N0, 78*
ZIERIKZEESCHE
Vrijdag den 29.
van Herfstmaand
té
:a i
^té'té'
Z
1
té
té
té -O
fi
g|l
Ap' 1809.
COURANT.
ct <u
p cj jp
ttf) b s 4!
?0| 5 H
'ïSa
CJ
r- -O
ri .sp"|
b/p:
N
CJ
x.T3
j w I u
1 e "O
Zu
7 cE t; i>
u. C2
2; 5
bx,^
i
.'.i
S TO tpi
3
BURGEMEESTERSCHAP
DER STAD
E R I K Z E
E.
De BURGEMEESTER der Stad ZIElllKZEE
brengt hier mede ter kennis van de lu- en Op
gezetenen dezer Stad en Poort -Ambagt, dat ingevol
ge bekomen annfchrijving van den Heer Ktvartier-Drost
van Schouwen, gecnc Perfonen van bier zich zullen
mogen begeven naar liet Eiland van Noord-Beveland,
zonder alvorens daar toe permisfie te hebben verzegt
en bekomen van hunne Excellenties de Marfchaiken
Dumonceau of Verkentop pcene, dat de zoodanige
Perfonenwelke in voorlchrevc Eiland zonder van een
behoorlijk Paspoort van een der gemelde Marichaiken
voorzien, gevonden worden, als Spion zullen worden
aangemerkt en behandelt, en in de Vesting van Ber
gen op den Zoom provifionecl opgefloten.
Gelcbiedende deze Bekendmaking tot een ieders in
formatie en narigt, en ten einde zich daar naar te
kunnen reguleren.
Zierikzee, den 29. van Herfstmaand 1S09.
De Burgemeester voorn.
N. de KATER.
A M E R I C A.
'ieuw-Jork, den 10. van Oogstmaand.
Den 5, dezer is de Heer J. G. Adams
uit de haven van Boston uitgezeild, met
eenc mi.slje van ons Gouvernement naar
her Hof van St. Petersburg,
Washington, den 16. van Oogstmaand. In
gevolge de weigering van het Engeifche Ministerie,
0111 de door deszelfs Gezant, den Heer Erskinege
floten overeenkomst te bekragtigenheeft pn,$ Qoib
vernement her vorige, ma'ar onlangs ingetrokken ver
bod van handel met Engeland, bij Proclamatie her
nieuwd.
Zie hier het afschrift ecner Circulaire van den Se
cretaris der Thcfaurip aan de verfebeiden Tolbedien
den, vervattende de te nemen maatregelen nopens den
Engellchen handel
Ingevolge de ontvangst dezes moet gij in alle ge
vallen, de hier onder aangewezen uitgezonderd, Ver
lofbrieven naar de Engeifche havens weigeren, en vol
gens gebruik Borgftellingeti eislchen van al dc fchepen,
welke naar gepermitteerde havens geladen -zijnvolgens
de manier, in de 3de Afdeeling der Aöe van het Con
gres, getiteld ASle., waar bij de Handelsbetrekkingen
tusfehen de Vereenigde Staatcn en Groot - Briltanje
en Frankrijk enz. verbéden wordenenz., voorge
le lire ven maar naardien 'er veele Engeifche fchepcn,
ingevolge de Proclamatie van den PratGdent van den
19. van Grasmaand 1. I.in de havens der Vereenig
de Staaten aangekomen zijn, of kunnen aankomen,
zoo gelast hij u, die fchepen te laten vertrekken, zon
der dat zij Borg Hellen, het zij met ballast of met
een last, welke zij reeds mogteu aan boord gehad
hebben op liet oogenblik, wanneer de nevensgaande
Proclamatie zal gepubliceerd zijn. 'Er word echter
verdaan, dat deze gunst niet zal uitgeftrekt worden
lot eenige andere l'chepen, dan die wcrklijk in de ha
vens der Vereenigde Staatcn zijn, of daar in nog zui
len mogen komen, uit eene vreemde haven onderzeil
gegaan zijnde, voor dat de tegenwoordige Proclamatie
in die haven bekend was."
Het is a! mede de meoning van den Prafident,
dat, tot der tijd toe dat 'er eene dicilie van het Con
gres wegens dit onvoorziene geval zal wezen, of tot
dat gij nieuwe inftrufticn ontvangen zult, de aanha
lingen en vervolgingen, in de hier onder bepaalde ge
vallen wegens vermeende overtredingen der boven
gemelde Acte, of van die van den 1. van Lentemaand,
waar bij de handel verboden word, zullen worden
opgefchort."
Art. I. Alle fchepen, welke na 10. van Hooimaand
1. in eene Engeifche haven gekomen zijn, of nog
vervolgens aldaar zullen kunnen aankomennaar de
zelve uitgezeild zijnde, voor dat de ingedotcne Pro
clamation op het oogenblik van ligt vertrek bekend
was, [zullen van vervolgingen en aanhalingen bevrijd
zijn] voor zoo veel anngaatit de verbeurdverklaring
of de boeten, waaraan zulke fchepen, uit hoofde vaii
hun aandoen van Engeifche havensonderhevig waren
of zouden geweest zijn.
II. [Als mede] alle fchepen, die 11a den 10. van
Hooimaand laatstleden in de Vereenigde Staaten zijn
aangekomenhet zij dezelve uit Engelfelje havens uit
gevaren of met Engeifche Goederen geladen zijn, ge
lijk ook alle andere fchepen in dezelfde omltandigheid
veikeerende, welke nog zonden kunnen aankomen,
onder zeil gegaan zijnde naar de Veereenigde Staaten
voor dat de Proclamatie in het oogenblik van hun
vertrek bekend was, voor zoo veel aangaat de ver
beurdverklaring of boeten, waar aan zij zouden otir
derhevig zijn, uit hoofde van hun komen in eene ha
ven der Vereenigde Staaten, uit eene Engeifche haven
of met ecne lading van Engeifche Koopmanfchappen.
III. Aile fchepen, wcrkltjk dc eigendom zijnde van
Burgers der Vereenigde Staaten, en onder Americann-
fche Vlag varende, welke, zich in eene vreemde ha
ven bevindende op het oogenblik, wanneer dc ingeflo-
icn Proclamatie daar zal bekend worden, met allen
mooglijken Ipoed van daar zullen vertrekken, en zon
der uitftel naar de Vereenigde Staaten terug keeren,
voor zoo veel aangaat de verbeurdverklaring of boe
ten waar aan zij zouden onderhevig zijn uit hoofde
van hunne komst in de Vereenigde Staaten uit Engei
fche havensof geladen Engeifche Goederen.
I11 de bovengemelde gevallen zal men voor de
fchepen in de Vereenigde Staaten aankomende en
die voor het tegenwoordige van aanhaling bevrijd zijn,
als mede voor derzelvcr lading, eenen Verlofbrief, om
in te komen, kunnen verkrijgen. Gij zult door alle
mooglijke middelen zorgen het oo.gcnblik te weten te
komenwanneer de ingeflotcne Proclamatie in de re-
fpeftive Plaatfen van waar dc fchepen uitgezeild zijn
is bekend geworden, cn in twiiffelachtige gevallen,
zult gij de zaak aan dit Departement van de Thefaurie)
berigren. Gevolgelijk kan men dan nog, in alle ge
vallen, ecne geheele teruggave der verbeurdverklaring
en der boeten, volgens de wijze in de Wet voorge-
fchreven, kunnen verzoeken. Tet'Wijl de te.gen>vnor-
digc inftfuftieiioui de vervolgingen en aanhalingen
in de bovengemelde gevallen 11a te laten, eeniglijk reu
doel hebbende kosten en moeijelijkhedeu voor te kq-
men, waar at|n de belanghebbende partijen anderzints
zouden worden blootgefteld."
DUITSCHLAND.
We enen, den 13. van Herfstmaand. De Rege
ring van Neder-Oostenrijk heeft bekend gemaakt, dat
de ongenoegzaamheid der hulpbronnen, welke men vin
den kan tot voldoening der Requifliien en Oorlogs-
Oontributie, haar verpligt heeft om de toevlugt te ne
men tot een Hoofdgeld op al de Inwoners van Wee-
non cn van de Provincie. Dienvolgends zuilen de Bls-
fchoppen, Prelaten en Abten hoofdelijk betalen 150.
Florijnen; dc Cantinniken 50.; de Dekens en Pries
ters 10.alle andere Kerkelijke Perfoqnen en de Non
nen van Onze Lieve Vrouwals mede van Sr. Ur-
fula 3. Florijnencn de ondergefdiikte Monnikken
2. Florijnen.
De Priucen zullen 500. Florijnen betalen; de Gra
ven 150.; de Baronnen 40.; de Ridders, Gebeimraa-
deuVice-Prmfidenteiij Hof-RaadenEigenaars van
Landgoederen en Fabrieken, Kooplieden in het gyoot
en Bankiers 15. Florijnen: de dienstdoende Raadsheer
reu, Bedienden van het Hof en andere Perfponen dier
zelfde Ciasle 12. Florijnen enz.
'Er zal geene uitzondering plaats hebben, dan ten
behoeve van de Gezanten van buitenlandfche Hoven
en derzei ver Gevolg, de Onderdnanen der Ottonianm-
t'ehe Portede zwakke oude lieden in de Gasthuizen
het Klooster der Broeders van Barmhartigheid en de
Kinderen beneden de 12. Jaaren.
Het gebrek aan Brandhout begon zorgelijk te wor
den, toen bet Franfche Gouvernement, ten behoeve
der behoeftige Clasfc van de Inwon eren dezer Hoofd-
ftad, afstand deed van het gedeelte Hakhout, belen
dende Schönbrumi. Alle man haastte zich om zijnen
voorraadhet zij met karren of op zijn rug van daar
af te halen. De vorige Regering van Weenen word
befchuldigd, door haar gebrek aan voorzorg, van de
ze ('chaarslieid van Hout en Wijn de oorzaak te we
zen. Sederd den Wapenftilfland keefc Hongarijen van
het laatlte artikel veel geleverd.
Voor het overige moeten de Inwoners van Weenen
zich gelukkig achten, als zij hun met dat van Bohe-
men vergelijken. De bezetting van Polen door de ge
allieerds trotipen heeft daar allen toevoer van Granen
en Vee afgefueden; dat gedeelte van Moravie, liet
welk de Oostenrijkers nog in bezit hebben, kan zich
zelf niet onderhouden, en moet de weinige levensmid
delen, die liet uit Opper-Hongarije trekken, van over
de Rivier Jahlimkn halen.
(jt Vervolg 0^ dQ kant van deze £!adz.~)
cu
T3
.O
D tü
5" O T2 CO
P o g 5
b/jrG tJ.~
e.
•u CJ O
13 N
-'T3 - CJ
O CJ C
-O fcu o
3 E ""C
bLté T
Q 2 .E
té-ü -
O 3 f*4
- M S
3 S 5
bCG
j b/è
CJ
'-J'-C CL
N a a
- g=: T;
c O p
cr i
C3 o
a; i
I O CL c
'■ëO.Ss
2T. T3
.a
T3 i_j O
bx3 bfl
r° SiE c fjz
o N
bD
CJ C CJ O
it té té
53 S N
-
*CJ
CJ r
0
1 1 1CJ
5
E c3
jc bc
.E C té ,:=L
11 C- bX)
OJ n U«
j- .23 U3 O
1.2^
bfj té—— 53 r-f
sté s^-5 Ei
o té té
2-L CU cO
fcJj-r- t"' r-; n
Q - té £2
3 a.
N" CL S
c O o Si
*•5 CJ 4
cr "O 1-1 <D»
C S o p S
bc2 C
2 c E r. CJ
A- s -o È9
CJ CJ c~ C-*
bfirLl té JL
oj té a
V S
té
c
OJ JJ cï C
bC
qj by.
N_CJ C
53 ~r"
3 'J v bt 2 N
j 53 E w té oj
o zz -5 r
C- té
.e|S
P 1—CJ
•G O
-TE
<u 1-t
tfltF.
-Q
CJ f- CJ
TZ té W
9! cj
O bfl,
tfj ZJ
O r-> -
13 CJ
O O -
r CJ p- o
u n
té ~L ox)
3 '■y.
E O
0 c; "E c3
CJ 22- P
O cj
O O
E
E c a
ft; .ti o
i Xe u
-1
i te "p S
c - 4tTS
CJ - Cl C2J
U J p
™té té 2,
'té n-
TZ TB
ÏF tsj
S CJ
£2^ c:
E
CJ f
.-3
IC,
CJ P t
s'
tu p, 2H c
J.
CS
T3
O
C
O E N
OEiSr
K
P O g I
cS c
E
bD
3 C O
aj C2
ut 53
- - rt o Cu
bft 5 E
j j
c *- té n b4 <u c
o -S S E s n
c w n 5
c 'Z s a
C CJ r- 1
h fc/3 - C i
1 vt n bL «J o C
-.E- 'Er 5
R ÜJ I— rEZ
5V oj c -t
- CL té o
t: O o té t
'ST o --3 l
15* 5 p
'E
HS CJ
CJ bH i;
CL ST.-
té 2 s
O bL
CJ N r-i
QJ
Tj
Pb-
- CJ n
-a aj
c E
o cj
CJ CC CJ
o -c -o
O
bC CJ
Pi 'c -
té té
'3
T/
bfi cj c
"P TJ l— QJ
CJ E té
"J re a E
- -C e
S ®J u
cj :vr- E TE té, es
SL'- hg
cn T:
o OJ
c. t—
F v -Es <y
Se: o 53T e
II 11
>C'.
so