Houten boekentas komt hard aan Meterkast puilt uit van tekeningen Zoenen is pas echt griezelig Met zestien mag je op een scooter Nadenkertje Leesziekte na amandelen 2 DINSDAG 7 OKTOBER 1997 Wanneer je je niet goed gedroeg kreeg je een vogel naar je hoofd gegooid. Die moest je dan netjes terugbrengen naar de meester, die al klaar stond om met een stokje op je vingers te meppen. Die vogel zit nu op de poepdoos, achter in de klas. „Alle kinderen willen het deksel optillen om te kijken of daar nog wat in zit," zegt Okke van der Maas. Normaal is hij direc teur van basisschool de Stelle uit Terneuzen. Maar regelmatig is hij meester in zijn schoolmuseum Schooltijd. Je kunt het museum vinden op het enige overgebleven oude plekje midden in Terneuzen, verscholen tussen oude winkel tjes in de Vissensteeg. „Door allerlei scholenfusies en zolderopruimingen merkte ik dat er zoveel oude schoolspullen weggingen, dat vond ik zon de." museum open. „Er is genoeg belangstelling," zegt Okke, die tevreden in het gastenboek bladert. Meer dan 1000 namen staan er al in, waaronder veel van kinderen. „Die vinden het vooral leuk als je gaat vertellen." En dat kan meester Maas heel goed. Over alles in het muse um heeft hij wel een verhaal. Het oudste voorwerp is misschien we[ het houten boekentasje, met een schuifje en een speciaal vakje voor de griffels. weet Okke te vertellen, „net als met deze schepjes voor in de zandbak. Die waren nog van ijzer. En reken maar dat een kleuter hard kan meppen Je ziet oude leermiddelen, die soms door de onderwijzer zelf gemaakt werden, je ziet breukappeltjes, oude schoolfoto's, rap porten en pokkenbriefjes, verschillende houten schoolbanken met inktpotjes er nog in. En vooral veel oude schoolplaten.,,Die platen mis ik nog steeds in de klas. Tegenwoordig is het televisieles, maar als het vroeger erg saai was dan keek je naar de vissen of de zee- Na jarenlang verzamelen en voorbereiding ging in mei het „Met zo'n houten tas kon je iemand behoorlijk hard slaan," Het museum is geopend op woensdag -en zaterdagmiddag van twee uur tot kwart voor vijf. Tijdens de kinderboekenweek is er in de Terneuzense bibliotheek een vitrine over het school museum ingericht. Je kent dat wel. Moeders, oma's en tantes die uitroepen hoe vréselijk gróót je toch al weer bent. „Waar is m'n kleine jongen", jammeren ze dan. „Waarom gaat het toch zo hard". Zelf denk je hier heel anders over. Je vindt jezelf helemaal niet groot, en erg hard gaat het ook niet. Ging de tijd maar eens echt wat sneller, dan had ie tenminste een betere leef tijd. Als er een tijdmachine be stond, zouden jullie het wel weten:vóóruit met die tijd Scooter Bas Roelse (10) uit Vlinssin- gen zou zes jaar later uit de tijdmachine willen stappen. „Zestien", zegt hij verlekkerd, „dan kun je scooter rijden! Eigenlijk moet ik dan nu al sparen, maar dat lukt nog niet zo. Vorig jaar had ik 65 gul den, maar dat heb ik toen aan vuurwerk besteed." Jammer genoeg mag hij nog geen baantje hebben. „M'n moeder heeft ook wel een spaarrekening voor mij, maar dat is voor de inrichting van m'n huis zegt ze." Dat is nog verder weg in de tijd, maar ook daar ziet Bas de voordelen al van in: „Zelf we ten hoe laat je naar bed gaat, welke films je kijkt en wat je eet". Uitgaan Stadgenoot Lisa de Jonge (12) kan ook niet wachten tot ze zestien is. „Dan mag ik uitgaan!" roept ze uit als grootste voordeel. „En dan kan ik eindelijk leuke jongens als vriendje krijgen. Jongens van mijn leeftijd zijn zo kinds en klein, maar als een jongen van zeventien hoort dat ik nog maar twaalf ben, is hij zo weg." Is er dan niets leuks aan je eigen leeftijd Bas moet lang nadenken. „Nog niet zo veel huiswerk" noemt hij dan. „En je mag sommige dingen voor een lage re prijs"vult Lisa aan. Maar verder? Laat de tijd maar sneller gaan Wie sneller dan de tijd een straat doorrijdt ziet ons niet en wordt zelf ook niet gezien ons nu zijn vroeger zijn nu komt bij ons pas later. En voor wie de tijd rekt gaat er een verleden wereld open... Mensen, monsters, die van Mars. Is wat je niet ziet niet aanwezig? Dat is nog maar zeer de vraag. Dit lege plein met andere tijd... Wie weet is 't hier juist druk vandaag. Marina van den Boogaart Moniek de Vos: Spice Girls wijken niet voor eigen tekeningen. foto Pieter Hon- Moniek de Vos (10) uit Noordgouwe riep het al toen ze nog maar vijf jaar oud was: „Ik wil een schilderij worden". Natuurlijk is ze geen schilderij geworden. Maar het plezier in tekenen is gebleven. Sterker, het is alleen maar groter geworden. Tijdens een cursus striptekenen leerde zij van Lejon Troost uit Zierikzee de fijne kneepjes van het vak. „Bij het tekenen van mensen moet je denken aan de verhoudingen," legt Moniek uit. „Bijvoorbeeld, dat het hoofd een achtste van het.hele lijf is." Stripfiguur Een stripfiguur bedenken is lastig. „In het begin gingen we uit van een vlek op het papier. Daar maak ten we dan een figuur van. Maar een strip moet ook leuk zijn. Het gaat om de afbeelding en om de tekst. Je hebt dus te maken met hoofd- en bijfiguren." Intussen heeft Moniek al tientallen tekeningen gemaakt. De meterkast thuis puilt uit. De wat...? „O ja," lacht Moniek. Daar bewaar ik heel wat tekeningen. Maar zo hier en daar hangt er ook wel wat aan de muur hoor". Vol trots laat ze haar eigen ontwor pen stripheld Toffie zien. Moniek: „Toffie is een hondje, dat allerlei avonturen beleeft. Ik denk, dat ik daar de komende tijd maar eens verder mee ga." Zonsondergang Moniek tekent niet alleen maar strips. „Als het zo uitkomt ga ik lekker met m'n tekenspullen naar buiten. Naar het strand. Dan teken ik de zonsondergang. En van de zomer ben ik de graancirkels op Schouwen gaan tekenen." De meterkast is vol. En de muren van haar kamer zijn behangen met posters van de Spice Girls. „Die haal ik er niet af,' zegt ze resoluut. „Zelfs niet voor mijn eigen tekeningen." Mijn allereerste leesboek Imke Schuitema (10) uit Middelburg pakt het zo uit de kast. Het heet heel toepasselijk Ik ga lezenen ze kreeg het toen ze aan haar neus- amandelen geopereerd werd. Leeskampioen „Ik ging heel vlot met lezen, daar door begon ik het leuk te vinden" vertelt Imke. „Nu lees ik heel vaak. Voor het slapen gaan, op school, in de vakantie en als ik me verveel". Haar boekenkast raakt steeds voller. Zeker nu ze dit jaar een foto Dirk-Jan Gjeltema lees wedstrijd won en Libris lees kampioen werd. „Ik kreeg een boe- kenbon van 100 gulden. Daar heb ik deze serie Kippenvelboeken van gekocht", wijst Imke naar een glimmende rij van maar liefst elf boeken. Imke houdt niet van makkelijke „Ik zou nooit Eddie willen zijn uit Griezelbus 3", vertelt Job Hollestein (11). „Die wordt door vreselijke klauwen mid den in het scherm gerukt. Dan volgt een vreselijke kreet en verder lees je er niets over. Dat vind ik zo eng". Zijn klasgenootjes Isaura van den Berg (11), Nikki West- strate (11), Björn Boonman (9), Willemijn Franse (10) en Rivka Koudenburg (10) van basisschool 't Opstapje uit Driewegen griezelen met hem mee. In welk boek zouden ze dan wel willen leven? Isaura: „Het slachtoffer in De Laatste Nacht". Dat lijkt me zo spannend om achtervolgd te worden en ik weet toch dat het goed afloopt!" Bjom lijkt dat maai" niets, hij houdt niet zo van griezelen: „De boeken van Pietje Bell vind ik leuk. Maar ik zou zelf niet graag Pietje Bell willen zijn." Bjom trouwens ook niet: „Nee, dan krijg je in elk boek .een pak slaag' Zijn vader wil ik zijn, hij wordt zo grappig boos". Willemijn en Job zijn echte griezels. Willemijn: „In De Griezelbus leven, of de weer wolf zijn uit Nooit de buren bijten dat lijkt me tof!" Job geeft de voorkeur aan een beet van een vampier. „Zoals JEddie in Vampier in de school. Als ik dat aan het lezen ben voel ik helemaal hoe dat zou zijn. Dat is spannend, griezelig en leuk tegelijk." Avonturen Nikki houdt van raadsels en avontuur. Nikki: „Maaike uit Heksen zijn lief die het raad sel oplost." Pamela uit Pamela en Joris lijkt me ook wel wat. Zij gaan samen met een paard op stap en beleven allerlei avonturen. Lekker spannend!" Rivka wil Jodie zijn niet haar paard Amber terugvindt. „Reuze spannend allemaal. Zoals in De ontembare hengst waarin ze een kostbaar gestolen paard terugvindt." Er is één soort boek waar ze allemaal beslist niet in willen leven: als er gezoend moet worden, dan doen ze in Drie wegen mooi niet mee! boeken, en ze mogen ook niet saai zijn. „Ik lees gewoon de achter kant, daar staat meestal waar het over gaat. Spannende boeken zijn leuk voor het slapen gaan, lekker eng". Sommige boeken leest ze wel drie keer. Het boek Mathilda van Roald Dahl heeft ze het vaakst gelezen. „Het maakt me niet uit of er plaat jes instaan. Die bedenk ik er toch zelf bij, als ik lees zie ik het ook Bijbaantje Imke schrijft ook zelf verhalen. „Ik heb een verhaal geschreven over een meisje dat uit het raam van een vliegtuig valt. Dan gebeurt er wat in die wolken en ze valt ook nog van een wolk af." Ze zou later best schrijfster willen zijn. „Maar ook wel verpleegster. Het lijkt me het beste om schrijf ster als bijbaantje te nemen".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1997 | | pagina 2