Vriendjes vallen er af Scoren met de crocodile-dig Op de ligfiets Blijven zitten valt nog niet mee Van rolstoel vogelnest in Hangmat Woblong gaat recht op zijn doel af Joris Steijn: minder snel moe op de ligfiets. Zet Joris Steijn (10) op een gewone fiets en je weet niet wat je ziet. Kan die jongen niet fietsen, zul je denken. Die jongen kan juist heel goed fietsen, en heel snel ook, maar dan wel op een ligfiets! Zijn vader, die zo nu en dan werkt voor de Mid delburgse ligfietsontwerper Bram Moens, heeft er maar liefst vier gemaakt. Het hele gezin kan dus ligfietsend op stap. Joris fietst ook alleen. Even op en neer van zijn woonplaats Vlissingen naar Middelburg is een tripje van niks voor hem. „Ik rij best wel hard, zo'n 35 tot 40 kilometer per uur", vertelt Joris. „Dus als ik met vriendjes ben die op een gewone fiets rijden vind ik het best wel zacht gaan!" Die vriendjes vinden de ligfiets natuurlijk inte ressant, en vragen dan ook regelmatig of ze er foto Ruben Oreel ook even op mogen. „Ik doe het meestal niet. Ze vallen er toch af'. Het idee achter de ligfiet sen van Bram Moens is dat je Meer Meters Met Minder Moeite maakt, vandaar dat zijn product M5 heet. Joris kan het hier wel mee eens zijn. „Het voordeel van de ligfiets is dat je minder snel moe bent", vindt hij. Sommige mensen denken dat je snel valt, maar dat is alleen als je er voor 't eerst op rijdt. Een ander vooroordeel is dat je niet zichtbaar bent voor auto's. Maar op een ligfiets heb je zelf een ruime blik vooruit terwijl je op een racefiets al leen de grond ziet. Joris kan voorlopig nog door op zijn ligfiets. Door het uitschuifbare frame kan hij nog heel wat groeien! Paardrijden is belang rijk voor ontwikkeling. foto Dirk-Jan Gjeltema Een cobra-shot, een poke-shot, een moon- shot of een crocodile-dig: je komt ze niet elke dag tegen. Het zijn termen, die bij be- achvolleybal horen. Mare Maquelin (17) en Thijs Poortvliet (16) spelen deze zomer voor de derde keer samen. Mare: „We zijn al op ons negende jaar begonnen met volleybal". En ze zijn zeker goed, want pas geleden hebben ze zich geplaatst voor de Neder landse Kampioenschappen Beachvolley- bal. Thijs: „Die worden in Scheveningen gehouden op er doen twaalf ploegen aan mee". Er zijn nogal wat verschillen tussen gewoon volleybal en beachvolleybal. Thijs: „Je mag de bal wat viezer opvangen en de bal is wat zachter". Mare vult aan: „De derde bal moet met hard balcontact over het net gespeeld worden door gewoon te slaan of met de vuist". Tactiek Mare en Thijs mogen graag heel tactisch spelen. „Je moet kijken wat je tegenstan der doet en zo lang mogelijk wachten met wat jij doet". Het weer speelt bij beachvolleybal een grote rol. Het scheelt een stuk of je met wind mee of tegen serveert. En in de zon kijken is ook niet zo lekker. Sinds kort worden ze gesponsord door een surfzaak uit Middelburg. Daar zijn ze hartstikke blij mee. Mare: „We hebben nu drie tenues, en een sweater en petjes". De jongens spelen op het strand bij Dis hoek. En 's zomers wonen ze er ook zes weken. Thijs beschikt daar over een zo merhuisje en daar overnachten ze. Elke dag oefenen ze, en wie weet worden zij de nieuwe Nederlandse kampioenen! Ontwikkeling De kinderen worden getraind door Ria de Klerk, die voor het werken met gehandicapte kinderen een speciale opleiding heeft gehad. „Paardrijden is erg belangrijk voor de ontwikkeling van de kinderen", legt ze uit, „want als je op een paard zit, maakt je bekken dezelfde beweging als wanneer je loopt". Vooral het leren je evenwicht te bewa ren is heel belangrijk. De kinderen leren er steeds weer iets bij. Nikki: „Een slangenvolte maken en een grote volte". En Daniël vult aan: „Afwenden, dat is dat je je paard stil kan zetten in het midden". En Janneke vindt het heel leuk om over een balk te springen. Ze hebben natuurlijk een paardrijbroek aan en laarzen. En een cap op hun hoofd. Janneke: „Want als je valt, dan ga je niet zo gauw dood!" Het moeilijkste vinden ze galopperen en draven. Sanne: „Want dan moet je op het paard blijven zitten en dat valt niet mee". Zo vanuit je rolstoel, hup het vogelnest in en schommelen maar. Het vogelnest is een schommel waar je ook in kunt liggen. Hij staat in speeltuin De Vossentuin in Oud-Vossemeer. Stan Cornelissen, die zelf in een rolstoel zit, vertelt: „De opzet van de speeltuin is dat valide en minder-vali- de kinderen hier samen kunnen spelen. Ze kunnen hier zelf, vrijwel zonder hulp, aan de gang. Ik durf te beweren dat wij de enige speeltuin in de regio zijn die bijna geheel is aangepast voor het minder-vali- de kind." Dierennamen Alle speeltoestellen hebben dierennamen. Er is onder andere een slangenhuis, een krokodillenwip en een girafffenhuis. Stan: „Een kind in een rolstoel kan zelf in het giraffenhuis. Boven aangekomen kunnen ze van de glijbaan af. Ze moeten natuur lijk wel beneden opgevangen worden. Of ze gaan naar de waterpomp die ze zelf kunnen bedienen. Het water uit de pomp komt via goten in de water- en zandtafel." Alle toestellen zijn 40 centimeter hoog. Stan: „Dat is de goede hoogte voor kinde ren in een rolstoel. Bij de zandtafel zijn inhammen met daar overheen een blad Zo kan een kind in een rolstoel goed bij het zand en hoeven ze niet half uit hun stoel te hangen om te spelen."De speel tuin is nog niet helemaal af. Stan: „We willen bijvoorbeeld ook nog een verstop muur maken. Daar heben we nu jammer genoeg het geld nog niet voor." luier de luier de luierder luierderst schommel de schommel zonnetje drankje luier de luier schommel de schommel zomer., mmm.. Marina van den Boogaart Heb jij al gewoblongd Nee, dat is geen Chinees gerecht, maar een strand- spel. René van de Klooster, ei genaar van een speelgoed zaak in Zierikzee, ver koopt de woblong. René: „De woblong is eigenlijk een soort frisbee. Het be staat uit twee ovalen, die schuin over elkaar staan met een tussenruimte van ongeveer 3 cm. Ze zijn ro se en groen".Je kan er ex tra ver en extra gericht mee gooien. De ovalen zit ten vast en kunnen niet gedraaid worden. „Door die tussenruimte blijft de woblong langer in de lucht", zegt René. Op de vraag of het goed ver koopt, zegt hij laconiek: „Ze zijn op!" De woblong is niet alleen voor kinderen. Iedereen kan er mee spelen. En voor de prijs hoef je het niet te laten. René: „Ze waren vorig jaar al op de markt en kostten toen achttien gul den. En nu maar 4,95!!" Nieuwe rage Je speelt het spel van z'n tweeën. Er zijn gèen apar te spelregels bij. Na de frisbee, de zoomzoom bal en de vlieger wordt dit misschien de nieuwe strandrage. Aan René zal het niet lig gen. „Ik ga ze weer volop verkopen' /v\A/AMA £N PAppA ZATEN TOCH S'ij DE VERDWAAL- Ze kunnen bijna niet wachten tot het weer maandag is. Dan krijgen ze paardrijles. En daar zijn ze dol op. Sanne, Daniël, Nikki en Hanneke. Ze zijn gehandicapt, maar toch proberen ze zo gewoon mogelijk te leven. Sanne: „Ik kan niet zo goed praten en bewegen". Daniël: „Ik kan het moeilijk uitleggen, maar ik ben een beetje autistisch". En Nikki en Janneke hebben ongeveer dezelfde handicap: Ze kunnen niet zo goed lopen en rennen, want ze hebben slappe spieren. Elke maandag middag krijgen de kinderen drie kwartier paard rijles in manege Paardoes in Vlis singen. Beheerder Jan Dees legt uit hoe ze aan die naam kwamen: „De naam schoot ons plotseling par does te binnen. Door er een a tussen te zetten hadden we paard en oes betekent ook wel huis".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1996 | | pagina 2