4 f t t N9- 14, ZIERIKZEESCHE A' 1809. rt 'ig si| 1 i 0 1. Vrijdag LAND-DROST-AMBT van ZEELAND. De LAND-DROST van Zeelandbrengt bij de zen ter kennis van alle In- en Opgezetenen van dit Departement, dat Zijne Majesteit de Koning wil lende doen herleven de gewoonte welke van ouds in dit Land pleeg plaats te hebben, heeft bepaald, dat voortaan Jaarlijks een nlgcmeene Dank- en Bededag binnen dit Rijk zal gehouden worden, en dat lloogst- dezelve uit hoofde van de tegenwoordige omRandig- heden begcerende dezelve dit Jaar hoe eerder boe lie ver te doen voortgang hebbendienvolgens bij Decreet van den 5. dezer maand heefc goedgevonden te bedui- tendat op Woensdag, die wezen zal den 21. Fe bruary iSoy.een nlgcmeene Dank- en Bededag door bet geheel Koningrijk zal worden gehouden, en dat derhalve, ten einde de plegtighcid van dezen dag niet worde geiloofdingevolge de uitdrukkelijke begeerte van Zijne Majesteit, op denzelven dag .alle Neringen en riandtcringcn zullen moeten ophouden en ftilRaan; terwijl ook geduurende de geheelc week, waar in de voorfchr. Dank- cn Bededag zal worden gehoudende Schouwburgen en alle andere openbare vermakelijkhe den zullen moeten gclloten blijven. Vermanende de Latul-Drost voorts elk en een iege lijk', om ieder in zijne betrekking mede te werken cn liet zijne toe te brengen, dat dc voorfchr. dag, ovef- cenkomöig de intentie van Zijne-Majesteit den Koning, in eene gepaste orde en betamelijke liilrc op eene plcg- tiae wijze eti ingevolge het GodsdicnRig oogmerk van deszelfs iiiRclIing gevierd worde. Middelburg., den 14. February i-Soy. De Land-Drost voornoemd, A. van DOORN. UITSCHRIJVING van 'enten algemeentn DANK- en BEDEDAG, op ff-'oemdag dm 22. Febru ari] 1809., ingevolge een Decreet van /Cijne Afa/ee'til d:r: Koning, van de a van ge melde maand. Het pleeg van ouds in dit land de gewoonte te zijn Jaarlijks eenen dag af te zonderen, op welke, door de geheelc Natie, 0;? eene plegtige wijze, aan den Ailcrhoogftcnzoo wel dankzeggingen voor geno- tcue weldaden en zegeningenals gebedenom verlos- ftng of afwending van rampen cn oordeclencn om zijne voortdurende gunst cn befchcrming, werden op gezonden. Het is niet alleen de wil en begeerte van den Ko ning, welke grootelijks behagen fcheptom den Gods- dieiiRigen geest en gevoelens bij zijn volk tc onder houden, dat deze betamelijke en eerbiedwaardige ge woonte wederom ingevoerd en gevolgd worde; maar Zijne Majesteit heeft ook in dc omRandigheden waar in liet land zich bevindt, beweegredenen gevonden, om het houden van zoodanige» Dank- en Bededag, voor dit Jaar, niet langer nit tc Rellen, maar denzel ven dadelijk voortgang tc doen hebben. Wie tochdie de geRelrilieid van het Vaderland en van deszclfs Inwoners aandachtig nagaat, zal niet er- kennen, dat, aan de eene zijde, wij doffe van dank zegging hebben, voor de genadige bewaring en voor vele zegeningen, welke wij nog mogen genieten. Wij hebben toch niet, zoo als veie andere volken her tooneel des Oorlogs en dc ijselijkheden din daar mede gepaard gaan, op onzen bodem gezien. Wij zijn vcrlchoond gebleven van aanrtekende Ziek ten en fchadelijke Runderpest; de Oogst van liet voor leden Jaar heeft dc hoop van den Landman niet verijdeld. E11 welk Ingezeten is 'er, die voor zich zelvcn en de zijnen geene ftoffo van danken heeft? Doch aan den anderen kant zuchten wij onder zwa re oordeelen en bezoekingen. Da rampen van cenen hardnekkigen Oorlog, welke nu zoo vele Jaren, Hechts- niet geringe tusfclieiipoo- zingen, het menschdom bedroefd cn gefolterd heeft, en welke nog niet geëindigd is, heeft ook dit Land door het deel, het welk het zelve daar in heeft, en door deszelfs gevolgen zwaar geteisterddcszelfs bron nen van heilaan en welvaart geheel geflopt of vermin derd, 's Lands Finantien uitgeput en liet gros der In gezetenen, tot een' (laat van vermagering, cn vele zelfs tot armoede gebragt. Nog versch ligt ons in het geheugen, zoo de vcr- fehrikkeUjke verwoesting, welke omtrent twee Jaren geleden de Stad Leijden, ais de Watersnood, die in den laatstverloopeneti Winter bijzonder een gedeelte van Zeeland beeft getroffen. De geduchte ramp, welke dezer dagen in zoo vele COURANT. den 17. Febrnarij. (Ircken van het Land is voorgevallenveroorzaakt door de overllroomingenwelke het losbrekend ijs, liet afkomend water en zware (torimviildenvoor wel ken onze dijken en vastigheden, niettegcnllaaiide alle tot derzclver behoud aangewende middelen, zijn be zweken, is eene nieuwe en allcrzwaarfte bezoeking. Wij moeten bet lot betreuren van zoo veele ongc- lukkigen, welken, het zij in de onmogelijkheid zijnde geweest zich te reddenliet zij door achteloosheid en het niet gebruik maken s&n goeden raad, verzuimd hebbende bij tijds hunne woningen te verlaten, bij die gelegenheid het leven hebben verloren; van zoo veele duizenden, wier huizen vernield zijn, die hun Vee en Bezittingen zijn kwijt geraain; met één woord, de verwoestingen die de ovei'Rroömmgcn hebben aangerigt, gaan die, welke federt Jaaren herwaarts bij foortge- lijke gelegenheden hebben plaats gehad, verre te bo ven en de fchadun daar door aan,'sLands Schatkist, zoo wel als aan een aanzienlijk gedeelte van de Inge zetenen toegebragt, zijn onberekenbaar groot. Wij hebben dus alle reden, 0111 ons voor den hoogen God te verootmoedigen, en met erkentenis van onze diepe afhankelijkheid, de vurigfte gebeden aan den zelven op te zenden, dat Hij genadiglijk verdere ram, pen en onheilen wil afwenden, cn bijzonder ook die gene. waar aan het tegenwoordig fatzoen dit Land nog blootllelt, en welke de reeds geledcne fcliaden nog zoo aanmerkelijk zoude kunnen vermeerderen. Om aan dc geheelc Natie de gelegenheid te geven zich van dezen pligt op eene ftatige wijze te kwijten heeft de Koning goedgevondendat op Woensdag den 22. dezer loopende maand February eene nlgcmeene Dank- en Bededag door het gehcele Koningrijk zal worden gehouden. In de Godsdienstoefeningen welke dien dag in alle de Kerken der ondeiTcheide Gezindheden zullen plaats hebbenzal het de pligt zijn van alle derzclver Leer aren om aan. hunne Gemeenten in te boezemen die gevoelens van boetvaardigheidwelke moeten ontdaan uit het bezef van fchuiden de overtuiging dat wij de zegeningen cn weldaden, welke dit Land onder Gods albclïurendc Voorzienigheid zoo langen tijd en zoo zigtbaar heeft mogen genietenverbeurd hebben; cn om onder dankbare erkentenis voor de verTchonin- gen, welke wij te midden der oordeelen, waar mede zijne hand ons bezoekt, nog hebben mogen ondervin den cn voor al bet goede dat bij ons nog is over gebleven, de belangen van het Land en alle deszelfs Ingezetenen aan zijne magtige hoede cn befcherming aan te bevelen, op dat liet hem genadiglijk behage verdere onheilen en rampen af te weren, en met zijne vorige zegeningen tot ons terug te keeren; dat hij daar toe fpoedig eenen algemcencn en dnurzamen Vrecdc fchcnkc, welke een einde make aan de ellende waar in zoo vele Natiën gedompeld zijn, en welke in het bijzonder voor ons Vaderland de bronnen van der zclver beftaan eu bloei wederom opene en gelukkig doe voortvoeijen op dat onze Koophandel, Zeevaart, VisfchcrijcnFabrieken, en alle eerlijke Neringen en Ihmdteringcn een nieuw leven erlangen, en alle Ran den van Ingezetenen111 welke betrekking zij ook ten nutte van den Lande werkzaam zijn, zegen en voor- lpocd mogen ondervinden. Om voorts ter bereiking dier heilzaame oogmerken hunne Gemeenten aan tc manen, om de toenemende geest van ongodsdienstigheid, ligtzinnigbeiden verval in beginfeien en zedentc doen plaats maken voor ware Godvrucht, piigtshetrachtingeu beöeflening van alle die deugden, welke, onder Gods zegen, te voren hebben medegewerkt ter bevordering van dien hoogen trap van Bioci en Welvaart, waar toe dit Land gekomen was. Om wijders dezelve aan te bevelenom niet tc ver- flappen in die mededeelzaamheid, in die geneigdheid «01 liet toebrengen van hulp en onderReuning, welke, wanneer opkomende rampen en ongelukken zulks ver- eischten, tot bier toe deze Natie hebben gekenfclietst, en welke de rnmpfpoed der oVcrllroomingcn thans zoo zeer noodzakelijk zal maken. Om hun voor oogcn te Rellen derzelver verpligting, omwel verre van door necrflngtigheid de handen Rap tc laten hangen, in tegendeel ecndragtig te concurreren om de pogingen die gedaan zullen worden 0111 de ram pen te herflellende fchadens tc leenigenen het bij de hand nemen der middelen, welke onder Gods ze gen den Pliijfieken Raat van het Land kunnen verbe teren en foortgclijkc onheilenwaar aan het zelve bij u ;sr- «j r- I/5 C Ci tcj CJ g Jh> O CL,.- C C— on <5 k-t L b/)'E O 'j£ c-i - - G 2 CL-- C Ky. C fc- si C2 E tr- "—il— r-i r- g K c S S - O g c CJ O 2 t> ;-§1.ë i cj ■f-j si 5- T' o o Cl "C cJJ bn y; .cr trz Cl. g fcn 'j. y. o cj jj fg zz' St: t o G G r cj üh t-n cj o GS VD T3 CJ -j *"2 CJ 1- Cl, cf bn G C 0 Jf 'J2 .0 bf^ N GO "ïZ uD ti *-4 l-Bt 8 -E<ÈP" cj ci g h* o *-* cj r- o O 5 Hh c ^"5 g 0 M N s r --t: p: r- N S qj J C W 15 tn j CJ5 o to S "S aj g cj «J S 1 g c3 G cj C bn o o »- cz "ei tn bn fcnos t<3 ru 0 CJ ,pe* *0 t~ G E - a M „'5 g c *C -J= u 1,5 1^. ^Ag-^c-a, .or— (-», co «2 "n CJviS C fco: c C ^3 G bn ts. —f lis O 't— ZL h«l g 6LC O P r. cj CJ h N 14 3 E L CJ O bn t- G cj G Gl - O C# s B.S v a r U. r.-v 'o r qj r~~- *-> fcn G r-1 q o o GS fcX CJ N G o Sc 2 r tri =T O 3 -gwge8 cj j 3 S 8 o ld O o rJ GD 'C g g g cj o H C EX N O jp cn tn - S EN tn -j 3 0 Jé GS j O g u S o O -S v O sw U i- tp u c g u o 0 3 g o« 0 H, ei cj 4_ i ck g p o cj bn bn g -G O o N tn tn 1 •- bn G o G o bn - GeU o cj N bn» a S TS - cj J bJ» (t O r c O C O c'1 G a O G "rG CJ zz ZJ N O G G c O C - r G O u bn-£ o G N -- r C O <t) *-» E J lJrL '-^'rG -s :g'g^.S3 to "ba w ëj 'Z 2 2 c k S 3 Hü 13 cj '.g' clj bf— r'-'. wr! .tn o '-E bn tn g O o rj - G CJ •- u. *fO bn— tn c o cG Gu E tllu cj k n -.3 G .G bO G G O G "j o -G c/l O G S o GSL Cf N cj rs O "5 o O O er r_ N |n B o cT~ c - CJ G y Tl if O GO-1 Hr.O "rj o tn - TL 5 P- S bL.§. G ,G O G "v CJ bn G *- x O I c G bi 0 O G C O o cc -c gj tcc "o. t— G e N G GO CJ. «J •- G o r-a S c S o (V Vervolg op dc karet van deze Bladz. 5 öL O O cj -j O C O c o tO. -£ o '5

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1809 | | pagina 1