Ei je kruukels eheet'n Geschiedenis die spreekt Zee-ratte zit in het kolenhok Meer trainen en spinazie O m a\s c\€ Klok vavs(3Vv\ewiiM€ DA( Rl 1998 3 de klederdracht. Het begon met een zwarte rok en langzaamaan werd het steeds zwarter. Sieraden Sieraden spelen een belangrijke rol bij de Zeeuwse dracht. Evelien: „Door de sieraden kon je laten zien hoe rijk je was. Arme mensen konden zich dat niet veroorloven. Ook kon je er mee laten zien of je ge trouwd was of niet. Als bij de vrouwen de voorhoofds- naald rechts was ingestoken was ze niet getrouwd." William vult aan: „Bij de mannen zag je het aan de broeksknopen. Open knopen nog vrij, dichte knopen getrouwd." De kleding en sieraden zijn moeilijk verkrijgbaar. Evelien: „Daarom maken we ook zelf kleding naar originele patronen en met zoveel mogelijk originele stoffen." Daar is ook niet eenvoudig aan te komen: „Nee, het oude sits halen we in Amsterdam, en de zijde sturen ze uit Hongkong." meeuwen Moet je op jouw kamer ook wel eens 'n padje schoppen om biruien te kommen? Of zegt je moeder dan: 't Is iër een pèrrestal. Het ligt er maar net aan waar jou rommelige kamer zich bevindt in Zeeland, 'n Padje schoppen doen ze op Zuid-Beveland, in Zeeuws-Vlaan- deren vinden ze het een Jjèrrestal. Niet alleen op welk eiland je woont bepaalt de uitdrukking. Ook de plaats waar je vandaan komt speelt een rol. Zeeuwen aan de westkant van Zuid-Beveland zeggen als ze het over een verre reis hebben: 't Is een Batse rei.se. Batse komt van het. fort Bath, waar nu Rilland-Bath ligt. Vroeger toen de mensen nog te voet reisden was dat een heel eind. Aan de oostkant daarentegen zeggen ze: Das varre/t is de wereld uut en de Kraojers m. De Kraojers is de Kraaijertpolder tegen het Sloe aan. Visserij en landbouw Veel van de uitdrukkingen en gezegdes komen voort uit de traditionele beroepen in Zeeland zoals de visserij en de landbouw. Erg vleiend zijn.ze meestal niet. Over iemand die nogal verstrooid is wordt gezegd: Die ei öök net zöövee gedacht'n as 'n gekookte hornaot." Een kind dat van 't êele verreke lust, is een lekkere eter. In tegenstelling tot een kind dat eet as 'n mosse. Wordt er tegen je gezegd 'k bin je zo beu as hespoohe spek, maak dan maar dat je weg komt. En als ze je vragen: ei je kruukels eheet'n weet je zeker dat je te laat bent! Het klinkt zo eenvoudig en vanzelf sprekend. Maar zijn er al scholen op het idee gekomen? Scholen, die be sloten hebben om de geschiedenisles er eens heel anders uit te laten zien? „Kom met je neus uit de boeken en stap eens zomaar een bejaardenhuis in je buurt binnen. Luister naar de verhalen van de bewoners en schrijf ze op. Dat is belangrijk. Als je het niet doet verdwijnen alle unieke her inneringen met de mensen mee in het graf." Journalist Kees Slager uit 's Heeren- hoek zegt dit in het voorwoord van een boekje dat hij schreef over Zeeuwse jeugdherinneringen uit het begin van deze eeuw „Een bejaar denhuis is meer dan een opberg plaats voor oude en afgeleefde men sen die nergens meer voor dienen. Als je de geschiedenis van je eigen omgeving wilt leren kennen hoef je ®r alleen maar heen te gaan. Elk mens draagt een stukje geschiedenis met zich mee en dus is een bejaar denhuis een bron van geschiedenis. De bewoners hebben herinneringen die de officiële geschiedenis kleur en diepte geven." Afgelopen zomer stapte Kees Slager een willekeurig tehuis in Zeeland binnen: „Ik vroeg tien van de oudste bewoners van Huize Emmdus in IJzendijke naar herinneringen uit hun jeugd en jonge jaren; de tijd die begon voor de Eerste Wereldoorlog en eindigde na de Tweede." Verleden Sakke de zee-ratte heet het boekje waarin de herinneringen zijn opge schreven. Als je de verhalen leest denk je soms dat ze uit een andere wereld en een veel verder verleden komen. Je leest over een schone Schelde waar je kon zwemmen tussen de zeehonden en waar de kinderen aan het strand pienkerden en jutten. Je leest over zelf brood bakken en koeien wachten, óver lied jeszangers en kasjesmannen, over de zeppelin en de eerste auto. Over hoe de kinderen in die tijd naar school gingen en speelden en moesten wer ken en soms ook moesten bedelen om een boterham... Sakke de zee-ratte' is verkrijgbaar in de mees te Zeeuwse boekhandels en kost f 14,95. Sakke leest zijn eigen belevenissen voor aan Jessamy en Glenn. Jessamy (11) van de Voorde kan er wel mee door, maar haar broer Glenn (9) moet meer spek eten vindt Sakke (88): „Daar krijg je sterke armen van." Broer en zus zijn op bezoek in de gezellige kamer, die Sakke bewoont in Huize Emmaus in IJzendijke. Ze hebben het boekje Sakke de zee- ratte gelezen en willen er best meer over weten. „Ik vond het raar, die naam en hoe ze vroeger die bijnamen hadden," valt Glenn met de deur in huis. „Ja, vroeger had iedereen een bijnaam, dat was heel gewoon. Ieder een noemt me nog steeds Sakke, eigenlijk heet ik Izak. En ik kon al zwemmen als een waterratte toen ik vijf was. Dat had ik mezelf geleerd in de zee. Ik weet nog dat ik tussen de zeehonden zwom, 60 of 70 kon je er tellen." Spijbelen De kinderen kennen de Zeeuws- Vlaamse kust goed, gaan er vaak heen voor een pannenkoek en choco mel en zijn nieuwsgierig waar Sakke precies geboren en opgegroeid is. Maar 't diepe gat aan de Nolle doet geen lichtje bij hun branden, even min als de oude lossing of de verklikker. „En dat u zo vaak spijbelde, dat die leraren daar intrapten, dat kan tegenwoordig niet meer!" „Zoveel jaren geleden was de school tijd heel anders," zegt Sakke. „Als ik geen zin had of ik had wat mispeu terd dan pakte ik m'n petje en m'n klompen en dan was ik weg! Gauw naar de zee toe!" Maar dat ze toen niet streng waren kan hij niet zeggen: „Ik heb heel wat uurtjes in het kolenhok of onder de broodoven opgesloten gezeten. Dat was geen pretje. Maar ik gaf er niet om, de volgende dag ging ik weer naar zee." Borreltje Sakke kan reusachtig vertellen en als Glenn en Jessamy niet dringend naar huis moesten voor hun mid dageten zaten ze nu nog in het kamertje van het bejaardentehuis. Het lijkt hun wel wat: Sakke als geschiedenisleraar op school, zomaar voor een uurtje... En ze leren ook nog hoe je gezond 88 jaar kunt worden: „Als jullie wat ou der zijn moet je kalm en rustig le ven, goed eten en drinken, overal van genieten en elke dag een borrel tje drinken!" foto Lex de Meester Dat dromen niet altijd bedrog zijn werd afgelopen maand bewezen. Rajinder Poetai (15), Daniel Pattinama (15), Stefan Schrier (15), Simon Hinoke(15), Lars Brunia 13) en Ferdinand Sibbald 14) vertegenwoordigden Neder land bij het Summer Hoops Basketball Event in de Griekse hoofdstad Athene. Het begon allemaal met dê inschrijving voor een straat-bas- kelbaltoernooi in Utrecht. Op dit toernooi presenteerden de jongens zich als de Zeeuwse Boys. Simon: „Wij wonnen met gemak alle poulewedstrijden. In de finale hadden we ook niet veel proble men met onze tegenstander. We wonnen met een verschil van 15 punten." Daarna begon het avontuur pas echt. Organisator Nike had voor de winnaars tickets klaar liggen voor deelname aan een straat-basketbaltoernooi in Grie kenland. Rajinder: „We hebben ons voor bereid door veel te oefenen tegen ploeggenoten van het basketbal team waarvoor we in de competi tie uitkomen. Ook hebben we veel op het pleintje geoefend." Vliegangst Begin december stapten de Zeeuwse Boys in het vliegtuig naar Griekenland. Over het ver loop van de reis zegt Rajinder: „Ik had geweldige vliegangst. Ik kreeg bij het opstijgen gelijk hoofdpijn. Dat viel wel een beetje tegen," In de Griekse hoofdstad was alles keurig geregeld. Lars: „We wer den met een busje naar een prachtig hotel gebracht. Er was ook een zwembad bij maar dat was niet gevuld met water." De andere dag moesten de jongens aan de bak. Rajinder: „Omdat het in Utrecht zo gemak kelijk was gegaan dachten we dat we in Athene ook wel een kans zouden maken, maar het tegen deel was waar. We hebben alle wedstrijden verloren. Onze tegen standers waren allemaal veel langer en bleken twee keer per dag te trainen." Spinazie Teleurgesteld maai- een ervaring rijker keerden de jongens terug. Ferdinand: „We hebben geleerd dat twee keer trainen in de week niet genoeg is om bij de top van Europa te horen. We moeten ook allemaal wat groter worden om echt mee te kunnen doen. En spinazie eten!" Scholier mishandeld. Bejaard echtpaar beroofd. Meisje (16) in coma na klap op het hoofd. Gezin gegijzeld. Vrouw bruut verkracht. Man neergeschoten. Kind (8) omgebracht. Ik iees het-geschokt- toch elke keer weer. Vrouw breekt heup door tasjesrover. Caissière bedreigd... Wat blijft er van hun levens over? Gewetenloos, wreed. Ja, jij egoïst. l Kun je wel, lafaard! Je bent de naam mens niet eens meer waard. Marina pan den Boogaart O foto Dirk-Jan Gjeltema Wie in Domburg voor het eerst een Wedstrijd rijdt, krijgt met schoensmeer een snor op het ge zicht aangebracht. Pas nadat de ringlijder zijn eerste ring gestoken heeft mag de snor er af. Coen: „Gelukkig was het bij mij in één keer raak." Als je in de prijzen valt, wórd je gejonast. Coen kan hier over meepraten, want bij zijn eerste wedstrijd won hij direct de vierde beker. Coen vertelt: „Dat ging erg hoog, maar het gaf mé wel een fantastisch gevoel." De Domburgse ringlijders sluiten hun wedstrij den altijd af door met z'n allen in de baan te gaan zitten. Er wordt dan wat gedronken en gegeten en er worden Domburgse liederen ten gehore gebracht. Coen zegt hierover: „Het ring- rijden is ook een leuke sport omdat gezelligheid en sfeer een belangrijke rol spelen." •ht hte werk. Alle de oberen om de be: unpen aan het i de nai imet rituelen. ng moet laten ?er( elke wedstrijd ild mige wedstrij- dat pak moet vroeg uit de loeten worden naar het dorp Om zeven is Goen ig z ^at in kan rij- vN-oe. Np\wi lO VA/Vn L-I />n

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1998 | | pagina 3