S I® S3 o S3 a G «3 n"U H 3 O (J! fl o (5 0 n n O P-~¥ 2 3 S" a 1 O H 0 "S; r** Q. ~Cf3 1) o a a -• O O C S g 5 S 3 g o 2. ir^ jl S" jj 5 TT5 s 3 «5 «fl)t »oap7» wi i0 o m a b-o rio« e»u° CL"T3 - ^3 CU Ai *-*• C O) fp 2 H S S- 5" rt n, digde ziyh, tot zijnen teks: bepaalden daar door geenszins eenige zinfpeling pp den, bij onze wetten gevorderden, eed beoogd hid Eene tweede befehuldiging was ten laste van den priester Moeyens,die, van de wettig- heid der domein - koopen te hebben aangeval len, In zijne verdediging op dit Huk, heeft. Duburck doen opmerken, dat het hier eetie meening, of liever eene zaak betrof, welke geheel, tot het inwendige kerkelijk gerigt be hoorde; zoo dat die buiten het bereik der burgerlijke wetwas De befehuidigde meen de, dat vddr het concordaat dergelijke kop pen onwettig waren, en dat, zoo deze on. Wettigheid federt hec concordaat had opge houden, dahoopers daarom niet minder toe liefdadigheid gehouden waren. Deze Helling, zeide hij, was.de meeding van vele aanzien lijke leden der floomfcbe kerk geweest, en zoo dezelve ongegrond heeft kunnen zijn, is zij echter daarom niet minder beveiligd voor eenige coepasling van alle flrafwetcen. Hec openbaar ministerie heefc geantwoorddac de bedoeling des befchuldigden klaarblijkelijk was geweesc; dat zij. duidelijk ftrekte, vooral wat den eed betrof, om dengenen te veroordee- len, die bij onze wetten van de openbare, ambtenaren gevorderd wordt; dat de wijze, waarop hij zich daaromtrent uitgelaten had, al te klaar was, dan dat men een oogepbjik aan hec doel zijner leerrede had kunnen twij felen; dat door daadzaken was bewezen, dat hij zich ondubbelzinnig had uitgedrukt, en, dat hij zeer goed begrepen was geworden, om dat, na die leerrede, tegen het paasch- feesc namelijk, verfcheiden leden der regering hunne posten hadden nedergelegd. Uit hoof de van dit alles, beweerde hec openbare mi- nisceri.e, dac op den befchuidiglen geheel toe pasfelijk was artikel 201 van het ftrafwetboek. De regtbank heeft, bij vonnis van heden, den priester Moenens tot drie maanden gevan genis c.n in de kosten van het proces veroor deeld .D4ar.aa.is.de zaak van den priester Coufin bepleit, maar met eenen geheel verfchillenJen uitflag; de befehuidigde is vrijgefproken ge worden. Den 16. Een Gentsch dagblad behelst het volgende: Een brief van Barcelona, van den 3 dezer, geadresfeerd aan een geacht han delshuis dezer Had, en welken brief ik gezien heb, meldt, dat het fchijnt, dat de pest zich in een klein dorp op het eiland Rlajorka heefc geopenbaard, dat men de ftrengfte maatrege len gaat nemen, en de geheele kust (dat is te zeggen geheel Katalonie) met troepen om ringen za). Ik haast mij, dit berigt bekend ce doen worden, hetwelk llrekken zal, om {Het vervolg.op de 2de .bladz,)

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1820 | | pagina 1