Vrijdag
den 4 y^ön/.
VPmmv]
ilfé
3
lil.
1 r
"P
'AUf ..- .v O'.'-J, v-V'.
N°- 27,
ZIERIKZEESCHE
A°» 1817.
COURANT.
-<4.
2
j£ c P
6 c T
- iX^jocpJ/
-
.S - TZ
N "C !-
'-1, - 3 êj r
- - i1 M V i.
- -cn -'.
Vj JJ
jc^S^
OJ li JJ
,'I'S
3
QJ
- 'E Sf -= -
cc QJ
C
'T; ox)
CZ) -*
«u - - J= -o
s i is 'f 5
b-<5
;A§W3i\^Y
QJ ,°0
I E.
P U B L I C A T
BÏJROEMEESTEREN en RADEN der Stad ZÏE-
RlKZl'.Eaan allen die dezen zullen zien of
horen lezen, falut! doen te weten:
I11 aanmerking nemende, dat fomtnige der In- en
Opgezeienen dezer Siad omtrent eenige objtéten in
liei verkeerde denkbeeld fchijnen te verferen, als of
dezelve zonder betaling van eenige Stedelijke I npofi-
tien zouden vermogen te worden ingevoerd, nieitegen-
lïaande dezelve blijkbaar zijn vallende in den geest
der Ordonnantiën.
Overwegende, dat het vnor Stads Finantienmitsga
ders om alle verkeerde begrippen en de gevolgen van
dien ie doen ophoudenbelangrijk is daartegen op
zettelijk te voorzienen zulks in hei bijzonder me'
beirekking tot de Rozijn-Wijn of het Vruchtnat
het invoeren der ongezangdc Boomen, en de zooge
naamde Kantelingen.
En wijders in aanmerking nemende, dat. hoe zeer bij
Ar iliei 31, 33 en 3Ó der Ordonnantie flechis eenige
Ohjeften in de termen dezer Ordonnantie vallende,
zijn uitgedrukt, het niettemin zeker is, dat de woor
den &e. &c. genoegzaam te kennen geven, dat ook
andere geliiltfooriige objecten niet ziin uitgeflotenen
dat de Rozijn- Wijn of her Vruchtnatzoo wel als
de Cider en Poïrde, een knnsrnat zijnde, te recht
kan gelicht worden ie vallen in de termen van de
ze Artikelen,-en overzulks-wegens dezelve niet Hechts
voor her vervolg, maar ook van desbereids ingevoer
de Rozijn Wijn of Vruchtnat den Stedelijken Im
post, bij deze Ordonnainie bepaald, kan, en behoord
te worden gevorderd.
Overwegende al verder, dat fommige der Ingezete
nen zich tor nadeel van Stad Belastingen fghijiien te
willen behelpen, met de redenen, dat zulks niet woor
delijk in de Ordonnantie Raat uitgedrukt, neirtegen-
ftaan de dit wezentlijk met ue intentie der Regering is
overeenkomende, waar door er dan ook eene nadere in
terpretatie ten dien opzig'.e behoord gegeveu te worden.
Overwegende wijders, (fat vele der lp- en Opgeze
tenen zich met betrekking tot bet artikel der Boomen
fchijnen te willen behelpen, als of er Hechts eetie S e-
delïike Impost zou kunnen worden gevorderd van bet
gezaagde Vtamhouiterwijl zulks geenzints van ap
plicatie zou kunnen wezen op de in deze Stad en der-
zeiver Poort-Ambagt ingevoerd wordende Boomen,
tot Brandhout dienende, en daarna tot dat einde ge
zaagd wordende, waar door dan ook deswegens eene
nadere ampüatie diend te worden riaargefteid, op dat
S'ads Finantien, door ontduiking van deze betaling,
niet zon kunnen lijden.
Overwegende eindelijk, dat het even zoo noodzake
lijk zij, dat er eene nadere interpretatie .worden .gege
ven aan datwat men door Kartelingen bij het 39de
artikel der Ordonnantie verfl iatten einde alle fraudes
deswegens te voorkomen, of diej begaan wordende,
voor het vervolg te doen ftraffen.
En willendé door eene meer duidelijke interpretatie
en nmpliotte dit een en ander wijzigen.
ZOO IS MET,"dat den Raad heeft goedgevonden
en vetftaan provifioneel te interpreteren en te ampli-
erengelijk geïnterpreteerd en geampliëerd word bij
dezen
t°. Dat voor de onderfclteidens foorten van Kunst
wijnen of Drankenwaarvan even als die van den
Cider en Poirde den Stedeltjken Impost moet worden
betaald, ook daaronder moeten worden begrepen, de
Rozijn-Wijnen ml "t zoogenaamde Vruchtnatals val
lende dit in^de termen, welke onder artikel 31, 31 en
36 der hier vorengemelde Ordonnantie bit de woorden
&c.&c.zijnbedoeld geworden.En dat mits
dien niet Hechts voor het vervolg van deze foorigelijke
ingevoerd wordende, maar ook van de reeds ingevoerd
zijnde VV.jjnen of Dranken dezer Stedelijkett Impost,
even als"',van die, onder den naam van Cider en
jpoirdc hekend zal moeten worden betaald.
2°. Dat bij wijze van ampliatie op het 39de artikel
der Stedelijke Ordonnantie met betrekking tot dat van
her ingevoerd wordend Vaamhout bepaald wordt bij
dezen, dat daar onder ook begrepen zijn alle foorten
van ongezaagde Boomen, welke binnen deze S ad en
Poort - Ambagt worden ingevoerd, en tot Brand- of
Vaamhout worden gezaagd of gekloofd. Zullende
den Impost van de gezegde Boomen worden berekend
het zij dezelve, dik, dungroot of klein worden be
vonden tot voorkoming van alle verwarring en onidtti
king van Stads Impofitien, op twee vamen Hout of
op 2 Guldens, van elke Boom; terwijl alleenlijk van
déze Stedelijke Impost zullen zijn vrtigefleUi, alle zon
danige Boomen, welke dienen moeten tot eenig Wa
genmakers, Schrijnwerkers of eenig ander Werk tni'S
dat zulks bevorens, door eene gemotiveerde fchriftelij.
ke verklaring (onder prefentaiie van eede) wordt be
wezen, houdende, dat zij de ingevoerde Boomen al
leenlijk tot hun werk benoodigd, zullen doen zagen,
zon.ter daarvan iets voor zich te zuilen gebruiken.
30. Dat wijders tot nadere vciklaring van bet op
genoemde artikel 39 der meergemelde Ordonnantie
almedp provifioneel worden vastgcfleld, dat voor Kor-
tclingen alleen moeten worden gehouden en als zoo
danig gerekend het hom, dat van de (faken, uit de
Bermwerken der zeedijken is afgekloofd, zonder dat
daaronder eenige Klippels of F, 9-elen zull-n mogen
worden geranefchikien dat milsdien de Klippels of
Faceelcn in twee of meerdere dee'eu gekloofd ztinde,
niet als Kortelingenmaar als Klippels of Fapcchn
zullen worden befehouwd, en als zoodanig deu Siede-
lijken Impns' zullen zijn onderworpen.
En op dat niemand hiervan eenige onwerenheid
z°ude kunnen voorwenden, zal deze op de gebruike
lijke wijze worden gepubliceerd en hangende de defi-
ni ive arresieriug van de Ordonnantie op S ads Midde
len, door de Ed. Gr. Achtb. HH Saten, gedepu
teerd ter dezer Provintie, in kracht en vigeur zijn en
verblijven, even en op dien voet, als de Ordonantie zel
ve en dat alles op dezelve boetens en poenaliteitenals
daarbij refneftivelijk zijn bepaald en gearresteerd.
Gedaan in den Raad der Stad Zierikzee den 31
Maart, en gepubliceerd den 4 Anril 1817.
De Regering voornoemd.
M. C. de CRANE,
Ter Ordonnantie van Hun Ed. Achrb.
De S-cre'nris.
K. W. de JONGE.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTEREN der Stad ZIERIKZEE,
aan allen den genen, die dezen zullen zietl of
horen lezenfalut! doen te weien:
Uit aanmerking, dat vele perfonenvallende in de
termen der Nationale Militie, daorgefleld bij de wet
van Z. M. van den 8 J inuary 1817, No. 8, to- he
den niet aan de gedane oproeping van den ai Maart
II. hebben voldaan, en liet niettemin voor hun van
het uiter'fte belang is, dat zij zich tot het infehrijven
ten fpoedigflen aangeven.
Overwegende, dat hiertoe nog den tijd tot den 15
dezer maand is verleend.
En willendé, dat daar van door hun, welke als
nog niet aan de verpligtingen der wet mogten hebben
voldaan, wordt gebruik gemaakt.
ZOO IS HET, dat Hun Ed. Achtb. bij dezen
aanmanen alle de zoodanigen, om zich uiterlijk voor
den 15 April aanflaande ter Secretary te doen infehrij
ven, het zij dezelve gehuwd, ongehuwd of afwe-
zend zijn, (of wel, dat dezelve eenige redenen op
vrijfpraak mogten hebben), we! verftaande, dat daar
door bedoeld worden alle dezulke, die hun 19de jjar
zijn ingetreden, en hun 23de nog niet hebben vnl-
bragt, of wel in de jaren 1794, 1795, 1796, 1797
en 1798 geboren zijn, en welke aan de teeds gedane
oproeping van den den 21 Maart II. nog niet hebben
voldaan; terwijl zijlieden, welke zich hier van mog
ten onttrekken, en 11a het fluiten van het infebriivings-
register mogten ontdekt worden, daarin nalatig te zijn
geweest, aan den Heer Gouverneur dezer provincie
zullen worden hekend gemaakt, en dadelijk, na rier-
zelver goedkeuring aan den Plaaifelijken ivominandant
ter inlijving worden overgegeven.
Dat Hun Ed. Achtb. almede ingevolge eene ont-
vangene aanfehrijving van den Heer Gouverneur dezer
Provincievan den 8 Maart 11.1 lie afdeeling, Nn. 441
bij dezen alle de daarbij belanghebbenden herinnerd.
i°. Dat die gene, welke de eer/Ie Klasje uitma
ken, zich dit jaar na den ccrjlcn jjanuarij of vóór
den eerjlcn September tot geen? vrijwillige militaire
dienflen ter Land of ter Zee, kunnen of mogen ver
binden.
20. Dat de Ouders, Voogden of Curators van die
genen, welke'jvoorjzichjzelven bij de Nationale Mili
tie reeds dienen, en die in den loop van hei voorleden
jaar iSiö, het zij dnor overlijden van eenen Vader, of
Moeder weduwe zijnde, of door eene plaats hebbende
regterliike feperatie of eciitfcheiding der Ou teren of
door overlijden van eenen broeder, in een der termen
van vrijflelling bij art. 91 der opgenoemde wet geko
men zijn, en ten gevolge van dien hun ontflag uit
den dienst mogten verlangen, zich voor of uiterlijk
op den 10 Anril aanflaande aan H. H. Burgemeesteren
{liet vervolg op de kant van deze bladz.)
g M 1
cp S3
o r,
c
S ^5 -C G O
5 u o
Oi y_ "V
S 5.
zj „G
JU -C3
ni
5 - 5
5; Ja: C PO
X, CL
1)61^-1 CU
C
O r,
_C
- 1
!£H-
CL4
<u
A
o.
o -|.
g s
"u C -
N rt
CJ S
u OJ
.s, s
III
U -9
s
'J3 "O
n S
L
tl u u
u -a c
o
<- s
ct
1 li c
y ci r'
-
CJ N
jj -t-.c. r-
u
PO CJ cc
CU u c
1 e fc
T 5
1 x>
cz sd a>
c: ca sz
S3
.ZS CU :cr C3
e 8 3
3 - -
u G - a'
OS. Z
- os.
r-; H
*8
C e-
•5 -
2 o
S s 5 -ë
5
JZ3 tzZJZ 5» u
-u
aj Lfi
-o U
c 2
N
TZ
C/3
tx3
•r ta
w n -
u cu
-
Cd LI
G c
■c "-J
C Q c
I T •-
g 2 G u
E itd
öC
O
t-a
'J
H
t C
- j ól c
- J i! V U
SJ r - -r- x»
CJ
C. c= T
-r-5
1 S O'
]E' 5
TS -
2
s> «-
5J
►T <U
-e O
~TZ
s— C3 "TT
9 S ÖJ3
CU r- -
SZ. -
C
C3 S
rS3 O
so
OJ TT 2
c
6
T: 9^
5JS 3
■J T3
C r- E
E
1
,0 'u
"O <u c
9.
O
"g 1
B c :u
CZ
CU li
c
cs
S -o
c T (j u
T- C00
<j-
'o
SZ a> Gf
ci C
P. - o
T QJ -O 3
-j 3
o QJ
SC M