Een café voor vlinders laton tijdig loslaten is de kneep Rare sprookjes Ellen Geys en de wereld van rolls, tricks en drops Overvloed aan nectar in tuin Renesse DINSDAG 9 MEI 1995 3 In Renesse hebben ze er een leuk tuintje bij. Midden tussen de huizen - aan het eind van de Zeeanemoonweg is pas een flinke vlindertuin aange legd en ingezaaid. Het ziet er nog even wat kaal uit. Maar na wat meire gentjes en een warm zonnetje zullen zo'n 80 plantesoorten de grond uit- knallen en met hun geurende bloem- hoofdjes de hele zomer tientallen vlinders lokken. De gemeente Westerschouwen - waar Renesse bij hoort - gebruikt al bijna vijfjaar geen gif meer bij het bestrij den van onkruid. Mevrouw Lekker- kerk van de plantsoenendienst: „We willen zo ecologisch, dat is zo natuur vriendelijk, mogelijk werken. Dat be tekent dat je veel oorspronkelijke planten kiest en zo min mogelijk in grijpt. Dat is niet altijd makkelijk, maai' het kan wel. Deze wijk is een proef. De vlindertuin is ook om men sen enthousiast te maken." Café Eric Odinot uit Zierikzee is tuinarchi- ect en heeft de tuin ontworpen. Hij is gespecialiseerd in ecologisch groen. Sric: „Het moet een soort café voor flinders worden. Een overvloed aan lectar, het voedsel voor de vlinder." )e tuin lijkt wel een enorme zand- iak: „Op schrale grond groeien krui- len en wilde planten beter", zegt hij. is grond rijk, zitten er dus veel mest stoffen in, dan krijg je vooral gras. [ijk, in dat lage gedeelte zie je nu al lat er wat water in staat. Vocht zorgt ook weer voor meer variatie. En hoe meer soorten, hoe groter de kans is op veel soorten vlinders. Van nature ko men ze 'aan de duinrand veel voor. Ik verwacht dan ook zeker dat het bin nen een paar jaar een vlinderparadijs zal worden. In de hele wijk zijn trou wens veel leuke plekjes gemaakt." Rode lijst Vlinders hebben het behoorlijk moei lijk. Na lang onderzoek werd vorige maand een landelijke Rode Lijst van bedreigde vlindersoorten gepubli ceerd. Een triest rapport: van de 75 inheemse soorten (die dus van oor sprong in Nederland voorkomen) zijn er al 15 verdwenen en nog eens 38 soorten bedreigd. In Zeeland komen normaal ongeveer 30 soorten voor. Drie daarvan staan nu ook al op de Rode Lijst: de konin- ginnepage, de kleine parelmoervlin der en het bruinblauwtje. De kans is zeker aanwezig dat ze straks in de vlindertuin te zien zullen zijn. De zeldzaamheid zit soms aan één plant vast. Nectar is belangrijk, maar ook waar de planten staan. Vlinders houden niet van open land. Ze heb ben beschutting nodig. Ook waardplanten zijn van levensbe lang. Daar worden de eitjes op gelegd en leeft de rups van. Vaak zijn dat brandnetels. Eric: „Die vind je in het bosje hier vlakbij. Het mooist zou zijn als de tui nen hier rondom vol brandnetels stonden. Maar ja, dat is misschien wat veel gevraagd." Koninginnepage. ,flet is eigenlijk een combinatie van turnen, ballet, dansen en ritmische jymnastiek. Met een baton," zegt El- Geys (13) uit 's Heerenhoek. Ze heeft het over twiflen. Daarbij moetje een heleboel verschil- ende bewegingen maken zoals kop- ol, radslag, handstand overslag en egelijk de baton (stokje) opgooien en )ok weer opvangen. Dat is behoorlijk ngewikkeld. Ellen: „Twirling heeft verschillende fflderdelen. Eén daarvan is compul ses. Dat betekent 'verplichte figu ren'. Een ander heet free style. Het lijkt een beetje op kunstrijden op de schaats. Daar heb je ook verplichte figuren en de vrije kuur." Ellen is pas kampioen van Nederland geworden in de compulseries. „En nu mag ik naar het wereldkampioen schap," vertelt ze blij. „Dat wordt in Genève in Zwitserland gehouden in de eerste week van augustus." Ellen verwacht van het resultaat op het wk niet al te veel. „De Canadezen en Japanners die meedoen zijn hart stikke goed. Dat is echt de wereldtop. En daar hoor ik echt nog niet bij." foto Willem Mieras Ellen Geys: elke avond tien keer opdrukken Twirlen komt uit Amerika. Het is nog niet zo bekend, want het is geen olympische sport en het komt niet zo vaak op tv. Ellen is er al vanaf haar negende jaar mee bezig en oefent nu vier keer per week. „Mijn zwakke punt zijn de rolls," zegt ze. „Dan moet de baton over je ar men, nek en schouders rollen, terwijl je beweegt." Het leukste om te doen vindt ze de tricks. Dan moet je de baton opgooi en zodat-ie een heleboel wikkels (wentelingen) maakt, een sprong ma ken en dan de baton weer opvangen. „Als je de baton laat vallen, heet dat een drop." Wat is nu het geheim van goed op gooien? Ellen: „Als je de baton te vroeg los laat gaat-ie naar rechts en laat je 'm te laat los gaat-ie naar links. Je moet 'm precies op tijd loslaten. En dat leer je door het een heleboel keren fout te doen." Bondstraining Nu Ellen Nederland officieel zal verte genwoordigen krijgt ze ook bonds training van een echte bondscoach. „Ik moet elke avond tien keer op drukken," zegt ze. „Want ik moet meer kracht zetten in mijn baton. Dan kan ik nog meer doen." Bij de compulseries in Genève draagt Ellen een pakje in de kleuren van de Nederlandse vlag: rood, wit, blauw. Ellen: „Dat is verplicht." Illustratie door Alfons van HeusGen in Roodkapje en de zeven geitjes. 'Er was ereis een klein meisje dat Grietje heette. Dat wil zeggen: ze heette Grietje, maar omdat ze zul ke vlammende rode haren had, noemde iedereen haar Roodkapje. Roodkapje woonde samen met grootmoeder in een oude toren in het diepst van het woud. Op zeke re dag moest grootmoeder naai' de stad om koekjes en limonade te kopen - èn een hoestdrankje, want Roodkapje voelde zich een beetje ziekjes. „Gauw terugkomen, grootmoeder", zei Roodkapje, „loop zo snel als je benen je dragen kunnen!" En grootmoe vertrok.' Voeljejénu een beetje in de war, of denk je zelfs dat een van jouw vijf een eindje kuieren is? Maak je geen zorgen. Er zit echt geen hom mel in je hoofd. De eerste alinea van dit stukje is het begin van een sprookje van Ivo de Wijs in Rood kapje en de zeven geitjes. En van Ivo de Wijs weetje (misschien) dat hij buitengewoon veel plezier be leeft aan rare fratsen uithalen. De mooierd vertelt in zijn boek vijf bekende sprookjes na. Roodkapje dus, en verder De kikkerkoning, Repelsteeltje, Het dappere snij- dertje en Sneeuwwitje. Ongeveer zoals ze ooit door de gebroeders Grimm werden opgeschreven en door iedereen gekend zijn. Hij vertelt ze ook nog op een twee de manier. Met hier en daar wat veranderingen. Kleine, maar groot genoeg om je aan het fronsen te zetten. In zijn derde versie (die hierboven) doet hij er nog eens een schepje bo venop. Hij keert de oorspronkelij ke verhalen binnenstebuiten, zet ze ondersteboven en geeft er een rare draai aan. Je komt figuren te gen uit andere sprookjes en leest dingen die niet Moppen. Je snapt niet dat zoveel kostelijke mallig heid aan elkaar kan blijven han gen. De drie versies van elk sprookje zijn zo afgedrukt dat je ze van de eerste hoofdletter tot de laatste punt in één keer door kunt lezen, maar ook stukje voor stukje alle drie door elkaar. Het zesde en misschien wel mooi ste sprookje in dit boek met tien tallen tekeningen van Alfons van Heusden is er een van Ivo de Wijs zelf. Roodkapje en de zeven geitjes wordt uitgegeven door Leopold, Amsterdam en kost 27,50. Weieens een sprookje gelezen dat zo begon? Er was eens een vogel die niet meer vliegen wou. Hij vond er geen donder aan. Of eentje met een einde als dit? En zo trouwde de prins, zonder dat hij het wist, met zijn moeder. Geen mens had er weet van, behalve na tuurlijk Jaap, de machtige tove naar. Jaap heeft het nooit verder verteld, maar hij zat af en toe thuis danig in z'n vuistje te lachen, dat begrijp je wel. De sprookjes over de vogel en over het prinsje dat niet groeien wilde werden geschreven door Arman do. Ze staan met nog zes andere in zijn bundel. De sprookjes, die aan de buitenkant heel erg lijkt op het boek van Ivo de Wijs. Het zijn merkwaardige verhalen over onsympathieke lui: dom, nooit tevreden en altijd in voor een potje onrust. De tekeningen bij de verhalen zijn van Peter Vos. Het boek wordt uit gegeven door Leopold, Amster dam en kost 24,90. Jan Smeekens

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1995 | | pagina 3