geweren of pistolen afgeschoten mogen worden. 25. Niemand zal, behalve in daartoe overeenko-n- ftig beftaande verordeningenbehoorlijk opgerigte fa brieken binnen eenig huis, schuur, loods of andet gebouw, olie, teer of diergelijke ligt brandbare Bof fen mogen koken, tsaar dit moeten dnen ten minsten vijf eit twintig Nederlandsche ellen buiten de gebou wen, tot den ring van de plaats behoorende. 26. Geene varkens zullen binnen den bebouwden ring der gemeenten tn- gen worden gebrand, dan op zoodanige plaats als daartoe door het plaatseliik be lïuur zal worden aangewezen; en zal zulks op de hof. lieden en andere afzonderlijk gelegene ervennier dati op eenen afstand van vijf en twintig ellen van alle ge bouwen mogen geschieden, 27. Insgelijks zullen geene peulhoopen of andera voorwerpen op het veld mogen worden in brasd ge. (tokendan tusschen het opgaan der zon en twaalf uren op den middag, 28. Geert hnopen of ftapels van hooi, ftrooi, on- gedorschen granen en diergelijke, zullen op de erven tot de zaamgetrokkene huizen of de kom der gemeen, 'e behoorende, m gen worden gefield op eenen af. (land van minder dan vijf ellen, vat- de firaten of we gen, behoudens de bevoegdheid der plaatselijke heftu- ren, om. aangaande het dellen van zoodanige hoopen, of (lapels in de nabijheid van gehouwen met in acht neming van het bepaalde bit art. 155 der grondwet, meer beperkende verordeningen daar te (tellen, welke in het belang der gemeente noodig tn -gten wotden ge» oordeeld. TwKFBK ^FDEFLIT-rÖ. Voorzomen tol hot in hihtamtt, flaat hebben der middelenbenoodigd ter blus ling van Brand 89. De plaatselijke beduren zuilen zoo vee! moge» Hik zorgen, dat in hunne gemeente eene of meer vol. ledige brandspuiten, met al derzelver toebehonren era de noodige emmers, brandladders, lantaarns, hakers en gereedschappen voor handen zijn. 30. Het plaatselijk heftuur zorgt dat de brand» spuiten in de gemeente aanwezigin goeden en btuik- baren (laat worden gehouden, en dat de noodige re- pa ra:iën en vernieuwingen tijdig aan dezelve wordea gedaan. 31 Het plaatselijk heftuur zorgt, dat binnen de ge meente in de haven, kanalen, publieke wateren, put ten of vaten-, bij vriezend weder, behoorlijk bii.tera aanwezig ziinen dat die dageljjks des noods twee of drie malen worden open gehouden. 32. Tweemaal 's jaars zal, ten ovetflaan van bee hoofd van het plaatselijk heftuur, of van een lid uic den gemeente-raad daartoe benoemd, eene openbara oefening met de brsndscpuit plaats hebben en bii dia Het vervolg 00 de kant van deze bi adz A V R T E N T I E. Na eene bedlegering van 2 maanden en bijko mend verval van krachten, is alhier tot mijne en mij ner kinderen droefheid, in den ouderdom van 76 ja ren en 7 maanden, overleden mijn waarde Echtge noot de Heer j^COBGS van der BAAN, in leven Chirurgijn, Operateur tn Vroedmeester, binnen deza Stad en Eilanden, waarvan hij de werkzaamheden met veel ijver en getrouwheid meer dan 50 jaren heeft verrigt.—Wij berusten taet Christelijke gelatenheid in Gods wijze beschikkingenen zoeken ons te troosten met de verzekering, dat het uiteinde diens regtvaardigen vrede en zaligheid zii; terwijl wij den goeden G >d nog danken, die hem nog zoo lang voor mii en mijne drie nog onmondig kinderen gespaard heeft. Op begeerte van den overledenen, zal er door de naarstbestasnden geene uitwendige rouw worden aan genomen. Zierikzee, den 30 Angus-us 1826. CORNELIA LASTEN, weduwe J v d. Baan. Msde namens onzen aangehiwden Zoon en eigene Voordochter. De Notaris D Boomzal publiek veilen en verkoopen in de Herberg te Noordgouwe op Dings- dag den 13 September 1826, 'snamiddags ten 3 uren: Een HUIS en BROODBAKKERIJ, met de ERVE en gevolgen, ftaande ia bet Dorp Noordgouwenumero ld; aankomende MARINUS de JONGE, Mz. Terftond een ongehuwde WAGENMAKERS-KNECHT benoodigd; adres bij J. BAL, Mr Wagen maker in de Nieuwftraat, Wiik B, n°. 52, te Goes; brieven Jranko, Heden is alhier gearriveerd, ten huize van Mors. C. HARINGX, op de Oude Haven, de Heer L, UUIJSDFNS, van Ai iade/burgmet een assortiment Moderne MEUBELEN, tot zeer verminderde prijzen, Zierikzee, den 30 Augustus 1826. L HUIJSDENS. Te ZIERIKZEEbjj ABRAHAM de VOS jz,, Stadsdrukker op de Oude Haven s8s€ rr M u 'fa Er r.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1826 | | pagina 2