S H 4 3 M 5 I v-"/ 3 o 3 ?T.3: S- 3 g
*T3 -CT a. g o 2 3 =3 *^S 2.
i£r2ï*irai?3-3 J o -» o ^3 m
an a2.^
ro a. ex O
3 ifl (I ft O
3 g, f5*
cv« r%
2-t 3" fj 1 r
Z, rt j r
P»3 3 n. T f
- 5. o
Ï2. g' 3
B -«-
ren, dat de vrede donr Rusland, Oos'ertrijk en Pruis-
fen geieeitend is, en men wil, dat de Keizer van Oos
tenrijk te Melun zijne verdere voortreis naar Dijon zou
gelfaakt hébben, ten einde er op de tijding te wach-
ten, da' ook Engeland geieekend hebbe.
Onze nieuwspapieren hebben voor eenige dagen ge-
meld, dat de prins Talleyrandna zijn otvflag als
minister van buiienlandfche zaken, nog even als te
voren, met de Verbonden Mogendheden van wegen
Frankrijk bleef handelen. Dit wordt eclner thans te-
gengefprokenen men verzekert, dat de Richelieu
federt hij als minister van huitenlandfche zaken in
funftie is gereden, onmiddeliik de onderhandelingen
m.t de geallieerden in perfuon en alleen heeft voort-
gezet. I
Twee Franfche officieren en vijf onder-officieren en
genteenen, die zich hier zonder eenige autorifatie, en
dus met overtreding der Koninklijke order van den
21 Juiij, ophielden, ziin gearresteerd'geworden en tot
eene gevangenis van drie maanden veroordeeld. Hier
van is, bij eene dag-order, door den generaal, graaf
Maifon gouverneur der eerfte militaire divifie, kennis
gegeven, en tevens aangekondigd, dat alle militairen,
die hier zonder autorifatie verblijven, voortaan dezelf
de firtif zullen ondergaan, met verzwaring zelfs van
den tijd der gevangenis naar mate hunne ongehoor
zaamheid aan de Koninklijke order van 22 Julij lan
ger roogt geduurd hebben; terwijl, bij hervatting of
andere verzwarende omflandiaheden hunner ongehoor
zaamheid, zij geheel van de controles der armée zul
len uitgewischt worden.
Er ziet eene confultaiie het licht, geteekend door
den Lacroix Frainville., waarvan de conclufien zijn,
dat eene militaire cotnmisfie niet bevoegd is, om den
marfclialk Ney te vonnisfen. Die regtsgeleerde grondt
zich op ar', ég van het charter, hetwelk verklaard,
dat de militairen hunne titels en privilegiën zullen be
houden: nu was een der privilegiën van de marfcliai-
ken, volgens de conflitutie, dar zij als groot-officieren
van het Rijk, niet dan voor het hoog geregtshof kon
den teregt ffaan; vervolgens tot de privilegiën der ou
de mnrfchnlken van Frankrijk overgaande, fielt de heer
Lacroix Frainville vast, dat zij (leeds als groot-of
ficieren van de kroon zijn befchouwd geworden, en
dat zij, iu die hoedanigheid, niet dan voor het hof
der pairs mogen teregt ffaan. De gefchiedenis van
Frankrijk levert, wel is waar, het voorbeeld op van
vier niarfchalken, die, geen pairs zijnde, door com-
misfienj zijn gevonttisd; maar de gefchiedenis heefc
ookzegt de heer Lacroix Frainvillederzelver
vonnisfen gefchandvkkt, en de parlementen hebben,
bij verfchillende arrestenvertoogen tegen zulk eeno
fciiending der wetten gedaan.
In het nummer van heden, wordt hierop aangemerkt:
dat die confultaiie geene betrekk'
dere verdediging van den marfclialk
(lecltts eene queslie van het
belang van de waardigheid
rijk, in behandeld wordt; dat de
Het vervolg op