ZIERIKZEESCHE
A0, 1809.
COURANT.
'SSii-ss
s-ss8§?!
!!~i-inld|!
ïüftüiïi
J
-J J
c^ps.s i
3«v|g|sI!^8!i
Toil
Maandag dm 18.
ijildii.
jvan Wintermaand. j|s
c
s!ï8°ÏÏI
DUITSCHLAND.
We enen, den 19. van Slagtmaand. Den
26. zijn de rroupen, die voor eerst alhier
in guarnifoen zullen blijvenbinnen deze
Siad getrokken. Dezelve beftondeii uit
het Cavallerie Regiment van llohaizoUern
drie Battaillons Infanterie en eene Batterij Rijdende
Artillerie. Te gelijker tijd is het eerlfe Battaillon van
de Weener Landweer, 't welkzoo men algemeen
verzekert, zich geduurende den geheelen veldtogt zeer
wel gekweten beeft, weder in deze refidentie terug
gekomen. Toen bet zelve uitmarcheerde, was bet
1000. mannen fterk, doch bij bet binnen rukken tel
de het zelve niet meer dan 200. mannen. Een ge
deelte van de gewapende Burgerij was deze gezamen
lijke troupen, welke door de Generaals Lichlenjlein
eit Hesfen Homburg werden aangevoerd, een eind
geWeegs te gemoet trokken. Zij werden met veel
gejuich door de verzamelde menigte ontvangen.
Gisteren kreeg men de tijding, dat Z. AI. de Kei
zer nog dien zelfden dag weder in zijne Hoofdftad
zoude terug keeren. Naauwlijks was deze tijding be
kend geworden, of eene ontzagchelijke menigte ver
vulde de ftraaten. Ten 4. uuren arriveerde Z. M.
werkelijk en werd door een onafgebroken vreugde
kreet ontvangen. Het volk wilde de Paarden van den
wagen fpannen en de menigte van gewapende Burgers
was alleen in Haat otn dit te beletten. Duizenden
tnenfehen wachtten op de Burgplaats en bij het af-
Ifiigeu werd Z. M. onder een geduurig geroep van
vivat, als het ware in het Slot gedragen. In minder
dan één uur tijds was de geheele Stad geïllumineerd.
Heden morgen begaf zich Z. Al., door zijne Hof-
flóer, het Guarnifoen en de Curgef Militairen bege
leid, naar de Hoofdkerk, waar een plegtig Tc Dcum
werd aangeheven. Z. M. heeft geordonneerd, dat op
dezen dag aan iederen zieken of gekvveillen Soldaat,
van welke Natie hij ook wezen moge, die zich nog
in eene der Militaire Hospitalen alhier bevinduit
zijn naam twee Guldens zullen gefchonken worden.
De armen dezer Hoofdlbtd hebben van Hoogstdenzcl-
ven een gefchenk van 200,000. Guldens ontvangen.
Den 19. zijn de Franlche en Saxifche troupen, die
den 14. van Hooimaand in Presburg waren gerukt,
weder afgetrokken. Aan dezen trein floten verlcbeiden
duizenden krijgsgevangenen aan, die federt het fluiten
van den Vrede uit de binnenlanden van Hongarije naar
Presburg gezonden waren. Voor dezen aftogc der
pranfeben werd de door hen gemaakte Gierbrug, be
nevens de daar toe behoorende materialen aan de meest
biedende verkogt. Den 20. rukte bet Warasdiner Re
giment, door den Generaal Biatichiwelke Presburg
zoo lang verdedigd bad, aangevoerd, binnen genoem
de Stad.
Hamburg, den 8. van Wintermaand. Men ver
zekert alhier, dat de Prins yan Holftcin Angustenburg
met ongeduld iu Zweden verwacht word. De tegen
woordige Koning zoude, wegens zijnen vergevorder-
jien ouderdom, aan genoemden Vorst al fpoedig na
deszelfs aankomst de Kroon afstaanom alzoo op
eene krachtige wijze de dreigende Regeringloosheid in
dit Rijk te voorkomen.
Volgens berigten uit Presburg van den 21. van
Slngtmaaud, heeft Z. M. de Keizer het volgend re-
fcript aan Vorst Alcxci Barisfowitsch gezonden:
Dezer dagen is de tijding van de Ratificatie des
Vredes tusfehen Frankrijk en Oostenrijk aangekomen
waar mede ook te gelijk de Oorlog van Rusland te
gen laatstgenoemde Mogendheid een einde neemt.
Door dezen Vrede blijft Oostenrijk als voorbeen onze
nabuur in Gallicie. De Poolfchc Provinciëninplant-
fe van weder vereenigd te worden, blijven voor altijd
onder drie Magten verdeeld. Rusland krijgt op nieuw
een groot deel dezer Provinciënen een ander gedeel
te, 'twelk aan bet Hertogdom Warfcbau grenst, word
in de Staaten van Z. Al. den Koning van Saxen in
gelijfd. Op deze wijze zijn wij, na het eindigen van
den Zweedichen Oorlog, ook terifond weder van den
last dei Oostenrijkfchen Oorlogs bevrijd geworden.
Alle de dtoomen, aangaande bet afstaan van PooK'che
Provinciën, verdwijnen. De tegenwoordige (laat van
zaken Relt daar aan ook voor 'tvervolg palen, en
Rusland beeft, in plaats van eenig verlies te lijden,
zijn Gebied merkelijk uitgebreid. Terwijl wij den Al-
magtigen voor deze gelukkige gebeurtenisfen onzen
dank betuigenzult gij dezelve ter kennis van alle de
civile Gouverneurs brengen; en wij houden ons ver-
jsdeïdjipat ons volk zijne dankbetuiging voor dezers
.s-Ssffea
.#1
5.2
gewenscbren en roemrijken Vrede met de onze zal
vereenigen."
F R A N K R IJ K.
Parijs, den 9. van Wintermaand. Gisteren och
tend, ten 11. uuren, is Z. Al. de Keizer uit het Pa
leis der Tbuillerien venrokken, vergezeld zijnde van
de Koningen van Napels, van Westpbaalcn, van Saxen
en van Wurtenberg, en heeft zich naar het Bosch
van St. Germain begevenwaar Hunne Majesteiten
gejaagd hebben. Haare Alajesteit de Keizerin was iu
bet Rijtuig van haaren Dooriugtigen Gemaal. Des
nademiddags ten 5. uuren kwamen Hunne Majesteiten
iu het Paleis terug.
Z. M. de Koning van Beijeren is gisteren te Parijs
aangekomen.
Gisteren is 'er Zitting bij den Senaat gehouden.
De Raad van Onderzoek, benoemd door Z. M.
den Keizer en Koning, en bijeengeroepen door Z. E.
den Graaf van Hun.eburg, Minister van Oorlog, en
zulks, ingevolge van den gefloten Brief van Z. Al.,
gedagteekinid Schönbrunii, den 7. van Herfstmaand
laatsteden.
Bijgewoond door den Heer BesfonChef-van-Divi-
fie bij het Ministerie van Oorlog, Lid van bet Le
gioen van Eer, Ridder van het Rijk, waarnemende
de bediening van Secretaris van den Raad.
Gezien de Bijlagen, ten getale van 174., welke wij
gequoteerd, genummerd, geparapheerd en geïnventa-
rileerd hebben.
In aanmerking nemende, dat, voor den 15. van
Lentemaand 1S07.Z. Al. de Keizer en Koning, in
perloon, naauwketirige Inflrutflien beeft gegeven aan
den Divifie-Generaal Monnetten einde de Vesting
Viisfingen en het Eiland Walcheren voor iedere krijgs-
onderneming veilig te (lellen.
In aanmerking nemende, dat op den 22. van Gras
maand 1809.de Minister van Oorlog aan dien Ge
neraal zoude hebben gefchreveu, dar men in Engeland
een aanmerkelijke krijgstoerusting maakte, hem tevens
gelastende, de noodige febikkingen te maken, om die
Vesting voor alle de ondernemingen der Engelfchen in
veiligheid te (lellen.
Dat die Generaal daar op beeft geantwoord, dat al
le zijne febikkingen en voorzorgen waren, otn deves
ting Viisfingenzoo krachtdadig mooglijk te verde
digen, dat alle zijne Batterijen in goeden ilaat en van
voorraad voorzien waren, en dat hij voor eene bele
gering genpegzaame voorraad en mondbehoeften had.
In aanmerking nemende, dat de vijand, op den 30.
van Hooimaand daaraanvolgende, ten 5. uuren des
avondseene Landing heeft bewerkltelligdtusfehen
het Fort de Haak en de Polder; dat-zijne magt, naar
gisfing, belfond uit omtrent 18,000. mannen; dat bij,
den 2. van Oogstmaandvoor Viisfingen was geko
men en aldaar post had gevat: t.) aan de. Nolle, ge
legen omtrent 800. Meters van de Flêcha van Plat-
tendijke; 2.) een weinig ter linker zijde van den weg,
die naar Middelburg leid, ter plaatfe, genaamd de
Vrouweweg, ongeveer Sco. Meters, van de vooruit-
fprong van het Bastion, No. 4.; 3.) aan bet nieuwe
Fort, bet welk tusfehen Viisfingen en de Sterkte Ram-
mekens is opgerigtongeveer ico. Meters afstand
van het Fort Ramniekens; dat de Fiêchc van Platteu-
dijke en die naar den kant van Rammckcns gelegen,
omtrent 110. Meters van de Plaats zelve zijn afgelegen
en dat de vijand tot aan het oogenblik der Capitulatie,
op eenige aanvallen tegen de voorposten na, iu die
Helling is gebleven.
In aanmerking nemende, dat de Generaal Monnet,
op den 31. van Hooimaand 1. 1., aan den Minister
van Oorlog verfiag heeft gedaanwegens de (felling
cn de bewegingen des vijands, en dat Z. E. den 2.
van Oogstmaand daaraanvolgende, hem de bevelen en
inltruffieu beeft herinnerd, die hem door Z. AL, be-
treklijk het gedrag, bet welk hij 111 dergelijke omlfan-
digheden te houden had, waren gegeven, ten einde
den vijand te beletten op bet Eiland Walcheren post
te vatten.
Datbij de Inlfruftien van Z. M.die Generaal
gelast waszoo bij zich door den vijand gedrongen
mogt zien, liever de dijken door te Ifeken, dan de
Vesting aan den vijand over te geven.
Dat die Generaaj aan den Minister van Oorlog den
ontvangst van zijnen Brief, van 2. van -Oogstmaand
had berigl, en den 5. van dezelfde maand aan den
Generaal en Scnat-eur Rampon bad gefcbreven, dat
IlCt Olinodig was hein ziiile pligten en het vast befluit
'iJSirveig or d& dam den
-5-gvo 5 S - B
S i 5
- ■ö."0 E
-5 a