HART
Een donor geeft
om een ander
VTV
Niet zeuren, pak een racket
Leerling
heeft wat
te zeggen
Zinnen maken
Ze nemen
me maar
zoals ik ben
2
DINSDAG 7 APRIL 1998
Moeilijke vragen zijn het. Wil ik donor worden ja of nee, en zo
ja, mogen ze dan alles van me gébruiken?
Toch zullen veel mensen deze vragen moeten beantwoorden.
Iedereen van achttien jaar en ouder krijgt een formulier
toegestuurd waarop ze aan kunnen geven of ze wel of niet
donor willen worden.
Als Kimberley Onderdijk (10) zo een formulier zou krijgen
wist ze het wel: „Ik zou het doen. Als mij iets overkomt en ik
heb een orgaan nodig, dan wil ik toch ook dat er een orgaan
voor mij beschikbaar is?"
Linda Polderman (10) is het met haar eens: „Maar mijn huid
mogen ze niet, dat vind ik eng."
Kim Saaman (12) wil ook haar huid niet kwijt en Julian Dek
(12) ook niet want, denkt hij, als je dan begraven wordt
kunnen de mensen je gezicht niet meer zien.
„Dat klopt niet," vertelt Lesly Cordewener van de Stichting
Donorvoorlichting. „Huid wordt afgenomen van armen, benen
buik en rug. Er wordt altijd voor gezorgd dat de mensen er
netjes uitzien als ze hegraven worden."
Dit is niet het enige misverstand dat opdoemt tijdens het
gesprek. Kimberley: „Als je dat papier niet hebt ingevuld,
mogen ze dan alles pakken?"
„Nee," zegt Lesly. „Als er niets is ingevuld wordt er altijd
eerst met de familie overlegd. Het is dan aan de familie om al
dan niet toestemming te geven."
Vanaf half april liggen er bij de dokter, op het postkantoor, bij
de bibliotheek en de gemeente blanco formulieren.
Kinderen vanaf twaalf-jaar kunnen een dergelijk formulier
dan zelf invullen om zich te laten registreren als donor.
Kim en Julian zouden dat dus ook kunnen doen, maar: „Nee,
dat doen we nog niet. Daar zijn we nog te jong voor. Straks als
we achttien zijn kunnen we daar beter over beslissen, dan
weetje meer." En jij, wat wordt jouw beslissing?
Wie in het voortgezet onderwijs
invloed wil hebben op het reilen
en zeilen van de school, kan zich
beschikbaar stellen voor de leer-
lingenraad. De zestienjarige
Anique Vroonland uit Middelburg
kwam op deze manier in de
leerlingenraad van de Christelijke
Scholengemeenschap Walcheren.
De raad bestaat uit zeven leerlin
gen; zij hebben als taak de
mening van alle leerlingen te
vertegenwoordigen.
Anique: „Elke maand overleggen
wij met de klassenvertegenwoor-
digers. Op die manier komen we
er achter wat er onder de leerlin
gen leeft."
Vrije uren
Leerlingen die de raad recht
streeks willen benaderen, kunnen
de leden aanspreken of kunnen
hun vraag, of probleem in de post
bus van de raad gooien. De raad
behandelt alle vragen serieus.
Anique: „Eerst stonden we be
kend als een groepje leerlingen
met veel vrije uren. Door onze
aanpak van de afgelopen jaren
hebben we bereikt dat er naar ons
geluisterd wordt."
De leden van de raad gaan niet
over één nacht ijs. Verschillende
leden volgden een uitgebreide
training van het Landelijk Actie
Komitee Scholieren; beter bekend
als LAKS. Tijdens deze intensieve
cursus leerden ze hoe de meest
voorkomende problemen opgelost
moeten worden. Ook werden ze
getraind in de omgang met direc
tie en leraren.
Anique: „De curcusdagen waren
erg zwaar, maar ik heb er wel
ontzettend veel van geleerd."
Directie
De leerlingen van de raad worden
voor veel keuzes gesteld. Niet
alleen de leerlingen brengen
punten in voor de vergadering,
ook de directie komt wel eens met
een vraag. Als er een nieuw direc
tielid moet worden aangesteld heeft
de raad ook een vinger in de pap.
Anique: „Dat ik keuzes mag
maken vind ik erg leuk. Soms
moet ik echt moeilijke beslissin
gen nemen. Omdat we veel over
leggen voordat we tot een beslis
sing komen, heb ik meestal een
tevreden gevoel over wat we
besluiten."
De leerlingenraad van CSW heeft
voor de komende jaren nog groot
se plannen.
Anique: „We willen wat gaan doen
met het LED (Leerlingen Evalu
eren Leraren). Verder vind ik dat
er in de geplande nieuwbouw een
eigen ruimte voor de leerlingen
raad moet komen."
Hij reed door rood
In 10 minuten
was hij dood,
geen angst
geen pijn meer
geen gevoel.
Alleen nog lichaam.
Zij, zij wou wel
doodziek wachten
tot leven
aan haar
werd doorgegeven.
Zijn hart
klopt in haar.
Twee onbekenden
van elkaar
maar
plots wou ze
poezen, reizen, spek.
Gek.
Marina van den Boogaart
O O O
Wesley Priester: tot mi jn tiende voetbalde ik als spits.
foto Dirk-Jan Gjeltema
Stel, je houdt van voetbal. Lekker
een potje trappen op een veldje.
Heel gewoon toch? Eigenlijk wel.
Niks bijzonders. Zo was het ook
voor Wesley Priester (14) uit
Nieuwdorp. „Tot m'n tiende kon ik
met de jongens van het dorp
meedoen. Ik voetbalde als spits.
Scoorde regelmatig m'n goaltjes.
Toen was het over en uit. Ik had
niks te kiezen. Mijn lichaam koos
voor mij. Door een zenuwziekte
ging het niet meer. Over en uit."
Langzaam maar zeker werd de
kwaal erger. Lopen gaat nog wel,
maar niet meer vlot. Er kwam een
rolstoel en daar zat Wesley. Uitge-
sport?
„Absoluut niet," lacht hij. „Stilzit
ten is niks voor mij. „Ik ben lid ge
worden van tennisclub Het Halve
Maantje in Goes. Daar heb ik leren
tennissen van Chris Versteeg. Hij
leerde mij de techniek."
Rolstoeltennis verschilt niet veel
van het gewone tennis. „Bij ons
mag de bal twee keer stuiten.
Logisch, per rolstoel gaat het wat
langzamer. Voor de rest is alles het
zelfde. De reserveballen stop je
meestal tussen de spaken van je
wielen. Maar dat is niet zo best
voor je spaken."
De tegenstander is meestal ook
invalide. Maar niet altijd. „Ik speel
ook tegen valide spelers," vertelt
Wesley.
Toernooien
Her en der in het land speelt hij
mee op diverse toernooien. In Eind
hoven pakte hij de derde plaats en
in Doorn werd hij vorige maand
vierde tijdens een jeugdtoernooi.
Wesley traint, dat de stukken eraf
vliegen. Hij wil naar de top. Daar
heeft hij alles voor over. Serveren.
Backhand, forehand. Alle slagen
wil hij kunnen beheersen Per week
zwemt hij ook nog een paar hon
derd meter. „Om de spieren sterk
en soepel te houden," legt hij uit.
In zijn snelle wendbare tennisstoel
geeft hij een kleine demonstratie
van zijn wendbaarheid.
„Niet op m'n Nike-airs. Ik doe het
op wheels-on-air," lacht hij zelfspot-
tend. „Ik hoop alleen, dat er eens
wat meer tennissers van mijn leef
tijd bijkomen. Lotgenoten zijn er
genoeg. Ik zou zeggen kom op. Niet
zeuren over je kwaaltjes. Pak een
racket en doe mee."
Wat gebeurt er wanneer op een
middag na schooltijd je juffrouw
opbelt en zegt dat je een
belangrijke prijs gewonnen hebt?
„Ik ging heel raar doen," zegt
Bianca Duijn uit groep vijf van de
Theo Thijssenschool in Vlissingen.
„En iedereen was heel trots."
De brief loog er dan ook niet om:
„Het gedicht datje instuurde voor
de wedstrijd Waar ik woon is
bekroond met een PRIJS. Je
gedicht is gekozen uit 31.073
gedichten. Proficiat!"
Ramen
Een zelfde brief viel in de bus van
de Cypressenhof in Middelburg.
Daar was de gelukkige winnaar
Bart Baaijens 10). Bart had nog
nooit een gedicht gemaakt en had
dus niet verwacht dat hij een
speciale prijs zou krijgen: „Ik vond
het niet moeilijk om te doen. We
hebben met de hele klas huizen
getekend en de gedichten in de
ramen gemaakt."
Daardoor werd de klas genomi-
Stroken huizen
Tientallen huizen
Rare huizen
Aardige huizen
Andere huizen
Thuis!
Bart Baaijens
jé naar boven
je laat je op bed vallen
Je kijkt naar de gele kast,
je hoort geluiden
die de vissen maken.
Je voelt je veilig
op je zonnige plek
je luistert naar dat mooie...
geluid
De vissenkom die je net hebt
schoongemaakt
Je kijkt om je heen
en je glimlacht
Bianca Duijn
foto's Ruben Oreel
„De besten willen steeds het
eerst gekozen worden, omdat ze
zo graag willen winnen," vindt
Marnix.
„Dat weet ik wel zeker," beaamt
Lydia. Beide kinderen zijn tien
jaar en zitten bij elkaar in groep
zeven.
Wat ze ook samen delen is, dat
ze bij gymnastiek, als er partijen
gemaakt moeten worden, het
laatst gekozen worden.
Lydia: „Ze vinden mij meestal
niet erg sportief. Ze vinden me
sloom en ze zeggen, dat ik
stamp." Marnix: „Ik ben ook niet
bepaald sportief en ook niet zo
snel."
Lydia en Marnix snappen best,
dat ze pas laatst worden geko
zen, omdat ze niet zo goed zijn in
bewegen.
Lydia: „Als ze mij als eerste zou
den kiezen, dan zou het groepje
nogal zwak worden, omdat ik
niet zo goed ben. Dan is het
zeker, dat we verliezen."
Vriendjes
Gekozen worden ligt er ook aan
of je vrienden of vriendinnen
hebt.
„Als jouw vriendje mag kiezen,
word je zelf ook eerder gekozen,"
weet Marnix.
Ze vinden het allebei niet echt
leuk om steeds de laatste te zijn.
Ze hebben er last van en ze
voelen zich dan buitengesloten.
Maar ze gaan ook niet bij de
pak-ken neerzitten.
Marnix: „Ze moeten me maar
nemen, zoals ik ben. Daar kan ik
niet. veel aan veranderen."
Lydia en Marnix kunnen goed
leren. Rekenen en taal doen ze
makkelijk. Bij reken- en taal
spelletjes worden ze niet als
laatste gekozen. Lydia: ;,Soms
zeggen ze tegen mij: Hoe weet jij
dat toch allemaal!"
Loten
Hebben knap in leren en sloom
in bewegen iets met elkaar te
maken?
Daarover zijn ze het niet eens.
Marnix: „Meestal zijn de kinde
ren met behoorlijk veel hersens
niet zo goed met gym."
Maar Lydia vindt van niet. „Ik
denk, dat het verstand er niets
mee te maken heeft."
Een oplossing voor het probleem
weten ze wel. „Als we groepjes
gaan maken, moet de juf of de
meester niet laten kiezen. Aftel
len of loten, dat is veel eerlijker!"
neerd voor een klassenprijs maar
uiteindelijk kreeg alleen Bart een
prijs.
„We hebben een naamgedicht
gemaakt," vertelt Bart, „Dat was
niet zo moeilijk, gewoon het woord
straat onder elkaar schrijven en
dan zinnen maken."
Bianca dacht dat ze geen echt
gedicht gemaakt had: „Het stelt
eigenlijk niks voor want het rijm
de niet."
In haar klas heeft ook iedereen
meegedaan: „We hebben eerst
woorden opgeschreven rondom het
woord wonenvan die woorden
hebben we zinnen gemaakt. Later
heb ik het gedicht nog veranderd
door stukjes uit zinnen te halen."
Haar gedicht gaat over haar
kamer, over de gele kast, de zon en
de geluiden die haar vissen
maken. „Alles is echt in mijn
gedicht, we gaan verhuizen en
daarom heb ik niets gelogen."
Op 21 maart, de Werelddag voor
Kinderen en Poezie, gingen de
kinderen, vergezeld door suppor
ters, naar het Land van Ooit in
Drunen. Ze genoten er van voor
stellingen en tentoonstellingen,
kregen als prijs een petje, een we
reldbol om mee te voetballen en
een hele stapel boeken. Waaronder
de gedichtenbundel Waar ik woon..
Die is ook in de boekwinkel te
koop en wanneer je goed leest
kom je hun gedichten vanzelf
tegen.