STERK Als het maar geen zeurpreken zijn )I' I C'rill De sterren van de hemel Kruisje herinnert aan oma Koranles brengt God dichterbij DINSDAG 10 MAART 1998 foto Dirk-Jan Geltema ...Ga daar nietNiet daar! Wie gezien wordt moet voor eeuwig dwalen. Eeuwig..., -Je liet het wel daar 's nachts te komen... Concentreer je en het trekt zo aan je voorbij. Kinderen we ten vaak veel over de Middeleeuwen. Dat juist die tijd voor boeken of tv-ser.es wordt gekozen is niet zo gek. Het. leven moet toen behoorlijk intensief geweest zijn. Kastelen, toernooien, enorme feesten. Stinkende ridders in glanzende harnassen. Heksen, kunstenaars. Steenrijk tegenover doodarm, de Zwarte Dood, markten waar altijd wat gebeur de, ophangingen. Het leven was kort. maar hevig. Geen school. Kennis is macht en die lag hij de kerk en de adel. Niks democratie waarin iedereen wat te willen heelt. Het gewone volk werd dom gehouden. En hang, zodat ze zeker niet in opstand zouden durven komen. Kijk maar Het lijkt of we ii) deze tijd onze fantasie wat kwijt zijn. Een verhaal is maar een verhaal. Toen niet. Verhalen waren spiegels van het leven. Waar je van leerde, in geloofde. Uit wat me.nsen beleefden en voelden ontstonden weer nieuwe verhalen, verhaaltjes..'?? ...Nacht. In het flauwe maanlicht het kasteel, kilteFlarden nevel baven de slotgracht. 'Ssst'... 'wat.. HELP!! Het SPÖWPAA&D,. In Haamstede verdwenen in de nacht van zaterdag op zondag op mysterieuze wijze twee kinderen." Ga niet daar... Niet 's nachts! Ook in Zeeland stikt het van de spannendste sagen, legenden en mysterieuze verhalen. Wie meer wil weten moet. er maar eens in de bibliotheek naar vragen. Bang voor de tandarts? Mis schien heb je dan wat aan de tip van Els. „Ik neem altijd m'n teddybeer mee. Dat geeft veel moed. Het helpt echt." Onzin of....? Nou ja, als je erin gelooft, dan helpt het ook. Neem nou bijvoorbeeld Mieke. „Ik heb een kikker gevuld met rijst. Die leg ik bij m'n andere knuffels. Dan leg ik er een kussentje bovenop en dan denk ik dat ik niet ziek word." Van de wijs Ook sporters hebben een heilig geloof in van alles en nog wat. „Als de tegenstander bij bas ketbal onder de ring staat en wil scoren, dan maak ik een speciaal geluidje. En dan missen ze." Zo kun je je tegenstander volgens Henk dus van de wijs brengen. Truus probeert op een andere manier de wedstrijd te winnen. „Als we korfballen draag ik een klein korfje rond m'n nek. Dan winnen we altijd." Rijk worden is geen enkel probleem. Is je tand of kies eruit? Leg hem dan maar on der je hoofdkussen. De vol gende ochtend ligt er dan een gulden. Als dat niet zo is moet je klagen bij Astrid, want bij haar werkt het wel. Trouwens voor meisjes met lang haar is er ook goede hoop. Doe twee staarten in je haar en je haalt altijd goede cijfers bij repetities. Voor Karin werkte het slechts één keer. „De volgende repetitie had ik - met twee staarten - een dikke onvoldoende. Ik geloof er dus niet meer in." Lekker gevoel En soms, ja soms geeft gelo ven je een lekker gevoel. Sandra draagt elke zaterdag en zondag een kettinkje met een kruisje eraan. Vroeger, toen oma nog leefde gingen ze altijd bij haar op bezoek. „Oma droeg een broche met een zelfde soort kruisje," ver telt ze. Zo denk ik vaak aan mijn oma. Ik denk dan dat oma nu een fijn leven heeft in de hemel..." Jij klein je vader tovenaar je schreeuwde mama stond al klaar. De wereld groter dan je kamer dan de school de stad, het land; je stond je viel gelukkig altijd weer die hand. ineens alleen ontdek je dat je ieder duwtje ook al in jezelf had. Marina van den Boogaart eens op schilderijen van Jeroen Bosch hoe mensen dachten ;over herpel en hel! De wereld was plat. Echt kijken naar de natuur begon nog maar net. Voor simpele zaken werden mysterieuze verklaringen gezocht. Paddestoelen? Heksengebroed! Hoe zou het gevoeld hebben? Heftig leven is heftig voelen. Je leven op aarde bepaalde de vorm van leven na de dood. Voor altijd hemel of hel. Heilig werd geloofd in heksen, spoken en zaken als eeuwig dolende ridders. Wat moet er toen veel angst geweest zijn. Na zeven of acht jaar koran school kan Müjde (14) het vers moeiteloos opzeggen. Het klinkt geheimzinnig en zangerig en ze besluit met de mooie zin: Bismillahirrahmannirralrim. Gelukkig wil Ferhan (17) het opschrijven en uit het Turks vertalen: In naam van God, de barmhartige. In de schaduw van de grote Oostkerk in Middelburg staat het gebouw Demerary, dat tot moskee verbouwd is. Samen met Tarik (17) en Kübra (13) gaan Müjde en Ferhan er elke zater dag- en zondagochtend naar toe om de koranlessen te volgen, Van tegenzin is geen sprake, zeggen ze en ze worden ook niet door hun ouders gedwongen om te gaan: „Ze raden het ons wel aan, het hoort er gewoon bij om naar de koranles te gaan." Arabisch Zo'n les is net als een gods dienstles op een gewone school, vindt Ferhan: „We beginnen met een bladzijde hardop voor te lezen uit de koran. Dat doen we in het Arabisch, de taal waarin de koran oorspronkelijk geschreven is. Het is een bevel van God om die taal te gebrui ken. We kunnen het wel lezen, maar begrijpen niet altijd wat er staat. Daarom is de imam erbij, die uitlegt wat er staat." Wat een priester of dominee is voor de christenen is de imam bij de islam, net zoals de koran de bijbel is, leggen de kinderen deskundig uit.... De verzen, waarvan Müjde een voorbeeld gaf, worden wel in de eigen taal gelezen en geleerd: „Die moet je uit het hoofd ken nen wanneer je gaat bidden. Dat doen we vijf keer per dag. En vrijdagmiddag is er nog een dienst in de moskee." Nut Het viertal kent geen twijfel over het nut van de wekelijkse lessen. Wübra: „Door de lessen kom ik dichter bij God." Müjde: „Ik wil alles over mijn godsdienst weten, in ieder geval zoveel mogelijk." Tank: „Je leest de verzen en hoort de uitleg, over hoe de islam is ontstaan." Ferhan: „Als je zegt: ik ben isla mietmaar je weet niet wat het betekent heb je er niets aan. Door veel uitleg te krijgen ga je dat voelen en weten." De achtjarige Leunis Verboom uit Kortgene weet wat hij wil. „Ik word later astronaut of astro noom," zegt Leunis. Al jarenlang bestudeert Leunis de sterrenhemel. Om alles nog beter te kunnen zien, legde hij meer dan drie jaar lang al zijn spaar- en verjaardagsgeld opzij, om een grote telescoop te kunnen kopen. Op heldere avonden wordt het apparaat in de tuin opgesteld, waarna Leunis zijn kijker op de hemellichamen richt. Met de kijker worden de bergen en kraters op de maan goed zichtbaar. Leunis: „De donkere vlekken op de maan worden zeeën genoemd. Dat komt omdat het de diepste plekken op de maan zijn." Manen De planeten hebben voor onze jonge onderzoeker niet veel gehei men meer. Saturnus, de planeet met de ringen, heeft bij hem een streepje voor. Ook Jupiter behoort tot zijn favorieten. Leunis: „Als je naar Jupiter kijkt, kan je ook de manen zien die om de planeet draaien." Met het sterrenbeeld Orion is iets bijzonders aan de hand. Leunis: „Onder de drie gordelster ren kan je een sterrennevel zien. De nevel heeft prachtige kleuren." Het Russische ruimtestation MIR zag de toekomstige sterrenkundige met eigen ogen overvliegen. Leunis: „Zeker vijf minuten lang ging het schip in een rechte baan over onze aarde." Vliegende schotels en Marsmanne tjes zag hij tot nu toe nog niet. Leunis: „Ik denk dat er op de planeten die rond onze zon draaien geen ruimtewezens wonen. Mis schien wel in een ander sterren stelsel. De ruimte is oneindig groot. Wie weet wat daar nog alle maal is." Over graancirkels, waarvan sommige mensen beweren dat het afdrukken van ruimteschepen zijn, zegt hij: „Die worden vast gemaakt door mensen die stout zijn." Goed eten Leunis zou graag in de voetsporen treden van Nederlands enige ruim tevaarder Wubbo Ockels. Ter voor bereiding op eventueel bodemon derzoek schafte hij een microscoop aan. Planten, steentjes en suiker klontjes vormen een bron van onderzoek. Een paar maanden door de ruimte zweven lijkt hem wel leuk. Leunis: „Als het eten aan boord goed is, ga ik mee." Voor Fabian de Milliano (10) is het zo simpel als wat. „Als je ergens lid van ben, dan doe je mee. Dat geldt voor een sport club, maar ook als lid van de kerk." De familie De Milliano uit 's Heerenhoek is lid van de rooms- katholieke kerk. „M'n vader was vroeger misdie naar, m'n broer was het ook en nu ben ik aan de beurt. Niet omdat het moest, maar omdat ik het zelf wou." Drie jaar geleden trok hij voor de eerste keer de toog aan. Samen met enkele andere jongens helpt hij nu wekelijks meneer pastoor tijdens de mis. „Er zijn per week drie kerkdien sten," zegt hij. „Meestal help ik één keer in de week. Dat is vaak als het jeugdkoor zingt." Belletje Voor de kerkdienst worden de ta ken al verdeeld. Helpen bij het uit delen van de hostie, het water in de kelk schenken of het belletje op het altaar laten klingelen." Een secuur werkje. „Dat is om de aandacht van de kerkgangers te vragen," legt Fabian uit. „Maar je moet wel goed op de pastoor letten, zodat je niet te vroeg of te laat belt." Ook bij droeve omstandigheden is misdienaar Fabian aanwezig. „Bij een begrafenis dragen de misdie naars de kwast met het wijwater, het wierookvat en eentje draagt het kruis." Desondanks bevalt het baantje van misdienaar hem prima. De kerk diensten vervelen hem geen moment. „Als het maar geen zeurpreken zijn en niet te lang," lacht hij. „En zo af en toe een geintje op z'n tijd vind ik ook heel leuk." Een baan als pastoor ziet hij niet zitten. „Als ik straks ouder ben stop ik als misdienaar. Dan is het mooi geweest." Het hoogtepunt van het jaar is voor hem de pastoorsreis. „De mis dienaars mogen dan gratis een dag je naar een pretpark." Als beloning voor het hele jaar klaarstaan tijdens de mis. De leden van het jeugdkoor gaan ook mee. „Maar die moeten betalen voor de reis," vertelt Fabian. Misdienaar Fabian: tijdig klingelen. foto Dirk-Jan Gjeltema

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1998 | | pagina 2