zworencn zot Je middelen voorflaan, ori Jaar in te voorzienzonder aan des Rijks in- komlten re kort te doen. 65. Onze Minister van den Eeredienst en Binneniandfche Zaaken zal onderzoeken wat raadzaam zij te doen, met betrekking tot de door den Drosfaard Ermerinsnopens de Wet op de Meekrap, ingeleverde Memorie. 66. Wij gelasten onzen Minister van Buiten- landfehe Zaaken, de naauwkeurigfte narigten in te winnen, omtrent de hindernisfenwelke de Graanenhandel dezes Lands, met het voor malig Hollandsch Vlaanderen ondervind, en 'ons de bij het Fratisch Gouvernement te doe- ne Happen voor te dragen, om op de meest mogelijke wijze dezen tak van Koophandel, ten voordeele der beide Natiënte beguniligeri, 67. In te gaan met den eerden van Hooi- -roaand, zal het geene Vrouw van het platte Land of van de Dorpen in het Departement Zeeland vrijilaan, meer dan één Oor-Ijzer tot tooifel onder hare mats te dragen, de Vrouwen kunnen 'er een ter linker zijde, en de onge huwde Meisjes een aan de regter zijde dragen; doch alleenlijk aan de Vrouwen, die zelve hare Kinderen zoogen, zal het vrijftaan, 'cr twee te dragen. Onze Minister van den Eere dienst en Binneniandfche Zaken zal, van. on- zentvvege, op den eerden van Hooimaand, door de Gemeente - Beduren van al de Dorpen des Eilands Zuid-Beveland, aan de meestverdiens- telijke Huismoeders, die alle hare Kinderen zoogen en gezoogd hebben, een tooifel uit twee dier Oor-Ijzers van goud bedaande, vereeren; zullende 'cr eene kleine plegtigheid ten dien einde plaats hebben; het oudde der leden van de Gemeente - Beduren zal in Perfoon dit tooi fel zetten op het hoofd der Vrouw; welke het Gemeente - Beduur zal uitgekozen hebben. Het Dorp, en voornamelijk alle de Vrouwen en jonge Dochters, zullen tot deze famenkomst genodigd worden; na den afloop van welke, 'er een Prijs ter waarde van ƒ.20. aan de jonge Lieden zal worden gegevenhet zij om met de boog, het zij om met de Snaphaan naar den Schijf te fchieten, of voor Wedloopen of Hard draverijen, volgens het. gebruik der Opgezete nen en de plaatielijke gelegenheden. De Land- Drost benevens de Drosfaard van Zuid-Beve land zullen al wat tot dit onderwerp betrek king heeft, op de meest gepaste en de gefchikt- fte wijze tot het oogmerkdat wij ons voor- Hellen, bepalen; de Prijs zal den overwinnaar door de Vrouw, die de onderfcheiding genoten zal hebben, worden ter hand gefteld. Onze Minister "van den Eeredienst en Bin neniandfche Zaken is belast, tot het laten doen van de nodige voorfchotten, door de Gemeente- Befturen; zullende de kosten worden vergoed uit de Sommen, van deez' dag af aan, ter be- fchikking van onzen Minister van den Eere dienst en Binneniandfche Zaken gefteld. 68. De Land-Drosten van Zeeland en Bra- Band zullen ons gezamentlijk een verflag doen, nopens de beste wijze, om de zaken van de Visfcherij op de Schelde, tusfehen de Ingeze tenen der beide Departementen, bepaaldelijk te regelenzij zullen ons onderrigten of het raadzaam zijdezelve vrij te laaten voor eenen en anderendan wel of het gefchikter zij grens- fcheidingen te bepaalen. In dit geval zullen "iij ons het voorftel doen van de grensfeheidin- gen, welk zullen behoren vastgefteld te worden, 69- De Visfchers van het Departement Zee land zullendes begeereade, dag en nacht in Zee mogen zijn, echter onder die voorzorgen, als welke de Direéteur der 'Middelen te Water nodig zul oordeeleu hun voor te fchrijven. 70 Wij nemen de oudheden aan, welke in de Kerk van Domburg worden bewaard, en die bekend zijn onder den naam van Nehalen- nia. Wij .gelasten den Land-Drost van het Departement, 0111 aan onzen Minister van den ll eredienst en Binnenlandfehe Zaaken de fcha- deloosllellin'g voor te dragen, welke wij aan de Stad Domburg zouden kunnen toeftaan, en om daarenboven een voorftel te doen, wegens een klein gedenkteken, het welk men in de Kerk zoude oprigtenom liet aandenken aan- die oudheden te bewaren. 71. De Minister van den Eeredienst en Bin neniandfche zal onze tevredenheid te kennen geven aan den Heelmeester van het Dorp Nieu- werkerk, zoo voor de moeite, welke hij zich geeft, om de Koepok-Inëncing te bevorderen, als om het ArnibeiUuir te verbeteren, welks fchulden bij met de Somme van 2,000, heefc verminderd 72. De Heelmeester van West-Kapelle zal zijne bediening niet meer mogen uitoeffenen, uit hoofde van zijne onbekwaamheid en zulks op de verantwoordelijkheid van het Gemeente- Beftuur. Men zal ten eerften overgaan, om een' anderen te benoemen. 73. Wij ftaan een Peniioen van 3. Guldens 's weeks toe aan den Matroos H. Glidezoo als ook aan den Canonuier welke bei de bij het manoeuvreren verminkt zijn geraakt. 74. De Cadet ter Zee J. van Dura, die bij het gevecht van de Gelderlandeen arm heeft verloren, zal, ten koste van den Staat, wor den gezonden naar het Inftitut der Marine te Fijenoort, om aldaar te verblijven tot dat hij het examen als Zee-Officier zal kunnen door- ftaan; hem is eene Gratificatie van 300. toe- geftaan, te vinden op den post van onvoorziene uitgaven bij het Ministerie van Marine ca Colonien. 75 De Land-Drost en Asfesforen van het Departement Zeeland, gelast met de uitdeeling en de'verdeeling der gelden, gefchikt voorde overftroomden van dit Departement, in het Jaar 1808., zullen hunne werkzaamheden en hunne uitdeeling ten langften met den laatften van Zo mermaand volbragt hebbenzij zullen zich ver- ftaanop dat onze meenig ten dien opzichte naauwkeurig vervuld worde, en zullen 'er re- kenfehap van geven aan onzen Minister van den Eeredienst en |Binnenlandfche Zaken. De're kening zal gedrukt en door de Nieuwsbladen algemeen gemaakt worden zoo als wij ten opzigte der rekeningen van dien aait bepaald hebben. 76. Onze Ministers van Buitenlandfche'zaken, van Marine en Colonien, van den Waterftaat„ van den Eeredienst en Binneniandfche Zaken van Finantien en van Oorlog, onze Minister Mollerusonze Direéteuren- Generaal van de Publieke Schatkist en van de Publieke Schuld onze Direéteuren van de Middelen te Water en te Lande en van 'sRijks Domeinen, zijn ieder, voor zoo veel hem aangaat, belast met de uitvoering van dit Bel]uit, waar van kopij in derzelver geheel in de Archiven van het De partement Zeeland zal bewaard worden. Gegeven in ons Koninglijk Paleis op het Looden 6. van Zomermaand van het Jaar 1809. en van onze Regering het vierde. L O D E W IJ K. 1

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1809 | | pagina 2