Nieuw geld rot zo weg
Die nacht werd het duo ontvoerd...
Vindersloon
Loop
niet weg
van je
hengel
Oogst ingeblikt
Zomeravond
Bibber die
schaduw
toch weg
k
Speurder Paul Blomme: een luide toon is link.
Zes juli 1968 was een ge
denkwaardige dag voor
Richard en Greta. Vele ja
ren later vond Paul Blom-
me uit Oostburg op het strand de herinnering
aan die dag: een gouden trouwring met inscrip
tie. Die bewaart hij, samen met talrijke andere
ringen, munten en metalen voorwerpen zorgvul
dig in een sigarendoos.
„Vijftien jaar geleden ben ik ermee begonnen,
omdat ik anderen er mee bezig zag," zegt Paul,
die inmiddels 25 is.
Hij kocht zijn eerste metaaldetector en ging zoe
ken op bepaalde plekken op het strand: het
strandpaviljoen bij Cadzand, de Zwingeul en in
Knokke bij het casino, want „daar komen de
mensen met geld." Ook beschutte plekjes achter
rijshout zijn interessant: „Daar liggen vaak paar
tjes te vrijen en dan blijft erook wel eens wat lig
gen." Rijk is hij er nog niet van geworden en dat is
ook niet zijn bedoeling: „Het gaat vooral om de
foto Charles Strijd
kick en de spanning. Twin
tig gulden per dag aan
muntjes is wel het maxi
mum." Behalve gangbare
munten heeft Paul ook oude munten gevonden,
uit de tijd van Wilhelmina en de oorlog. „Mijn
oudste muntvondst op het strand dateert uit de
17de eeuw. Oude munten blijven lang goed. Dat
nieuwe geld is zo weggerot." Van de vele gevon
den sieraden vindt hij de ring van een Duitse offi
cier, met Duitse vlag, het topstuk. „Als je detec
tor een luide toon geeft kun je beter maar niet
gaan graven," waarschuwt Paul. „Hoewel er op
het strand weinig grote munitie is, echt onge
vaarlijk is het niet." De laatste tijd zoekt Paul
meer op het land dan op het strand: „Daar vind je
de echte oude dingen en dat vind ik het interes
santst. Vorige week vond ik in Aardenburg voor
het eerst een Romeinse munt!" Verkopen? „Ik
heb nog nooit iets verkocht. Het is een pure hob
by en dat moet zo blijven!"
Het begdn allemaal met een zakje poe
der: „Dat vonden we overdag in het bos.
En we dachten gelijk aan drugs." Die
zelfde nacht werden er twee kinderen
ontvoerd: „Een jongen en een meisje.
We verwachten al zoiets. Eén van ons
was zo bang, die heeft de hele nacht de
tentstok vastgehouden." Degenen die
sliepen werden wakker gemaakt om te
gaan zoeken. „Dat was vreselijk span
nend, we mochten geen zaklantaarns
gebruiken."
In het nachtelijk duister hoorden ze en
ge geluiden, lieten mannen zich onver
wacht uit bomen vallen en dachten ze
schimmen met pistolen rond te zien lo
pen. Na veel avonturen werden de twee
vermisten gevonden, maar kwamen pas
echt vrij na overhandiging van het zakje
poeder.
Om bij de scouting te gaan moetje niet
bang zijn in het donker. Of juist wel,
want dan kun je daar mooi van afko
men.
Eerst dacht ik altijd dat scouting hart
stikke saai was," zegt Cora Baas (12) uit
Souburg. „Maar het is ontzettend leuk."
Haar vriendin Jessica Marijs (13) zit er al
heel lang op, acht jaar.
„Vroeger werd ik veel geplaagd op
school en sloot ik mezelf op. Sinds ik op
scouting ben heb ik daar niet meer zo'n
last van. Ik durf nu veel meer."
Martien de Looff (19) is één van de leid
ster van de Souburgse padvindsters.
„Het is een hele hechte groep," zegt ze.
„Ik vind het leuk om met ze op te trek
ken en activiteiten te bedenken. Elke
week doen we weer iets anders."
Het leukste zijn natuurlijk de kampen,
die in de vakanties worden gehouden:
„Komende week gaan we een paar da
gen naar Sprang-Capelle. Dan hebben
we ook weer een nachtspel. Met dwaal
lichtjes gaan we een wereldreis maken,
op zoek naar goede en kwade geesten.
„Heel geheimzinnig dus."
Kampioen Remco
Geuze: eerste pie
ren en zagers ste
ken, en dan pas vis
sen. foto
Dirk-Jan Gjeltema
'Tijd om naar bed te
gaan' is misschien wel
het ergste dat ouders te
gen hun kind kunnen
zeggen. De dag is nog
lang niet voorbij, en dan
ook nog moederziel al
leen naar boven, omdat
zij die spannende tv-
film af willen kijken en
dus zogenaamd geen
tijd hebben om je met
een slaapliedje in slaap
te wiegen, of voor te le
zen over dat mooie prin
sesje en de erwt....ver
schrikkelijk wreed, ver
schrikkelijk wreed.
Kraakt er iets beneden?
Hoor je gerommel? Wat
is dat voor vreemde
schaduw op de muur?
Pak dan gauw een boek,
en je bent niet langer al
leen. Lees 'De Heksen'
van Roald Dahl. Huiver
met 'De griezelbus' van
Paul van Loon. Bibber
bij Pauline Mols 'Verha
len van de Zwarte
Kraai'. Bijtje nagels ka
pot na 'Het duvelsjong'
van Ton van Rêen.
Maar laat je niet ken
nen, want wie benauwd
is ziet de hele nacht spo
ken.
„Toen ik er voor het eerst kwam, had
ik redelijk schone kleren aan en dat
was niet echt de bedoeling," zegt Jaco
van der Hart (17) uit Hans weert. Hij
doet vakantiewerk in de conservenfa-
briek Coroos in Kapelle. „Conserveren
betekent, dat er groente wordt bereid
en in een blik of pot wordt gedaan
waarin het heel lang goed blijft," legt
Jaco uit. Hij werkte er vorig jaar ook en
weet waarover hij praat.
Jaco: „Bij het sorteren van wortelen
sta je aan de lopende band en moetje
de slechte wortelen emit halen." Ook
bij het sortern van kersen heeft hij aan
de lopende band gestaan.
Coroos is een grote fabriek met een
oud en een nieuw gedeelte en een ma
gazijn. Er liggen miljoenen blikken en
potten opgeslagen. „Omdat er veel
machines gebruikt worden is er veel la
waai en moeten we met oordoppen op
werken," zegt Jaco.
Deksels
Hij heeft aan de dekselmachine ge
werkt, die in een razend tempo de dek
sels op de blikken doet. Jaco is blij met
z'n vakantiebaantje, want het ver
dient goed. „Maar het is soms wel saai
en de werkdagen zijn lang."
Er wordt in twee ploegen gewerkt. Ja
co: „De dagploeg werkt van zes tot vijf
met twee keer een half uur pauze. De
nachtploeg van vijf tot drie. Dat is acht
uur en een overuur."
De avond valt.
Het warme licht
zakt langzaam weg,
de dag gaat dicht.
Ik hou de gloed
in mijn gezicht.
Wie vist krijgt vaak blaren op zijn handen. Dat hoefje Remco Geuze (13) uit Oud-
Vossemeer niet uit te leggen. Eerst een
paar uur steken naar pieren en zagers,
voordat de hengel te voorschijn kan
worden gehaald. Maar dan begint ook
voor hem het eigenlijke werk: de vis
vangst. En met veel succes. Dit jaar
werd hij Nederlands Kampioen kust-
vissen bij de jeugd tot veertien jaar. In
Borssele begon voor hem de victorie.
Geluk?
„Niet helemaal", lacht hij bescheiden.
„Natuurlijk, de plek waar je vist is van
belang. Maar je werp techniek, goed
materiaal en het aas tellen net zo veel
mee".
Hoe dan ook, Remco haalde bij elkaar
208 centimeter vis boven water. Goed
voor een eerste plaats, een Delfts
blauw bord met een gouden penning.
Het Wilhelmus schoot er bij in, omdat
de muziekband kwijt was. Het tele
gram van de burgemeester, de bloe
men en andere attenties vergoedden
veel.
Als lid van visclub Het Scharretje zit
hij regelmatig aan de waterkant. „Per
week vis ik wel zo'n drie uur", vertelt
hij. „Ondermaatse vis gaat terug. Is
het een flinke bot, dan gaat hij/zij mee
naar huis."
Tips
Als kampioen heeft hij natuurlijk wel
tips. Remco: „Niet teveel bij je hengel
weglopen. Dan mis je de beten. Boven
dien moetje je materiaal goed verzor
gen en het tij in de gaten houden. Vis
sen bij opkomend water geeft de beste
resultaten. En wie graag op tong vist,
moet een nachtje zonder slaap kun
nen. Deze vis vang je namelijk alleen
maar 's nachts."
Zo af en toe heeft hij de kans om dat uit
te proberen. „Dan rijd ik mee met ie
mand van de club", zegt hij. „Bij de
Banjaard op het strand ben je dan echt
niet de enige die met de lamp in het
zand staat te vissen."
Over zijn mooiste vangst hoeft Remco
niet lang na te denken. „Dat was een
zeebaars, een prachtvis, een echte
knokker. Die heb je niet zo maar op de
kant", lacht hij voldaan.