Twee jaar lang doodgaan Hopeloos klem Een tik van de molen DINSDAG 10 SEPTEMBER 1996 3 Ra ra: ze hebben dezelfde moeder en toch zijn het geen zusjes. De 'moeder' van de twee meisjes is schrijfster en heet Lydia Rood. Over haar eerste kinderboek hoor je niemand meer, maar na 1982 is ze wel steeds beter gaan schrijven. In *1990 kreeg ze al een Vlag en Wimpel voor Maanzaad en vier jaar later voor Een mond vol dons zelfs een Zilveren Grif fel. Vorig jaar was ze heel dicht bij de prijs van de Nederlandse Kinder jury, en dat is de prijs die ze (Dat zegt ze zelf) het liefst van al in haar prijzenkast wil. Maar met Marietje Appelgat en haar vieze vrienden kwam ze net een paar stemmen tekort om Jacques Vriens te verslaan. Die deed toen mee met En de groeten van groep acht, en dan weet je op voorhand dat winnen onmogelijk is. Met Een dag uit het rampzalige leven van Nippertje Bov krijgt ze dit jaar een herkansing. Als je de voorkant van het boek ziet, is je eerste gedachte mis schien: Wat een rotzooitje. Je tweede: Wat zou Marietje Appel gat zich hier gelukkig voelen. En je derde: Zou Nippertje misschien het zusje zijn van het meisje dat 'zo stonk dat de vliegen haar liever hadden dan verse paardestront?' Met de tweede schiet je raak, maar de derde is mis. Want alleen in boeken kan een en dezelfde 'moeder' twee zo van elkaar verschillende kuikens op de wereld zetten. En gelukkig maar, want in het echte leven zou zo'n mens de grootste stakkerd uit de geschiedenis zijn en alleen daarom de hemel op aarde verdienen. Dat Nippertje Bov geen zieltje zonder zorgen zou worden, merk ten haar ouders voor de eerste keer toen ze op de elfde van de elfde achterstevoren geboren werd: 'Al in haar moeders buik had ze een grote bos haar gekre gen, rood haar, maar dat kon niemand nog weten. Die bos drukte haar oren naar buiten. Oren van een buitenmaats model. Nog voor ze geboren was zat Nippertje Bov al hopeloos klem.' Vanaf haar eerste dag heeft ze de stroom tegen en krijgt ze voort durend op haar wammes. Geen wonder dus dat haar ouders haar op haar elfde verjaardag willen verrassen met een dingetje tegen pech en rampen. Het brand me op de lippen om je te vertellen wat er dan allemaal gebeurt, maar de ravage die Nippertje in een paar uur en 112 pagina's veroorzaakt valt met geen pen te beschrijven. Nou ja, dat is overdreven, want Lydia Rood kan het wel. Een dat uit het rampzalige leven van Nippertje Bov wordt uitgegeven door Leopold, Amsterdam en kost '24,90 Jan Smeekens Roodwangschildpadjes massaal in dozen aangevoerd Nippertje Bov op het omslag dozen worden ze wel twee keer per week aangevoerd, met 50.000 tege lijk. De helft al halfdood. Dat zijn 2,5 miljoen schildpadjes per jaar! Waar blijven die? Bom: „Als je goed zoekt vind je er misschien 5.000 levend in sloten en grachten terug en nog eens 10.000 in bakjes bij mensen." De rest? Door de wc? In de sloot? Met het vuilnis mee? Wie zal het zeggen. Ad: „Zo'n roodwangschildpadje heeft zand nodig, een opwarm- plaatsje van 39 graden. Het water moet juist koel zijn. Een flinke bak; zand en water zeker 20 cm diep. Verse vis, kalk, extra vitamines, om de dag schoonmaken. Dan kan hij wel 25 jaar oud worden. Tot jouw 40ste dus." Lid Gelukkig mogen veel soorten rep tielen al niet meer verkocht wor den. Er bestaan plannen om ieder een die toch een reptiel wil houden te verplichten eerst lid te worden van een vereniging. Ad: „Dat is goed. Reptielen horen niet in gevangenschap. Dat vinden wij ook. Als het kan brengen we ze terug in de natuur. Dat lukt wel, al moet je opletten waar. We brengen ze natuurlijk niet naar Afrika om ze op te laten eten. Dan stuur ik liever een blik spinazie!" Kinderen die meer over reptielen en de verzorging ervan willen we ten kunnen bellen of schrijven naar Iguana. Daar helpen ze je graag verder. Roodwangschildpad foto Ruben Oreel Op z'n achtste jaar is hij verliefd geworden en dat is nooit meer over gegaan. Nee, niet op een meisje, maar op molens. Isaac Verkeste uit Oost-Souburg: „Ik fietste langs de molen in ons dorp en dat vond ik wel zo mooi! Die draaiende wieken maakten heel veel indruk op me." Isaac is nu veertien en weet intus sen een heleboel over molens en heeft er veel materiaal over verza meld. Voordat de machine werd uitgevon den, stonden er in Nederland zo'n tienduizend molens. Nu zijn er nog een kleine duizend over. „In Zeeland staan nog 77 werkende molens," weet Isaac. „De meeste heb ik wel gezien als we er met de auto langs reden, maar ik heb ze nog niet allemaal bezocht en dat zou ik heel graag willen." Plakboek Als het even kan, trekt hij er 's morgens met de fiets op uit om een molen te bezoeken. Hij maakt daar een plan voor. Isaac: „Ik probeer dan een molenaar te interviewen en ik maak een foto van de molen voor mijn plakboek." Z'n plakboek ziet er fraai uit. Het groeit alsmaar. „Ik wil er alle mo lens van Nederland in hebben," zegt hij. „Maar zeker alle Zeeuwse molens." Het beste kent hij molen De Pere uit z'n dorp. Als 't waait, draait-ie en Isaac komt er vrijwel iedere dag. „Ik mag nog niet zelf malen, maar ik kan de molenaar goed helpen." Boodschap Door de wieken in een bepaalde stand te zetten, kan de molenaar een boodschap doorgeven. Isaac: „Staan de wieken in een kruis, dan is de molen voor langere duur in rust. Staat er één wiek ver ticaal naar beneden, dan is het rust voor korte duur. Een wiek iets rechts van de molen betekent de rouwstand en iets links van de mo len is de vreugdestand.,, De opleiding, die Isaac volgt is VBO/MAVO bouwtechniek. Daar heeft hij speciaal voor gekozen, om dat hij later molenrestaurateur wil worden. „Ik vind het wel jammer, dat zo weinig jongeren zich voor de molens interesseren," meent hij. „Zo sterft het beroep uit!" Je moet toegeven, ze zien er schat tig uit. Die groene kruipertjes met hun rode wangetjes. Maar, de mees te mensen weten niet dat hun lieve levendige roodwangschildpadje in feite gewoon dood zit te gaan. Ad Bom van Reptielenzoo Iguana in Vlissingen: „Doodgaan kan bij een schildpad wel twee jaar duren. Die beestjes worden gevangen tus sen Florida en Zuid-Canada. Een enorm gebied met grote klimaats verschillen en veel soorten. De ene heeft winterrust, de ander juist zo- merslaap nodig. In Nederland be landen ze meestal in een veel te klein bakje met zo'n palmpje. Te warm water, geen landgedeelte, geen opwarmplaats. Alles wat het beest nodig heeft wordt verstoord. Als je het zou vergelijken met een mens: zeven jaar lang wel eten, af en toe wat mogen soezen, maar nooit echt slapen. Niet echt diervriendelijk dus." Dozen vol Er is veel vraag naar deze schild padjes: in volgepropte kartonnen rkeste: Ik mag nog niet zelf malen, maar ik kan de molenaar goed helpen foto Dirk-Jan Gjeltema

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1996 | | pagina 3