Dingsdag
den 12 November,
•li.
Z
N°' 91:
ZIERIKZEESCHE
De eommisfe ter inzameling en uitdeling van
liefdegiftenten behoeve van noodlijdende door
d<n Watersnoodin de Provincie Gelderland
aan de Ing zetenen van het Koninkrijk der
Nederlanden.
H r .ligt Gelderlands ingezetenen nog te verscli in
lie: geheugen, hoe vele hulpbehoevende hunner
ti.cJeburgerenvoor zeven jaren, onder lier hoog be-
lluur der Goddelijke Voorzienigheid, met dijkbreuken
en watervloeden bezocht, en daar door van have en
vee beroofd, de krachtdadige onderfleuning hunner
lan'genoicn hebben mogen ondervinden, dan dar zij
niet, in hunnen deerniswaardiger) toefland, op nieuw
üerzelver medelijden zonden durven in roepen.
Toen de ingezetenen van dit gewest zich, voor om
trent drie jirett, met die der andere provinciën, in den
val des overheerfebers verheugden, en den Hemel dank
ten, die ben verbist had uit de hand hunner onder
drukkeren, was echter het middel der nationale bevrij
ding voor Itett gevoeliger, dan voor de meestcn hun
ner naburen; voorbeeldeloze inkwartieringeneerst van
Fiansch en naderhand van Bmtdgenoö fcltappelijk krijgs
volk onophoudelijk en tot dus ver onvergoldene hand
en fpandienflenbragten hen geweldige (lagen toe.
Dannsr.uwUjlts dit alles eenigermare te boven ge
komen treft hen nu gevoeliger ramp dan alle de
vorige.
Na dat eene koude voorzomer het uitzigt, op eenen
eenigzins voordeeligen oogst aanmerkelijk beneveld
had, zoo heeft een geftndig hoog rivier-water, in de
zen tijd des jtars in vele jaren niet ondervonden, de
wateren verre buiten hunne oevers gebrngr, den afloop
van Iter kwelwater in vele (treken geheel belet, en de
hoop des land mans ten eenemnal vernietigd.
Het gr sgewtts in velq oorden ganfchelijk verloren,
en lie vee van her voeder beroofden alreeds hier en
daar kwijnende aan de gevolgen der onder water
(taande, weidens en het.gebruik van bedorven voedfel;
in ftilnroige (treken der provincie, uit dezelfde oorzaal:
de varkens in grooten getale wegflervendeen hier
duor de vvimer-vonrraad voor de menfehen verminderd;
de oogst der granen in een groor gedeelte van liet ge
west bijna mislukt; in andere plnatfen het gewas der
boekweit door aanhoudende (turtregens geheel tot niet
gehiag'; 'en, gelijk men niet zonder reden vreest in
-fominiae getiteentens het gewas der aardappelen'bedor
ven; dit alles levert voor menfehen en vee, het fcltrome-
lijks vooruitzigt tegen den aannaderem.len winter op.
De (laten van het gewest, met hunne mede-ingeze
tenen, aanbiddende de rongrige hand die hen geflagen
heeft, hebben evenwel niet willen nalaten, naar alle
hulpmiddelen ter leniging van het kwaad, die onder
menfcheliik bereik zijn, om te zien.
Eu tot wien zouden zij zich eerder gewend hebben
dan tot hunnen goeden Koning, die ook in dezen druk
'hunne hoop niet heeft te leur gefield, maar 'zich op
nieuw betoond als den vader van zijn hem zoo eerbie
digend volkdoor, ten behoeve der noodlijdendeeene
fontma van 25,000 guldens uit 's lands kas toe te (laan.
Dat kbaarlijk erkennende eene zoo aanzienlijke gift,
gevoelen echier de ingezetenen van dit gewest, dat Zij
11e M jofieir zijne mildadigheid door de zoo hoogst
nooflige bezuiniging in een Rijk, welks onderdanen in
de laatlie jaren zoo veel geleden hebben, hebbende
moeien matigen, deze onderffand nier toereikende is,
om in den hoogden nood te hulp te komen.
Van bet welmeertend aanbod van een aantal ingeze
tenen der provincie Groningen, om een menig'e van
rundvee voor niet te weiden, zal welligt maar op wei
nige plaatfen gebruik kunnen worden gemaakt, daar de
behoeftige landlieden, welke een of twee links vee be
zitien, liet niet van zich kunnen verwijderen, zonder
zelve met bun huisgezin van gebrek te vergaan, en
ook het vee veelal door gebrek aan voedfel te krachte
loos geworden is, om een weg van 30 40 uren te
kunnen afleggen.
Dit tafereel der etende, hetwelk de ondergeteken
den op hunne gnede trouw verklaren, in geenen dee-
le te zwart ie hebben afgemaald, zal niet kunnen na
laten, het medelijden der Nederlandfehe harten levendig
op te wekken, en deze zullen het zich tot eeti aan-
genamen pligt rekenen, een aantal hunner landgenoten
voor honger en dood ie beveiligen.
De meervermogende ingezetenen vart Gelderland hoe
neer zelve aanzienlijke verliezen geleden hebbende, en
fommige biina van de geheele opkomst hunner goede
ren beroofd, vvenfehen hen daar in voor te gaan; zij
vertrouwen daarin te zullen worden nagevolgd door
hunne naburen, bovenal door de zoodanige, aan wel
ke eene milde oogst is te beurt gevallen, of welke,
'A°- 1
COURANT.
door herlevenden bloei van den koophandel, door den
hemelboven zoo veel anderen gezegend zijn.
Daar de provinciale regering alnog bezig is, met be-
fcheiden in te winnen, om de betrekkelijke behoeften
van de onderfcheidene dcelen der provincie te beoor-
deelen, is het niet mogelijk, nu alreeds de wijze van
onderfland te -bepalen.
In liet verlenen van denzelven zal eene billijke even
redigheid worden in acht genomen, en voor verfchillen-
de diflriéten der provincie coramisflen worden daarge*
(leid, om ons ten dien opzichte voor te lichten.
Dit echter kan men 1111 reeds bepalen, dat de bij
dragen zifllen worden bedeed tot aankoop van levens
middelen voor menfehen en voeder voor het vee, om
het benodigde te verfchaffen aan lien, die onvermogend
zijn, om zich de onontbeerlijkfle hulpmiddelen, tot
herkrijging van hun beflaan te verwerven en dat van
de gedane uitdeeling openbare verantwoording zal ge-
fchieden.
Arnhem, den 14 S'ptember1R16.
Namens de Commisfie voornoemd
VV. R. Brantsen, Hrefident der Regt-
bank van eerden aanleg.
A. A. Gaymans, Lid der 'Gedeputeer
de Staten.
J. YVeerts Lid van den Stedelijken
Raad.
PROGRAMMA.
De Gommisfeter inzameling en uitdeeling vtfn
Liefdegiftenten behoeve der Noodlijdenden
door den Watersnoodin de Provincie Zuid-
Ho Hand, aan der zeiver
Landgenooten.
M er dan eens zagen de anders gelukkige bewo
ners onzer flrekendoor rampen getroffen, aan
vvtiUe de ligging hunner landen, hen, naar de na
tuurlijke gedeldheid onzes vaderlands, van tijd tot
tijd blootftelt, zich gedrongen, om in den nood hun
ne toevlttgt tot uwlieder zoo bekende milddadigheid
te nemen. Meer dan eens waren harten en handen
voor hen ontfloten, en dankten zij God, die ul. har
ten en middelen gaf, om rampen te lenigen, waar
van de blaote herinnering hen nog doet fidderen. Die
(lagen echter, hoe geducht, zij weten het bij de on
dervinding, kunnen door lengte van tijd worden te
boven geltomen: dan, heden treft Itett een van die
onverwachte onheilen, van welke, Gode zij dank,
fchaarfche voorbeelden in de jaarboeken der natuurlij
ke gtfehiedenis onzes lands (laan opgeieekend. Nog
niet geheel onttogen aan bet bederf, over een aan
merkelijk gedeelte van hen geflortdoor de geduchte
overftrooming van het jaar 1809, befleedden zij alle de
krachten hunner nijverheid, om de herftelling volko
men te maken, en de vruchten van eenen onvermoei-
den arbeid intezamelengroot was de hoop, en ftree-
lend de verwachting van eenen zoo bstamelijken
wensch te zien vervuld, toen liet faifoen dezes jaars
eene zoo ongelukkige wending nam, dat alles, alles"
werd re leur gefielden zij onder eene ramp zuch
ten veel iisfelijker in hare gevolgen, dan die eene
overflrooming bij dén winter anderzinis zoo verfcltrik-
lijlc maken; die ramp, zij is ul. bekend; waar het
vee moest grazen, ftroomt her water; waar de hen
nep en andere veldvruchten Iter beflaan des landmails
moesten verzekeren, liggen zij verdord neérgeflngen
of verrotten op den doorweekten grond; waar de
(lallen gereed gehouden werden, om paarden en bees
ten bij duizenden te plaatfen, zullen er honderden ge
mist worden van welke de te leür gellelde veeman
zich uit gebrek beeft moeten ontdoen, terwijl de hem
overgeblevene beesten flecht, of bijna niet gevoed,
geen melk en boter geven kunnen, geëvenredigd aan
de behoefte. En zoo naderen wij langzamerhand en
van verre den winter, zonder uitzigt op voeder voor
het vee, op voedzel voor deti minvermogendenen
een genoegzaam onderhoud voor allen, die niet met
tijdelijke middelen zijn gezegend; en wat kan er nog
gebeuren? neen, landgenootenwij willen door geen
fchrilcbeeldop uwe verbeelding werken, wij zou
den, zoo doende, der edele denkwijze onzer natie te
kort doen, voor welke helpen en redden, eene be
hoefte van het hart is; maar wij kunnen het niet ont
veinzen, bet bederf kan uog volkomener worden, en
het voor onze vaderen zoo verfchrikliilc jaar van
1621, toen eerst laat in den herfst het oordeel vart
et/2
'—-CU
tS g «s
c -O h
u &3
'C C -»
cv i-J
C
<u Z
T3 dX
I
e a S
M
EO
!E<=
u. aj
Z
ir tü
m C
C3
dï ca
"C O-,
B
<0 O
c Z
B
e
B g
C
C3 t-.
u
tp
-3
z
|o g
-5 r* "O
CC
H
Q
cc X
- W-.C
CU
5
u
öo
B
O
aj
«J
E
-o
o
Co
cc .21
öC-r
3
bCD
H o O
00 ÖX
5 it5
>Q - g'
g CO - O
Q h O
z s
fz 5 S
Op; (j
I
JC
-c
«2
<u
dj
O
j^o Z
"2'£ 1
- EO
Z cc<
U H»
'5 5
j g
P E
■- o
S
aj
O
-2
êf
5 c
Ui <fJ
^1-
C)
cu .SF"
•C' -a
1 W)
=3
c g"
c .5
o
E'sar 5?
M 00
*c zz (u
C U c
(U <D -C «J -
"5 S
JE ca
- -o P
M JJ 3f; W
w 3 c
1 .cc ~o
o
bC t£ o
-.'"S s
S -1
o S 'o c B
-• Crt - -
O 73 5 4
B
II
.E
OD G
x .E 5*
?S
Q. JS
<X
tïS
o O'
QJ
tso O
aj 03 E
T®~-= g U E C J3
s g
tJ o
j S QJ QJ
tf. ,2 T3 CS
O QJ
"E
o
fc>£ O»
Éfc O
"C1*- «c n
n 2 a-fi
CC T. c: CJ
O jQ
"C -c (4
Él
•5
n c c r
-o -O
k. p u
15-'
5 3
a
d N
o 2* OJ .3
E <iJ
e
s g
c -2
S Cf
- tn
co
QJ
E3
aj £3 «n bfl
O O 3
o o 2
^55
a
a_
5
1
E 7j
iJ o
0 s s -
s O -a "te :cr- O
Cu t»
C <ÏJ
.u
•E B
a
s
M 3
-3
tl-s
2 «e
E ecu
C .Ss
O
fee a
Het very tig op de kant van deze bladzj
o *H
O X S
c O
s
qj :cr
- "5
bD C
.e-ë
I s
s
1 s
o
m s
SI b CJ c
■u C5 C (U
TH C3 o QJ
5 C 5 M
a f *.=r
c e
Z e
CJ Ctj
M
e/s o
te
o o
C .y.
c -te
T3 5
#aj
i tT
"SO
•CT'.ËP'ÖJ
C- cu
ai
E -T3
qj a