PI ffl 7* J es.- 8- a S> CO *3 hH W NJ P3 PI C/5 O PJ «3 Si £rj 0s 0 1 a 5*. O O a H 0\ p CO O vo oude Frankrijk liet zij van de nieuwe Provinciën, die in dienst van Oostenrijk waren voor het meerder ge deelte omgekomen zijn. Men heeft verfchcidcn Couriers onderfchept, en men heeft in de Brieven, die zij bij zich hadden, eens agter- volglijke correspondentie gevonden van Ger.tz met den Graaf var. Stadion. Dus is de invloed, die deze elendeling in de groote befluiten van het Oostenrijksch Cabinet bad, klaar aan den dng gekomen. Zie daar dan de werktuigenwaar van Engeland gebruik maak te, ais van een doos van Pandora, om de Rormen aan te blazen, en het venijn op het vaste land te Rrooijen. Het corps van den Hertog van Rlvoli (laat deszclfs Jegerplaatfen neder in de Kreitz van Znaimdat van den Hertog van AuerRadt in die van Brünndat van den Hertog van Ragufa in die van Korn-Neulmrg, dat van den Marfchalk Oudinot voor Weenen te Spitz dat van den Onder-Koning te Presburg en Grptz; doch de Keizerlijke Guarde keert weder naar den om trek van Schönbrunn. De Oogst is zeer fchoon en alom overvloedig. De arnnïe ligt gecantonneerd in fchoone landen, rijk.in levensmiddelen van allerlei aart, en bijzonder in Wijnen.. Rondgaande BRIEF aan de BISSCHOPPEN Mijn Heer de Bisfchop vande overwin ningen van Enzersdorf en Wagramwaar in de God der heirfcharen de Franfclie wapenen zoo zigtbaar be- fchcrmd heeftmoeten in het hart onzer Volken de levendigRe erkentenis verwekken. Het is diensvolgens ons oogmerkdat gij uop de ontvangst dezesver- eenigd met de geenen die daar toe beboerenom on ze. Volken in de Kerken tg veraaoieleneu dankzeg gingen en gebeden, overeenkomRig de gevoelens die ons bezielentot den Hemel zult opzenden. Hoewel onze Heere Jezus Christus uit liet bloed van David was voorgefprotenzogt hij echter geen Waerehlsch Rijk. Integendeel wilde hij, dat men, in liet beduur der dingen dezer WaereldCafar zou gehoorzamen. Hem bezielde eeniglijk het groote doel van de verlosfuig en zaligheid der zielen. Erfgenaam van .Cafars magt, zijn vvii vast beilsten de onafhang- lijkheid van onzen Troon en de onfsbenbaarbeid onzer rechten te handhaven.. Wij zullen in bet groote werk der herftelüng van den Godsdienst volharden. Wij zullen deszeifs Bedienaaren met die achtbaarheid om ringen welken wij alleen hun kunnen geven. Wij zul len hunne Rem tiooren in alles, wat het Geestelijke en feet kftuuï der gewetens aangaat,- In het midden van de zorgen, aan veidtogten ver bonden en van de ongerustheden en bekommeringen van-den krijg, is het ons zeer aangenaam geweest u'. van-deze gevoelens kennis te geven, ten einde die werken van onkunde en zwakheid van boosheid en onzinnigheid waar door men opfchudding en wanor de in onze Provinciën wilde Rokenin verachting te- brengen. Men zai ons niet aftrekken van het groote doe! j. waar naar wij flt'evcn cn het welk wij reeds' gedeelte lijk gelukkig bereikt 'hebbende hcrftelling der Altaren van onzen Godsdienst, en ons-mét laten diets maken, dat deze beginfelen cnbeR'r.anbnar zijn, gelijk de Grie ken, de Engelfchen, de ProtcRnmeti en de Calvinis ten beweerd hebben, met de onafhangliikheid der Troc- 't Vervolg op de 2de Blr.dz.')

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1809 | | pagina 1