U9A0qajSJ9pUQ
van het circus
Koorlid
dirigeert
vogelkoor
CLUB
Griezelclub
wil liters
bloed zien
Koekje van eigen deeg
Hl» jj&hjHHf
2
DINSDAG 11 NOVEMBER 1997
„Het is er hartstikke gaaf," zegt Marco Stevens (11) de kracht
patser van jeugdcircus Reinardi uit Hulst.
„Het leukste is als we ergens optreden," vult Andrea Vonk
(9) aan. „We zijn al eens in Michelstadt geweest," vertelt Lena
Douwen (12).
Michelstadt is de Duitse zusterstad van Hulst. Lena: „Daar
gingen we naar de kermis en sliepen in blokhutten. Veel lol en
lekker laat naar bed."
„Ook hebben we al drie maal met Reinardi aan het jeugd-
circusfestival in het Land van Ooit deelgenomen," voegt
Raissa Schelkens (8) er aan toe. „Daar traden we op voor de
bezoekers van het park en was er ook tijd genoeg om zelf door
het park te gaan.'a^
Jeugdcircus Reinardi bestaat al eenendertig jaar. Het circus
telt veertig kinderen tussen de zes en de zestien jaar.
De kinderen van Reinardi doen niet zomaar één act, nee, je
moet van alle markten thuis zijn. Zo is Marco de krachtpatser,
acrobaat, éénwielfietser, kan hij lopen op de bal, doet hij mee
met de clownsact, en jongleert hij.
En wat dacht je van Lena? Zij bezweert de slangen, jongleert,
is superspringer, loopt op de bal, en is koorddanseres.
Andrea zit sinds een jaar bij het circus: „Ik was naar het grote
circus geweest. Toen wist ik het: dit wil ik ook, dat ga ik doen!"
Andrea is onder andere acrobate: „Niet alleen bij het circus,
ook thuis oefen ik er wel eens voor. Dan sta ik ondersteboven
op m'n kop op mijn bed. Ik probeer dan zo te blijven staan,
maar dat lukt me nog niet.
Om mee te kunnen doen bij de optredens moetje veel oefenen.
Dat varieert van één maal in de week op de woensdagmiddag,
tot wel drie maal anderhalf uur. Marco: „Dat is niet erg hoor,
ik vind het tof om te doen Ik zeg altijd tegen mijn vriendjes,
je moet ook eens komen kijken, het circus is kicken!
Knip in vinger?
Niet expres! Die ruit?
Alleen mijn teen stak uit!
Na dat oog (trouwens, hij boog)
wou ik toch al liever voetbal.
Buitenspel...
ik dacht karate lukt me wel.
Paardrijden tennis geprobeerd
op maandje bugel
geen noot geleerd.
Bij Jiu Jitsu op de mat
(oké, eronder)
zei- iemand dat mijn energie
meer past bij de club
op -gis en -pie.
„Maar ik doe nooit wat..."
Mees zei: „Dat kannie".
Ik en m'n-peut:
soms janken, leut.
De woensdag nu nog in m'n up,
straks, misschien
de knutselclub,
Marina van den Boogaart
Corné Vermaire uit Kapelle
zingt graag en het liefste doet
hij dat bij de Zeeuwse Koor
school. De rest van zijn vrije
tijd is hij zelf dirigent van een
vogelkoor met ongeveer vijftig
kleurige, fluitende en kwette
rende turquoisin.es, bourks en
kwartels. Corné is zo'n beetje
het jongste lid van de plaatse
lijke vogelvereniging Zang en
Kleur.
„Ongeveer acht jaar geleden
kreeg ik een vogeltje van mijn
oom, een grijze kanarie. Daar
is het mee begonnen."
Het verzorgen van de vogels
en de voorbereidingen voor de
wedstrijden doet hij samen
met zijn vader. „Eten en
drinken geven, het hok schoon
maken en twee keer per dag
even kijken. Wanneer je er zo
veel mee bezig bent leren de
vogels je kennen. Ze zijn niet
bang voor je en gaan op je rug
en in je haar zitten."
Kruisen
De vogels worden zelf
gekweekt of geruild: „Je moet
kruisen, je kunt niet kweken
met een broer en zus, want
dan kun je misvormde vogels
krijgen," weet Corné. Bij de
wedstrijden zijn de keurmees
ters heel kieskeurig: „Ze letten
op het model van de vogel, de
houding en de conditie."
Voor de rest moet hij even op
een briefje kijken: „De poten,
snavel, bevedering, kleurregel-
matigheid en diepte, kop, vleu
gel, staart en lichaamsteke
ning."
Strenge regels
Het lijkt een hele prestatie om
met zoveel strenge regels een
prijs te winnen, zeker omdat
de keurmeester niet weet of de
inzending van een kind of vol
wassene is.
„In Arnemuiden heb ik vorige
week met een turquoisine de
eerste prijs jeugd kromsnavels
gewonnen."
De vogels wachten alweer op
de volgende wedstrijd, ditmaal
in Kapelle zelf. Op 14 en 15
november is daar een tentoon
stelling, waarop je de vogels
van Corné en zijn vader en alle
andere vogels van Zang en
Kleur kunt bewonderen.
Soms probeert Jonah nieuwe
recepten uit.
Experimenten
„Een tijdje geleden heb ik gepro
beerd roomsoesjes te maken. Nou.
die dingen vielen helemaal uit
elkaar. De koekjes die ik later
maakte, waren ook niet echt
smakelijk. Getver. Verder experi
menteer ik wel eens met drankjes.
Ik meng dan sinaasappelsap met
cola, appelsap en dubbeldrank. Dat
is niet te drinken."
Jonah wil later kok worden. Om
nog meer van het vak te leren wil
hij best wat vrije tijd inleveren.
„Ik zou wel eens een weekend bij
een Chinees restaurant in de keu
ken willen helpen. Wat ik dan zou
leren kan ik later weer gebruiken.
Hoe meer je ervan weet, hoe lek
kerder je kunt eten. Daar houd ik
namelijk ook van!"
Niets is makkelijker dan lid
worden van misschien wel de
grootste club in Nederland: je
vult een formulier in, betaalt
15 gulden en je hoort, samen
met 7000 andere Nederlandse
kinderen, bij De Griezelclub.
Je krijgt dan vier keer per jaar
het griezelclubblad en kunt
onbeperkt griezelige artikelen
bestellen. „Kinderen zijn altijd
dol geweest op griezelen en
kinderen houden van clubs,"
verklaart Richard van de
Waarsenburg het grote succes.
Richard is directeur van uitge
verij Elzinga, die een groot
aantal boeken uitgeeft van het
griezelgenootschap
„Dat is een groep van acht
schrijvers, de voorzitter is
Paul van Loon. Kinderen
schreven ons dat ze ook graag
bij dat genootschap wilden en
omdat dat niet kon, hebben we
de club opgericht/'
Enge plekken
Het is normaal dat kinderen
bang zijn in het donker en
angst hebben voor enge plek
ken, een hobby als griezelen is
dan toch een beetje vreemd?
„Het is een manier om te la
ten zien wat je aandurft," zegt
Richard. „Voor veel kinderen
mag het nog veel erger en we
verleggen steeds onze grens.
Maai- we passen wel op dat
het niet plat wordt, met liters
bloed en afgehakte ledematen
en zo."
De griezelclub-bibliotheek be
vat titels als Bloedrode
kamers, Dorstige schaduwen,
Klauwen van ijs, Bloedzusters,
Dood spel en Ijskoude handen.
Je wordt geacht ze te lezen
met een speciale zonnebril
(f14,95), voorzien van een holo
gram van de schedel van de
griezelbuschauffeur. Sommige
boeken worden aangeprezen
met gratis nachtmerries en
anderen horen bij de categorie
grumor. Je kunt er dus ook
gewoon om lachen.
„Onze boeken hebben een
zekere kwaliteit en zijn goed
geschreven. Kinderen kunnen
er zich prachtig mee identifi
ceren," vindt Richard.
De meester zei:
een club zou goed zijn.
Ja-nee-moetda?-ja-dus hup-
op woensdag naar dé knutselclub
(die was het dichtstebij).
Als de elfjarige Jonah Siegers uit
Vlissingen uit bed komt is vaak
zijn eerste vraag: „Wat eten we
vanavond
Jonahs grootste hobby is dan ook
koken. Zeker enkele keren per
week is hij in de keuken te vinden.
„Ik vind het leuk om te helpen bij
het maken van de rijsttafel. Ik
snijd dan het vlees, maak de groen
ten schoon en snijd die in stukjes.
Bij het uien schoonmaken doe ik
soms een zonnebril op, maar dat
helpt niet veel."
Ook het moeilijkere kookwerk is
voor Jonah geen probleem.
„Pas geleden heb ik bah pao
gemaakt. Dat zijn bolletjes van
deeg die met gekruid gehakt
worden gevuld. Loempia's kan ik
ook maken. Maar het liefst maak
ik maïskoekjes. Je hebt daarvoor
nodig drie blikje maïs, twee eieren,
jeugdkok Jonah Siegers: zonnebril helpt niet. toto Ruben Oree!
een teentje knoflook, een bouillon
blokje, wat bloem, een ui en vijf
selderijstelen. De maïs laat ik goed
uitlekken en dep ik droog. Daarna
maak ik de maïs, met de keuken
machine fijn.Dat doe ik ook met de
ui, knoflook en het bouillonblokje.
Dan gaat het maïs- en uimengsel
in een beslagkom. Daarna doe ik
de fijngesneden selderijstengels, de
eieren en vier eetlepels bloem erbij.
O ja, wat er ook nog bij moet is een
beetje peper. Dan maak ik er één
mengsel van en bak ik het, lepel
voor lepel, net als oliebollen. En
dan smullen maar. Deze koekjes
zijn ook heel lekker bij de thee."
„Wat er zo bij zonder aan is? Geen
idee, gewoon leuk. Mijn hele leven
al. Als ik er een zie, moet ik er
gewoon heen". Aan het woord is
Benny Faes (12) uit Oost Souburg.
Moeder Faes beaamt het. Vanaf dat
Benny kon praten is ze met hem
langs heel wat hijskranen en graaf
machines gefietst. „Hij kreeg er
nooit genoeg van".
Bijna te laat op school? Is Benny
nog niet thuis? Gegarandeerd dat
hij nog even langs de bouw of de
sloop is.
De afbraak van de flats achter hun
huis heeft hij elke dag gevolgd.
Sparen
Hoewel het zijn grote hobby is,
staat toch niet zijn hele kamer vol
met allerlei modellen.
Benny: „Ik koop niet zomaar om te
hebben. Alleen echt iets moois, of
het moet nou erg goedkoop zijn. Zo
als deze van de rommelmarkt. Ik
kijk wel vaak wat ze hebben. Dat is
eigenlijk best veel, maar ze zijn
duur."
Lang sparen dus. Dat kan Benny
wel. Elke week wat zakgeld opzij.
„Voor deze hier heb ik een heel jaar
gespaard. En toen was het in een
keer op. Achteraf een beetje dom.
Want toen moest ik weer helemaal
opnieuw beginnen."
Maar toegegeven: die LEGO-kraan
is wel zijn mooiste vindt hij. De
giek met luchtdruk.
„Het was een heel werk om hem in
elkaar te zetten. Weet je dat een
echte giek wel zes ton weegt? Dat
soort dingen lees ik in de STM, een
blad over kranen. Hartstikke duur
blad, maar ik heb ze van mijn oude
buurman gekregen."
Kraanbestuurder
Wil jeBenny knikt al voordat
de vraag gesteld is.
Natuurlijk wil hij kraanbestuur
der worden. Niets liever. Eerst VBO
techniek. Dan mag je vanaf je acht
tiende bij de haak meehelpen, po
ten uitschuiven en zo. En tegelijk
volg je dan een speciale opleiding.
„Het liefst wil ik later op een teles
coopkraan werken, bouwen en slo
pen. Maar zo'n kraan waarbij je 25
meter hoog zit lijkt me ook wel
spannend."
Voorlopig is het te hopen dat gauw
zijn liefste-wens-van-nu eens ver
vuld wordt: een keer in een echte
kraan zitten. Want dat is er on
danks alles nog nooit van gekomen!