Te vet om te springen Het zijn kinderen, net als wij P Van de zolder de nieuwe avonturen van Bruinvissen worden zelfstandig op Neeltje Jans i i ft.vt.tL \m% )|NSDAG 16 april 1996 3 Het ene boek is het andere niet. Warempelwaratje-nog- al-wiedes-ja: je hebt dikke boeken en dunne; grappige en verdrietige; boeken met plaatjes en zonder plaatjes.... Nee, daar gaat het hier niet om. Er zijn boeken, daar be staan er twee van en die ver tellen samen toch één ver haal. Of andersom: één ver haal in twee boeken die het zelfde zijn, maar ook anders. De ontvoering uit de Swaen en Een aanval op de prins zijn zulke boeken. Ze werden geschreven door Henk van Kerkwijk van wie je misschien Komplot op volle zee gelezen hebt, en De griezelgolf, De be zeten dunschiller, zijn populairste Pest, of nog een ander. Hij begon als schrij ver voor kinderen in 1967 met De ontvoering uit de Swaen. Dat boek over een spamiende achtervolging in de winter van 1690 begint zo: Maarten werd wakker door het gebeier van de klokken. Of misschien was het gewoon tijd om wakker te worden. Omdat het dag was. Even was het stil. Dan begon een klok langzaam te slaan. Maarten telde de slagen. Acht uur'. Een aanval op de prins is zijn nieuwste boek. Dit zijn de eerste vijf zinnen: Maarten werd wakker door het gebeier van de klokken. Nauwelijks was de laatste slag verstorven of er werd hard op de deur gebonsd. „Acht uur, sinjeur Ruycksuy- ger! Acht uur. De klok heit acht'. Je snapt het: De ontvoe ring uit de Swaen is Een aanval op de prins gewor den. Misschien was Henk van Kerkwijk achteraf niet zo tevreden over zijn eerste boek, maar vond hij het nog wel een goed verhaal; te goed in ieder geval voor stof fige boekenkasten en donke re bibliotheekzolders. En wat doe je dan in zo'n geval? Simpel: het nog een keer schrijven en hopen dat het daar van opknapt. Door in De ontvoering uit de Swaen wat woorden te ver anderen, zinnen te schrap pen, andere erbij te verzin nen, slordigheidjes op te rui men en wat meer te vertel len over de tijd waarin het verhaal zich afspeelt, is Een aanval op de prins nu een verhaal dat weer jaren mee- kan. Jammer is wel dat in dit 'nieuwe' boek over de jon gen die net op tijd Prins Wil- geboekt lem de Derde weet te waar schuwen voor een aanslag, de mooie tekeningen van Dick de Wilde zijn weggela ten. Nu moet je je fantasie aan het werk zien te zetten met de omslagillustratie van Fiel van der Veen en 125 pa gina's vol lettertjes. Een aanval op de prins wordt uitge geven door Leopold, Amsterdam en kost 27,50. De eenvoudigste manier om nieuwe lezers te vinden voor een 'oud' boek, is dat her drukken. Uitgeverij Querido doet dat met beroemde en populaire kinderboeken in de serie Jeugdsalaman ders. Naast elkaar en op een rijtje vormen ze samen een indrukwekkende, feeste lijke parade. Kortgeleden kwamen er zeven nieuwe boekjes bij. De titels en de namen van de auteurs spre ken voor zichzelf: Gwinnie van Klaas van Assen, Mijn vader woont in Rio van Burny Bos, De blauwe boekanier van Tonke Dragt, In Sara's huis van Veronica Hazelhoff, De zwarte stenen van Guus Kuijer, Het zakmes van Sjoerd Kuyper en Het ver haal van Bobbel van Joke van Leeuwen. Jeugdsalamanders kosten 11,- per stuk en dat is 'geen geld' voor zulke mooie boekjes. Leuk om cadeau te geven bovendien. %Jan Smeekens 'Overal jeuk' uit Verhaal van Bobbel door Joke van Leeuwen. Het botst tussen Frankrijk en Neder land. De Franse president Chirac heeft forse kritiek op Den Haag: hij dat de regering te weinig doet tegen de drugs. Nederland is boos over de Franse kernproeven. Hoe Franse en Nederlandse kin deren daarover en over elkaar? Vincent (11) en zijn broertje Frederic (8) komen uit Frankrijk. Ze hebben, met een pauze van een jaar, altijd in Nederland gewoond. Met nog vier an dere landgenootjes, die hier nog maar kort zijn, zitten ze op de Theo Thijs- senschool in Vlissingen. Vincent: „Ik kijk wel eens naar het Jeugdjournaal, maar over dit heb ik niets gezien". De Nederlandse kinderen hebben er wel een duidelijke mening over: „Ik vind het echt stom van president Chirac. Die kernwapens en dat gedoe met drugs", zegt Marije (11). Joost, Mark (11) en Mariska (10) zijn het met haar eens. Is die boosheid van invloed op hun omgang met de Franse kinderen bij hun op school? Joost: „Daar kunnen zij toch niets aan doen. Die hebben daar toch niets mee te maken?" Mark vult aan: „Je kan het ze toch niet kwalijk nemen dat een regering raar doet!" Mariska: „Het zijn kinderen, net als wij, die toevallig uit Frankrijk komen. Dat is toch geen reden om an ders met ze om te gaan". Groot Lessen in taal, rekenen, geschiedenis en dergelijke krijgen de Franse kin deren in een apart lokaal. De leuke vakken zoals gymnastiek en handen arbeid doen ze samen met de Neder landse kinderen. Vinden ze de kinderen hier anders dan in Frankrijk? Guillaume: „Ze gaan makkelijker met elkaar spelen". Francois (9) vindt dat niet: „Nee, ze zijn net als ons. Alleen zijn de mees ten wel erg groot!" Vorig jaar was er een Franse week. Marije: „Dat heeft wel geholpen om de Franse kinderen beter te begrij- |;Je ziet ze zwemmen en je ziet ze ook bovenkomen, gemiddeld twee keer per minuut, 't Zijn net miniwalvissen met zo'n blaasgat boven op hun kop", zegt Ted Sluijter. Hij werkt bij Delta Expo op Neeltje Jans. Hij doet daar reclame, promotie en voorlichting, [n mei is het weer zover. Dan komen er twee bruinvissen, Roy en Marco, naar het speciaal voor hen gebouwde bassin op Neeltje Jans. led: „Bruinvis is eigenlijk een ver keerde naam. Het is geen vis, maar een zoogdier en moet dus ademhalen. Het is de kleinste dolfïjnsoort ter we reld. Hij wordt anderhalve meter en weegt zo'n vijftig kilo". De bruinvissen komen uit het Dolfi narium in Harderwijk. Daar zijn ze al een tijd verpleegd, omdat ze ge Dolfinarium-medewerkster Caroline Staal met een bruinvis in het dolfijnstation bij Neeltje Jans. foto Jaap Wolterbeek pen. We kregen een heleboel informa tie over Frankrijk, mochten wijn en champagne proeven. Vrijdags hebben we taart gebakken en lekker opgege ten". Bon appétit! Ba, M tafel v/e dj aan eten en dox) naar bed O C P wond zijn geraakt en moeten gene zen. „Het zijn jonge dieren die nog bij de moeder aan het zogen waren", zegt Ted. „Die hebben nog niet geleerd, hoe ze zelfstandig moeten leven. Dat leren ze bij ons". Voeren Wie de Delta Expo bezoekt, kan de jonge bruinvissen gaan bekijken. Ze worden zes keer per dag gevoed met dode vis. De verzorgers geven er uit leg bij. Ted: „Ze leggen bijvoorbeeld uit, dat bruinvissen niet kunnen springen. Dat komt, omdat hun lichaam voor 50% uit vet bestaat. Dat is zo zwaar, dat hun spieren niet sterk genoeg zijn om een sprong te maken." De dieren wonen in een speciaal bas Chirac sin met een groot en veilig net eron der. Ze kunnen er niet uit, maar leren wel hun levende voedsel te vinden. Ted: „En ze eten niet alleen haring, dat dacht men vroeger, maar ook an dere visjes en garnalen". Helikopter Roy en Marco mogen pas terug naar de Noordzee, als ze helemaal voor zichzelf kunnen zorgen. Het moeten dieren worden, die niet afhankelijk zijn van de mens. Ted: „Als ze zelfstandig op hun ge wicht kunnen blijven, zoeken we de geschiktste tijd om ze weer terug te zetten". Dat gebeurt met een helikopter! Meestal in de maand september.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1996 | | pagina 3